vrijdag 28 november 2014

Oesters en mangroves beschermen Bangladesh tegen overstromingen

“Kunstmatige oesterriffen en mangrovebossen dragen bij aan een duurzame kustverdediging en vormen tegelijkertijd een voedselbron”, zegt Arie van Duijn van het LEI. In Bangladesh, dat geteisterd wordt door vloedgolven en cyclonen, kan dit helpen om kustafslag tegen te gaan en om mensen te beschermen tegen overstromingen. Dat bleek uit een internationaal project rondom eco-engineering in Bangladesh.

Schelpdieren als oesters kunnen riffen voor de kust vormen, die de stroming en de golven beïnvloeden. Wanneer je zorgt dat er oesterriffen ontstaan voor de kust van een overstromingsgevoelig land als Bangladesh, heeft dat veel voordelen. Er ontstaat een zandophoping tussen het rif en het strand waar mangrovebomen geplant kunnen worden. Op het rif en het mangrovebos komen vissen en krabben af, die als voedselbron kunnen dienen.

Onderzoekers van het LEI en IMARES, onderdelen van Wageningen UR, bestudeerden de ecologische en sociaaleconomische mogelijkheden van dit idee, terwijl ingenieurs van Royal Haskoning de technische kant in ogenschouw namen.

Allereerst bekeken de onderzoekers wat het beste materiaal zou zijn om een rif van te maken. Oesters hechten zich alleen aan een harde ondergrond. “Uiteindelijk blijkt een ondergrond van beton financieel en technisch het best toepasbaar”, vertelt Arie van Duijn van het LEI. Maar met alleen een rif ben je er nog niet. “De golven slaan bij hoog water gewoon over het rif. De sedimentatie, de ophoping van zand achter het rif, kan de kracht van de golven wel enigszins breken. Maar bij een echte storm baat dat niet.”  Ieder jaar overstroomt zo’n 30 tot 70 procent van het dichtbevolkte Bangladesh. De klimaatverandering brengt in de toekomst naast een versnelde zeespiegelstijging nog meer stormen en cyclonen mee.

Vroeger lagen er langs de kusten van Bangladesh veel meer mangrovebossen, die grotendeels zijn gekapt. Als het aan de onderzoekers ligt, worden de mangroven in ere hersteld vanwege hun kustverdedigende functie. Op de sedimentatie tussen het oesterrif en het strand, is het makkelijker om mangrove aan te planten. “We verwachten dat het mangrovebos sneller groeit door de aanwezigheid van het oesterrif. Uiteindelijk heb je een brede strook van minstens 30 of 40 meter volwassen mangrovebomen nodig om de kust te beschermen. Op de langere termijn heb je dan een zelfherstellend kustweringssysteem van oesteriffen en mangrovebossen”, vertelt Van Duijn enthousiast. Daardoor worden de aarden dijken erachter minder beschadigd bij stormen en vloedgolven, zagen de onderzoekers.

Het is wel belangrijk dat de oesterriffen en mangrovebossen goed beheerd worden. Zodat mensen bijvoorbeeld niet al het hout of alle oesters weghalen. “Dat kan alleen in afstemming met de kustgemeenschappen, als mensen inzien dat ze er op lange termijn profijt van hebben wanneer het rif beschermd en gerepareerd wordt”, benadrukt Arie van Duijn. Verder bestudeerde het LEI de mogelijke extra voedselbronnen. “De kustbewoners eten wel oesters, maar het is nog geen topproduct in Bangladesh. Krab bleek echter ook exportwaarde te hebben en was er al veel sneller te vinden.” Niet overal langs de kust is de bodem geschikt voor mangroves en oesterriffen. Van Duijn: “Deze methode biedt extra mogelijkheden. Overal betonnen dijken neerleggen is onbetaalbaar. En de aarden dijken zijn vaak te kwetsbaar. Deze vorm van eco-engineering is een relatief goedkope en duurzame methode voor op de lange termijn.”

Het journaal in Bangladesh zond eind november 2014 een item uit over het ECOBAS-project. De overheid van Bangladesh is geïnteresseerd in grotere pilotprojecten en er loopt nog vervolgonderzoek.

Rekenmethode zoetwater beschikbaarheid in het hoofdwatersysteem

Witteveen+Bos levert op verzoek van Rijkswaterstaat belangrijke ondersteuning aan HKV lijn in water B.V. bij de ontwikkeling van een nieuwe rekenmethode voor zoetwaterbeschikbaarheid in het hoofdwatersysteem.

Het doel van de studie is een methode te ontwikkelen om de waterbeschikbaarheid in het hoofdwatersysteem onder verschillende omstandigheden te bepalen. Deze methode vormt de basis voor de uitwerking van voorzieningenniveaus zoals benoemd in de Deltabeslissing.

Nederland krijgt naar verwachting in de toekomst steeds vaker te maken met droogte, waardoor de zoetwatervoorziening regelmatig onder druk komt te staan. Rijkswaterstaat wil de regio's meer duidelijkheid geven over de beschikbaarheid van zoetwater in het hoofdwatersysteem in verschillende toekomstscenario's.

Door inzicht te geven in de waterbeschikbaarheid, in ruimte en tijd, en de kwaliteit ervan, nu en in de toekomst, kunnen de regionale waterbeheerders en gebruikers beter afwegingen maken en beslissingen nemen ten aanzien van investeringen, maatregelen, optimalisatie en inrichting van het regionale watersysteem en de Ruimtelijke Ordening.

donderdag 27 november 2014

Waterschappen stellen data open voor publiek

Elke twee jaar doen de Waterschappen gezamenlijk verslag van hun resultaten. als transparante overheid stellen zij vanaf dit jaar de onderliggende cijfers volledig open voor het publiek.

Hoe zit het met de zorg voor veilig, schoon en voldoende water? En tegen welke kosten? Huub Hieltjes, bestuurslid van de Unie van Waterschappen presenteerde vandaag de resultaten van de tweejaarlijkse vergelijking Waterschapsspiegel: "We gebruiken de vergelijking om onszelf als waterschappen continu te verbeteren. Daarnaast willen we ons met deze resultaten verantwoorden aan de belastingbetalers en kiezers. Daarbij willen we meer laten zien dan alleen de getallen. We willen de lezer meenemen in de wereld achter de cijfers. Onze taken zijn vastgelegd in de wet, maar de invulling en uitvoering ervan hangen sterk af van keuzes. Bijvoorbeeld over veiligheid en welvaart of over duurzaamheid en natuur. Voor het bestuur van de waterschappen zijn er op 18 maart 2015 weer verkiezingen. Het motto bij deze verkiezingen is dan ook 'er valt wat te kiezen'."

Waterschappen houden elkaar scherp door interne benchmarks. Huub Hieltjes: "Als transparante overheid willen we de resultaten van de benchmarks delen met het publiek. Op de website waterschapsspiegel.nl zijn vanaf vandaag alle open data te vinden. We vertrouwen er op dat partijen met onze gegevens aan de slag gaan. Bijvoorbeeld om apps te ontwikkelen, of om oplossingen te bedenken voor de uitdagingen waar we in onze drukke en natte delta voor staan. Vanaf februari 2015 worden ook de actuele belastinggegevens via deze site opengesteld."

woensdag 26 november 2014

Europese beurs van 1,66 miljoen voor doorgronden vorstbestendigheid poolvissen

Ilja Voets krijgt een ERC Starting Grant voor haar onderzoek naar het antivriesmechanisme waarmee poolvissen onder extreme omstandigheden overleven. Ze wil met die kennis nieuwe, macromoleculaire antivriesstoffen ontwerpen en maken, die toegepast kunnen worden in onder meer medicijnen, gewassen en coatings. De beurs bedraagt 1,66 miljoen euro.

De meeste dieren overleven bevriezing niet. Maar bepaalde ‘vorstbestendige’ vissen ontsnappen aan bevriezing door eiwitten aan te maken die voorkomen dat het water in hun lichaam kristalliseert tot ijs. Ze maken als het ware hun eigen antivries aan. Ilja Voets (1980) wil doorgronden hoe dit werkt, op moleculair niveau. Zo hoopt ze nieuwe, synthetische polymeren te kunnen ontwikkelen die dit ook kunnen, of zelfs beter. De naam van haar project is ‘Ice-binding proteins: from antifreeze mechanism to resistant soft materials’.

De Starting Grants van de ERC (European Research Council) zijn bedoeld voor jonge uitmuntende wetenschappers, die met het geld een eigen onderzoeksprogramma en –team kunnen beginnen.

Voets, die werkt bij het Institute for Complex Molecular Systems (ICMS) van de TU/e, kreeg eerder al beurzen van onder meer NWO (Rubicon- en Veni-beurs) en van de Swiss National Science Foundation.

dinsdag 25 november 2014

Nieuwe brug Stroomkanaal Lemmer ingepast in monumentaal landschap

De ophaalbrug over het Stroomkanaal in Lemmer maakt plaats voor een nieuwe vaste brug. De combinatie Tauw, wUrck en Reimert heeft het UAV-GC contract voor het ontwerp van deze nieuwe brug binnengehaald. 

De provincie Fryslân wil de handbediende ophaalbrug over het Stroomkanaal bij Lemmer (N359) vervangen door een vaste brug. De ophaalbrug verkeert in een slechte staat en is te smal voor het huidige verkeer. De brug wordt breder zodat met name het vrachtverkeer (elkaar) veiliger kan passeren. De huidige ophaalbrug wordt alleen bediend voor onderhoud aan het Woudagemaal. Door de vaste brug hoger te maken, kunnen onderhoudsschepen er voortaan gewoon onderdoor.

Omdat de brug vlakbij het Ir. D.F. Woudagemaal ligt, dat op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat, is bij de nieuwe brug extra kritisch gekeken naar het ontwerp en hebben de provincie, gemeente De Friese Meren en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, voorwaarden gesteld aan de inpassing van de nieuwe brug in de omgeving.

De provincie heeft uit vijf inzendingen de combinatie Tauw, wUrck en Reimert gekozen voor de uitvoering. Het minimalistische ontwerp van de combinatie bleek het juiste antwoord in dit monumentale landschap. Dat was ook de mening van de jury: ‘De brug oogt zeer strak wat de gewenste vlakke uitstraling ten goede komt. Dit ontwerp heeft veel meerwaarde als het gaat om de doelstelling om de rechtlijnigheid, openheid en de middenas van het Stroomkanaal zoveel mogelijk te benadrukken.’

Tauw en wUrck zijn als onderaannemer ingehuurd voor alle advies- en ontwerpwerkzaamheden voor de vervanging van de brug. Tauw voert een deel van de voorbereidings- en engineeringswerkzaamheden uit in combinatie met wUrck; de architect van wUrck maakt deel uit van het ontwerpteam dat de vormgevingsaspecten van het aanbiedingsontwerp waarborgt.

maandag 24 november 2014

Het WaterLab: klimaatonderzoek door scholieren

Op 29 oktober 2014 startte Het WaterLab, waarbij leerlingen van vier Delftse basisscholen samen met de TU Delft, het Science Centre Delft en advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos hun eigen klimaatonderzoek gaan uitvoeren. De scholen krijgen weerstations en lesmateriaal en worden ondersteund bij het opzetten van lesprogramma’s en eigen onderzoek.

Het project start met het verzamelen van algemene weergegevens, met specifieke aandacht voor neerslag en de gevolgen daarvan in de stad, zoals plassen op het schoolplein of straat, en afwatering in het algemeen. De leerlingen van groep 7 en 8 doen daarna met hun klas diverse andere metingen en onderzoek naar neerslag, en leveren daarmee waardevolle meetresultaten aan wetenschappers die zich bezig houden met klimaatonderzoek. Scholen en leerlingen krijgen hierdoor een volwaardige plek binnen dit onderzoeksprogramma.

De Rector Magnificus van de TU Delft heeft de leerlingen daarom woensdag welkom geheten en geïnstalleerd als onderzoekers van de TU Delft. Vervolgens kregen de leerlingen een echt college over weer en klimaat, waarna ze ook hun eigen regenmeter bouwden. Het WaterLab is een uniek onderzoeksprogramma waarbij de TU Delft, het Science Centre Delft en Witteveen+Bos scholen betrekken bij origineel en authentiek klimaatonderzoek. Het WaterLab Delft is gestart om een beter beeld te krijgen van water in de stad, een project dat actief wordt ondersteund door het Valorisatie Programma Delta Technologie, de EU en Rijkswaterstaat.

zondag 23 november 2014

Startbijeenkomst verruimen waterkering Terschelling

Rijkswaterstaat houdt op woensdagavond 26 november in de Driemaster in Midsland (aula VMBO) een startbijeenkomst over het verruimen van de waterkering. Inwoners van Terschelling zijn uitgenodigd om mee te denken. In het voorjaar volgen meer bijeenkomsten. Dit leidt in april 2015 tot een goed afgestemd en doordacht projectplan Waterwet.

Tijdens de startbijeenkomst informeert Rijkswaterstaat de inwoners over het projectplan en de manier waarop zij worden betrokken. De uitkomsten van de verkenning komen aan de orde. Ook de relatie tussen het projectplan waterkering en het beheerplan rijksgronden staat op de agenda. Staatsbosbeheer licht de herziening van dat beheerplan toe. De bijeenkomst vindt plaats in de aula van VMBO De Driemaster te Midsland op woensdag 26 november van 19.30 tot 21.00 uur.

Al langere tijd bestaat de wens vanuit de gemeente, de provincie Fryslân en inwoners van Terschelling dat een groter deel van het eiland binnen de zogenaamde primaire waterkering komt te liggen. Op basis van veel gesprekken en een verkenning tekende de Staatssecretaris van het ministerie van Infrastructuur en Milieu in oktober 2012 samen met de Provincie en de Gemeente een intentieverklaring. Hierin legden zij met elkaar een voorkeurstracé vast voor het verruimen van de primaire waterkering.

De primaire waterkering is de begrenzing waarbinnen de rijksoverheid het hoogste waterveiligheidsniveau garandeert. In dit project gaat het om de zogenoemde ‘zandige waterkering’, oftewel de duinenrij aan de kant van de Noordzee, waarvan Rijkswaterstaat de hoogte en sterkte bewaakt. In 2012 besloot de staatssecretaris dat deze primaire waterkering een fors stuk richting Noordzee verlegd wordt. Op Terschelling komen bijvoorbeeld de recreatiedorpen West aan Zee en Midsland aan Zee daardoor binnen de waterkering. Deze volgt voortaan tussen paal 8 en paal 12 de buitenste duinenrij (de ‘zeereep’). Waar nodig wordt de duinenrij versterkt.

In april 2015 is het projectplan Waterwet naar verwachting gereed. Rijkswaterstaat wil het plan graag in samenspraak met de inwoners opzetten. Daarom volgen na deze avond de komende maanden nog meer bijeenkomsten.

vrijdag 21 november 2014

Vitens bevriest drinkwaterprijs voor achtste jaar op rij

Klanten van Vitens gaan het komende jaar hetzelfde betalen voor hun drinkwater. Daarmee hebben de aandeelhouders van drinkwaterbedrijf Vitens op vrijdag 21 november tijdens de aandeelhoudersvergadering ingestemd. De gemiddelde rekening van een particuliere klant van Vitens blijft in 2015 daarmee 123 euro exclusief alle belastingen. Ondanks de inflatie zijn de prijzen van het drinkwater van Vitens sinds 2008 niet verhoogd.

Vitens streeft naar een zo laag mogelijk drinkwatertarief, zonder af te doen aan de kwaliteit of leveringscontinuïteit. Door de fusies en daarmee de schaalvergroting zijn de operationele kosten van Vitens de afgelopen jaren fors afgenomen. In 2014 is sterk ingezet op het optimaliseren van de bedrijfsprocessen en deze verder te digitaliseren. Mede door deze procesverbeteringen hoefden de tarieven niet mee te stijgen met de inflatie, terwijl Vitens gedegen kon blijven investeren in de drinkwaterinfrastructuur. Het drinkwaterbedrijf is dan ook optimistisch over de toekomst en verwacht op korte termijn een voor de klant gunstige prijsontwikkeling van het water.

Vitens heeft de afgelopen jaren stevig ingezet op duurzame innovatie en dat werpt in toenemende mate zijn vruchten af. Vitens levert ruwweg een derde van al het water in Nederland, ongeveer 350 miljard liter op jaarbasis. Bij de bereiding van dit water komt ongeveer 60.000 ton aan reststoffen vrij, waaronder kalk, ijzer, methaan en humuszuur. Vooral methaan en humuszuur hebben in 2014 een belangrijke bijdrage geleverd aan het resultaat. In 2010 betekenden de reststoffen voor Vitens nog kostenpost van 1,8 miljoen euro. In 2014 is deze kostenpost teruggebracht tot 0,6 miljoen euro, mede dankzij innovaties zoals de methaangasafvang in Spannenburg. Volgend jaar zal de kostenpost omgezet zijn in een netto winst. Dit maakt het mede mogelijk de tarieven niet mee te laten stijgen met de inflatie. Door deze producten te zien als hoogwaardig restproduct, en deze 100% en duurzaam te hergebruiken heeft Vitens niet alleen een duurzaam, maar ook een economisch resultaat behaald, dat ten goede komt van het drinkwatertarief.

De verwachting is dat dit gaat toenemen als gevolg van steeds hoogwaardigere toepassingen van de diverse restproducten. Momenteel werkt Vitens aan toepassingen met een hogere toegevoegde waarde welke in 2015 beschikbaar komen. De 21.000 ton aan kalkorrels worden momenteel hergebruikt als grondstof in de glas- en betonindustrie. Inmiddels zijn toepassingen ontwikkeld voor diervoeder en land- en tuinbouw. Methaan wordt omgezet in duurzame stroom en humuszuur wordt gebruikt als biologische bodemverbeteraar. Inmiddels gaat ook een diervoederbedrijf het humuszuur, dat bij de waterbereiding in Friesland vrij komt, gebruiken als antibioticavervanger.

“We verzilveren nu pas onze eerste successen qua innovatie door anders naar onze reststoffen te kijken” zegt Lieve Declercq, directievoorzitter van Vitens “uiteindelijk profiteert de klant daarvan”.

Belangrijke stap vernieuwing Afsluitdijk

Rijk en regio hebben samen een belangrijke stap gezet naar de vernieuwing van de Afsluitdijk. Een aantal regionale projecten wordt opgenomen in een contract voor de Rijkswerkzaamheden aan de Afsluitdijk. De regionale projecten vertegenwoordigen een gezamenlijke extra investering van Rijk en regio van € 82,5 miljoen. Rijkswaterstaat besteedt in totaal € 830 miljoen aan de versterking van de dijk en vergroting van de waterafvoer.

De geplande werkzaamheden van het Rijk aan de Afsluitdijk bieden de regio, samenwerkend als De Nieuwe Afsluitdijk, een historische kans om gelijktijdig grote regionale projecten uit te voeren. Voorzitter van de regionale stuurgroep De Nieuwe Afsluitdijk, Tineke Schokker: “Door deze nauwe samenwerking wordt de Afsluitdijk niet alleen veilig en sterker gemaakt. Met De Nieuwe Afsluitdijk (DNA) creëren we schone energiebronnen en worden verbindingen van zout naar zoet gerealiseerd. De natuur kan zo letterlijk weer stromen en opleven. Al met al een enorme impuls voor veiligheid, natuur, toerisme en goed voor de werkgelegenheid. Bovendien profiteren we optimaal van de voordelen van werk-met-werk.”

Het Programma naar een Rijke Waddenzee heeft in opdracht van DNA de plannen voor een Vismigratierivier uitgewerkt in een ontwerp. De Vismigratierivier (kosten € 55 miljoen) is een baanbrekend project om de vistrek, tussen Waddenzee en IJsselmeer, te verbeteren. Samen met visvriendelijk sluisbeheer en de vispassage van Rijkswaterstaat, verbetert dit de omstandigheden voor trekvissen. Simpel gezegd: de Afsluitdijk gaat open voor vis. Het herstel van de visstand zal de natuurwaarden van het Waddengebied en het IJsselmeer sterk vergroten. De effecten van deze combinatie van projecten strekt zich uit tot ver in het Europese achterland. Ook biedt de Vismigratierivier kansen voor recreatie en educatie.

In het Tidal Testing Centre op de Afsluitdijk is een testlocatie voor stromingsenergie ingericht. Door middel van onderwaterturbines wordt energie opgewerkt door het water dat bij laagwater via de spuisluizen uit het IJsselmeer naar de Waddenzee stroomt. DNA heeft plannen om dertig van deze turbines, als democentrale, in het spuicomplex bij Kornwerderzand te plaatsen (kosten € 14,5 miljoen). Hiermee laat Nederland zien dat op bescheiden schaal energie uit stromend water haalbaar is. Dit is een van de energieprojecten op de Afsluitdijk die bijdraagt aan een energie-neutrale Afsluitdijk in 2021. Naast mogelijke uitbreiding van de stromingsenergie, staat er inmiddels een Blue Energy pilotcentrale bij Breezanddijk. Deze wordt op 26 november officieel in gebruik genomen door Zijne Majesteit Koning Willem Alexander.

De plannen voor het opknappen en uitbreiden van het Monument en het verbeteren van de bereikbaarheid voor toeristen (kosten ca. € 13 miljoen) worden samen met het Rijk uitgevoerd. Naast nieuwe wandelroutes, is er een plan voor recreatieve fietspaden aan de Waddenzeekant. Deze komen te liggen tussen Den Oever en het Monument en tussen de Friese kust en de sluizen- en kazematten van Kornwerderzand. Hiermee kunnen fietsers straks genieten van de natuur en het vrije uitzicht over zee. Het huidige fietspad langs de snelweg blijft bestaan. De minister van I&M heeft aan kunstenaar/ontwerper Daan Roosegaarde gevraagd om ‘Icoon Afsluitdijk’ verder te ontwikkelen. Het Icoon Afsluitdijk wordt een artistiek en innovatief ontwerp, waarin onderdelen van de ‘Smart Highway’ worden opgenomen.

Onderdeel van de dijkversterking is een stormvloedkering aan de Waddenzeekant. Deze kering krijgt een bredere doorvaartopening dan de huidige afmetingen van de sluizen en bruggen. Met deze oplossing heeft de Minister ruimte geboden voor de regionale wens om de sluizen te vergroten. De provincies Fryslân, Drenthe, Overijssel en Flevoland werken, samen met de daarin gelegen havengemeenten, aan het plan en financiering voor deze grote sluis. De eerste resultaten worden in het voorjaar van 2015 verwacht. Een definitief besluit volgt eind 2015. Daarom is de sluis geen onderdeel van de huidige afspraken met het Rijk.

De komende maanden wordt het besluit over de regionale projecten ter goedkeuring aangeboden aan de betrokken Provinciale Staten en gemeenteraden. De Minister van Infrastructuur en Milieu besluit in het voorjaar van 2015 over de versterking van de dijk en de vergroting van de waterafvoer. Als alles volgens planning verloopt kan in 2017 de eerste schop de grond in.

Het totaalprogramma van De Nieuwe Afsluitdijk heeft een investeringswaarde van circa € 250 miljoen tot 2025. Naast de projecten die meegaan in het Rijkscontract zijn er ook projecten die los staan van de werkzaamheden van het Rijk. Ook aan deze projecten wordt gewerkt. Meer informatie hierover is te vinden via www.deafsluitdijk.nl. DNA is een samenwerking van de provincies Noord-Holland en Fryslân, en de gemeenten Hollands Kroon, Súdwest-Fryslân en Harlingen.


donderdag 20 november 2014

Twee Green Deals voor een schonere zee en strand

Er moet minder zwerfafval in de Noordzee belanden. Het Rijk, de visserij- en de strandsector gaan zich samen op een creatieve en innovatieve manier inspannen om de ‘plastic soep’ aan te pakken. Vandaag ondertekenden de betrokken partijen twee Green Deals, waarin zij zich verbinden aan concrete plannen. Zo leveren vissersschepen opgevist en huishoudelijk afval gescheiden in en organiseert de strandsector opruimacties.

Minister Schultz van Haegen is blij met de samenwerking: “Ik ben trots te zien dat vele partijen in Nederland hun verantwoordelijkheid nemen en actief bijdragen aan het verminderen van zwerfafval op zee. Met de ondertekening van deze Green Deals hebben we iets moois bereikt: zowel vanaf het land als vanaf de zee maken verschillende partijen zich sterk om de hoeveelheid zwerfafval terug te brengen.”

De visserij verbindt zich met de ondertekening van de Green Deal Visserij voor een Schone Zee aan de aanpak van afval binnen de sector. Hieronder valt niet alleen afval uit de bedrijfsvoering en vistuig, maar ook huishoudelijk en opgevist afval. Het Rijk maakt zich binnen de deal sterk voor nationale en internationale uitwisseling van kennis en het verkennen van kansen voor (co)financiering. Vanuit de visserijsector tekent VisNed de deal. Ook hebben zeven visserijhavens, de gemeenten Urk en Den Haag, twee afvalinzamelaars, Stichting De Noordzee en Stichting ProSea marine education de deal getekend. Voor het Rijk tekenen minister Schultz en staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu en staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken.

De Green Deal Schone Stranden werd ondertekend door 33 partijen. Naast 19 kustgemeneenten zetten verschillende bedrijven, vrijwilligers en belangen- en maatschappelijke organisaties hun handtekening. Samen gaan zij de strijd aan met zwerfafval op de Nederlandse stranden. Het streven is dat strandbezoekers in 2020 aanzienlijk minder afval - variërend van lege patatbakjes (monoverpakkingen) tot sigarettenpeuken – achterlaten. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het voorlichten van strandbezoekers, betrokkenheid van horeca en het faciliteren van vrijwilligers. Verder wordt er de komende jaren actief ingezet op het leren van elkaar en afstemmen van opruimacties. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu deelt haar kennis en stimuleert uitwisseling van kennis onder de betrokken partijen.

Wereldwijd komt ongeveer 80 procent van het zwerfvuil op zee van het land en 20 procent van scheepvaart en visserij. Voor de Noordzee is deze verhouding 60 procent van het land en 40 procent van scheepvaart en visserij (Strandmonitor). Drijvend zwerfvuil op zee bestaat voor ongeveer driekwart uit plastic. Vissen eten elk jaar tussen de 12 en 24 miljoen kilo plastic.

De Green Deals deel maken deel uit van het programma van maatregelen dat Nederland opstelt om uitvoering te geven aan de Europese mariene strategie. Naast deze Green Deals is ook de Green Deal scheepsafvalketen op 10 september 2014 getekend.


Green Deal Grondstoffen getekend

Vandaag is de Green Deal Grondstoffen getekend om het winnen van grondstoffen uit afvalwater door waterschappen verder te brengen. Waterschappen zuiveren het afvalwater van huishoudens en bedrijven om te zorgen voor een goede waterkwaliteit in Nederland. Maar zij beschouwen het afvalwater ook steeds meer als een bron van duurzame energie en grondstoffen.

Via de Energie- en Grondstoffenfabriek, een gezamenlijk waterschapsinitiatief, werken alle 23 Nederlandse waterschappen samen aan het winnen van energie en grondstoffen uit afvalwater. In 2011 werd al een Green Deal Energiefabrieken getekend. Van de ongeveer 80 afvalwaterwaterzuiveringen waar biogas wordt gewonnen zijn er inmiddels 7 omgebouwd tot Energiefabrieken. Op een aantal installaties wordt ook al fosfaat gewonnen uit het afvalwater.

De Green Deal Grondstoffen richt zich op het verder stimuleren van het winnen van waardevolle grondstoffen. Uit afvalwater kan naast fosfaat onder andere ook cellulose, polymeren, alginaat en CO2 worden gewonnen. Bedrijven kunnen deze grondstoffen opnieuw gebruiken. Er zijn vele mogelijke toepassingen: fosfaat als groene meststof voor de landbouw, cellulose voor asfalt en CO2 voor tuinbouwkassen of de procesindustrie.

Met de Green Deal Grondstoffen starten de waterschappen kansrijke demonstratieprojecten die van aanbesteding tot realisatie door het Rijk worden ondersteund en gevolgd om van te leren. Het Rijk neemt belemmeringen in regelgeving weg en zoekt actief mee naar oplossing van allerlei praktische problemen, bijvoorbeeld rond vergunningverlening. Met deze investeringen zijn vele tientallen miljoenen euro gemoeid. De STOWA (Stichting Toegepast Onderzoek Waterschappen) investeert daarnaast miljoenen in onderzoek naar nieuwe technieken. Het Rijk heeft toegezegd te helpen met het vinden van aanvullende financiering. Tot slot komt er een pakket met activiteiten voor het hoger onderwijs rond het thema.

Peter Glas, voorzitter van de Unie van Waterschappen: "Winnen wat van waarde is, is ons motto. Dit is echt volstrekt nieuw en daarom ook pionierswerk. Er is veel belangstelling vanuit kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Die samenwerking hebben we hard nodig. Om de technieken te leveren en als afzetmarkt om al die waardevolle grondstoffen weer terug te krijgen in de kringloop. Zo werken we tegelijk aan doelmatigheid en duurzaamheid."

Vandaag is ook een juridische handreiking gepresenteerd met daarin een inventarisatie van mogelijke (juridische) belemmeringen en kansrijke aanpakken, opgesteld door organisatieadviesbureau Berenschot in opdracht van de Unie van Waterschappen. Belangrijkste conclusie: levering van grondstoffen en energie past binnen de wettelijke taken van de waterschappen. Er zijn nog wel wat knelpunten. Zo is het belangrijk voor de afzet dat de afvalstatus van groene grondstoffen uit afvalwater wordt opgeheven.

Ondertekenaars van de Green Deal Grondstoffen zijn het ministerie van Infrastructuur en Milieu, het ministerie van Economische Zaken, de Unie van Waterschappen en STOWA. De Green Deal sluit aan bij het programma Van Afval Naar Grondstof van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan de circulaire economie. Het ministerie van Economische Zaken stimuleert de zogeheten biobased economy door het verkennen van mogelijkheden van groene groei voor Nederlandse bedrijven, ook gericht op kansen voor de export.

Waterschappen koplopers in duurzaamheid

Waterschappen lopen voorop als het gaat om duurzaamheid. Dat blijkt uit de Klimaatmonitor Waterschappen 2014 die op 18 november is overhandigd aan de vaste commissie voor Economische Zaken van de Tweede Kamer.

Waterschappen willen een bijdrage leveren aan een duurzame economie en samenleving. De ambities van de waterschappen zijn vastgelegd in het Klimaatakkoord (2010) en het SER Energieakkoord (2013). Deze ambities gaan verder dan de nationale doelstellingen van het Rijk:

- 30% energie-efficiënter en zuiniger werken tussen 2005 en 2020
- 40% zelfvoorzienend door eigen duurzame energieproductie in 2020
- 30% minder uitstoot van broeikasgas tussen 1990 en 2020
- 100% duurzame inkoop in 2015 Afvalwaterzuiveringsinstallatie Harnaschpolder

De gisteren gepresenteerde Klimaatmonitor geeft inzicht in de resultaten en de verwachtingen voor de toekomst. Waterschappen zijn grootverbruikers van energie, vooral voor de 340 afvalwaterzuiveringsinstallaties en ruim 3600 poldergemalen die zij in bedrijf hebben. De sector voert landelijk en lokaal een bijzonder actief energie- en grondstoffenbeleid. De waterschappen beschouwen het afvalwater dat zij ontvangen van huishoudens en bedrijven steeds meer als een bron van duurzame energie en grondstoffen, onder de noemer Energie- en Grond-stoffenfabriek. De productie van biogas heeft in 2013 een record bereikt van 112 miljoen kuub biogas. Waterschappen winnen door toepassing van innovatieve technieken schaarse grondstoffen terug, zoals fosfaat en cellulose.

De mogelijkheden voor duurzame energieproductie verschillen per afvalwaterzuivering. Dit hangt onder meer af van de toegepaste zuiveringstechnieken, de lokale behoefte aan biogas en warmte, de grootte van de installatie en de afschrijvingstijd van investeringen. Waterschappen kunnen bovendien niet onbeperkt extra investeren in korte tijd.

Hennie Roorda, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: "We zullen ons de komende jaren maximaal inspannen om onze ambities te realiseren. We gaan volop aan de slag met de aanbevelingen uit de Klimaatmonitor. Zo hebben we al onderzoek laten doen naar de mogelijkheden om de energie-efficiëntie bij poldergemalen te verbeteren. En verkennen we de inzet van windkracht, zonne-energie en restwarmte. We vertrouwen erop dat de Rijksoverheid op haar beurt helpt met het wegnemen van belemmeringen die onze duurzame ambities in de weg kunnen staan."

woensdag 19 november 2014

Innovatieve dijken voor een veilig en aantrekkelijk Waddengebied

Innovatieve dijkconcepten blijken kansrijk als alternatief voor traditionele dijkversterking in het Waddengebied. Met name het ontwikkelen van kwelders en de brede groene dijk blijken kostentechnisch en vanwege landschappelijke en natuurwaarden zeer interessant om verder te onderzoeken in nauwe samenwerking met lokale stakeholders. Dat blijkt uit onderzoek dat Wageningen UR heeft uitgevoerd in opdracht van het Deltaprogramma Waddengebied.

Veel dijktrajecten in het Waddengebied voldoen niet meer aan de gestelde eisen voor waterveiligheid. De opgave om die primaire waterkeringen weer aan de veiligheidsnorm te laten voldoen biedt kansen voor de toepassing van nieuwe dijkconcepten in het Waddengebied. Innovatieve dijkconcepten kunnen nieuwe kansen bieden voor het Waddengebied en beter passen in het landschap.

In opdracht van het Deltaprogramma Waddengebied zijn daarom verkennende studies uitgevoerd naar de kosten en baten van innovatieve dijken. Op basis van deze verkenningen kan worden geconcludeerd dat alle onderzochte innovatieve dijkconcepten duurder zijn dan traditionele dijkversterking. De baten voor natuur en landschap vormen belangrijke aspecten in het afwegingsproces. Inzicht in zowel de  kosten als de baten van innovatieve dijken is daarom essentieel voor de beleidskeuzes rond de meest geschikte veiligheidsstrategie voor het Waddengebied. In het Waddengebied zijn behoud en ontwikkeling van natuur en landschap belangrijke doelstellingen, waardoor deze maatschappelijke baten zwaar wegen.

Uit de onderzoeken blijkt dat het ontwikkelen van kwelders voor dijktrajecten en brede groene dijken kostentechnisch en vanwege landschappelijke - en natuurwaarden zeer interessant zijn om verder te onderzoeken. Voor het Eemsgebied blijkt de deltadijk interessant en voor dijktrajecten in bebouwd gebied kan een multifunctionele kering interessant zijn. Nader onderzoek in nauwe samenwerking met lokale stakeholders moet uitwijzen of deze innovatieve dijkconcepten haalbaar zijn.

dinsdag 18 november 2014

Holland, natuur in de delta

Na het grote succes van de natuurfilm De Nieuwe Wildernis werken de makers van die film op dit moment aan het opvolgende filmproject: Holland, natuur in de delta. De film Holland, natuur in de delta is een (her)ontdekking van Nederland. Een ode aan onze rivieren en kustgebied en de rijke natuur die zij onze delta brengen, in alle kracht, raadselen en schoonheid. Het is een film die ons als nooit tevoren de dynamiek en de veerkracht van het land waarin wij leven zal tonen.

De film Holland zal fascineren door de hoogste kwaliteit natuurfotografie en gebruik maken van de modernste technieken. Het verhaal van de natuurfilm wordt verteld vanuit een cultuur-historische context en gezien vanuit het perspectief van hoofdpersonages als de zeearend, bever, haas, pimpernelblauwtje en stekelbaars. Camera- en geluidsmensen uit binnen- en buitenland, van zeer ervaren tot aanstormend talent zullen Holland, net als De Nieuwe Wildernis doen uitblinken door de hoogste kwaliteit van beeld.

De zeearend strijkt neer in een hoge boom aan de rivier. Hier stroomt de bron van leven voor alles dat de zeearend kent. Maar hij herkent haar nauwelijks want hij is hier al honderden jaren niet meer geweest; alles is nu anders. Miljoenen jaren is de natuur de dominante kracht die het deltagebied vormt dat Nederland heet. Ons land is de monding van machtige rivieren. Zij stromen van bergen en heuvels naar het laagste punt, de zee. Daar ontmoeten ze de dagelijkse getijden en spannen ze samen om een dynamische wereld te scheppen. Zo'n duizend jaar geleden begon ook de mens daarin een rol te spelen. We begonnen als de bever, barrières bouwend en geulen gravend. Door de eeuwen heen slagen we er in het water meer en meer regels op te leggen. Waar een waterbouwkundig land ooit met dijken en dammen de strijd tegen het water aanbond, hebben we ondertussen ook geleerd dat de natuur een duurzame bondgenoot is.

In recente tijd beschouwen we de natuur niet langer onze vijand en zoeken we naar een manier om haar immense creatieve kracht te benutten en zo het evenwicht te herstellen. Zo kunnen mens en natuur in deze vruchtbare delta in harmonie bestaan.

Met 750.000 bioscoopbezoekers heeft De Nieuwe Wildernis bewezen dat een brede publieksfilm over de Nederlandse natuur een enorme aantrekkingskracht heeft. Daarbij is het educatief pakket De Nieuwe Wildernis in de klas met een groot aantal aangesloten scholen een mooi voorbeeld van de kracht van het beeld om kinderen enthousiast te maken voor natuur en natuurbeleving.

Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en het Wereld Natuur Fonds zijn mede-afzender van de film Holland, natuur in de delta. Marc van den Tweel, Sylvo Thijsen en Johan van de Gronden: "Nederland heeft natuur waarvan het belang zich tot ver over onze grenzen uitstrekt. Onze Rijn-Maas-Schelde delta is daar, als toegang tot Europa, een goed voorbeeld van. De Nederlandse delta kan uitgroeien tot een uniek internationaal voorbeeld van natuurherstel. Het is in onze eeuw mogelijk om in een dichtbevolkte, vruchtbare delta mensen èn natuur te laten floreren. Deze film toont op een krachtige manier het unieke landschap waarin we leven en de schitterende natuur die we in Nederland hebben. "

Producent EMS FILMS werkt met deze film aan het tweede deel van een trilogie over de Nederlandse natuur: HOLLAND, natuur in de delta gaat in september 2015 in première. Het derde en afsluitende deel van de trilogie is: Waddenland en zal eind 2017 uitkomen.

maandag 17 november 2014

Solteq Energy levert nieuwe duurzame water technologie voor Colombia

Op een klein palmeiland, Johnny Cay, in het Caribische gebied wordt een nieuw Nederlandse watertechnologie product geplaatst: een windmolen die zowel water als elektriciteit produceert.

Dit Colombiaanse eiland ligt vlak bij een wat groter eiland San Andrés en er komen jaarlijks 350.000 dagtoeristen. Restaurant faciliteiten zijn er, maar zij moeten het doen zonder elektriciteit en stromend water. Water wordt in flessen aangevoerd en het eten, voornamelijk vis, in de restaurants worden met staven ijs zo goed mogelijk vers gehouden.

Het eiland is een natuurreservaat, prachtige koralen en bijzondere leguanen zijn er te bewonderen. Coralina, de Colombiaanse organisatie die voor het eiland verantwoordelijk is, wil graag op volledig duurzame wijze water en elektriciteit opwekken.

Solteq Energy bv, een Nederlandse innovatieve start-up, heeft een nieuw type windmolen ontworpen dat de windenergie direct in hoge druk omzet en hiermee drinkwater produceert via een reverse osmosis ontziltingsinstallatie. Omdat wind variabel is wordt de extra energie bij sterkere wind omgezet in elektriciteit. Daarmee wordt het eiland zelfvoorzienend zonder dat het op een netwerk is aangesloten.

Het nieuwe concept wordt eerst begin volgende jaar geplaatst op een terrein in Leeuwarden dat speciaal bedoeld is voor nieuwe water en energie technologieën.
Een groep Nederlandse bedrijven is gevormd om dit te produceren: Lenntech, specialist in water technologie, Hydroton, specialist in hydraulische oplossingen, Hoekstra-Suwald specialist in renovatie en installatie van windmolens en Solteq Energy specialist in duurzame energie en watertechnologie. De Technische Universiteit van Delft, Civiele Technologie, afd. Watertechnologie, verleend steun aan de groep met opgedane kennis uit een vijfjarig onderzoek naar zon- en wind gevoede waterontzilting installaties.

De groep verwacht binnen twee jaar een export omzet te bereiken die het vijfvoudige van het subsidiebedrag is: Jaarlijks wordt alleen al in het Caribische gebied voor 60.000 m3/dag waterontziltingsinstallaties gebouwd. Dat is 6.000 maal de capaciteit van de nu te bouwen pilot installaties in Leeuwarden en Johnny Cay.

In de hele wereld wordt 60% van het drinkwater geproduceerd door middel van reverse osmosis technologieën daarbij wordt voornamelijk gebruik maakt van elektriciteit die met dure fossiele brandstof is opgewekt.

Het concept van Solteq Energy zorgt voor een volledig duurzame oplossing die ook nog eens ongeveer de helft goedkoper is. En de gecombineerde water- en elektriciteitsproductie is ook toepasbaar in afgelegen gebieden die geen elektriciteitsnet hebben.

vrijdag 14 november 2014

Groot onderhoud aan gemaal Wortman

Het gemaal Wortman zorgt al vanaf 1957 voor een droge polder in natte perioden. In 2014 gaat Waterschap Zuiderzeeland dan ook groot onderhoud uitvoeren aan het gemaal en dan met name aan de buitenzijde.

Zo staan op dit moment de schoorstenen van de dieselmotoren in de steigers om deze te renoveren. De gevels worden gereinigd, gevoegd en voorzien van een beschermlaag tegen vocht en vochtdoorslag. Het betonwerk rondom het gebouw wordt aandachtig gecontroleerd en waar nodig gerepareerd, hierna zal het worden voorzien van een nieuwe coating.

Verder zullen aan de achterzijde van het gebouw een aantal kozijnen worden vernieuwd en worden alle raampartijen voorzien van geïsoleerd glas. Na alle werkzaamheden zal het gemaal worden geschilderd en is het weer voor een lange tijd beschermd tegen de weersinvloeden.

Het gemaal Wortman te Lelystad is in 1956 in bedrijf gesteld en heeft er samen met de gemalen Colijn en Lovink voor gezorgd dat de oostelijke Flevopolder in juni 1957 droog is gelegd.

donderdag 13 november 2014

Hoogwatergeul Varik en rivierverruiming Brakel in structuurvisie

Het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland gaat Provinciale Staten vragen de hoogwatergeul Varik-Heesselt en de rivierverruiming bij Brakel op te nemen in de provinciale structuurvisie WaalWeelde West.

Structuurvisie WaalWeelde West; bron provincie GelderlandDe gemeenten Lingewaal, Maasdriel, Neerijnen en Zaltbommel en de provincie Gelderland werken samen aan de structuurvisie WaalWeelde West (zie Links). Met de structuurvisie worden belangrijke doelen op het gebied van waterveiligheid, natuur, recreatie, wonen en werken in het Waalgebied nagestreefd. De concept ontwerpstructuurvisie is in de eerste maanden van 2014 voorgelegd aan de raden van de vier gemeenten.

De gemeenteraad van Maasdriel heeft ingestemd met het concept. De raad van Lingewaal heeft grotendeels ingestemd met het concept, behalve met een mogelijke uitbreiding van bedrijventerrein Zeiving voor watergebonden bedrijvigheid. De gemeenteraad van Neerijnen heeft ingestemd met de concept structuurvisie met uitzondering van de hoogwatergeul Varik-Heesselt. De gemeenteraad van Zaltbommel tenslotte heeft ook ingestemd, maar met uitzondering van de dijkverlegging bij Brakel en de uitbreiding van het natte bedrijventerrein Poederoijen. En hoewel het in de gemeente Neerijnen ligt, heeft de raad van Zaltbommel zich ook uitgesproken tegen uitbreiding van bedrijventerrein Kerkewaard in Haaften.

Het college van Gedeputeerde Staten vraagt Provinciale Staten in haar vergadering van 17 december uit te spreken dat de rivierkundige maatregelen bij Varik en Heesselt en Brakel voor de hele provincie zo belangrijk zijn, dat die in elk geval in een structuurvisie voor WaalWeelde West moeten worden opgenomen. Een gezamenlijke, provinciale en intergemeentelijke structuurvisie blijft het doel. Mochten één of meer gemeenteraden echter opnieuw niet instemmen, dan stelt het college van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten voor beide maatregelen in elk geval een plek te geven in de provinciale structuurvisie.

Voor de rivierkundige maatregelen bij Brakel wordt naast de dijkteruglegging ook een alternatieve rivierruimende maatregel zonder dijkteruglegging opgenomen. Deze maatregel is tijdens een nader onderzoek naar de dijkteruglegging bij Brakel door omwonenden ingebracht. De maatregel is dusdanig kansrijk beoordeeld dat de alternatieve maatregel een volwaardige plek krijgt in de structuurvisie WaalWeelde West.

woensdag 12 november 2014

Verlaging geborgde zetels waterschapsbesturen

Verlaging geborgde zetels waterschapsbesturenHet aantal zetels dat belangenorganisaties innemen in de besturen van de Brabantse waterschappen wordt verlaagd van 9 naar 7. Provinciale Staten hebben ingestemd met die wijziging in de waterschapsreglementen. In deze reglementen wordt ook vastgelegd hoe deze 7 zetels precies worden verdeeld bij de verschillende waterschappen.

De Waterschapswet bepaalt dat er verschillende soorten leden zijn in het algemeen bestuur van een waterschap. Er zijn ingezetenen en geborgden. Ingezetenen worden bij waterschapsverkiezingen rechtstreeks gekozen. Geborgden worden benoemd door belangenorganisaties en vertegenwoordigen de specifieke belanghebbenden. Dat zijn de eigenaren en gebruikers van ongebouwde onroerende zaken (ongebouwd), van natuurterreinen (natuur) en van gebouwde onroerende zaken (bedrijven). Provinciale Staten kunnen dit systeem niet veranderen, wel kunnen ze het aantal geborgde zetels verlagen tot het wettelijk minimum van zeven.

Op 11 april 2014 stemden Provinciale Staten in meerderheid in met een initiatief van de fractie van de PvdA om het aantal geborgde zetels te verlagen en om in overleg te treden met de waterschappen en een voorstel te doen voor een gewijzigde verdeling van geborgde zetels. Op deze manier komen meer zetels beschikbaar voor vrije verkiezingen. Op 18 maart 2015 vinden verkiezingen plaats voor zowel Provinciale Staten als waterschappen.

Een meerderheid schaarde zich achter de voorgestelde verdeling. Deze is voor Brabantse Delta en Aa en Maas vastgesteld op 3 voor bedrijven, 3 voor ongebouwd en 1 voor natuur. Voor waterschap De Dommel komt de verdeling te liggen op 2 voor bedrijven, 3 voor ongebouwd en 2 voor natuur. Zowel bij de wijziging voor de waterschappen Aa en Maas en Brabantse Delta stemden de fracties van VVD, SP, PVV, PvdA, D66, GroenLinks, 50PLUS, Partij voor de Dieren en OSN voor. De fractie van CDA stemde tegen. Bij de wijziging van waterschap De Dommel stemden de fracties van VVD, SP, PvdA, D66, GroenLinks, 50PLUS, Partij voor de Dieren, OSN voor en de fracties van CDA en PVV tegen. Met name de verdeling bij waterschap De Dommel bleek onderwerp van debat. Een amendement om het voorstel te wijzigingen ten gunste van een zetel voor bedrijven haalde het niet.

dinsdag 11 november 2014

Waterveiligheid en natuurontwikkeling bij Elst

Om de waterveiligheid ook in de toekomst te kunnen garanderen, zijn de uiterwaarden van de Nederrijn bij Elst aangepast. In natte tijden zorgen de aanpassingen voor extra waterafvoer en bij extreem hoog water voor een verlaging van de waterstand van 13 centimeter.

Rijkswaterstaat heeft dit Ruimte voor de Rivierproject in nauwe samenwerking met de provincie, gemeente Rhenen, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Het Utrechts Landschap uitgevoerd. De nieuwe inrichting van het gebied leverde goede kansen op voor natuurontwikkeling, recreatievoorzieningen en cultuurhistorie.

De steenfabriek en de voormalige machinistenschool in Elst zijn verwijderd, de vervuiling in de bodem is opgeruimd en de explosieven die nog in de grond zaten, zijn ook verwijderd. Door de uiterwaarden te verlagen, kan overvloedig rivierwater goed wegstromen.

Nieuw zijn ook de natte oeverzones, een ooibos en een hoogwatervluchtplaats voor grazers. Door deze maatregelen zijn de natuurgebieden Amerongse Bovenpolder en Elster Buitenwaarden met elkaar verbonden. Dieren kunnen zo eenvoudiger van het ene naar het andere natuurgebied. De uiterwaard bij Elst is nu beter toegankelijk voor wandelaars, onder andere door de aanleg van een wandelpad en een passantensteiger. Om de cultuurhistorie te markeren, is de schoorsteen van de steenfabriek nu een ’landmark’ in het gebied. Er komt ook een kleinschalige horecavoorziening.

Dit project sluit aan op het ontwikkelen van nieuwe natuur in de uiterwaarden, één van de doelen van de Agenda Vitaal Platteland van de provincie Utrecht.

maandag 10 november 2014

Provincie en Waterschap ondertekenen bestuursovereenkomst over Flevokust

Gedeputeerde Jan Nico Appelman van de provincie en Heemraad Jan Nieuwenhuis van Waterschap Zuiderzeeland hebben met het ondertekenen van een bestuursovereenkomst een nieuwe stap gezet in de realisatie van Flevokust haven. In deze overeenkomst worden de afspraken voor de samenwerking tussen beide overheden formeel bevestigd.

Partijen zullen zich, ieder vanuit hun eigen werkveld, inspannen om de realisatie van de haven mogelijk te maken en gelijktijdig de dijkveiligheid te vergroten.

Doel van de overeenkomst is het proces van realisatie van de haven voor beide partijen zo soepel mogelijk te laten verlopen door vooraf, waar mogelijk, afspraken te maken. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over het vastleggen van de taken, verantwoordelijkheden van beide partijen en om (financiële) afspraken voor de voorbereiding en realisatie van de haven van Flevokust.

Bij de realisatie van de haven, die tegen de bestaande dijk wordt gerealiseerd, zal het funderingszand onder het haventerrein, na realisatie, deel uitmaken van de primaire waterkering (de dijk). Daarmee worden de haven en de dijk toekomstbestendig en veilig ontworpen, waarbij al geanticipeerd is op strengere toekomstige waterveiligheidsnormen.

De overeenkomst maakt het mogelijk om een goede verbinding te realiseren tussen de buitendijkse haven en het binnendijkse industrieterrein. Daarnaast zijn in de overeenkomst afspraken gemaakt over de realisatie van de haven, het toekomstige eigendom en het beheer en onderhoud van de haven en de primaire waterkering.

De provincie Flevoland acht de realisatie van een buitendijkse overslaghaven met containerterminal aan de noordkant van Lelystad van veel belang voor de economische structuurversterking en de werkgelegenheid in de regio. Voor Waterschap Zuiderzeeland is vooral belangrijk dat de waterveiligheid tijdens de aanleg en daarna gegarandeerd is. De provincie werkt actief aan de realisatie van de haven en zal naar verwachting op 17 december 2014 een besluit nemen over de daarvoor benodigde investering.

Vechtstromen bespaart en beperkt stijging waterschapstarieven

Waterschap Vechtstromen gaat extra besparingen doorvoeren om lastendrukstijgingen te matigen. Ook kiest het waterschap voor een evenwichtige tariefontwikkeling tot en met 2018. Dit valt op te maken uit het eerste begrotingsvoorstel van het dagelijks bestuur van Vechtstromen. “Met deze maatregelen wil Vechtstromen bijdragen aan het behoud van koopkracht van inwoners en het investeringsvermogen van bedrijven in het beheergebied van Vechtstromen,” aldus Wim Stegeman, portefeuillehouder financiën in het dagelijks bestuur.

Met het bestuursakkoord 'Door water verbonden' is afgesproken dat Vechtstromen zich inzet de komende bestuursperiode lastendrukstijgingen te matigen. Dit vraagt extra besparingen die oplopen tot circa 5 miljoen euro per jaar in 2017. Deze besparingen zijn aanvullend op de 11 miljoen euro per jaar die de fusie van de waterschappen Velt en Vecht en Regge en Dinkel tot het nieuwe waterschap Vechtstromen heeft opgeleverd. Het dagelijks bestuur stelt het algemeen bestuur voor te besparen door de investeringen te verlagen en op de bedrijfsvoering.

Volgens Wim Stegeman is de voorgestelde verlaging van de investeringen verantwoord: “We hebben ons watersysteem op orde en voldoen aan normeringen. Daarnaast blijven we volgend jaar investeren in kwaliteit en klimaatbestendigheid. Zo maken we in het Water Collectief Twente werk van droogtebestrijding, brengen we dijken en keringen in Coevorden op hoogte, krijgt het Vechtdal een impuls met projecten in en langs de Vecht en investeren we in de Regge nabij Enter. In 2015 investeren we zo’n 50 miljoen euro. De voorgestelde verlaging vraagt wel dat we ons moeten herbezinnen op tempo en invulling van onze investeringen. Dit doen we nadrukkelijk in overleg met onze partners.”

vrijdag 7 november 2014

Gratis lespakket kraanwater

Weten basisschoolleerlingen dat kraanwater gezond én duurzaam is? Speciaal voor het basisonderwijs in Zeeland, Zuid-Holland Zuid en de Brabantse Wal biedt Evides Waterbedrijf een gratis lespakket over kraanwater aan.

Kraanwater is een product dat vanzelfsprekend lijkt, maar waar een zorgvuldig zuiveringsproces aan vooraf gaat. Evides Waterbedrijf zorgt ervoor dat er dagelijks betrouwbaar drinkwater in Zeeland, de Brabantse Wal en Zuid Holland Zuid uit de kraan komt. We willen kinderen graag vertellen hoe we drinkwater  maken en wat de waarden zijn van dit product.

Kraanwater produceren we en leveren we op milieuvriendelijk wijze. Het water uit de rivier gaat via ondergrondse waterleidingen naar de zuiveringslocatie. Hierdoor is er geen vervoer over de weg en verpakking nodig.

De zuivering vindt op milieuvriendelijke wijze plaats. Bovendien is water een gezond en calorievrij alternatief voor zoete en vette drankjes. Kraanwater is dus duurzaam en gezond!

Speciaal voor het basisonderwijs heeft Evides een lespakket kraanwater samengesteld, dat docenten kosteloos kunnen ontvangen. Het pakket bestaat uit een krant met allerlei interessante en leuke wetenswaardigheden over kraanwater, leerzame spelletjes en creatieve werkbladen. Alle ingrediënten voor een educatieve les over kraanwater. De kinderen leren onder andere over de bronnen en zuivering, hun eigen waterverbruik en over de gezonde eigenschappen van water.

Het aanbod is geschikt voor groep 6,7 en 8 en past goed bij een les aardrijkskunde, biologie of natuurkunde. Het pakket bevat ook een creatieve waterproef, die past binnen de handvaardigheid les. Het pakket is gratis aan te vragen door scholen in het voorzieningsgebeid van Evides.

donderdag 6 november 2014

Waterschappen halen nog meer energie uit afvalwater dankzij innovatieve slibgistingstechnologieën

Waterschap Zuiderzeeland en het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard willen de biogasproductie op hun afvalwaterzuiveringsinstallaties maximaliseren. De komende maanden werken zij aan pilotprojecten waarbij ze twee verschillende slibgistingstechnologieën van Royal HaskoningDHV testen.
 
De nieuwe methodes verminderen de hoeveelheid slib die overblijft uit het afvalwaterzuiveringsproces. De innovatieve slibgistingstechnologieën Themista® en Ephyra®, maken het mogelijk om het slib verder te vergisten, wat weer meer bigogas –Waterschapsenergie- oplevert. Deze energie gebruiken de waterschappen op hun afvalwaterzuiveringsinstallaties.
De systemen van Royal HaskoningDHV onderscheiden zich door hoge efficiency, robuustheid en lage exploitatiekosten.

Beide waterschappen werken in deze pilot samen met Royal HaskoningDHV en Logisticon Water Treatment. Zij krijgen ondersteuning van TU Delft, Endress+Hauser en STOWA.

In de pilotinstallaties onderzoeken de partners beide innovaties op semi technische schaal (circa 20 m3). Deze staan bij de slibvergisters op de afvalwaterzuiveringsinstallaties in Tollebeek en Kralingseveer in Capelle aan den IJssel. Zowel de technische als de financiële haalbaarheid van beide technologieën wordt onderzocht.

Met behulp van de proefinstallaties onderzoeken de waterschappen hoe zij meer energie uit het zuiveringsslib kunnen halen. Zodat het zuiveren van afvalwater efficiënter en goedkoper kan. Wanneer de waterschappen hierin slagen voldoen zij aan het Klimaatakkoord en de Meerjarenafspraken Energie-efficiency 3.

Naast energierendement en kostenvermindering, is ook kennis opdoen één van de doelstellingen van de samenwerkingspartners. Het onderzoek past goed in de energiestrategie van de waterschappen en wordt gefinancierd door alle deelnemende partijen. Daarnaast is voor de pilot een TKI subsidie toegekend en voor de uiteindelijke uitvoering een LIFE+ subsidie.

woensdag 5 november 2014

Bruinvissen hebben last van ‘lawaai’ in zee



Zowel in het Dolfinarium Harderwijk als bij Ecomare op Texel is de afgelopen maanden uitgebreid gehooronderzoek gedaan bij bruinvissen. Het onderzoek geeft antwoord op de vraag hoe sterk de invloed is van scheepvaartgeluid op het gehoor van de ze tandwalvis. Bruinvissen komen veel voor in de Noordzee, een van de drukste vaargebieden ter wereld. Eerste resultaten geven aan dat bruinvissen hinder ondervinden in hun onderlinge communicatie door het toegenomen ‘lawaai’ in zee. De resultaten van het onderzoek worden gebruikt om stillere schepen te ontwikkelen.

Onderzoeksleider Dr. Klaus Lucke legt uit: “Er is altijd geluid op zee van andere dieren, golven en wind. Door menselijk toedoen is er echter steeds meer geluid bij gekomen, zoals dat van windmolenparken en natuurlijk de scheepvaart. Het geluid onderwater is daardoor ook enorm toegenomen.

De uiteindelijke resultaten worden later dit jaar verwacht. Toch zijn de eerste conclusies al glashelder. Lucke:  “Je ziet dat door het huidige geluid in zee de dieren meer moeite moeten doen om goed te horen en ook minder goed met elkaar kunnen communiceren. Dit noemen we  ook wel het ‘masking effect’. Met meer omgevingslawaai moet je beter je best doen om jezelf verstaanbaar te maken.” De uitslag van het onderzoek wordt gebruikt door de Europese Unie in hun gesprek met de scheepvaartsector om ‘stillere’ schepen te ontwikkelen.

Gedurende een aantal maanden zijn er bij de bruinvissen in het Dolfinarium in Harderwijk en bij Ecomare op Texel gehoortesten afgenomen. “Wij mensen kunnen tijdens een gehoortest aangeven of we een geluidje horen of niet”, zegt Lucke. “Dieren kunnen ons dat niet vertellen. We werken daarom met sensoren die hersenactiviteiten registreren, net zoals dat in onderzoeken bij baby’s gebeurt.” Voor de nulmeting kregen de dieren een geluid te horen op ‘normale’ sterkte. Vervolgens werd het geluid steeds zachter afgespeeld om te zien waar de zogenaamde drempelwaarde ligt (het punt waarop dieren nog net iets kunnen horen). Daarna werden de geluiden nogmaals afgespeeld, maar nu met scheepvaartgeluid op de achtergrond. Het verschil tussen de metingen met scheepvaartgeluid en de nulmeting was groot.

Zowel Ecomare als het Dolfinarium lenen zich uitstekend voor dit soort onderzoeken. De gecontroleerde omgeving zorgt ervoor dat zowel het dierwelzijn niet in het gedrang is alsook verschillende settings nagebootst kunnen worden. Dieren worden stapje voor stapje meegenomen in het proces. Omdat soortgelijke onderzoeken in de natuur onmogelijk zijn, vinden deze vaker plaats in het Dolfinarium. Ook bij de andere diersoorten die leven op het park. De onderzoeken dragen bij aan de bescherming van de dieren in hun oorspronkelijke omgeving.

De Bruinvis (Latijnse naam: Phocoena phocoena) is de meest voorkomende tandwalvis in de Noordzee. Naar schatting leven daar zo’n 80.000. In het Dolfinarium leeft op dit moment een groep van zes bruinvissen in de Bruinvisbaai en twee bij Ecomare. Het zijn een van de weinige plekken ter wereld waar deze diersoort is gehuisvest. De dieren zijn eerder gestrand en opgevangen zijn door stichting SOS Dolfijn. Door verschillende oorzaken kunnen deze bruinvissen niet meer worden uitgezet, omdat ze bijvoorbeeld te jong zijn gestrand of hun hele leven lang afhankelijk zijn van medicatie. Twee van de permanent opgevangen dieren van het Dolfinarium zijn gehuisvest bij Ecomare.


dinsdag 4 november 2014

Reitdiep-Midden wordt aantrekkelijker voor weidevogels

In november beginnen de werkzaamheden voor het waterbeheersingsplan in het middendeel van het Reitdiepgebied. De nieuwe inrichting zorgt voor een beter waterbeheer voor weidevogels. Zo kunnen de grutto, kievit en de tureluur er rusten, schuilen en beter voedsel vinden. Het project wordt betaald door de provincie Groningen, Het Groninger Landschap en het waterschap Noorderzijlvest en is in de zomer van 2015 klaar.

De werkzaamheden vinden plaats in het gebied (120 hectare) ten oosten van het Reitdiep, tussen Hekkum en Garnwerd. Er komen nieuwe sloten en bestaande sloten krijgen natuurvriendelijke oevers. Ook komen er lage kades en dammen om het water in het gebied langer vast te houden. Met windwatermolens kan de waterhuishouding op milieuvriendelijke wijze op peil worden gehouden. Na het weidevogelseizoen kan het waterpeil in het gebied kunstmatig worden verlaagd voor beheer en onderhoud.

De inrichting van Reitdiep-Midden sluit aan op het al ingerichte Reitdiep-Zuid. Beide gebieden maken deel uit van het aaneengesloten netwerk van natuurgebieden in ons land: het Natuurnetwerk Nederland (voorheen de Ecologische Hoofdstructuur).

De uitvoering van het waterbeheersingsplan Reitdiep-Midden kost 1,6 miljoen euro. De kosten zijn verdeeld: provincie Groningen (39 procent), het Europese plattelandsontwikkelingsprogramma POP2 (41 procent), Het Groninger Landschap (10 procent) en het waterschap Noorderzijlvest (10 procent).

maandag 3 november 2014

Meer Nederlandse waterexpertise in Egypte

Egypte wil meer samenwerken met de Nederlandse watersector. Vandaag ondertekende minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) een samenwerkingsovereenkomst met haar Egyptische collega, minister Hossam Moghazy (Water en Irrigatie), waarin zij afspreken hun samenwerking uit te bouwen. Egypte heeft ambitieuze plannen waarbij de Nederlandse watersector een rol kan spelen. Zo wil Egypte de Suez Canal Corridor ontwikkelen tot een logistieke en productieve hub met alle diensten van een wereldhaven. En dat biedt kansen voor Nederland. Daarom heeft minister Schultz een Nederlandse handelsdelegatie meegenomen naar het land van de Nijldelta.

“Ik ben onder de indruk van de uitdagingen waar Egypte voor staat. Ruim 80 miljoen mensen dagelijks van schoon drinkwater voorzien is een enorme klus, net als het managen van een kustlijn van ruim 1000 kilometer”, zei minister Schultz vandaag tijdens de ondertekening van een Memorandum of Understanding (MoU) met minister Moghazy. Nederland en Egypte willen hun 38-jarige samenwerking op watergebied versterken om dergelijke uitdagingen aan te gaan. Nederland wil zijn waterexpertise hiervoor graag inzetten.

Nederlandse kennis wordt nu al in ingezet in Egypte. Zo is het Nederlandse bedrijfsleven nauw betrokken bij de aanleg van het tweede Suezkanaal. Naast binnengehaalde baggercontracten liggen langs deze waterweg ook kansen op het gebied van havenontwikkeling, waterbeheer, transport, energievoorziening en logistiek. Daarom is er een Nederlandse handelsdelegatie naar Egypte afgereisd, die samen met minister Schultz verschillende locaties bezoekt. Zo zit de minister morgen in Ismaïlia samen met een groep Nederlandse CEO’s rond de tafel met admiraal Mameesh, voorzitter van de Suez Canal Authority.

Strengere veiligheidsnormen tegen wateroverlast in Groningen

De provincie Groningen verhoogt de veiligheidsnormen tegen wateroverlast. Kaden moeten straks een waterstand aankunnen die gemiddeld óf eens in de 300 óf eens in de 1000 jaar optreedt. Welke norm geldt hangt af van de schade die er bij een dijkdoorbraak in het achterliggende gebied ontstaat. De waterschappen en de provincies hebben na onderzoek vastgesteld welke maatregelen nodig zijn om deze veiligheidsnormen te halen.

In het waterschap Noorderzijlvest worden de komende jaren in het Westerkwartier drie waterbergingsgebieden ingericht. Daarnaast gaan de waterschappen Hunze en Aa's en Noorderzijlvest verder met het ophogen en verstevigen van enkele honderden kilometers kade in hun waterschap. Deze maatregelen zijn nodig om ervoor te zorgen dat we in Groningen en Noord-Drenthe ook de komende jaren droge voeten houden. De werkzaamheden voor de waterberging starten in 2015 en zijn naar verwachting rond 2020 klaar. Dan moeten ook de boezemkaden op hoogte zijn.
 Onderzoek heeft uitgewezen dat er tot 2050 geen gemaal in Lauwersoog nodig is voor de afwatering van Groningen en Drenthe.

Hunze en Aa's beschikt op dit moment over voldoende waterbergingsgebieden. In Noorderzijlvest zijn drie bergingsgebieden nodig in het Westerkwartier. Het gaat hier om Dwarsdiep, De Dijken (Bakkerom) en Driepolders. De omwonenden en grondeigenaren zijn hierover via informatiebijeenkomsten en keukentafelgesprekken geïnformeerd. De drie waterbergingsgebieden liggen in het gebied dat is aangewezen voor de aanleg van het Natuurnetwerk Nederland(voorheen Ecologische Hoofdstructuur), een netwerk van belangrijke natuurgebieden in ons land. Door de werkzaamheden te combineren, werken we aan twee belangrijke maatschappelijke doelstellingen in een keer.

In december bespreken Provinciale Staten de nieuwe normen. Bekijk voor een voorbeeld het kaartje van de normen van de Eemskanaal- en Dollardboezem in Hunze en Aa's (PDF PDF-bestand, 1 MB).