dinsdag 30 september 2014

Waterakkoord Flevoland is ondertekend

Waterschap Zuiderzeeland, Rijkswaterstaat en provincie Flevoland hebben samen het Waterakkoord voor Flevoland vastgesteld. De drie partijen hebben de afspraken over het waterbeheer binnen en buiten de polders op elkaar afgestemd, zodat wonen, werken, recreatie en natuur optimaal is.

“Wij zijn blij met deze afspraken. We hebben de klokken gelijk gezet als het gaat om waterbeheer in dit deel van het IJsselmeergebied. Het Waterakkoord is een mooi instrument om ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid het operationeel waterbeheer op elkaar af te stemmen.”, volgens Theo van de Gazelle, HID Rijkswaterstaat.

Hetty Klavers, Dijkgraaf Waterschap Zuiderzeeland, vult aan: “Het gaat om slim samenwerken. Naast dat we afspraken hebben over dagelijks waterbeheer, hebben we bijvoorbeeld ook afspraken gemaakt over situaties van waterschaarste. De Veluwe Randmeren zijn kwetsbaar als het gaat om de waterkwaliteit. Daarom voeren wij bij extreem droog weer het kwalitatief goede water uit de Hoge Vaart af op de Randmeren om zo het tekort aan water aan te vullen.”.

Vanuit het Markermeer wordt water door provinciale wateren en door provinciale sluizen aangevoerd naar de Veluwe Randmeren bij extreem droog weer.

“Nadat ’s avonds de laatste boot geschut is, hebben onze sluizen nog een belangrijke nevenfunctie.
Zij maken het doorvoeren van water door de polders naar de Veluwe Randmeren mogelijk.”, zegt Bert Gijsberts, gedeputeerde provincie Flevoland.

Twente Water Centre en waterschap Vechtstromen buigen zich over droogte in Twente

Vrijdag 19/9 organiseerde het Twente Water Centre samen met het waterschap Vechtstromen een symposium over droogte en droogteschade in Oost-Nederland. Burgers hebben vaak de indruk dat het water met bakken uit de hemel valt, en dat is geregeld ook zo. Maar even waar is dat de minder in het oog springende periodes van droogte extremer worden. En tot flinke schade leiden.  In Twente is het niet overal mogelijk droogte op te lossen door eenvoudig meer water in te laten stromen in het watersysteem. Daarom moet een meer verfijnde aanpak worden ontwikkeld en uitgerold in de regio. In het seminar werd de wisselwerking tussen wetenschap en praktijk op dit thema verkend. 

Aanleiding voor het symposium vormde de samenwerking in het Europese DROP project (Benefit of Governance in Drought Adaptation) en lopende droogte adaptatie projecten die in Twente worden uitgerold.  In het DROP project werken kennisinstellingen en waterbeheerders uit verschillende landen samen aan dit vraagstuk. Vanuit de UT participeert het Twente Centrum voor Studies in Technologie en Duurzame Ontwikkeling (CSTM) als kennispartner in het DROP project.


maandag 29 september 2014

Nieuwe strategieën om Noord-Nederland te beschermen tegen overstromingen

Lang hebben we in Nederland gedacht dat we veilig waren tegen overstromingen, zolang onze dijken maar hoog genoeg waren. Maar dijken blijven altijd kwetsbaar, onder andere vanwege de zeespiegelstijging. Daarom is in het Deltaprogramma het concept van ‘meerlaagsveiligheid’ geïntroduceerd. Alterra en HKV lijn in water pasten dit concept toe op de eilanden en de vastelandskust van Friesland en Groningen.

“Ons onderzoek in Friesland en Groningen richtte zich op de tweede en derde laag van dit concept,” zegt Alterra-onderzoeker Judith Klostermann. “Wij hebben gekeken naar risicobeperkende maatregelen in het gebied, en waar mogelijk ook naar economische baten die met dezelfde maatregelen kunnen worden gegenereerd. Daarbij zijn bijvoorbeeld de agrarische en toeristische waarden van het waddengebied van belang, maar ook de vitale infrastructuur van de gas- en elektriciteitsproductie in Noord-Nederland, die voor heel Nederland van vitaal belang is. De Eemsdelta is om verschillende redenen zeer kwetsbaar. Een overstroming daar zou snel en diep zijn, en de energievoorziening zou zeer ontregeld raken.”

Voor de Eemsdelta zijn in het onderzoek enkele varianten uitgewerkt die door de onderzoekers zijn beoordeeld op de effecten voor natuur, landschap, recreatie, kosteneffectiviteit en regionale economie. Door de open verbinding met de Waddenzee, het lokaal ontbreken van slaperdijken en de bodemdaling door gaswinning en veenoxidatie is dit gebied extra kwetsbaar voor zeespiegelstijging. Van de onderzochte opties werden ‘Potato Valley’ (een flinke dijk met daarachter aardappelteelt) en ‘Vette Vis’ (een zachte zoet-zout overgang met visteelt en natuur) als de meest realistische gezien.

Vanwege het grote vertrouwen van burgers in de eerste laag van de veiligheid (dijken) is de derde laag, en dan met name de zelfredzaamheid bij overstromingen, in Nederland nog slecht ontwikkeld. Gedetailleerde informatie is daarbij van groot belang: waar komt het water vandaan, en waar gaat het naartoe? De onderzoekers beschrijven een nieuwe evacuatiestrategie, een combinatie van horizontale en verticale evacuatie. Daaruit blijkt dat met name de Waddeneilanden nader bekeken moeten worden. Dit omdat ze tijdens een overstromingsramp vrijwel geheel op zichzelf zijn aangewezen, en omdat er veel onwetende toeristen op de eilanden zijn. Verticaal evacueren (iedereen naar een veilige hoge plek in het gebied zelf) is op de eilanden de enige mogelijkheid, maar kaarten met overstromingsrisico’s per eiland zijn nog niet beschikbaar.


Eerstelaags veiligheid blijkt het meest kosteneffectief


In de Eemsdelta is naast verticaal evacueren ook horizontaal evacueren (iedereen het gebied uit) een mogelijkheid. Dat laatste geldt voor kwetsbare mensen (in ziekenhuizen bijvoorbeeld) en voor mensen die op diepe plekken wonen. Anderen, en bijvoorbeeld ook veehouders, zouden op veilige plaatsen in het gebied zelf kunnen blijven. Is de overstroming eenmaal aan de gang, dan is verticale evacuatie nog de enige mogelijkheid omdat reizende personen erg kwetsbaar zijn bij een overstroming. Samenvattend zegt Judith Klostermann: “Eerstelaags veiligheid blijkt nog steeds het meest kosteneffectief omdat daarmee in één keer alles achter de dijk beschermd is. Daar waar dit niet kan, bijvoorbeeld in buitendijkse gebieden en delen van de Waddeneilanden, moet meer aandacht komen voor tweedelaags maatregelen. Derdelaags maatregelen zijn tot nu toe een ondergeschoven kindje. Daar is veel gedetailleerde kennis voor nodig die de veiligheidsregio’s in samenwerking met de waterbeheerders voor elk deelgebied zullen moeten ontwikkelen. Ik hoop dan ook dat deze twee soorten organisaties elkaar naar aanleiding van dit rapport weten te vinden. Pas daarna heeft het zin om naar de burgers te gaan communiceren over wat ze in hun situatie het beste kunnen doen.”

zondag 28 september 2014

Een kijkje in de keuken van de Blankenburgverbinding

Op woensdag 8 en woensdag 15 oktober 2014 organiseren Rijkswaterstaat en stadsregio Rotterdam de inloopmarkt ‘Kijkje in de keuken’ over de Blankenburgverbinding. Tijdens deze inloopmarkt krijgen bezoekers een beeld van de vormgeving en inpassing van de toekomstige weg en de inrichting van de omgeving.

De eerste inloopmarkt is op woensdag 8 oktober in de Stadswinkel in Rozenburg (Jan van Goyenstraat 1). Op woensdag 15 oktober vindt de tweede inloopmarkt plaats in De Buitenplaats in Vlaardingen (Zuidbuurt 85). Op beide dagen bent u tussen 15.00 uur en 20.30 uur van harte welkom.

In de afgelopen maanden was het voor iedereen mogelijk te reageren op ideeën over de vormgeving en inpassing van de weg en over de inrichting van de omgeving op de website van de Blankenburgverbinding. Rijkswaterstaat en stadsregio Rotterdam lieten hiervoor beelden zien van de toekomstige weg en omgeving. Inmiddels is er weer een stap verder gezet in het proces. Plannen en ideeën zijn verder uitgewerkt, mede op basis van de binnengekomen reacties.

Hoe ziet de weg langs de Krabbeplas en door het Oeverbos er uit? En welke ideeën zijn er over de inrichting van het gebied tussen de weg en de bebouwing van Rozenburg? Tijdens de inloopmarkt krijgen bezoekers een indruk van de ideeën voor de vormgeving en inpassing van de nieuwe rijksweg en het Kwaliteitsprogramma (Landschapsplan) van de regionale overheden. Via schetsen, kaarten en tekeningen komen het ontwerp van de weg en het Landschapsplan tot leven.


donderdag 25 september 2014

Een brug tussen Amsterdam en Zaanstad?

Op welke manier kunnen Amsterdam en Zaanstad functioneel en ruimtelijk op elkaar worden aangesloten? Onder de naam Zaanse Schakel hebben de provincie Noord-Holland en de gemeenten Amsterdam en Zaanstad dit vraagstuk op 4 september gepresenteerd aan de jury van de Eo Wijers-prijsvraag.

Gedeputeerde Ruimtelijke Ordening, Tjeerd Talsma: “Helaas is de Zaanse Schakel door de jury niet gekozen als regio om de prijsvraag voor uit te schrijven. Amsterdam, Zaanstad en de provincie Noord-Holland gaan nu op zoek naar andere mogelijkheden om deze ontwikkelkans aan te pakken.”

Amsterdam en Zaanstad groeien fysiek steeds dichter naar elkaar toe. Ze ontmoeten elkaar langs de Zaan- en IJ-oevers. Talsma: “De centrale vraag die wij ons als overheden stellen is hoe willen wij dat dit gebied zich ontwikkelt en in welk  tempo.”

De naam 'Zaanse Schakel' is gekozen voor de gezamenlijke inzending van de provincie Noord-Holland en de gemeenten Amsterdam en Zaanstad voor de Eo Wijers-prijsvraag. Deze prijsvraag is een grote landelijke ontwerpwedstrijd. Deze keer is het thema 'stedelijke regio’s in transitie'. Daar horen vragen bij als: Hoe gaan we in de toekomst om met energieopwekking en -verbruik?, Wat doen we met ons afval?, Hoe combineren we wonen, werken en recreëren in een drukke regio als de Metropoolregio Amsterdam?, en Hoe kan een verbinding tussen Amsterdam en Zaanstad hieraan bijdragen?

woensdag 24 september 2014

Gemaal Verdoold klaar voor de toekomst

Het monumentale gemaal Verdoold in de Krimpenerwaard is klaar voor de wateropgave in de toekomst. Het gemaal is volledig gerenoveerd en gerestaureerd. Gedeputeerde Han Weber en dijkgraaf Hans Oosters van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard openden het gemaal officieel.

Het project is onderdeel van een reeks van aanpassingen aan het watersysteem in de Krimpenerwaard zodat dit in de toekomst meer water kan verwerken. Het gemaal heeft een gloednieuwe fundering, twee visvriendelijke pompen en een diepe, brede watergang naar Achterbroek.

"Met de renovatie zijn we zeker van de veiligheid van het gebied, terwijl tegelijkertijd is gezorgd voor een doorgang voor vissen en het behoud van een monumentaal pand. En de capaciteitsvergroting maakt de natuurontwikkeling die op stapel staat in de Krimpenerwaard mogelijk", zegt gedeputeerde Han Weber.

Ook dijkgraaf Hans Oosters is trots: "Gemaal Verdoold was de laatste van de drie hoofdgemalen in de Krimpenerwaard, die moest worden aangepakt om het water nu en in de toekomst op tijd te kunnen aan- en afvoeren. Met de restauratie en renovatie van gemaal Verdoold hebben we een eigentijds gemaal in een monumentaal pand kunnen maken. De pompen zijn visvriendelijk en het gemaal is duurzaam, doordat water uit het systeem wordt gebruikt om het gebouw op temperatuur te houden. Ik ben trots op het resultaat."

De restauratie en renovatie van het gemaal is in 2012 begonnen. Het rijksmonument is opnieuw gefundeerd. Hiervoor zijn 84 heipalen de grond in geboord. Het dak van het pomphuis is eraf gehaald om een bouwkuip van negen meter diep te kunnen bouwen voor de nieuwe pompen. Deze pompen zijn visvriendelijk waardoor niet alleen het water heen en weer kan, maar ook de vissen. De watergang achter het gemaal is verdiept en verbreed. Hierdoor kan het water beter en sneller worden verpompt. De capaciteit van de pompen in gemaal Verdoold is 450m³ per minuut. Dat betekent dat het gemaal 450.000 liter water per minuut kan aan- of afvoeren. Dat is 130.000 liter meer dan voor de renovatie.

dinsdag 23 september 2014

Wijk bij Duurstede verandert straat in watergang

Afgelopen donderdag is het startsignaal gegeven voor de realisatie van de watergang in de David van Bourgondiëweg in Wijk bij Duurstede. Wethouder Jan Burger heeft samen met ongeveer 200 kinderen van kinderdagverblijven en basisscholen uit de wijk De Engk de eerste scheppen zand afgegraven. Ook RTV Utrecht besteedde donderdagavond aandacht aan de start van de graafwerkzaamheden.

De wijk De Engk in Wijk bij Duurstede wordt herontwikkeld. De David van Bourgondiëweg wordt daarbij getransformeerd tot watergang. Om de bewoners een idee te geven hoe de nieuwe situatie eruit zou gaan zien, gingen vorig jaar drie wereldberoemde straattekenaars aan het werk.

In Wijk bij Duurstede zijn de ambities hoog als het gaat om de opwaardering van de wijk De Engk. Woningbouw en openbare ruimte in deze jaren '50 wijk krijgen volledige metamorfose. Een mooi voorbeeldproject van wat we bij Tauw verstaan onder ruimtelijke kwaliteit.

Tauw werkt samen met de gemeente aan een passend ontwerp voor een nieuwe watergang, binnen gestelde tijd en budget en rekening houdend met functionele eisen, technische omstandigheden, gewenst gebruik en opwaardering van de ruimtelijke kwaliteit van de bestaande omgeving.

Voor dit project verzorgt Tauw volgens de Prince2-systematiek het totale proces van houtskoolschets en definitiefase (inclusief inhoudelijke onderzoeken) tot en met het definitief ontwerp en bestek.

maandag 22 september 2014

Eerste projecten Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions

Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions (AMS), het nieuwe instituut voor toegepaste stedelijke technologie en ontwerp, opende vrijdag haar deuren in het gebouw van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT). De eerste drie projecten gaan van start, gericht op weerbaarheid tegen plotselinge wateroverlast, duurzaam omgaan met de ‘stadsstofwisseling’ en het slim regelen van de mobiliteit in de stad.

Rain Sense is gericht op een grotere weerbaarheid van Amsterdam tegen wateroverlast en schade door heftige weersomstandigheden, zoals we die de afgelopen zomer meerder malen gehad hebben met het dieptepunt de wolkbreuk op 28 juli. Dankzij innovatieve methoden als meetstations aan lantarenpalen, een mobiele meetparaplu en een app die bewoners op hun telefoon kunnen installeren, weten de onderzoekers tot op de straat nauwkeurig hoe het zit met de regenval in Amsterdam. Bewoners die de app hebben kunnen onder meer hun overlast melden door een foto te uploaden, zien waar het regent in Amsterdam en op afstand controleren of hun huis nog droog staat. Voor partners als Waternet wordt het mogelijk het mogelijk problemen tijdig te visualiseren en gepaste maatregelen te nemen bij hevige buien, zodat de schade beperkt kan worden.


Stichting Masterplan Duurzame Visserij ontvangt bijdrage uit Zuiderzeelijngelden

Eerder in september heeft gedeputeerde Jan-Nico Appelman samen met wethouders Freek Brouwer en Gert Post van de Gemeente Urk een cheque ter waarde van  760.000 euro overhandigd aan de Stichting Masterplan Duurzame Visserij.

Deze bijdrage wordt verstrekt van uit het provinciale programma Zuiderzeelijngelden Noordelijk Flevoland en is bedoeld voor het in de praktijk testen en verder ontwikkelen van een nieuwe visvangsttechniek die naar verwachting zal bijdragen aan een beter rendement en een meer duurzame visvangst. De subsidie is nadrukkelijk ook bedoeld voor het delen van de kennis over deze nieuwe manier van vissen ten behoeve van de huidige én de volgende generatie vissers.

Urk drijft economisch gezien voor een groot deel op visserij, visverwerking en -handel. Door stijgende brandstofprijzen, dalende visprijzen en gebrek aan innovatie wordt de visserijsector momenteel in haar voortbestaan bedreigd. Om toekomstbestendiger te worden is een omwenteling in het denken in de visserijsector noodzakelijk. De sector moet toewerken naar een nieuwe manier van vissen en een beter verdienmodel.

In februari 2010 is daarom het Masterplan Duurzame Visserij (MDV) opgestart. Een samenwerking van vissers, om een transitie in gang te zetten naar economisch en ecologisch duurzame visserij. Na een draagvlak- en haalbaarheidsonderzoek is het nu tijd voor de bouw van een nieuw innovatief vissersschip om de nieuwe vangsttechniek, de zogenaamde twinrigpulsmethode, uit te testen en door te ontwikkelen. Onderzoek en kennisdeling staan daarbij centraal.

Gedeputeerde Jan-Nico Appelman: “Met deze bijdrage aan de Stichting Masterplan Duurzame Visserij ligt het programma Zuiderzeelijngelden goed op koers. Dit is, net als Compoworld en het Agrofoodcluster, dat eerder deze week een bijdrage uit het programma Zuiderzeelijngelden ontving, weer zo’n voorbeeldproject dat illustreert wat we zoeken in het kader van dit programma; krachtenbundeling en kennisdeling om een hele sector een stap verder te brengen. Met dit soort initiatieven leggen we een goede basis voor verbeteringen in de economische structuur van Noordelijk Flevoland.”

De subsidie uit het programma Zuiderzeelijngelden wordt nadrukkelijk niet verstrekt voor de bouw van het schip, maar voor het (door-)ontwikkelen van de twinrigpuls-visserijmethode, het op land en op zee testen van de nieuwe manier van vissen en het ontwikkelen van een kennisdelingsprogramma om het nieuwe denken over economisch en ecologisch duurzaam vissen over te dragen.

Wethouder Freek Brouwer van de gemeente Urk: “Ik ben blij dat dit project een bijdrage ontvangt uit de Zuiderzeelijngelden. Het is een belangrijk initiatief dat toekomst biedt voor de platvisvisserij en werkgelegenheid van Urk door technische innovatie, duurzaamheid en bundeling van krachten. Verder verbetert de viskwaliteit en vermindert de bijvangst (de niet voor de markt te gebruiken vis). De jonge Urker ondernemers en Hendrik Kramer en Hendrik Romkes zijn zeer positief en enthousiast. Dit werkt aanstekelijk. Ik verwacht dat deze nieuwe manier van werken aanslaat.”

De nieuwe visserijmethode kan bijdragen aan de vorming van een nieuwe generatie vissers, die anders denkt over duurzaamheid en rendement in de visserij. Het project beoogt een energiebesparing van minstens 70 % te realiseren, een ontwikkeling die van belang is voor de visserijsector in Nederland en mogelijk de rest van Europa. Voor Urk betekent het behoud van de belangrijkste economische pijler van het vissersdorp. Naar verwachting resulteert het project zowel in extra werkgelegenheid door de bouw van nieuwe schepen als in behoud van bestaande werkgelegenheid op Urk.

vrijdag 19 september 2014

Minder verdamping in Oost-Afrika leidt tot droogte in West-Afrika

De mate van verdamping in het ene gebied kan grote invloed hebben op de neerslag in een ander, ver afgelegen gebied. Dat is een van de conclusies van Ruud van der Ent, die op dinsdag 2 september promoveert aan de TU Delft.

Waar komt neerslag vandaan? Ruud van der Ent bekeek in zijn promotieonderzoek - gefinancierd door NWO - waar water dat verdampt, precies naar toe gaat. Hydrologen kijken meestal naar de waterhuishouding in een bepaald stroomgebied; Van der Ent nam de hele wereld in beschouwing. Hij ontwikkelde een hydrologisch wereldmodel, waarbij de uitgaande deeltjes (verdamping) en binnenkomende deeltjes (neerslag) in de tijd worden gevolgd.

‘Een deel van alle neerslag is afkomstig van zogenaamde ‘waterdamprecycling’ (moisture recycling). Daarmee bedoelen we waterdamp die afkomstig is van landverdamping en die weer terugvalt op het landoppervlak als neerslag’, zegt Van der Ent. ‘Het is alom geaccepteerd dat waterdamprecycling een rol speelt in het globale klimaat, maar het belang van waterdamprecycling was nog niet volledig gekwantificeerd. Ik concludeer dat landverdamping een zeer belangrijke rol vervult in the hydrologische cyclus over continenten, omdat meer dan de helft weer terugkeert als neerslag op land.’

Van der Ent creëerde wereldkaarten die de herkomst van vocht in de atmosfeer voor verschillende regio’s laten zien. Hij ontdekte onder meer dat veel regio’s vooral afhankelijk zijn van gerecycled water van binnen de regio zelf, maar dat andere gebieden relatief veel vocht krijgen van buiten de regio. Water dat verdampt in Eurazië is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor 80 procent van het water in China; en het Amazonegebied voedt de watercyclus van het hele continent.
De grootste brongebieden blijken over het algemeen dichtbij te liggen. ‘Voor West-Afrika geldt echter dat buiten het regenseizoen verder weg gelegen bronnen ook erg belangrijk zijn voor de hydrologische cyclus’, zegt Van der Ent. ‘Veel van het water dat verdampt in het oostelijk deel van Afrika keert binnen een week terug als neerslag in West-Afrika.’

Dit betekent dus ook dat verminderde verdamping in de ene regio kan leiden tot verminderde neerslag in een andere, zoals bijvoorbeeld in West-Afrika. Overbegrazing en uitputting van de grond (en dus minder verdamping) in Oost-Afrika zou verderop ook kunnen leiden tot droogte. ‘In Oost-Afrika zou grootschalige implementatie van duurzame landbouwtechnieken, regenwateropvangsystemen en methoden om water langer vast te houden, positieve effecten kunnen hebben op de regen en daarmee op de waterbronnen voor het hele continent. In het bijzonder geldt dit voor West-Afrika.’

donderdag 18 september 2014

Zandwetering Diepenveen klaar voor toekomst: meer ruimte voor water

De nieuwe Zandwetering bij Diepenveen is klaar voor de toekomst, met meer ruimte voor water. Verschillende waterbergingen zorgen voor de tijdelijke opvang van water bij hevige neerslag. Van één van de waterbergingen is een landschapskunstwerk gemaakt. Het ontwerp en de inrichting van deze berging is mogelijk gemaakt door Henk Hengeveld, oud-directeur van Tauw, die ter gelegenheid van zijn afscheid bij Tauw een bedrag kreeg aangeboden voor een MVO-doel. Henk koos voor dit land art project.

Op vrijdag 28 augustus heeft waterschap Groot-Salland de nieuwe Zandwetering bij Diepenveen officieel geopend. Bestuurders lieten samen met schoolkinderen water uit de Zandwetering in de nieuwe waterberging stromen. Ongeveer 50 genodigden waren aanwezig bij de feestelijke afsluiting van het project.

De bestuurders ontvingen een rijk geïllustreerd boekje over de totstandkoming van het nieuw aangelegde landschapskunstwerk dat door Jeroen van Westen is gemaakt. Waterschap Groot-Salland noemt dit land art project ‘een geslaagd voorbeeld hoe je watermaatregelen op een mooie manier kunt inpassen in het landschap en zo een nieuwe betekenis kunt toevoegen.’

Niet alleen het water maar ook de natuur krijgt in de bergingen en langs de oevers meer ruimte. Er zijn verschillende poelen gegraven voor de kamsalamander en er zijn vispassages aangelegd bij de stuwen in Diepenveen en Hengforden. Ook is de toegankelijkheid van het gebied vergroot met nieuwe wandelwegen, in totaal zo’n 1,6 kilometer. Het project is mede mogelijk gemaakt dankzij subsidies van de gemeente Deventer en de provincie Overijssel.

woensdag 17 september 2014

Water in aquaducten Leeuwarden

Twee in aanbouw zijnde aquaducten aan de westkant van Leeuwarden kampen met lekkages. Aannemers zijn bezig om de problemen te verhelpen. Het gaat om de aquaducten Ritsumasyl in de Haak om Leeuwarden en om het aquaduct in de Westelijke invalsweg. De lekkages kwamen bij de werkzaamheden naar voren. Op korte termijn is duidelijk hoe snel de reparaties zijn uit te voeren. Dan is ook duidelijk wat dit betekent voor het verdere bouwproces.

Bij het aquaduct Ritsumasyl bleek dat de rubberafdichtingen aan de zijkanten water doorlaten. Nu de bouwkuip volloopt met water ontstaat aan beide zijden van het profiel dezelfde waterdruk en is het profiel te repareren. Bij de Westelijke invalsweg is een lek ontstaan in de tijdelijke stalen damwandconstructie. De aannemer is bezig dit vanaf de buitenkant te dichten.

Het aquaduct in de Westelijke invalsweg en het aquaduct Ritsumasyl maken onderdeel uit van het programma Leeuwarden Vrij-Baan. Een infrastructuurprogramma met circa 40 projecten waar de gemeente Leeuwarden, provincie Fryslân en Rijkswaterstaat zich gezamenlijk voor inzetten. Zij investeren 750 miljoen euro om Leeuwarden ook in de toekomst bereikbaar te houden. Meer informatie is te vinden op www.vrij-baan.nl.

Samenwerking en innovatie bij extreme buien

De boodschap tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van het Platform Water Vallei en Eem was een duidelijke; innovatie is essentieel om de problemen met ons (afval-)water het hoofd te kunnen bieden! En om dit te kunnen doen werkt Waterschap Vallei en Veluwe samen met zestien gemeenten in het Platform Water Vallei en Eem. Door deze samenwerking optimaliseren gemeenten en waterschap de afvalwaterketen en werken kostenbesparend.

Het thema van de bijeenkomst, gehouden op 4 september bij De Glindster in De Glind, was 'Innovatie door samenwerken'. Extreme neerslag, maar ook langere perioden van droogte en bijvoorbeeld medicijnresten in ons afvalwater vormen grote uitdagingen voor de toekomst. De boodschap tijdens de bijeenkomst was dat deze uitdagingen vragen om innovatie en samenwerking. Samenwerking binnen het Platform, maar ook met het bedrijfsleven en drinkwaterbedrijf Vitens.

Samen met het IT-bedrijf AGT Nederland ontwikkelt het Platform momenteel software om allerlei gegevens van de riolering met elkaar te koppelen. Hier is landelijk grote behoefte aan, maar het is nog geen marktpartij gelukt om zo’n systeem te ontwikkelen. De directeur van AGT, Pieter Christiaan van Oranje, was ook aanwezig om te benadrukken hoe belangrijk samenwerking en innovatie is op het gebied van ICT.

Bestuurlijk voorzitter Hans van Daalen, wethouder gemeente Barneveld, bedankte ook dijkgraaf Tanja Klip en directeur Wolter Odding van Vitens voor hun komst. De heer Odding gaf aan dat hij vooral op het gebied van innovatie mogelijkheden ziet om met het Platform de komende jaren te gaan samenwerken.

Deltaprogramma 2015: Nederland veilig en leefbaar in de 21e eeuw

Nederland heeft een nieuw Deltaplan, met beslissingen en strategieën die ons land de komende decennia moeten beschermen tegen hoogwater en moeten zorgen voor voldoende zoetwater. Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten gaan aan de slag om ons land robuuster in te richten en de extremen van het klimaat veerkrachtig op te vangen. Voor een leefbaar, bewoonbaar en economisch sterk Nederland in de 21e eeuw.

Dat staat in het Deltaprogramma 2015, De beslissingen om Nederland veilig en leefbaar te houden, dat minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De Deltabeslissingen volgen uit het advies waaraan deltacommissaris Wim Kuijken sinds 2010 heeft gewerkt.

Schultz: “Vandaag begint een nieuw hoofdstuk in onze eeuwenlange relatie met het water. Bijna 60 jaar geleden was het eerste Deltaplan de aanzet voor de bouw van de Deltawerken, die ons nu al decennialang beschermen. Nu ligt er een nieuw Deltaplan voor de komende decennia. Er wonen inmiddels meer mensen in de laag gelegen gebieden. Onze economische activiteiten zijn veel groter. En door klimaatverandering stijgt de zeespiegel en komt er meer water door onze rivieren. Het is dus tijd voor een nieuw deltaplan met extra bescherming.”

Kuijken: “Ik ben trots dat ik de afgelopen jaren als regeringscommissaris de voorliggende beslissingen en strategieën heb kunnen voorbereiden en een uitgewerkt en goed onderbouwd voorstel voor de structurerende beslissingen heb kunnen doen namens de betrokken overheden (gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk) en vele maatschappelijke organisaties. Ik ben blij met de positieve reactie van het kabinet. De Deltawet van 2012 is daarbij zeer behulpzaam. Ik zal er alles aan doen om deze beslissingen de komende jaren verder te brengen en in concrete maatregelen te doen omzetten. Dat betekent  dat we ruim 30 jaar lang hard zullen moeten werken en zo’n 20 miljard euro zullen gaan investeren vanuit het Deltafonds.”

Het Deltaprogramma 2015 bevat de nationale Deltabeslissingen en de concrete voorkeurs-strategieën per regio – samen het kompas voor het werk aan onze delta tot 2050. De beslissingen gaan over:

1.    Waterveiligheid: we beschermen Nederland beter tegen overstromingen met nieuwe veiligheidsnormen voor onze waterkeringen. We kijken niet alleen meer naar de kans dat het water over de dijk komt, maar ook naar de gevolgen voor inwoners en economie. In plaats van verschillende veiligheidsnormen voor verschillende delen van ons land, kan iedereen achter de dijken in de toekomst rekenen op een gelijk beschermingsniveau van tenminste 1 op 100.000. Dat betekent dat de jaarlijkse kans om te overlijden als gevolg van een overstroming nergens groter is dan 0,001%. Op plekken waar veel slachtoffers kunnen vallen en veel schade ontstaat, zorgen we voor extra bescherming. Vooral in het Rivierengebied wordt flink geïnvesteerd. Het Deltaprogramma 2015 geeft ruim 200 dijkvakken nieuwe normen. De nieuwe normen worden verankerd in de wet.

2.    Zoetwatervoorziening: we zorgen voor een betere zoetwatervoorziening om ons te wapenen tegen verzilting en langere perioden van droogte. Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen maken afspraken om tekorten aan zoetwater als drinkwater, voor landbouw, natuur, nutsfuncties en economie te voorkomen en zoetwater efficiënter te gebruiken. Er komt een nieuwe aanpak voor hoge gebieden, zoals de Peel en gebieden die dreigen te verzilten, zoals delen van Zuid-West Nederland. Daarvoor investeren Rijk en regio de komende jaren ruim 450 miljoen euro in de zoetwatervoorziening.

3.    Ruimtelijke inrichting: alle overheden maken vandaag een belangrijke afspraak om steden en dorpen waterbestendig in te richten en het water waar nodig de ruimte te geven. Dat kan bijvoorbeeld door het opvangen van water op waterpleinen, drijvende woningen, meer groen of verplaatsing van vitale infrastructuur. In 2050 moet heel Nederland meer klimaatbestendig zijn ingericht.

4.    Rijn-Maasdelta: het gebied waar Rijn en Maas uitmonden in de Noordzee, met de haven van Rotterdam en de vele steden eromheen, krijgt een betere bescherming. Een van de kwetsbaarste plekken van Nederland, waar veel mensen wonen en veel geld wordt verdiend, krijgt sterkere dijken en een waterbestendigere ruimtelijke inrichting. We onderzoeken of de capaciteit van de rivieren omhoog moet en verhogen de effectiviteit van de Maeslantkering als belangrijkste zeewering in het gebied.

5.    IJsselmeergebied: door een flexibel waterpeil in het IJsselmeer kunnen we meer zoetwater vasthouden en de voorraad beter benutten. Met pompen in de Afsluitdijk zorgen we dat het water wanneer nodig goed afgevoerd kan worden. De oevers van het IJsselmeer moeten ingericht zijn op een flexibel  waterpeil.

Daarnaast nemen we de strategische beslissing Zand: door zandsuppleties houden we de kustlijn op zijn plek en versterken we de economie van de kustplaatsen.

Het werken aan water is nooit klaar in Nederland. We zijn veilig, maar onze delta is kwetsbaar. We moeten tempo maken om het gegroeide aantal inwoners en de fors toegenomen economische waarde ook in de toekomst goed te beschermen. Met de Deltabeslissingen is Nederland voorbereid op meerdere scenario´s. We kiezen voor flexibiliteit, omdat de toekomst onzeker is. De hoogte van de zeespiegel en het weer: we weten dat het verandert, maar niet exact hoe. Met het Deltaprogramma 2015 ligt er een adapatieve aanpak waarmee onze delta zich kan blijven aanpassen  aan onverwachte ontwikkelingen, nieuwe metingen en inzichten. Nuchter en alert.

Minister Schultz ondertekent met vertegenwoordigers van provincies, waterschappen en gemeenten de ‘Bestuursovereenkomst Delta¬programma’, waarmee partijen afspreken de Deltabeslissingen en voorkeursstrategieën in hun eigen plannen te verankeren. De Bestuursovereenkomst is voorbereid door de deltacommissaris en is een aanvulling op het Bestuursakkoord Water uit 2011. Het Rijk zal de Deltabeslissingen en voorkeursstrategieën vastleggen in een tussentijdse wijziging van het Nationaal Waterplan en voor de nieuwe waterveiligheidsnormen de wet aanpassen.

dinsdag 16 september 2014

Waterschappen: waterbeheer beter borgen

In de Miljoenennota staan de juiste maatregelen voor goed waterbeheer, constateren de waterschappen. Zij steunen het gepresenteerde Deltaprogramma 2015 en gaan daar volop mee aan de slag. Wel vragen de waterschappen om een betere borging van het belang van water in het beleid.

Voor de waterschappen is het essentieel dat de watertoets een sturende rol heeft in de ruimtelijke ordening en zij pleiten voor een snelle uitvoeringsregeling voor de zoetwatervoorziening. Peter Glas, voorzitter van de Unie van Waterschappen: "Minister Schultz van Infrastructuur en Milieu maakt de juiste keuzes om Nederland ook in de toekomst schoon en veilig te houden. Het belang van water moet in Nederland voorop staan. Het zou dan ook verstandig zijn om de financiering van het waterbeheer via het Deltafonds ook voor de lange termijn veilig te stellen."

Tot 2028 wordt jaarlijks 362 miljoen euro geïnvesteerd in de versterking van de primaire keringen die bij de waterschappen in beheer zijn. 181 miljoen euro door waterschappen en 181 miljoen door het Rijk. De waterschappen pleiten voor verlenging van het Deltafonds tot 2050 waardoor financiële middelen ook in de toekomst gewaarborgd zijn. De waterschappen pleiten verder voor een stevige verankering van de watertoets in de nieuwe Omgevingswet. Van belang is dat dit wateradvies over de gevolgen van ruimtelijke maatregelen voor het waterbeheer niet vrijblijvend, maar sturend is.

Volgens de waterschappen is een snelle uitvoeringsregeling van belang om de geplande zoetwatermaatregelen concreet te kunnen uitvoeren. Naar inschatting van de Deltacommissaris vergt het robuuster maken van de zoetwatervoorziening een investering van ten minste 470 miljoen euro tot 2021. Het Rijk draagt 150 miljoen euro bij. Het overige komt voor rekening van de regio, zoals de direct belanghebbenden en de waterschappen.

In de Miljoenennota wordt door het Rijk voor de periode tot en met 2027 474 miljoen euro uitgetrokken om aan de Europese waterkwaliteitsnormen (Kaderrichtlijn Water) te voldoen. Zowel Rijk als waterschappen willen de waterkwaliteitsuitgaven zo veel mogelijk combineren met andere noodzakelijke investeringen in het watersysteem, om te zorgen voor maximale synergie. Het toevoegen van waterkwaliteit aan het Deltafonds is daarbij een belangrijke stap.

Naast de Miljoenennota stuurt het kabinet ook de Werk- en groeibrief naar de Tweede Kamer. Daarin worden de keuzen en maatregelen bekend gemaakt die moeten leiden tot meer economische groei. Volgens de waterschappen biedt het inzetten en (nationaal en internationaal) vermarkten van innovatieve watertechnologie grote kansen om bij te dragen aan een economisch sterker Nederland. Waterschappen helpen internationaal als Dutch Water Authorities graag mee om waterkennis te delen en het Nederlandse bedrijfsleven op het gebied van water internationaal goed te positioneren.

Extra inzet nodig voor aanpak hevige buien

De zware regenbuien van deze zomer vragen actie van iedereen. Gemeenten pakken probleemsituaties aan met extra wateropslag op wegen en in het groen en door meer afvoercapaciteit. Huiseigenaren moeten zorgen voor drempels en goed werkende afvoerleidingen. Minder verharding en het benutten van tuinen en daken voor wateropvang helpen ook. Het Deltaprogramma, dat op Prinsjesdag verschijnt, noemt dit waterrobuust inrichten.

Als het harder regent dan het riool kan transporteren, komt er water op straat. Dat water ligt te wachten op afvoer. Echte problemen ontstaan als het water gebouwen inloopt of wegen geblokkeerd zijn. Sommige plekken, zoals laaggelegen straten en gebied onderaan een heuvel zijn extra gevoelig voor overlast. Gemeenten moeten goed bekijken wat er gebeurt door te kijken naar meldingen van bewoners, de omvang van de neerslag en bijzonderheden op straat, zoals belemmerende verkeersdrempels en verstopte kolken. De computermodellen om wateroverlast op een kaart in beeld te brengen, bieden ook steeds meer analysemogelijkheden.

Bij hevige regen is zowel voldoende afvoercapaciteit onder de grond nodig als voldoende ruimte om water boven de grond korte tijd op te vangen. Het benutten van particulier terrein voor het opvangen van regenwater gebeurt nog nauwelijks, terwijl dit een effectieve oplossing kan zijn met beperkte kosten. De gemeente moet de gewenste vermindering van de kans op schade bepalen en bekijkt de beste oplossingen op openbaar terrein, de rol van de particuliere eigenaar en de stijging van de rioolheffing.  De kosten van maatregelen verschillen sterk. Als een verkeersdrempel water tegenhoudt, kost aanpassing vrijwel niets, terwijl een klein riool vervangen door een grotere al snel honderdduizenden euro's kost.

De bouwregelgeving verplicht particuliere eigenaren om hun eigendom in bepaalde mate te beschermen tegen het binnendringen van water. Huizen en winkels moeten drempelvoorzieningen hebben om water tegen te houden. Kelders en laaggelegen garages vragen extra aandacht. Woningen die lozen op een gemengd riool moeten met een ontlastput of bladvanger overstromingen binnenshuis voorkomen. Bij delen van woningen die lager liggen dan de weg, zoals souterrains en ondergrondse garages, dienen sowieso bijzondere voorzieningen door de eigenaar worden getroffen. Borrelende toiletten en gootstenen duiden vaak op ontluchtingsproblemen in de afvoerleidingen. Ook dan moeten meestal aan het huis maatregelen worden genomen. Stichting RIONED heeft hierover een filmpje gemaakt.

maandag 15 september 2014

Ecoflow: einde aan stankoverlast

Het afvalwaterzuiveringsbedrijf Ecoflow is er tijdig in geslaagd een eind te maken aan de stankoverlast. De Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant heeft zaterdagmiddag in de omgeving metingen verricht en daarbij geconstateerd dat er geen geurhinder meer is.  Het bedrijf zelf is begonnen met het afvoeren van het vervuilde water dat tot donderdag stankoverlast veroorzaakte.

Sinds woensdag komt er al geen H2S (waterstofsulfide = rotte eierengeur) meer vrij en er komen nu ook geen stankklachten meer binnen van omwonenden. Dat betekent dat Ecoflow heeft voldaan de voorwaarden in de ‘last onder bestuursdwang’ die de omgevingsdienst had opgelegd. Het bedrijf had tot vanmiddag 16.00 uur de tijd gekregen om een eind te maken aan de stank. Het stond Ecoflow daarbij vrij om zelf de manier waarop te kiezen: het probleemwater afvoeren of op eigen terrein andere maatregelen treffen.

Inmiddels zijn al een aantal tankwagenladingen afgevoerd naar vuilverwerkingsbedrijf ATM op Moerdijk. Het is de bedoeling dat ook de rest van het vervuilde water de komende dagen daarnaartoe wordt afgevoerd. Het overladen van het water in tankwagens zal op sommige momenten nog kunnen leiden tot kortdurende ‘geurpieken’ in de directe omgeving van Ecoflow. Dat is niet te voorkomen. Het afvalwaterbassin heeft een inhoud van 3 miljoen liter. Er zouden ongeveer 100 tankwagens nodig zijn om het water af te voeren.

De omgevingsdienst benadrukt dat Ecoflow sinds het begin van de probleemsituatie erg zijn best heeft gedaan om het probleem op te lossen en dat het overleg met de bedrijfsleiding steeds constructief is verlopen.

De stankoverlast van de afgelopen dagen werd veroorzaakt door technische problemen. Door onbekende oorzaak kwam vorige week zondag tijdens het zuiveringsproces een grote hoeveelheid waterstofsulfide (H2S) vrij, herkenbaar aan de zogenaamde ‘rotte eieren lucht’. Het gaat om een groot bassin met vervuild water waaraan bacteriën worden toegevoegd. Dan ontstaat een biologisch reinigingsproces. Tijdens dat proces is iets (ongebruikelijks) gebeurd waardoor de rotte eieren lucht ontstond. Volgens de GGD heeft de hele situatie nooit geleid tot gevaren voor de volksgezondheid, ook al konden er klachten ontstaan als hoofdpijn en neus- en oogprikkelingen.

Huishouden betaalt 180 euro voor kraanwater

Drinkwaterbedrijven zorgen dat er zuiver water uit de kraan stroomt. Maar dat wordt steeds moeilijker, waarschuwen ze. Gaan we straks meer betalen voor drinkwater?

Drinkwaterbedrijven maken zich zorgen over de verontreiniging van watervoorraden. Vitens, met 5,4 miljoen klanten in het noorden, midden en oosten van Nederland, gaat 2 drinkwaterbronnen sluiten. In Nijmegen en Zutphen zitten te veel chemicaliën in de bodem. Ook de Vereniging van waterbedrijven in Nederland, Vewin, wijst op het risico van grondwatervervuiling door boringen en de winning van schaliegas.

De kwaliteit van het leidingwater in Nederland is nog altijd goed. “En op korte termijn zullen we ook niet met een tekort te maken krijgen”, zegt woordvoerder Marco Zoon van Vewin. “We beschikken over voldoende zoetwaterbronnen. Maar we moeten daar niet lichtzinnig mee omgaan. Als de concentraties van ongewenste stoffen te hoog zijn, stijgen de kosten voor zuivering. Uiteindelijk kan een bron voor altijd verpest raken.”


zaterdag 13 september 2014

Bezoek de Hollandsche IJsselkering op Open Monumentendag 2014

Op zaterdag 13 september stelt Rijkswaterstaat tijdens Open Monumentendag twaalf locaties open voor publiek. Op zondag 14 september is één monument geopend. U bent op zaterdag van harte welkom op o.a. de stormvloedkering in Capelle aan den IJssel. De stormvloedkering is het eerste kunstwerk van de Deltawerken. Het complex legt bovendien een verbinding tussen de gemeenten Capelle en Krimpen aan den IJssel.

De stormvloedkering is een immens bouwwerk dat de laagst gelegen en dicht bevolkte delen van Nederland beschermt. Omdat de Hollandsche IJssel een belangrijke scheepvaartverbinding is, werd gekozen voor beweegbare schuiven in plaats van een dam. De schuiven worden gemiddeld vijf keer per jaar gesloten. Het complex was al een gemeentelijk monument en is recent aangewezen als rijksmonument, evenals de Haringvlietdam die ook onderdeel is van de Deltawerken en meedoet aan Open Monumentendag.

Tijdens Open Monumentendag zijn er tussen 10.00 en 17.00 uur rondleidingen over het complex. Deze starten aan de Ketensedijk 2a, Capelle aan den IJssel. De bezichtiging is inclusief atoombunker, waar tijdens Open Monumentendag bovendien een opstapplaats is voor een oldtimerbusrit langs monumenten. Voor een leuk en interessant dagje uit rond de dertien Deltawerken in Zuid-Holland, Zeeland en Brabant zie de website Beleef de Deltaroute.

vrijdag 12 september 2014

Waterschap opent deuren Bloemers gemaal

Waterschap Rivierenland opent zaterdag de deuren van het Bloemers gemaal in Appeltern voor het publiek. Dat gebeurt in het kader van Open Monumentendag. Samen met Stoomgemaal de Tuut vertelt het waterschap over de reis van het water door de gemalen in heden (Bloemers) en in het verleden (de Tuut).  Rondleiders begeleiden bezoekers door de gemalen. Voor kinderen zijn er verschillende activiteiten, zoals een puzzeltocht en wateronderzoek. De gemalen zijn open van 11.00 tot 16.00 uur.

De gemalen maken onderdeel uit van een fietsroute ontwikkeld door Regionaal Bureau voor Toerisme Arnhem Nijmegen, in samenwerking met onder andere het waterschap.  Aan de fietsroute is een App gekoppeld die aanstaande zaterdag officieel en in aanwezigheid van dijkgraaf Roelof Bleker gelanceerd wordt.

donderdag 11 september 2014

Waterschaarste kan worden teruggedrongen voor 2050

Onderzoekers van de Universiteit Utrecht en McGill University in Montreal menen dat waterschaarste over zo’n 35 jaar beduidend teruggedrongen kan zijn. Hun ideeën publiceerden ze in Nature Geoscience.

Waterschaarste heerst niet alleen meer in ontwikkelingslanden; ook de westerse wereld krijgt er steeds meer mee te maken. Op veel plekken in Europa en Noord-Amerika kun je op slechts een paar tijdstippen in de week je auto wassen of het gazon water geven.

De oorzaak van het probleem ligt voornamelijk bij irrigatietechnieken, industriële processen en klimaatverandering. Hoewel het een onoverwinnelijk probleem lijkt, menen dr. Yoshihide Wada, fysisch geograaf aan de Universiteit Utrecht, en dr. Tom Gleeson van de McGill University in Montreal, dat waterschaarste over zo’n 35 jaar beduidend teruggedrongen kan zijn.

Een gebied heeft waterschaarste als meer dan 40% van het water uit rivieren niet meer beschikbaar is omdat het al wordt gebruikt. Voor ongeveer een derde van de wereldbevolking geldt dit probleem. Hier is niet één oplossing voor, menen de onderzoekers, maar is per gebied een combinatie van zes verschillende strategieën nodig. De maatregelen bestaan onder andere uit het bouwen van meer waterreservoirs, betere ontzilting van zeewater, maar ook uit het verminderen van waterverbruik, dat volgens Wada en Gleeson realistischer is dan het verhogen van de toevoer.

woensdag 10 september 2014

Diepzeebiologie vraagt om betere regelgeving

Hoewel we nog maar weinig weten over de diepzee, gebruiken we dat gebied al wel om grondstoffen te delven voor elektronica en medicijnen. Bioloog Erik Dücker beschrijft in zijn proefschrift de geschiedenis van de diepzeebiologie en biedt aanknopingspunten voor beleid en bescherming van dit bijzondere maar moeilijk toegankelijke gebied. Hij promoveert op 23 september aan de Radboud Universiteit.

De diepzeebiologie doet onderzoek beneden de duizend meter. ‘De bovenste duizend meter en de bodem zijn bekend terrein, die zijn relatief gemakkelijk te onderzoeken’, aldus Dücker. ‘Maar daartussenin tasten we letterlijk en figuurlijk in het donker. Het is enorm duur en ingewikkeld om daar diepzeeonderzoek te doen, één dag expeditie kost 30.000 dollar. Maar de weinige biologen die wél naar beneden gaan, vinden bij iedere expeditie nieuwe soorten. Er ligt dus veel potentie voor nieuwe kennis.’


Vanwege al die potentie is een duidelijk beleid belangrijk. Industrieën als de diepzeemijnbouw zetten hoog in op licenties voor uitbating zonder dat de gevolgen van het mijnen goed te overzien zijn. Ze willen bijvoorbeeld ‘manganeesknollen’ oogsten van de bodem, die miljoenen jaren nodig hebben om te volgroeien en sporen bevatten van waardevolle zeldzame aardmetalen die bruikbaar zijn bij de productie van elektronica als iPhones. Ook inactieve hydrothermaalbronnen - scheuren in de aardkorst - bevatten zulke metalen.

Momenteel is 95% van de zeldzame aardmetalen metalen afkomstig uit China. Afnemers (voornamelijk Westerse landen) zijn op zoek naar alternatieve bronnen. De diepzee lonkt. Maar: ‘Het oogsten van manganeesknollen is absoluut niet duurzaam. De vorming ervan is het traagste geologische proces dat we kennen, ze zijn dus niet vervangbaar. Ook het oogsten zelf is een technisch lastig en kostbaar proces waardoor het lang als onmogelijk werd beschouwd om ze te mijnen. Toch verwachten experts dat dit binnen tien jaar op grotere schaal gaat gebeuren, dus ook hier moeten snel goede afspraken over worden gemaakt.’

Dücker hoopt met zijn proefschrift beleidsmakers te laten inzien dat ze niet alleen de diepzee, maar ook de diepzeebiologen moeten beschermen. ‘De weinige diepzeebiologen die er zijn, hebben nu vaak een dubbele rol. Ze worden benaderd door zowel overheden, bedrijven en milieubeschermers om onderzoek te doen en informatie te verzamelen. Het is een grote verantwoordelijkheid om goed met die dubbele rol om te gaan en onafhankelijk te blijven.’

‘Ons Water’ maakt water persoonlijk

Hoe ver woon je onder NAP? Waar komt jouw drinkwater vandaan? Welke waterprojecten worden in jouw buurt uitgevoerd? Op 10 september is de nieuwe website onswater.nl gelanceerd vol waterinfo en verhalen op postcodeniveau. Het doel is om Nederlanders waterbewuster te maken.

Weinig mensen weten wat er allemaal bij komt kijken om ons land droog en bewoonbaar te houden, wat er nodig is om het drinkwater op peil te houden en ons afvalwater te verwerken en wat de overstromingsrisico’s zijn. De zeespiegel stijgt en we krijgen meer rivierwater te verwerken, terwijl de bodem blijft dalen. Er komen meer periodes van droogte, naast periodes met  veel neerslag.

Water lijkt steeds minder in het DNA van Nederlanders te zitten, terwijl er de komende jaren grote investeringen nodig zijn voor een toekomstbestendig waterbeheer. Daarom wordt vandaag Ons Water landelijk gelanceerd. Deze meerjarige publiekscommunicatie biedt mensen op postcodeniveau informatie op momenten waarop ze direct met water in aanraking komen. Bijvoorbeeld bij waterprojecten in de buurt, bij recreatie, in de klas of bij actualiteit zoals wateroverlast of droogte. Er zijn ook veel persoonlijke verhalen van bewoners, ondernemers en jongeren te bekijken. Op de site staan tips om zelf bij te dragen aan schoon en voldoende water in de buurt. Met deze communicatie-aanpak wordt de waterproblematiek dichtbij mensen gebracht en persoonlijk gemaakt. Via Ons Water kunnen mensen inzicht krijgen in de grote projecten in hun omgeving gericht op waterveiligheid, zoetwatervoorziening en waterkwaliteit. Ons Water is in de afgelopen maanden al regionaal van start gegaan in Overijssel, Zeeland, Utrecht en Friesland. Het komende jaar komen de andere provincies aan de beurt.

Ons Water is een samenwerking van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat, de waterschappen, provincies, gemeenten en drinkwaterbedrijven. De waterpartners in de regio hebben een belangrijke rol in het succes van Ons Water. Belangrijk, omdat zij werken bij bewoners in de straat, de wijk of het natuurgebied waar mensen kunnen wandelen. Om te weten wat ze daar doen, waarom en wat dat voor bewoners betekent is te vinden op www.onswater.nl

Kom naar Watermakers Hengelo

Op zaterdag 13 september aanstaande opent Vitens de deuren van haar grootste drinkwaterproductiebedrijf in de Achterhoek tijdens ‘Watermakers Hengelo ’t Klooster’. Jong en oud kunnen tijdens deze open dag zien en beleven hoe het kraanwater gemaakt wordt. Hengelo ‘t Klooster is de grootste productielocatie van drinkwaterbedrijf Vitens in de Achterhoek. De locatie produceert elk jaar 5,4 miljard liter drinkwater, genoeg voor ongeveer 100.000 inwoners van Hengelo, Zelhem, Steenderen, Hummelo, Hoog-Keppel, Laag-Keppel, een gedeelte van Zutphen, Ruurlo en het centrum van Borculo.

‘Watermakers’ is een unieke kans om een kijkje achter de schermen bij Vitens te nemen. Drinkwaterproductiebedrijven zijn gewoonlijk niet toegankelijk voor bezoekers. Met deze open dag biedt Vitens omwonenden, gezinnen binnen het verzorgingsgebied en andere belangstellenden de gelegenheid de drinkwaterproductielocatie een keer te bekijken. Bezoekers kunnen op een interactieve en informele manier zien en ervaren wat er allemaal komt kijken bij het winnen, zuiveren en leveren van hun kraanwater. Bijzonder is dat bezoekers het water in de installaties daadwerkelijk kunnen zien, wat op veel andere locaties niet het geval is. Zij kunnen verder al hun vragen over drinkwater stellen aan medewerkers van Vitens. Kinderen kunnen zelf aan de slag met leuke activiteiten, zoals waterproefjes, water proeven, repareren van een lek, een Watermakers speurtocht en er zijn allerlei activiteiten op het zogenaamde kidsplein.

De locatie in Hengelo ‘t Klooster heeft een uitgebreide drinkwaterzuivering met onder meer ontharding. Naast deze ontharding past Vitens hier ondergrondse ontijzering toe om het ijzergehalte van het grondwater te reduceren, een unieke methode in Nederland. Vitens gaat duurzaam om met haar bronnen en winningen en daarom zorgen we in dit gebied voor watercompensatie om de effecten van onze waterwinning te compenseren. Net zoals op veel andere productielocaties van Vitens worden reststoffen, zoals kalkkorrels en waterijzer zo veel mogelijk opgevangen, waarna ze kunnen worden hergebruikt, bijvoorbeeld door de glas- en baksteenindustrie.

dinsdag 9 september 2014

Eerste schop in de grond voor Hoogwateraanpak ‘s-Hertogenbosch

Eind augustus is de aanleg van het waterbergingsgebied HoWaBo en de natuurontwikkeling in het Vlijmens Ven officieel van start gegaan. Tijdens een bijeenkomst staken alle 120 aanwezigen gezamenlijk op symbolische wijze de eerste schop in de grond. Hiermee werd het startsein gegeven voor de grootschalige werkzaamheden in het gebied, die duren tot eind 2017.

Het project HoWaBo omvat maatregelen om 's-Hertogenbosch te beschermen tegen wateroverlast. Een gebied van 750 hectare tussen Vlijmen, Vught en 's-Hertogenbosch wordt ingericht als waterbergingsgebied. Tijdens hoogwaterpieken op de Aa, Dommel en Maas kan water hier tijdelijk worden ‘geparkeerd'. Om de waterberging te realiseren wordt circa 10 kilometer aan kade aangelegd rondom het aangewezen gebied. De inlaat, waarmee water via het Drongelens Kanaal het gebied binnen stroomt, is in 2012 al opgeleverd. Naar verwachting wordt de waterberging eens in de 100 tot 150 jaar ingezet.


De waterberging grenst aan het natuurgebied de Moerputten en overlapt voor een groot deel het Vlijmens Ven. In dit Natura 2000-gebied wordt de komende jaren gewerkt om nieuwe natuur te ontwikkelen. Dit gebeurt onder de vlag van het Europese LIFE+ Nature project Blues in the Marshes. 170 hectare voedselrijke, voormalige landbouwgrond wordt in het kader van dit project afgegraven. Op de natte, schrale grond die zo ontstaat is het voor bijzondere planten en dieren, zoals de zeldzame vlinder pimpernelblauwtje, mogelijk om te leven. Een deel van de afgegraven grond wordt in het gebied hergebruikt door deze te gebruiken voor de aanleg van de kades rond de waterberging. Lambert Verheijen, dijkgraaf bij waterschap Aa en Maas, noemt hetgeen wat staat te gebeuren daarom uniek: "het zijn twee aparte projecten, maar ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden." 

maandag 8 september 2014

Natuuronderzoek met drones

Met behulp van de nauwkeurige digitale beelden die de drones (kleine, ultralichte, onbemande vliegtuigjes) verzamelen tijdens hun vluchten, kan worden vastgesteld welke gebieden droog of nat zijn. 'Eén van de problemen in de natuur is verdroging', vertelt Gedeputeerde Johan van den Hout (ecologie). 'Als je daar iets aan wilt doen, moet je wel precies weten waar dat het hardste nodig is. En of de maatregelen die je neemt uiteindelijk ook succes hebben. Met het slaan van peilbuizen meet je maar een heel klein stukje rond die peilbuis. En het kost erg veel tijd, energie en geld. Door het inzetten van deze op afstand bestuurbare vliegtuigjes kunnen we in korte tijd de gesteldheid van grote gebieden in kaart brengen. Dat is pure winst.'

De drone-vluchten worden uitgevoerd door HiView BV – gespecialiseerd in geologische luchtfotografie en geologische dataprocessing. De provincie Noord-Brabant financiert het drones-experiment samen met enkele andere partijen. Van den Hout: 'De techniek is nog volop in ontwikkeling en zal naar verwachting de komende jaren enorm aan belang winnen. Deze toepassing biedt dus innovatiemogelijkheden waar het bedrijfsleven van kan profiteren.'

Noord-Brabant heeft ongeveer 26.000 hectare uiterst waardevolle natuur - waaronder de Natura 2000-gebieden - die verdroogd is. 'We hebben onszelf tot 2027 de tijd gegeven om deze gebieden te vernatten', vervolgt Van den Hout, 'op dit moment zijn we in de helft van de gebieden al bezig met herstelwerkzaamheden. De kosten hiervan zijn ongeveer 100 miljoen euro die door verschillende partners betaald worden. We zijn er allemaal bij gebaat dat de metingen sneller, effectiever en goedkoper kunnen worden verricht.'

De verzamelde data komen eind van het jaar beschikbaar als een webapplicatie en als een app voor IOS apparaten. Samen met de beheerders van de drie Brabantse pilotgebieden (Kampina, de Brabantse Wal en de Grootte Peel) gaat de provincie de verzamelde data dan beoordelen op bruikbaarheid in vergelijking tot traditionele data. De eerste resultaten zijn veelbelovend.


vrijdag 5 september 2014

Insteekhaven Isselt krijgt bodembescherming

De insteekhaven in het gebied Isselt wordt veel gebruikt voor de beroepsvaart. Dit om goederen te lossen en voor de aanvoer van zand, grind & cement voor de betoncentrales. Aan de kant van de Vanadiumweg is een openbare laad- en loskade. In 2009 – 2010 zijn de damwanden langs een deel van deze haven vervangen. Na het aanbrengen van de damwand is de bodem langs de damwand verdiept, voor een betere bereikbaarheid van de beroepsvaart. De schroefwerking van de schepen veroorzaakt echter gaten in de bodem tegen de damwand aan. Hierdoor komt de stabiliteit van de damwand in gevaar. Het is daarom nodig om bodembescherming aan te brengen.

De gemeente Amersfoort heeft aannemersbedrijf BWO opdracht gegeven deze bodembescherming aan te brengen. Dit gebeurt in de periode van eind augustus tot medio november. De aannemer zal eerst de bodem ontgraven, in de strook langs de damwand. Daarna worden zinkstukken van wilgenhout aangebracht die verzwaard worden met stortsteen. Tegen de damwand aan wordt vervolgens beton aangebracht om te zorgen dat er geen uitspoeling van zand kan plaatsvinden tussen de zinkstukken en de damwand.

donderdag 4 september 2014

Rioolwaterzuiveringsinstallatie Walcheren omgebouwd tot Energiefabriek

Waterschap Scheldestromen heeft besloten de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) Walcheren om te bouwen tot een Energiefabriek. Tauw heeft via een openbare aanbesteding de adviesdiensten van de voorbereiding en de uitvoeringsbegeleiding binnengehaald.

Waterschap Scheldestromen werkt aan het energieneutraal maken van rwzi Walcheren. Bij het zuiveren van afvalwater blijft er slib over. Door dit slib te vergisten ontstaat er biogas, dat weer kan worden omgezet in elektriciteit en warmte.

Door het slibgistingsproces te optimaliseren, in combinatie met  het verwerken van een grotere hoeveelheid extern slib, kan de rwzi straks meer energie produceren en volledig voorzien in de eigen energiebehoefte. De zuivering wordt dus een echte Energiefabriek!

Tauw gaat de komende 1,5 jaar aan de slag met het maken van het ontwerp, het opstellen van de contractstukken en het begeleiden van de aanbesteding. De opdrachtsom voor Tauw bedraagt EUR 217.750,- Daarna volgt de realisatie van het project, waarbij we optioneel betrokken zijn.

‘Nadat we begin deze eeuw de waterlijn van de rwzi Walcheren hebben uitgebreid, vinden we het een grote uitdaging om nu mee te werken aan de realisatie van de Energiefabriek’, aldus Tauw-adviseur Marja Weijs. ‘In Nederland verlopen de meeste Energiefabriek-projecten niet zonder problemen; wij gaan ervoor om de realisatie van deze Energiefabriek goed werkend, tijdig en binnen budget af te ronden.’

Naar verwachting zijn de aanpassingen in 2017 gerealiseerd.

woensdag 3 september 2014

Eddy Moors hoogleraar Water en Klimaat aan de Vrije Universiteit

Eddy Moors is per 1 september benoemd tot deeltijd hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij gaat binnen het cluster Earth and Climate van de faculteit Earth and Life Sciences gedurende een dag per week de leerstoel Water and Climate bekleden. Hij zal zich aan de VU gaan bezighouden met een van de belangrijkste wereldproblemen van de toekomst.

Eddy is in 2012 aan de VU gepromoveerd op zijn onderzoek naar de interacties tussen het landoppervlak en de atmosfeer, met name gericht op het gebruik en beheer van water. Zijn nieuwe leerstoel sluit daar naadloos bij aan. Hij zal zich aan de VU gaan bezig houden met een van de belangrijkste wereldproblemen van de toekomst, namelijk de verdeling van water voor diverse gebruiksdoeleinden gedurende perioden van droogte. Het wordt steeds duidelijker dat er wereldwijd nog grote onzekerheden zijn over de gevolgen van de toenemende kans op droogte. Deze onzekerheid is met name groot op het gebied van de mechanismes rondom verdamping.

“Daarom is onderzoek naar droogte, de onderliggende processen, de gevolgen ervan, en mogelijke mitigerende maatregelen hard nodig,” zegt Eddy.  “Ik ga me in Amsterdam dan ook vooral richten op onderzoek naar veranderingen in de waterbalans gedurende relatief droge perioden als gevolg van klimaatverandering en veranderingen in de vraag naar water, met speciale aandacht voor de problematiek rondom verdamping. Verder richt ik me onder andere op de terugkoppelingsprocessen tussen grondwater en bodemvocht, en de opname door de vegetatie en verdamping.”

Het uiteindelijke doel van het onderzoek is het verkrijgen van meer kennis over de waterbeschikbaarheid in relatie tot bovengenoemde processen. Eddy Moors: “Ik hoop te kunnen komen tot betere voorspellingen van de (regionale) waterbeschikbaarheid in de tijd, dus per seizoen. Vanuit Alterra kunnen we deze fundamentele kennis dan weer beschikbaar maken voor waterbeheerders, zodat deze beter en tijdig kunnen inspelen op extreme omstandigheden en we verder onderzoek kunnen doen naar de relatie tussen water en bijvoorbeeld ecosystemen en gezondheid.”

dinsdag 2 september 2014

Realisatie nieuwe zeesluis stap dichterbij

Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland stellen Provinciale Staten voor om € 56,76 miljoen beschikbaar te stellen voor de nieuwe zeesluis.

Daarnaast stelt het college aan PS het Provinciaal Inpassingsplan Zeetoegang IJmond voor. Door de nieuwe sluis verbetert de bereikbaarheid van de havens in het Noordzeekanaalgebied voor grotere zeeschepen waardoor de regio economisch kan groeien.

Het PIP maakt de aanleg van de nieuwe sluis en daaraan gerelateerde planologische ingrepen mogelijk, zoals de aanpassing van de vaarweg en de wijziging van de primaire waterkering. Er zijn 12 zienswijzen ingediend waarvan één is overgenomen. Het betreft de roeivereniging die te dicht op de nieuwe sluis komt te zitten. De roeivereniging wordt in overleg verplaatst. Provinciale Staten gaan 22 september 2014 een besluit over het Provinciale Inpassingsplan nemen.

De huidige Noordersluis dateert uit 1929 en is technisch gezien op termijn aan vervanging toe. Om de schaalvergroting in de scheepvaart nu al op te kunnen vangen, is vanwege de internationale concurrentiepositie van het gebied de vervanging van de zeesluis naar voren gehaald. Met de komst van een nieuwe grotere zeesluis groeit de sluiscapaciteit mee met de groei van het scheepvaartverkeer. Schepen kunnen zodoende vlot en veilig langs het Noordzeekanaal varen. Door de nieuwe zeesluis wordt aan de vraag van de markt voldaan. De zeesluis levert een belangrijke bijdrage aan de bereikbaarheid van de bedrijven in het Noordzeekanaalgebied en het Europese achterland.

In het project Zeetoegang IJmond werkt het ministerie van Infrastructuur en Milieu samen met de gemeente Amsterdam, het Havenbedrijf Amsterdam NV en de provincie Noord-Holland.

maandag 1 september 2014

Proeflocatie waterzuivering ziekenhuis primeur voor Nederland

Staatsecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu heeft maandag 1 september in Sneek een proeflocatie geopend die ervoor gaat zorgen dat in de toekomst minder medicijnresten in ons water terechtkomen. Het Antonius Ziekenhuis heeft de Nederlandse primeur. Er is nog geen plaats in Nederland waar de mogelijkheid bestaat onderzoek te doen naar hoe medicijnresten gefilterd kunnen worden voordat het afvalwater het riool inloopt.

Tijdens de opening sprak de staatsecretaris haar waardering dat de sector zelf het initiatief neemt voor deze proeflocatie. “Op het terrein van geneesmiddelen en afvalwater liggen er veel kansen meer kennis te ontwikkelen. Niet alleen over de omvang van het probleem en de gevolgen, maar ook over de mogelijkheden om het afvalwater beter te zuiveren,” aldus Mansveld.

Metingen van waterschappen en drinkwaterbedrijven laten zien dat er resten van geneesmiddelen in het water zitten. Dit is nu nog geen probleem voor de gezondheid, omdat de gemeten waardes erg laag zijn. Door uitvoerig onderzoek te doen naar oplossingen wordt het afvalwater in toekomst schoner en minder belastend voor het milieu. Het is bovendien een kans voor Nederland om onze internationale positie als waterland te versterken.

Van alle resten van geneesmiddelen die in het milieu terechtkomen is vijftien procent herleidbaar naar verzorgingsinstellingen. Op de proefsite bij het ziekenhuis kunnen bedrijven in de watertechnologie met opstellingen uittesten welke vorm van zuivering het beste werkt. De kennis die ze hier opdoen gebruiken de bedrijven om de zuivering op grotere schaal in te zetten bij andere ziekenhuizen en zorginstellingen.

Het project in Sneek is een samenwerking tussen het Antonius Ziekenhuis, de WaterCampus in Leeuwarden en het onderzoekscentrum Wetsus. Het is mede gefinancierd door de provincie Friesland en het Rijk.

Maatregelenpakket Kaderrichtlijn Water 2016 – 2021

De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) stelt zich ten doel dat er in 2015 een goede toestand is bereikt in alle wateren en dat er duurzaam wordt omgegaan met water. Onder voorwaarden is het mogelijk de maatregelen in fasen tot uiterlijk 2027 uit te voeren. Wat dit voor Fryslân betekent, is beschreven in de provinciale notitie ‘KRW in Fryslân 2016- 2021’. Doelen, maatregelen, typering, status en begrenzing zijn voor ieder waterlichaam afzonderlijk opgenomen in zogenaamde factsheets. Die vormen de basis voor de nationale Stroomgebiedsbeheersplannen die het Kabinet, namens de lidstaat Nederland, bij de EU-commissie moet indienen. PS wordt gevraagd de gezamenlijke ontwerp-afstemmingsnota voor Noord-Nederland te onderschrijven en het ontwerp van de Friese nota en de geactualiseerde ontwerp-factsheets vast te stellen. Daarna worden de stukken ter inzage gelegd.