vrijdag 31 oktober 2014

Tauw bouwt samen met sleutelfiguren uit de watersector aan ‘Watersysteem van de Toekomst’

De dinerbijeenkomst van Tauw op 14 oktober in het EYE Film Instituut in Amsterdam, waarbij zo’n 25 sleutelfiguren uit de Nederlandse watersector aanwezig waren om verder te bouwen aan het Watersysteem van de Toekomst, was een groot succes. 

Dit voorjaar hebben opinieleiders en beslissers in de waterwereld hun inspirerende ideeën over het Watersysteem van de Toekomst gedeeld in de Tauw-documentaire Samenwerken met water - Dossier van de toekomst. De première ervan was onderdeel van de dinerbijeenkomst, die plaatsvond in het EYE Film Instituut in Amsterdam. Naast de première van de documentaire hebben we verder gebouwd aan de meningsvorming over het Watersysteem van de Toekomst, gericht op een toekomstig, robuust, duurzaam en betaalbaar watersysteem. De bijeenkomst is uitgemond vijf concrete acties, die we samen oppakken en uitvoeren.

Bij de bijeenkomst waren o.a. de Deltacommissaris, de voorzitter van de Adviescommissie Water, de directeuren van STOWA en Deltares, dijkgraven en jeugdwaterschapsbestuurders aanwezig.

Omdat de risico’s van onze watersystemen groter worden, het onderhoud bijna onbetaalbaar en de opgaven zich opstapelen, vinden wij dat het tijd is om samen met onze opdrachtgevers en alle belanghebbenden het Watersysteem van de Toekomst te ontwikkelen. Dat is een watersysteem dat structureel lagere beheerskosten kent, optimaal betrouwbaar is, duurzaam en vooral veilig voor alle inwoners.

donderdag 30 oktober 2014

El Niño van grote invloed op mondiaal overstromingsrisico

Het natuurverschijnsel El Niño-Southern Oscillation (ENSO) heeft een sterke invloed op de economische en maatschappelijke impact van rivieroverstromingen in grote delen van de wereld. Dat blijkt uit onderzoek van Philip Ward van het Instituut voor Milieuvraagstukken aan de Vrije Universiteit Amsterdam en collega’s in Nederland, de Verenigde Staten en Finland dat gisteren is gepubliceerd in PNAS. ENSO is een natuurlijk klimaatverschijnsel waarbij grote veranderingen optreden in de temperatuur van het water in de tropische Grote Oceaan.  El Niño en La Niña, de twee extremen van ENSO, kunnen zorgen voor extreme weersomstandigheden zoals orkanen, overstromingen en extreme droogte.

Het onderzoek is de eerste studie die de invloed van ENSO op het mondiaal overstromingsrisico in kaart brengt. De onderzoekers gebruikten een socio-economisch model om vast te stellen wat de invloed van ENSO is op de gevolgen van overstromingen, zoals economische schade in stedelijke gebieden, op het aantal mensen dat wordt getroffen en op het bruto binnenlands product in landen. Philip Ward: “Uit ons onderzoek blijkt dat de economische schade door overstromingen tijdens El Niño- en La Niña-jaren voor bijna de helft van de onderzochte rivierbekkens afwijkt van de normale situatie. In sommige gebieden verwachten we daarom meer schade tijdens een El Niño, en in andere gebieden veel minder. Uit het onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat gedurende El Niño-jaren de verwachte economische schade door overstromingen in Peru en Ecuador ongeveer 50% hoger is dan normaal.

ENSO is momenteel de primaire bron voor het voorspellen van het klimaat en de natuurrampen die daarmee samenhangen. “Met de resultaten van dit onderzoek kunnen grote stappen worden gezet in het verbeteren van risicomanagement bij natuurrampen,” zegt Ward. “Zo kan deze nieuwe informatie, in een jaar waarin een mogelijke El Niño zich ontwikkelt in de Grote Oceaan, van grote waarde zijn voor humanitaire organisaties, (her)verzekeringsmaatschappijen en instituten voor waterveiligheid om zich te kunnen voorbereiden op het gevaar en de impact van mogelijke overstromingen. Humanitaire organisaties kunnen bijvoorbeeld besluiten om voedsel- en medicijnvoorraden tijdelijk te verplaatsen.

dinsdag 28 oktober 2014

IMARES helpt waddengebied in Korea

Onlangs is een samenwerking gepresenteerd op de 12e 'Conference of the Parties to the Convention of Biodiversity (CBD)' in Zuid-Korea. Namens de Waddenacademie en IMARES Wageningen UR nam onderzoeker Martin Baptist hieraan deel. De komende periode gaat er gewerkt worden aan het ontwikkelen van een gezamenlijk wetenschappelijk onderzoeksprogramma. Daarnaast wordt er samen met Koreaanse partners een Science-Policy matrix voor de Getbol opgesteld.

Aan de westkust van Korea ligt een waddengebied, genaamd de Getbol. Het heeft opmerkelijke overeenkomsten met onze wadden. Het bestaat uit uitgebreide slikkige getijdengebieden die, net als onze wadden, zijn gevormd uit marien sediment gedurende het Holoceen. In de Getbol is een grote diversiteit aan bodemdieren te vinden. En net als onze wadden is de Getbol van groot internationaal belang als tussenstop voor trekvogels. Maar er zijn ook grote verschillen. De Getbol heeft geen Waddeneilanden, maar meer dan duizend rotseilandjes. Het getijverschil is met 7 meter veel groter dan in onze wadden, en de vogels die hier komen opvetten maken deel uit van de “East-Asian Australasian Flyway”.

Sinds 2009 bestaat er een samenwerkingsovereenkomst tussen de trilaterale Waddenzeestaten en Korea. In de afgelopen vijf jaar is er veel bereikt, vooral op het gebied van educatie en voorlichting. Voor de komende jaren is de doelstelling om meer aan wetenschap, management en monitoring te doen. De Waddenacademie is vanwege haar kennis op deze gebieden gevraagd om hierbij te helpen. Op 8 oktober is de samenwerking gepresenteerd op 12e Conference of the Parties to the Convention of Biodiversity (CBD) in Zuid-Korea. Namens de Waddenacademie en IMARES Wageningen UR, en gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken, nam onderzoeker Martin Baptist hieraan deel. De komende periode gaat er gewerkt worden aan het ontwikkelen van een gezamenlijk wetenschappelijk onderzoeksprogramma. Daarnaast zal de Waddenacademie samen met het Common Wadden Sea Secretariat (CWSS) en Koreaanse partners een Science-Policy matrix voor de Getbol opstellen.

En is meer te doen. Diverse deelgebieden van de Getbol staan op de voorlopige lijst voor nominatie tot een Werelderfgoed. Ook hierbij is de hulp van Waddenzee-experts gevraagd. Er ontbreekt bijvoorbeeld nog wetenschappelijke kennis over het gebied om het te nomineren, maar haast is geboden want de druk op het gebied is enorm. Bescherming is essentieel want hier komt bijvoorbeeld de Kleine lepelaar voor (1.600 individuen wereldwijd) en de zeer bijzondere Lepelbekstrandloper (slechts 400 exemplaren wereldwijd). Op 10 oktober is er een overleg geweest met het World Heritage Promotion Team of Korean Tidal Flats. Benodigde stappen voor de nominatie zijn besproken en er is een bijeenkomst van Waddenzee/werelderfgoed-experts gepland om de nominatie inhoudelijk te bespreken.

maandag 27 oktober 2014

Convenant Waste2Value voor betere afvalverwerking in India ondertekend

Een consortium van Nederlandse bedrijven gespecialiseerd in waste management ondertekende eind september met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland het convenant Waste2Value. Doel van de samenwerking is om de komende twee jaar samen op te trekken op het gebied van exportpromotie van kennis over afvalverwerking naar India. Witteveen+Bos, Grontmij, Merit Advisory, NexusNovus, db technologies, GID Milieutechniek, Hofstetter, Kusters Recycling Solutions en DMT Milieutechnologie zijn de private samenwerkingspartners. Ook Rijkswaterstaat heeft zich verbonden aan dit programma.

In India is door een gebrek aan kennis over afvalverwerking grote behoefte aan expertise op het gebied van waste management. Door het tekenen van het convenant willen de Nederlandse partijen hun positie op de Indiase markt versterken. Een delegatie van het consortium presenteerde zich vorige week in India aan diverse overheidsinstanties om het begin van de samenwerking te illustreren. Het programma Waste2Value is een zogenaamd Partners for International Business (PIB) convenant en kent drie onderdelen: een eerste deel gericht op samenwerking tussen overheden, een tweede deel gericht op de overdracht van kennis en een derde deel gericht op de promotie van Nederlandse bedrijven in India.

Na ondertekening zetten de bedrijven binnen dit initiatief hun kennis, ervaring en technologie op het gebied van waste management in. Witteveen+Bos zal bijvoorbeeld in samenwerking met de Indiase overheid studies verrichten en adviseren bij het opzetten van programma’s op het gebied van integrated solid waste management, gericht op het gestructureerd inzamelen en verwerken van afval en optimaal hergebruik van materialen en benutting voor bio-energie. Hierbij wordt samengewerkt met lokale brancheorganisaties voor afvalverwerking.

vrijdag 24 oktober 2014

Oproep aan EU: Verminder palingsterfte door kust- en waterbarrières

In een deze week verschenen rapport adviseert de Europese Visserijcommissie de raad en het parlement van de Europese Unie om meer milieu- en omgevingsmaatregelen te nemen om het herstel van de palingstand in Europa verder te bevorderen.

Het rapport geeft aan dat verschillende Europese lidstaten niet voortvarend genoeg zijn geweest bij de invoering van maatregelen, zoals zij die hebben afgesproken in hun respectievelijke nationale aalbeheerplannen. Op het gebied van visserijbeperking is dat volgens het rapport inmiddels wel gebeurd en de effecten daarvan moeten verder worden gemonitord. Het rapport vervolgt ermee dat er meer aandacht geschonken moet worden aan - niet visserij gerelateerde - oorzaken die sterfte bij palingen veroorzaken. Daarbij wordt verwezen naar waterkrachtcentrales en gemalen, afname en degradatie (vermindering van de biologische draagkracht) van leefgebieden, vervuiling en verspreiding van ziekten en parasieten. In het rapport staat dat er, in de meeste lidstaten, aan deze oorzaken te beperkt aandacht is besteed.

Het rapport gaat verder in op de moeizame vaststelling van de omvang van de totale aalpopulatie. In de conclusie wordt aangegeven dat er een dringende behoefte is aan robuuste berekeningen en betere indicatoren voor het meten van de hoeveelheid palingen.

Andrew Kerr, voorzitter van de Sustainable Eel Group in Londen zei "Van de enorme stijging van de glasaalaankomsten in Europa in de afgelopen drie jaar, heeft de natuur onvoldoende kunnen profiteren omdat de meerderheid van de intrekmogelijkheden voor de jonge palingen totaal geblokkeerd is. Om het herstel van de palingstand te bevorderen, zijn in Europa in 2014 zo'n 90 miljoen jonge palingen langs de migratie-barrières geholpen. Dat is natuurlijk prima zolang als dit nog nodig is, maar uiteindelijk willen we dat palingen zelf deze barrières kunnen passeren."

Alex Koelewijn, voorzitter van DUPAN zegt: "Dat Europa de levenscyclus van paling wil herstellen door de barrières tussen zoet en zout water op te lossen, is lovenswaardig. Daarnaast willen we dat er snel een doordacht systeem wordt ingevoerd voor duurzaam beheerde visserij. Van het inschatten van de omvang van het bestand moeten we snel af. DUPAN is dan ook blij dat er in het rapport om meer betrouwbare gegevens wordt gevraagd over de hoeveelheid paling die Europa rijk is."

donderdag 23 oktober 2014

Gerenoveerde historische Goejanverwellesluis valt in de prijzen

De Goejanverwellesluis in Hekendorp is onderscheiden als historische sluis die op authentieke wijze is gerestaureerd. In de jaarlijkse wedstrijd van de Stichting Historische Sluizen en Stuwen Nederland eindigde de sluis op de derde plaats. Tauw is sinds 2010 betrokken bij het herstel van de sluis.

De Goejanverwellesluis speelt een voorname rol in de vaderlandse geschiedenis. Op 28 juni 1787 werd Wilhelmina van Pruisen door de patriotten aangehouden nabij de Goejanverwellesluis. Dit gebeurde op het hoogtepunt van de strijd tussen de patriotten en de prinsgezinden en leidde uiteindelijk tot de val van de partriotten.

De huidige vorm van de sluis is in circa 1870 gebouwd (de eerste constructie rond 1365) en heeft een rijksmonumentale status. In 2013 is de sluis helemaal gerestaureerd, geëlektrificeerd en gemechaniseerd, waarbij veel aandacht is besteed aan het behoud van de authenticiteit. Waar nodig is het metselwerk hersteld. Hierbij is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van authentieke materialen en mortelsamenstellingen. Ook is het houten hekwerk langs de sluis teruggebracht, conform het bestek uit 1904.

Na de renovatie van de brug over de sluis, zal ook het hekwerk op de sluisbrug worden vervangen door een hek zoals in de periode 1905-1910. De monumentale sluis is weer volop in gebruik voor de scheepvaart. De sluis zorgt voor de vaarverbinding tussen de Gekanaliseerde Hollandsche IJssel en de Dubbele Wiericke.

De aandacht voor deze cultuurhistorische elementen was voor de Stichting Historische Sluizen en Stuwen Nederland aanleiding om de sluis te onderscheiden met een derde plaats in hun jaarlijkse wedstrijd van gerestaureerde historische sluizen en stuwen.

In 2010 heeft Tauw samen met Baars-Cipro in opdracht van Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden (HDSR) de visuele inspectie van de sluis en de brug uitgevoerd, zowel boven als onder de waterlijn. Daarnaast heeft Tauw zorggedragen voor het opstellen van het herstelplan, het voorontwerp, definitief ontwerp en het civieltechnische, bouwkundige, werktuigbouwkundige en elektrotechnische bestek. Ook heeft Tauw het omgevingsmanagement en de directievoering tijdens de uitvoeringsfase verzorgd.

woensdag 22 oktober 2014

Meer natuurlijke mosselbanken in Waddenzee

De mosselsector, natuurorganisaties en het ministerie van Economische Zaken hebben nieuwe afspraken gemaakt over de overgang naar een duurzamer mosselvisserij. Eén van de afspraken die in het nieuwe akkoord is gemaakt is het onder voorwaarden in 2018 sluiten van opnieuw 10 procent van het areaal aan mosselzaadbanken voor de mosselzaadvisserij. Voorwaarde daarbij is onder meer de beschikbaarheid van voldoende goede kweekpercelen. Dat schrijft staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken woensdag 15 oktober 2014 in een brief aan de Tweede Kamer.

Staatssecretaris Dijksma: 'We willen met deze nieuwe afspraken bereiken dat de mosselbanken op de bodem van de Waddenzee de kans krijgen zich ongestoord te ontwikkelen, terwijl de mosselsector toch kan blijven produceren. Dat is winst voor de sector en winst voor de Waddennatuur.”

De uitgangspunten van het in 2008 gesloten Convenant transitie mosselsector en natuurherstel Waddenzee blijven onverminderd van kracht. Op basis van het in 2008 gesloten Convenant  wordt de visserij op natuurlijke mosselzaadbanken stapsgewijs verminderd en vervangen door alternatieve manieren van zaadwinning. Mosselkweek blijft mogelijk terwijl de druk op de natuur in de Waddenzee afneemt. Een alternatief voor de visserij op natuurlijke zaadbanken is het gebruik van mosselzaadinvanginstallaties (MZI’s). Verder blijft het Rijk zich samen met provincies en natuurorganisaties inzetten voor natuurherstel in de Waddenzee. De nieuwe afspraken, die tot stand kwamen onder voorzitterschap van Hans Alders gelden voor de periode tot 2019.

De transitie is tot nu toe een succes.  De MZI’s zijn een goede alternatieve bron van mosselzaad. Door de toename van mosselzaad uit MZI’s konden twee gebieden van in totaal 468 hectare (40 procent van de in het voorjaar aanwezige mosselzaadbanken) al worden gesloten voor de mosselzaadvisserij. Bij Breezanddijk is inmiddels een meerjarige mosselbank ontstaan. Naast  de overgang naar een duurzamere mosselkweek zal ook in de periode tot 2019 het Programma naar een Rijke Waddenzee worden gecontinueerd. Doel is het versnellen van natuurherstel in de Waddenzee. Projecten waaraan het programmabureau aan heeft gewerkt zijn onder andere: het Meerjarenakkoord voor de handkokkelsector,  de uitvoering van nieuwe dijkconcepten op Texel, de ontwikkeling van de plannen voor de Vismigratierivier, en de plannen voor natuurherstel in het Eems-Dollard gebied.

dinsdag 21 oktober 2014

Nieuw boek: Sloten - Ecologisch functioneren en beheer

Het nieuwe boek ‘Sloten - Ecologisch functioneren en beheer’ is een handboek over het functioneren van sloten in landelijk gebied. Het presenteert de resultaten uit actueel ecologisch onderzoek en geeft nodige achtergrondinformatie. Aan bod komen fysische en biologische processen in sloten, degradatie en herstelmaatregelen, monitoring, beoordeling en de toekomst. Het boek is een complete informatiebron voor ecologen, water-beheerders en studenten. Het is geschreven door onderzoekers van Alterra en Wageningen University: Edwin Peeters, Annelies Veraart, Ralf Verdonschot, Jeroen van Zuidam, Jeroen de Klein en Piet Verdonschot.
 
Nederland is rijk aan sloten. Samen zijn ze maar liefst 300.000 kilometer lang. De sloten zijn onmisbaar voor de aan- en afvoer van water en vormen een geliefd onderdeel van ons karakteristieke polderlandschap. Allerlei natuurlijke processen spelen zich af in deze door de mens aangelegde wateren en ze herbergen ook nog eens tal van interessante planten en dieren. Toch zijn sloten altijd onderbelicht geweest in onderzoek en beleid. Je leest zelden iets over sloten en de meeste mensen weten er weinig van.

Dit boek brengt daar verandering in. Het vertelt het verrassende verhaal van sloten en hun geschiedenis, hun rol in het Nederlandse landschap en de fysische, chemische en biologische processen die erin plaatsvinden. Ook beschrijft het de interactie tussen sloten en mensen: beleving en recreatie, degradatie en herstelmaatregelen, monitoring en beoordeling, en de toekomst van de Nederlandse sloten.

Het boek is een voortvloeisel uit het PLONS-project, uitgevoerd door Wageningen University en Alterra. Hierin deden drie promovendi onderzoek naar de processen en factoren die van belang zijn voor gezonde slootecosystemen. Een boek over sloten met veel en toegankelijke informatie over het functioneren en het beheer, ontbrak echter nog. STOWA heeft samen met de KNNV Uitgeverij deze leemte nu opgevuld.

‘Sloten - Ecologisch functioneren en beheer. 160 pag., 17 x 24 cm, full colour, genaaid gebonden. ISBN: 9789050115094. Prijs: € 29,95. Verkrijgbaar in de boekhandel en via www.knnvuitgeverij.nl.

maandag 20 oktober 2014

Terugbrengen van getij herstelt waterkwaliteit Grevelingen en Volkerak-Zoommeer

Op de Grevelingen komt er weer eb en vloed. Het Volkerak-Zoommeer wordt weer zout en krijgt ook weer eb en vloed. Hierdoor herstelt de waterkwaliteit van beide, momenteel stilstaande en afgesloten, wateren. De ministerraad heeft hiermee ingestemd op voorstel van minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu. De verbeterde waterkwaliteit is goed voor de natuur, recreatie en toerisme, landbouw, schelpdierteelt en de kwaliteit van de leefomgeving. Voorafgaand aan het zout maken van het Volkerak-Zoommeer, worden maatregelen getroffen om de zoetwatervoorziening van gebieden rondom het meer veilig te stellen.

In de ontwerp-Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer kiest het kabinet voor een bijzondere manier van bekostiging van de maatregelen. Rijk en regio nodigen marktpartijen en gebruikers van het gebied uit om samen met hen de kosten te dekken voor het gebied. Terugbrengen van zout en getij is een duurzame oplossing, met positieve effecten voor waterkwaliteit en natuur. Ook ontstaan er nieuwe mogelijkheden voor schelpdierteelt, recreatie, landbouw en de stedelijke ontwikkeling van Bergen op Zoom. De regio wil dan ook een actieve rol spelen in de bekostiging en uitvoering van de plannen van het kabinet. De totale kosten van die uitvoering worden geraamd op ongeveer 350 miljoen euro, te financieren door Rijk, regio, marktpartijen en gebruikers. Voor ongeveer 100 miljoen euro zijn al afspraken gemaakt of in voorbereiding.

Sinds de afsluiting van de Grevelingen en het Volkerak-Zoommeer, is de waterkwaliteit in beide watergebieden achteruit gegaan. Het zoute water van de Grevelingen is in de diepere delen inmiddels regelmatig vrijwel zuurstofloos, met als gevolg schade aan bodemleven, kreeften en vissen en verlies van aantrekkingskracht voor duikers. Het zoete Volkerak-Zoommeer kampt met vertroebeling, te hoge concentraties voedingsstoffen en regelmatig terugkerende overlast van blauwalgen. Die overlast is de laatste jaren afgenomen met de komst van een exotische mosselsoort (quaggamossel), alleen is dit waarschijnlijk niet een blijvende en betrouwbare oplossing voor de slechte waterkwaliteit.

De ontwerp-Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer, het bijbehorende milieueffectrapport (MER) en de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) zijn van 21 oktober tot en met 1 december 2014 te raadplegen bij overheden in de regio en via www.zwdelta.nl/rgv en www.platformparticipatie.nl.  Tot en met 1 december 2014 is er gelegenheid een zienswijze in te dienen. Het kabinet betrekt deze zienswijzen bij het definitief vaststellen van de rijksstructuurvisie.

vrijdag 17 oktober 2014

Waarom de kust ons gezonder, creatiever en gelukkiger maakt

Hoe komt het dat kustbewoners gezonder zijn dan mensen die in het binnenland wonen? Heeft de visserij in Europese kustregio’s toekomst? Kan door klimaatverandering een Rivièra aan de Noordzee ontstaan? Waarom zijn de Zeeuwse stranden zo geliefd bij kunstenaars? Prof. dr. Gert-Jan Hospers van de UT zoekt naar antwoorden in zijn nieuwe boek ‘Zee+land: de kracht van kustregio’s’.

Aan de hand van voorbeelden uit heel Europa verkent Hospers de Z-factor: de invloed van de zee op bewoners en bezoekers van de kust. Naast wonen, werken en vrije tijd komen de thema’s voeding, gezondheid, creativiteit en zingeving uitgebreid aan bod. Overal in Europa, van Wales tot Kroatië, beschouwen mensen de zee vanouds als schatkamer. Maar voor de kust liggen nog meer schatten verborgen, zoals duurzame energiebronnen en medicijnen uit zeeorganismen. Willen we daarvan profiteren, dan moeten we investeren in onze kustregio’s en de zee die ze omspoelt. Meer dan ooit geldt: koester de kust!  

donderdag 16 oktober 2014

Ruimte voor de Rivier IJsseldelta, Zwolle-Kampen

Ingenieurs- en adviesbureau Witteveen+Bos heeft opdracht gekregen om ontwerpwerkzaamheden te verrichten voor het project Ruimte voor de Rivier IJsseldelta in de regio Zwolle-Kampen. Het project is een van de 34 projecten van het landelijke programma Ruimte voor de Rivier van Rijkswaterstaat, waarmee het rivierengebied in Nederland veiliger en mooier wordt gemaakt. Met de start van dit project zijn alle grote Ruimte voor de Rivierprojecten in uitvoering.

Witteveen+Bos kreeg de opdracht van de combinatie Isala Delta, een samenwerkingsverband tussen Boskalis en Van Hattum en Blankevoort. Tot na de zomer van 2015 is Witteveen+Bos betrokken bij de uitwerking van het dijkontwerp, het leveren van specialistische kennis voor rivierkundige berekeningen, steenbestortingen, geotechniek en landschappelijke uitwerking van de plannen. De werkzaamheden worden uitgevoerd op het projectkantoor van de combinatie Isala Delta in Kampen.

Ruimte voor de Rivier IJsseldelta is niet het eerste Ruimte voor de Rivierproject waar Witteveen+Bos aan werkt. Onder andere in thuisbasis Deventer werkt het ingenieursbureau aan Ruimte voor de Rivier Deventer. De ervaringen van de verschillende projecten komen goed van pas bij de werkzaamheden voor Ruimte voor de Rivier IJsseldelta. Om de waterveiligheid voor bewoners van die regio ook in de toekomst te waarborgen, hebben Rijkswaterstaat en de Provincie Overijssel de combinatie Isala Delta een tweeledige opdracht gegeven. Ten eerste het verlagen van het zomerbed van de Beneden-IJssel, wat inhoudt dat de rivier over een lengte van ongeveer zeven kilometer wordt verdiept. Ten tweede wordt een bypass tussen de IJssel en het Drontermeer aangelegd, ten zuiden van Kampen. Deze bypass wordt tussen twee nieuw te realiseren dijken aangelegd. Daarnaast worden diverse infrastructurele kunstwerken gerealiseerd.

woensdag 15 oktober 2014

Fusie noordelijke waterlaboratoria afgerond

De fusie tussen de laboratoria van Hunze en Aa’s en WLN is een feit. Er is nu één groot laboratorium in de waterketen dat Noordoost Nederland bedient: het WaterKwaliteitsCentrum (WKC). Binnen dit nieuwe noordelijke onderzoekscentrum wordt specialistische kennis en expertise gebundeld en kunnen technologische ontwikkelingen makkelijker worden opgepakt. Daarnaast levert de fusie voor alle partijen een groot financieel voordeel op. Het WKC gaat per 1 januari 2015 van start.
‘Ontwikkelingen in de labwereld volgen elkaar steeds sneller op. Zo heeft automatisering een behoorlijke vlucht genomen en zijn werkzaamheden meer gerobotiseerd. Voor relatief kleine laboratoria zijn die ontwikkelingen niet bij te houden. Daar heb je schaalvergroting voor nodig. Vanuit die noodzaak is het initiatief tot een fusie ontstaan’, licht Hilde Prummel, directeur WLN, toe. ‘Samen is het nu eenmaal makkelijker om innovaties op te pakken en technologische ontwikkelingen bij te blijven’.
Het samengaan van de twee laboratoria  levert een jaarlijkse besparing op van 900.000 euro. Dat is een groot financieel voordeel. Bovendien ontstaat zo één groot onderzoekscentrum dat de samenwerking in de noordelijke waterketen verder vorm kan geven. De specialistische regionale kennis blijft voor het Noorden behouden en met de bundeling van kennis en capaciteit worden eventuele kwetsbaarheden opgeheven.

WLN is het gezamenlijke laboratorium van Waterbedrijf Groningen en Waterleidingmaatschappij Drenthe. Het laboratorium van Hunze en Aa’s werkt ook voor waterschap Noorderzijlvest. Het WaterKwaliteitsCentrum wordt gehuisvest in Glimmen, de huidige locatie van WLN.

dinsdag 14 oktober 2014

Nieuwe Hollandse Waterlinie op weg naar Werelderfgoedstatus

Het Rijk draagt het nationaal project Nieuwe Hollandse Waterlinie over aan de provincies Noord-Holland, Utrecht, Gelderland en Noord-Brabant.

Sinds 1999 zijn heel veel forten, sluizen en groepsschuilplaatsen in de oude verdedigingslinie met overheidsgeld gerestaureerd en toegankelijk voor een groot publiek. Vanaf nu komt het accent op gebruik van de linie en het verzilveren van de nominatie van UNESCO Werelderfgoed. Met de ondertekening van de Bestuursovereenkomst ‘Pact van Altena’ op 2 oktober, bekrachtigden de provincies hun ambities en samenwerking aan de linie.

Duizenden mensen werkten de afgelopen jaren mee aan het herstel en hergebruik van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, die ontwikkeld werd tussen 1815 en 1940. Ondernemers, bewonersgroepen en maatschappelijke organisaties knapten forten op, gaven ze een nieuwe bestemming en maakten ze  toegankelijk. Toeristen en recreanten kunnen inmiddels fietsend en wandelend de forten ontdekken en terecht bij de vele pleisterplaatsen. Er is zo veel gerealiseerd dat het accent de komende jaren verschuift naar het gebruik en beheer van alles wat ontwikkeld is. Het Rijk draagt het stokje over aan de provincies. Zij bepalen samen de koers van het nationale project tot 2020. 

De Nieuwe Hollandse Waterlinie is niet alleen het grootste rijksmonument van Nederland, het is ook genomineerd als Werelderfgoed. De provincies overhandigden op 2 oktober een brief aan directeur van ’t Veen van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gebruikt het document om de kandidaten te prioriteren. Als alles goed gaat, kent UNESCO de status Werelderfgoed rond 2018 officieel aan de Nieuwe Hollandse Waterlinie toe als uitbreiding van het Werelderfgoed Stelling van Amsterdam. De Stelling staat al op de lijst. Opname op de prestigieuze UNESCO lijst betekent wereldwijd publieke bekendheid en belangstelling: een stevige basis voor een duurzaam behoud van het erfgoed voor toekomstige generaties.

Ook de provincies blijven de komende jaren actief in de Nieuwe Hollandse Waterlinie, want die is nog niet ‘af’. Er zijn een paar projecten nog in uitvoering, er ontbreken nog een aantal schakels in de routenetwerken en voor sommige forten is nog geen nieuwe bestemming gevonden. Daar werken de provincies aan verder. Ook blijven zij meewerken aan veelbelovende initiatieven en het behoud van wat is gerealiseerd: zowel de cultuurhistorische kwaliteit van het landschap en de monumenten als de opgebouwde kennis.

maandag 13 oktober 2014

Nederland en Wereldbank pakken waterproblemen aan

De Wereldbank wil dat Nederland een prominente rol gaat spelen bij de aanpak van de wereldwijde waterproblematiek. Dit vanwege de grote kennis en kunde van ons land op dat gebied. Minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) en Wereldbankpresident Jim Kim hebben hierover vanochtend in Washington DC een convenant (MoU) ondertekend. Minister Ploumen: 'Water is een speerpunt van het Nederlandse beleid. Dit initiatief is een bevestiging dat Nederland de groeiende wereldwijde uitdagingen succesvol kan aanpakken. En een mooie kans om -samen met onze bedrijven en kennisinstituten- onze voortrekkersrol in de wereld uit te bouwen.'

De Wereldbank heeft in het afgelopen decennium 130 miljoen mensen betere toegang gegeven tot schoon drinkwater en/of schone toiletten. De komende vijf jaar moeten daar nog 200 miljoen mensen bij komen. Daarnaast financiert de bank bijvoorbeeld investeringen in bescherming tegen overstromingen en zuivering van afvalwater. Deze projecten moeten -rekening houdend met het milieu- gericht zijn op economische ontwikkeling die met name de allerarmsten ten goede komt. 

Door de prominente positie van Nederland in de recent opgerichte Water Global Practice van de Bank krijgt Nederland invloed op de kredietverlening op watergebied. Op dit moment staat al ongeveer 21 miljard dollar aan leningen uit. Het plan is om in de periode 2015-2019 jaarlijks nog eens vier tot vijf miljard aan nieuwe en betere leningen af te sluiten. Nederland zal zelf 50 miljoen dollar bijdragen aan het fonds voor de 'waterbank'.

Tauw bouwt visvriendelijk gemaal in Groningen

Na de succesvolle toepassing van het visvriendelijke gemaal Fishtrack in gemaal Offerhaus bij Earnewâld in Friesland heeft ingenieursadviesbureau Tauw het concept verder verfijnd. Dit jaar zal Tauw Fishtrack 2.0 plaatsen bij het nieuw te bouwen vijzelgemaal in Usquert in de provincie Groningen.

Nederland telt ruim 3000 gemalen. Deze gemalen vormen vaak een grote barrière voor vissen en vismigratie; stroomopwaarts lukt het vissen niet om een gemaal te passeren, stroomafwaarts lopen vissen grote risico’s op sterfte of beschadiging. Jaarlijks sterven miljoenen vissen in Nederland doordat ze vermalen worden in de pompen van gemalen. Tauw bedacht een totaaloplossing: het visvriendelijke gemaal Fishtrack. Fishtrack is een slim systeem dat vissen ongedeerd door gemalen loodst. De vissen komen niet meer in aanraking met de draaiende pomponderdelen. Het systeem kan in bestaande gemalen worden ingebouwd en garandeert de veiligheid en ongehinderde migratie van vissen, zowel stroomopwaarts als stroomafwaarts. In 2013 was Tauw met het visvriendelijke gemaal Fishtrack genomineerd voor De Vernufteling, de prijs voor het meest vindingrijke en innovatieve project.

In opdracht van Wetterskip Fryslân heeft Tauw in 2011 het eerste gemaal met Fishtrack gerealiseerd: het poldergemaal Offerhaus bij Earnewâld (Eernewoude). Monitoring heeft hier uitgewezen dat de vissen zonder problemen het gemaal passeren, niet alleen stroomafwaarts, maar ook stroomopwaarts. Dit succes was aanleiding voor verdere verfijning van het concept. Fishtrack 2.0 is geschikt voor nieuw te bouwen poldergemalen, met een capaciteit van 30 tot 100 m³ per minuut. Hiermee biedt Tauw een gedegen alternatief voor de gangbare combinatie van een gemaal met een aparte vispassage: Fishtrack 2.0 is immers geschikt voor tweezijdige vismigratie.
Er is ook een kleinere versie van Fishtrack 2.0 beschikbaar. Dit model kent een capaciteit van 6 tot 10 m3 per minuut en is daarmee geschikt als vispassage, bijvoorbeeld naast een bestaand of nieuw gemaal.

Fishtrack 2.0 heeft een aantal grote voordelen. Zo is de visveiligheid gegarandeerd; vissen komen niet in aanraking met draaiende pomponderdelen of met abrupte drukveranderingen. Het systeem is geschikt voor vissen van alle soorten en maten. Fishtrack 2.0 vraagt ook minder ruimtebeslag dan bij externe maatregelen, zoals een gemaal met vistrappen. Het systeem is geschikt voor de reguliere in Nederland optredende peilverschillen. Ook bestaande gemalen kunnen uitgerust worden met Fishtrack. Verder vereist Fishtrack geen specifieke visvriendelijke pompen.

Tauw heeft inmiddels het eerste Fishtrack 2.0 gemaal in opdracht via Waterschap Noorderzijlvest. Dit gemaal wordt als vispassage geplaatst naast het nieuw te bouwen vijzelgemaal en de sluis in Usquert, gemeente Eemsmond in de provincie Groningen. Met de bouw van het complex, uitgevoerd door aannemer J.J. de Vries, Landustrie en Tauw, kan het waterschap straks de waterstand in het gebied rond Usquert beter beheersen. Dit is noodzakelijk vanwege de bodemdaling in het gebied als gevolg van de aardgaswinning, terwijl de waterstand niet mee daalt. Fishtrack 2.0 is toegevoegd om de trek van vissen te bevorderen. Naar verwachting zullen gemaal en Fishtrack eind 2014 operationeel zijn.

zondag 12 oktober 2014

Maak je tuin waterproef met Huisje Boompje Beter app

Op de dag van de duurzaamheid 10 oktober lanceerden hoogheemraad Arie van den Berg en wethouder Bram Meijer van Westland de app Huisje Boompje Beter. Nederland staat bekend om grote waterwerken als de afsluitdijk, de deltawerken en aan de Westlandse kust de zandmotor. Toch komt er ondanks grote en kleine waterwerken nog steeds wateroverlast voor. Gemeente Westland en Delfland werken nauw samen om de kans op wateroverlast aanzienlijk te verkleinen.

Dat ook particulieren een steentje bij kunnen dragen om waterlast te voorkomen, de te verbeteren en zuiniger om te gaan met schoon drinkwater is minder bekend. De duurzaamheidsapp Huisje Boompje Beter gaat hier verandering in brengen. In de app kunnen mensen makkelijk en snel zien waar zij in en om het huis verbeteringen aan kunnen brengen. Bijvoorbeeld door een regenton in de tuin te plaatsen of door minder tegels in de tuin aan te.

vrijdag 10 oktober 2014

Waterschappen zetten in op energiebesparing bij poldergemalen

Waterschappen zetten in op energiebesparing bij poldergemalen Er zijn kansen om het energieverbruik van poldergemalen aanzienlijk terug te brengen.  Dat blijkt uit onderzoek van de TU Eindhoven en advies- en ingenieursbureau Tauw in opdracht van de Unie van Waterschappen en Waterschap Zuiderzeeland. Waterschappen zijn al succesvol met energiebesparing en -opwekking in de afvalwaterzuivering en verkennen nu de kansen voor besparingen bij poldergemalen.

Nederland heeft ongeveer 5000 boezem- en poldergemalen, die naar schating circa 500 GWh energie per jaar verbruiken. Dit kan aanzienlijk teruggebracht worden. Het energieverbruik van gemaal Altena van Waterschap Rivierenland bijvoorbeeld kan onder ideale omstandigheden tot 20% worden teruggebracht, blijkt uit het onderzoek dat tijdens een bijeenkomst in Lelystad werd gepresenteerd.
Waterschappen zijn enthousiast over de mogelijkheden. “Met zo’n potentieel durf ik het aan,” reageerde dijkgraaf Hetty Klaver van Waterschap Zuiderzeeland op de uitkomsten. 

In de onderzoeken staan mogelijke maatregelen als het optimaliseren van gemalen en pompen, het minimaliseren van weerstanden in de opvoerhoogte en het beperken van waterinlaten. Investeringen die hiervoor nodig zijn, verdienen zich terug door een lagere energienota.

“Het verminderen van energieverbruik betekent ook CO2-reductie,” zegt Rik van Terwisga, manager Business Unit Water bij Tauw. “De waterschappen hebben ambitieuze doelen op het gebied van duurzaamheid. Om die doelen te realiseren kunnen waterschappen naast besparingen bij de afvalwaterzuivering zeker winst halen uit het verduurzamen van het hele watersysteem.”

donderdag 9 oktober 2014

Verbond Verzekeraars: met tegels minder schade bij wateroverlast

'Het is een opsteker voor de tegelbranche dat het Verbond van Verzekeraars ons inzicht deelt dat woningen met tegelwerk minder schade hebben bij wateroverlast', vindt Gerard Reus, voorzitter van brancheorganisatie BOVATIN (Aannemers van tegelwerken). BOVATIN had in een open brief aan het Verbond van Verzekeraars gevraagd om de woon- en calamiteitenverzekeringspremies van consumenten te verlagen wanneer deze tegels op de parterre van hun woning hebben. Dit omdat vakkundig aangebrachte tegelvloeren ongevoelig zijn voor vocht, en verzekeraars dus bij wateroverlast minder hoeven uit te keren.

In de antwoordbrief bevestigt het Verbond van Verzekeraars, al beschikt men niet over de exacte cijfers, schade door wateroverlast aan woningen inderdaad kan worden beperkt door het aanbrengen van tegelvloeren. Op grond van de Mededingingswet kan en mag het Verbond  zijn leden overigens niet adviseren om premies te verlagen. Maar, stelt men: “Elke verzekeraar moet hierin zijn eigen afweging maken.”

Naar aanleiding van deze brief neemt BOVATIN het standpunt van het Verbond mee in de campagne www.meerwaardevantegels.nl . Voorzitter Reus: “En misschien moesten BOVATIN-leden hun klanten maar adviseren om eens een goed gesprek met hun verzekeraar te hebben!”   


woensdag 8 oktober 2014

Hoogste punt nieuwe dijken Perkpolder bereikt

Rijkswaterstaat bereikt donderdag 9 oktober het hoogste punt van de nieuwe dijken van het buitendijks natuurgebied Perkpolder. Aannemer Van Oord voert op deze dag de laatste grond aan voor de dijken en het ophogen van het veerplein. Deze mijlpaal wordt om 15.00 uur gemarkeerd door wethouder Frank van Driessche.

De dijken zijn vanaf donderdag op de juiste hoogte. De komende tijd zullen de nieuwe dijken rond het natuurgebied en het voormalig veerplein inklinken waarna de definitieve bekleding wordt aangebracht. Medio volgend jaar staat het doorsteken van de oorspronkelijke dijk op de planning.
Uiteindelijk resulteren de werkzaamheden in een ecologisch waardevol natuurgebied en een aantrekkelijk landschap om bij te wonen en te recreëren. Het nieuwe buitendijkse natuurgebied maakt onderdeel uit van de gebiedsontwikkeling Perkpolder, die is bedoeld om de natuurwaarden van de Westerschelde te verbeteren en de samenleving en economie ter plaatse een impuls te geven na de opheffing van de veerdienst Kruiningen-Perkpolder in 2003. Naar verwachting loopt de uitvoering van het nieuwe buitendijks natuurgebied tot eind 2015.

Schadepreventiekunst’ gaat strijd aan met regen

Schade door extreme regenval is de laatste jaren geen uitzondering meer. Het Verbond van Verzekeraars juicht ieder initiatief om dat tegen te gaan dan ook toe. Bijvoorbeeld de ‘schadepreventiekunst’ van het Laboratorium voor Microklimaten. Kunstenaar Annechien Meier en filmmaker Gert-Jan Gerlach willen hiermee de effecten van klimaatverandering beperken. “We willen vooral mensen aan het denken zetten.”

Eind juli nog: 10 miljoen euro schade door extreme regenval. De straten konden de forse hoeveelheid water niet aan, waardoor woonkamers overstroomden. Volgens kunstenaar Meier wordt dat deels veroorzaakt door verstening van steden. “Het water kan gewoonweg de grond niet in omdat tuinen en pleinen volledig bestraat zijn. Daar proberen we mensen bewust van te maken, via installaties en documentaires.”

Voor Meier is het niets nieuws; eind jaren ’90 was ze al bezig met vergroening van de stad. “Ik wilde vooral mensen in de ‘verharde’ stad in contact brengen met groenten en eetbare bloemen. Toen ik merkte dat steeds meer mensen bezig waren met stadslandbouw, ben ik me meer gaan verdiepen in de oplossing die vergroening kan bieden voor het klimaatprobleem. Zo ontdekte ik dat het openen van de grond kan zorgen voor verkoeling in de stad. Stenen slaan namelijk hitte op.”

Deze en andere ontdekkingen leidden tot het kunstproject Laboratorium voor Microklimaten. “Het project moet mensen bewuster maken van hun ecologische en sociale omgeving.” Op dit moment ligt de focus dus vooral op het overtollige regenwater. “We halen in het midden van een plein bijvoorbeeld bestrating weg. Het leidt tot vervreemding waardoor mensen komen vragen wat we doen. Zo gaan we het gesprek aan over alternatieven voor stenen.”

Verder zoekt het Laboratorium voor Microklimaten samenwerking met allerlei partijen. Denk aan gemeenten, wiens pleinen we onder handen nemen. En ook met verzekeraars zouden we graag samenwerken. “Hoe meer water de grond kan opnemen, hoe minder schade dat uiteindelijk oplevert. En we zouden kennis kunnen delen, gegevens kunnen uitwisselen.” Meier hoopt dat iedereen de openbare ruimte eens wat kritischer onder de loep gaat nemen. En soms hoeft de oplossing helemaal niet zo ingewikkeld te zijn. “Laatst was ik in een oude stad in Duitsland waar de bestrating niet zo strak lag als in onze nette wijken. Iets meer ruimte tussen tegels kan al groot verschil maken.”

dinsdag 7 oktober 2014

Innovatief onderzoek naar biologische zuivering van afvalwater uit de glastuinbouw

Op vrijdag 26 september hebben gedeputeerde Rein Munniksma van de provincie Drenthe en wethouder Bouke Arends van de gemeente Emmen de starthandeling voor het project Glas Zuiver Water verricht op de proeftuin in Klazienaveen. In Glas Zuiver Water wordt onderzocht of afvalwater afkomstig uit de glastuinbouw op biologische wijze efficiënt, collectief en kosteneffectief gezuiverd kan worden. Het project is een initiatief van LTO Glaskracht.

Aanleiding voor dit project is de Europese KRW (Kader Richtlijn Water), een richtlijn die eisen voor de waterkwaliteit van Europese wateren voorschrijft. Ook het glastuinbouwgebied van Emmen staat voor deze uitdaging. Het oppervlaktewater bevat hier teveel nutriënten en resten van gewasbeschermingsmiddelen afkomstig uit de glastuinbouw. LTO Glaskracht is initiatiefnemer van dit project en verwacht de komende jaren een flinke inspanning van deze sector om aan de waterkwaliteit te voldoen.

In het project Glas Zuiver Water wordt onderzocht of afvalwater afkomstig uit de glastuinbouw op biologische wijze efficiënt, collectief en kosteneffectief gezuiverd kan worden. De biologische zuivering vindt plaats door schimmels en helofyten. Kort gezegd halen de schimmels de resten gewasbeschermingsmiddelen uit het water en de helofyten de nutriënten.

Glas Zuiver Water is een mooi voorbeeld van Bio Based Economy (BBE) Zuidoost Drenthe. Het project wordt gefinancierd door de provincie Drenthe, gemeente Emmen, de waterschappen en LTO Glaskracht. "Drenthe stimuleert deze biologische zuivering van afvalwater van de tuinbouwbedrijven in Zuid oost Drenthe. Een voorbeeld voor de regio en Nederland. Daarmee zorgen de bedrijven voor schoon water en goed werk! ", aldus gedeputeerde Rein Munniksma.

Bedrijven (BCK, Mycelco en Bioniers), intermediaire organisaties(LTO-noord), overheden (provincie, gemeente Emmen en de waterschappen Vechtstromen en Hunze & Aa’s) en kennisinstellingen( Stenden, AOC-noord, WUR) werken samen aan Glas Zuiver Water.

Bouke Arends: “Dit project is niet alleen goed voor de ondernemers, maar ook voor het onderwijs en de werkgelegenheid in onze regio. Met dit project zet Emmen zich weer op kop binnen (Noord) Nederland.”

maandag 6 oktober 2014

Minister Schultz wil Nederlanders bewust maken gevaren van overstroming

Zestig procent van Nederland kan overstromen. Met de nieuwe app 'Overstroom ik?' is op  postcodeniveau te zien hoe hoog het water komt bij een grote overstroming.  Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu bij de lancering van de app: "Ik vind dat mensen moeten weten hoe hoog het water bij hen kan komen. En wat ze dan het beste kunnen doen." Op de website www.overstroomik.nl staat wat je kunt doen bij een grote overstroming: zoek je in de buurt een veilige plek of vlucht je?

Nederland is goed beschermd tegen overstromingen, maar blijft kwetsbaar. De zeespiegel stijgt, het klimaat verandert en het weer wordt extremer. Er moet dus hard gewerkt om ons land te beschermen tegen water uit de zee, rivieren en grote meren. Er is ook veel te beschermen: 9 miljoen mensen en het hart van onze economie. Een gegeven is dat we de natuur niet kunnen beheersen. Het kan een keer misgaan. Dat kan over 100 jaar zijn of morgen. De gevolgen van een grote overstroming zijn ingrijpend.

De minister vindt het belangrijk dat mensen bewust zijn van de gevolgen van een overstroming. “Ik heb in Vietnam en Indonesië gezien wat de verwoestende kracht van water is. Wegen, spoorlijnen en de elektriciteitsvoorziening functioneren niet meer en ontwrichten de economie en het leven van de mensen. We hebben daar geen idee van. Wij exporteren onze kennis over preventie en waterwerken, van de Amerikanen kunnen we leren hoe we mensen moeten bewust maken van risico's en wat mensen kunnen doen."

Rijkswaterstaat en de veiligheidsregio’s zullen de boodschap in de komende periode verder verspreiden. Deze boodschap sluit aan op de nieuwe publiekscommunicatie 'Ons Water', waarmee het ministerie van IenM, Rijkswaterstaat, de waterschappen, de provincies, veiligheidsregio’s, de gemeenten en de waterbedrijven mensen bewuster willen maken van het water als vriend en als vijand.

zaterdag 4 oktober 2014

Vitens zet slimme waterwinput in, in strijd tegen verzilting

Drinkwaterbedrijf Vitens zet een slimme waterwinput in om in de toekomst zoet grondwater te kunnen blijven winnen in Friesland. Het gaat hierbij om een unieke innovatie met wereldwijde exportpotentie. De slimme waterput is een project van Vitens, KWR Watercycle Research Institute en Koninklijke BAM Groep. Deze put is vrijdag geplaatst bij de drinkwaterproductielocatie Noardburgum door Hans Huis in ’t Veld, boegbeeld van Topsector water.

Al eerder moest Vitens een gedeelte van het noordelijke waterwinputtenveld van drinkwaterproductielocatie Noardburgum sluiten vanwege verzilting van het grondwater door het toestromen van brak grondwater. Deze verzilting bedreigt het voortbestaan van de gehele productielocatie. De andere drie waterwinningen in Friesland kunnen het eventuele wegvallen van Noardburgum niet opvangen. Het project is dan ook van groot belang voor de drinkwatervoorziening in Friesland. Noardburgum voorziet elke dag ruim 150.000 mensen in de omgeving van hun dagelijkse kraanwater.

De slimme waterput is zo ingericht dat ondanks de bedreiging van brak water, goed zoet grondwater kan blijven worden gewonnen, terwijl het brakke water door de put juist dieper in de bodem wordt gebracht. “De slimme put werkt als een rietje waar je tegelijkertijd aan zuigt en in blaast”, zegt Ate Oosterhof, hydroloog van Vitens. “Zo houden we zoet en brak grondwater gescheiden. Dankzij de put kunnen we de drinkwatervoorziening in Friesland op peil houden”. Onderzoeksinstituut KWR en BAM zijn partners in het project. Die laatsten zien ook internationaal mogelijkheden voor de slimme waterwinput. “In andere kustgebieden, zoals Florida, Indonesië en Suriname, waar men kampt met dezelfde verziltingsproblematiek als in Friesland, is zeker interesse”, zegt Frans Heinis, projectmanager van BAM.

De innovatie is een goed voorbeeld van samenwerking binnen Topsector Water. Het project, dat een omvang van 350.000 euro kent, wordt mede gefinancierd uit de Toeslag voor Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI's) van het ministerie van Economische Zaken. Provinsje Fryslân levert een bijdrage vanwege het grote belang voor de drinkwatervoorziening.

 

vrijdag 3 oktober 2014

Schoon gietwater voor de glastuinbouw

Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard nodigt belangstellenden uit voor een excursie bij de in aanbouw zijnde AquaReUse-installatie in de Overbuurtsche polder in Bleiswijk. In dit innovatieve waterzuiveringssysteem verzamelt men het afvalwater van de glastuinbouwbedrijven centraal in het gebied en zuiveren dit tot gietwater voor dezelfde bedrijven.

Door het steeds intensiever worden van de tuinbouw blijft de waterbehoefte binnen de glastuinbouwsector erg groot. De afgelopen decennia is dan ook hard gewerkt aan het optimaliseren van het hergebruik van het gietwater op de bedrijven. Op bedrijfsniveau kunnen de tuinders het hergebruik optimaliseren. Dit kan echter ook op het niveau van clusters van bedrijven. AquaReUse is hier het allereerste voorbeeld van: een cluster van glastuinbouwbedrijven en het hoogheemraadschap werken samen aan het sluiten van de waterketen. En daar zijn we trots op!

donderdag 2 oktober 2014

Kenia en Taiwan treden toe tot Delta Alliance

Alterra Wageningen UR nam in 2009 het initiatief voor de oprichting van de Delta Alliance, het internationale kennisnetwerk dat de veiligheid en duurzaamheid van de deltagebieden in de wereld wil verbeteren. Met de toetreding van Kenia en Taiwan tot dit netwerk zijn inmiddels 14 delta’s over de hele wereld lid van deze organisatie, en ontwikkelen zij samen kennis om hun delta’s verder te ontwikkelen om beter het hoofd te kunnen bieden aan de specifieke bedreigingen in deltagebieden. Egypte en Nederland formaliseerden gisteren hun samenwerking met de Delta Alliance. Eerder hadden Argentinië en Bangladesh dat al gedaan.

De oud-minister voor water van Egypte, Mohammed Abdel Motaleb, de ambassadeur van Taiwan in Nederland, James Lee, de vier betrokken Nederlandse kennisinstellingen (TU Delft,  Deltares, Unesco-IHE en Alterra Wageningen UR), en mevrouw Tineke Huizinga-Heringa als chair van de board van de Delta Alliance, ondertekenden tijdens de conferentie 'Deltas in times of climate change II', in Rotterdam een lidmaatschap overeenkomst.

Doel van de ‘Delta Alliance’ is het op gang brengen en houden van een dialoog over de ontwikkelingen en toekomst van delta’s. Voorzitter van de Alliance, Tineke Huizinga: “The Delta Alliance network aims at sharing experience, existing knowledge and deepening our understanding of worldwide deltas by new research”. De Delta Alliance is een netwerk van kennisinstellingen, non profit organisaties en overheden dat in Nederland in 2010 is opgericht en werd ondersteund door het onderzoeksprogramma ‘Kennis voor Klimaat’. Sindsdien zijn er 12 delta’s aangesloten bij de Delta Alliance, namelijk delta’s uit Argentinië, Bangladesh, Brazilië, China, Egypte, Indonesië, Mozambique, Myanmar, Nederland, USA-Californië, USA-Louisiana en Vietnam.

De Delta Alliance vergeleek voor 14 delta’s de mate van veerkracht om om te kunnen gaan met grote veranderingen. Grote urbanisatiedruk, grote veranderingen in de landbouw, toenemende vraag naar water van een goede kwaliteit en daarbovenop de gevolgen van klimaatverandering zijn grote uitdagingen. Om voorbeelden van duurzame oplossingen te laten zien, ontwikkelde de Delta Alliance een Toolbox for Adaptive Delta Management (www.delta-alliance.org).

woensdag 1 oktober 2014

Vernieuwende projecten maken kans op Waterinnovatieprijs 2014

Vernieuwende, kostenbesparende en baanbrekende initiatieven op het gebied van water maken kans op de Waterinnovatieprijs 2014. De Unie van Waterschappen reikt deze prijs jaarlijks uit aan de meest innovatieve waterprojecten. De uiterste inschrijfdatum is verlengd tot 6 oktober.

De Unie van Waterschappen nodigt bedrijven, belangenorganisaties, kennisinstellingen, overheden en particulieren uit om innovatieve waterprojecten in te zenden via waterinnovatieprijs.nl.

De Waterinnovatieprijs beloont opvallende innovatieve projecten die toepasbaar zijn binnen de taken en verantwoordelijkheden van waterschappen. Dit jaar maken projecten in de categorieën 'Droge voeten', 'Voldoende water', 'Schoon water' en 'Ruimte voor innovatie' kans op de prijs die onder meer bestaat uit een begeleidingstraject ter waarde van 15.000 euro.

Voor de categorie 'Ruimte voor innovatie' komen projecten in aanmerking die bijdragen aan een goed klimaat voor het realiseren van innovaties. Het gaat hierbij om anders denken, anders doen. Hoe wordt innovatie binnen organisaties bevorderd en hoe kunnen belemmeringen voor innovaties worden weggenomen?

De winnaars ontvangen een kunstwerk en een intensief begeleidingstraject ter waarde van 15.000 euro. Het gaat hierbij om een traject op maat waarbij een innovatiemakelaar de winnaar op weg helpt bij de realisatie of marktintroductie van de innovatie. De begeleiding wordt aangeboden door de Unie van Waterschappen, de Topsector Water en het Valorisatieprogramma Deltatechnologie & Water.

Nederlandse subsidie voor innovatief model voor overstromingsrisico’s

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu trekt dit jaar een half miljoen euro uit voor de ontwikkeling van een overstromingsmodel. Het online model, Aqueduct, moet in beeld brengen hoe kwetsbaar laaggelegen gebieden zijn voor overstromingen. Ook geeft het model inzicht welke overstromingsrisico’s kunnen ontstaan door klimaatverandering. Dat maakt het mogelijk voor landen om maatregelen te nemen die de verandering van het klimaat zo veel mogelijk beperken en zorgen voor een veiliger leefomgeving. Dat heeft staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu) vandaag bekend gemaakt in New York. Mansveld neemt daar deel aan de klimaattop van de Verenigde Naties.

"De kennis van overstromingen zit in ons DNA. Laten we die kennis gebruiken om andere landen te helpen om goede risicoanalyses te maken en hun inwoners te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering”, aldus staatssecretaris Mansveld.

Om te kunnen anticiperen op de gevolgen van klimaatverandering is het nodig om te weten welke effecten klimaatverandering heeft op de leefomgeving, de economie en  de veiligheid. Landen kunnen het  overstromingsmodel Aqueduct straks gebruiken om die risico’s in kaart te brengen en te beoordelen welk effect hun maatregelen tegen overstromingen hebben. De Nederlandse waterkennis kan op die manier wereldwijd worden gebruikt. Het overstromingsmodel Aqueduct wordt ontwikkeld door een consortium van het Amerikaanse World Resources Institute (WRI), Deltares, Vrije Universiteit Amsterdam, Universiteit Utrecht en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).

Minister-president Rutte en staatssecretaris Mansveld nemen op 23 september deel aan de Klimaattop ‘Climate Change 2014, Catalyzing Action’. De top wordt georganiseerd door secretaris-generaal Ban Ki-moon van de Verenigde Naties en heeft als doel om overheden, bedrijfsleven en andere partijen te bewegen tot meer klimaatambitie. Tijdens de top gaat Nederland aandacht vragen voor de wijze waarop het, samen met het bedrijfsleven, steden en maatschappelijke organisaties de klimaatambities- en financiering koppelt aan innovatie en kansen voor export en groei.