vrijdag 31 januari 2014

Utrecht eerste ‘Kraanwatergemeente’ van Nederland

De gemeente Utrecht is de eerste ‘Kraanwatergemeente’ van Nederland. De gemeente schenkt al jaren kraanwater bij vergaderingen en verklaart dit ook te blijven doen. Daarmee roept Utrecht alle gemeenten in Nederland op om ook kraanwater te schenken. Tijdens een feestelijke handeling aan de Waterstraat in Utrecht, die voor de gelegenheid door wethouder Mirjam de Rijk voor een dag werd omgedoopt tot Kraanwaterstraat, heeft de gemeente dit bekend gemaakt.  Met deze verklaring is de actie ‘Stem voor Kraanwater’ van start gegaan waarmee drinkwaterbedrijf Vitens hoopt zoveel mogelijk gemeenten over te halen kraanwater te schenken.
“Kraanwater is gezond, kost niks en is veel beter voor het milieu dan water in flesjes. Die flesjes worden vaak honderden kilometers vervoerd in vrachtwagens en het is een berg afval” zegt wethouder duurzaamheid en milieu Mirjam de Rijk. De wethouder roept ook de horeca op om kraanwater aan te bieden. “Gelukkig doen al steeds meer cafés en restaurants dat, en durven mensen er om te vragen.”
De Gemeente Utrecht telt inmiddels al 19 openbare drinkwatertappunten en binnenkort worden er nog twee geplaatst. Wethouder de Rijk heeft ook ProRail en de NS opgeroepen om op Utrecht Centraal, het grootste station van Nederland, op ieder perron kraanwaterpunten te plaatsen. Prorail en de NS hebben beloofd dit te onderzoeken zodra de verbouwing van het station klaar is.

donderdag 30 januari 2014

Friese Waterketen behoort tot koplopers

De Friese Waterketen behoort tot de koplopers van Nederland. Dit maakte de landelijke Visitatiecommissie Waterketen bekend. Fryslân loopt voorop met betrekking tot de regionale samenwerking in de waterketen. De Friese Waterketen toont ambitie, geeft de commissie aan in een brief aan de bestuurders van de waterketenpartners.
Een ambitie van de Friese Waterketen is de kostenvermindering van tien procent in de waterketen. Deze kostenvermindering heeft betrekking op de stijgende kosten voor drinkwater, riool en waterzuivering. Daarnaast vindt de commissie de plannen voor verdere samenwerking en besparing concreet. Er is veel aandacht voor het toepassen van innovaties. De commissie geeft aan dat de bezuinigingsmaatregelen uit de Arbak (toolbox) goed uitgewerkt zijn. De Friese Waterketen is daarmee een voorbeeld zijn voor andere regio’s in Nederland.
Samenwerking is de sleutel tot succes. Zo besteden de Friese gemeenten en Wetterskip Fryslân gezamenlijk grote opdrachten aan. Daarnaast werken ze aan rioleringsplannen en kijken ze naar goedkopere manieren van rioolbeheer. Naast de besparingsmaatregelen, gebruiken de partners in de Friese Waterketen innovatie technieken. Een voorbeeld hiervan is het terugwinnen van energie en grondstoffen uit afvalwater. Ook besparen op warm water door het gebruik van recycle douches is een voorbeeld van innovatie.
De Friese waterketen begint bij Vitens die uit grondwater drinkwater maakt en dit bezorgt bij huishoudens en bedrijven. De gemeenten transporteren het vervuilde water via het rioolstelsel naar de rioolwaterzuiveringsinstallaties van Wetterskip Fryslân. Provincie Fryslân verleent de vergunningen voor grondwaterwinning voor drinkwater. Daarnaast bewaken en verbeteren Wetterskip Fryslân en de provincie de kwaliteit van het oppervlaktewater

woensdag 29 januari 2014

Dijkwachters van Waterschap Groot Salland oefenen

Zaterdag 8 februari oefenen circa 300 vrijwillige dijkwachters van het Waterschap Groot Salland in de praktijk. Hierdoor raken ze vertrouwd met praktijksituaties en leren ze hun dijkdeel beter kennen, in dit geval het zuidelijk deel (onder de lijn Zwolle-Dalfsen).
De oefeningen vinden zo realistisch mogelijk plaats. Dijkwachters controleren de dijken op zandmeevoerende wellen, grote drijvende voorwerpen, nog aanwezige dieren op of langs de dijk (schapen, koeien, paarden) en obstakels zoals tractoren of andere voertuigen op de kruin van dijken. Dit zijn situaties die de dijkwachters ook tegen kunnen komen tijdens een werkelijke situatie met hoogwater.
Het Waterschap Groot Salland heeft 536 km dijken en kaden in beheer. Om deze waterkeringen in perioden van storm, hoogwater en ijsgang te kunnen controleren, staat het dijkleger paraat. Deze bestaat in totaal uit 700 vrijwilligers. Door regelmatig te oefenen is het dijkleger in noodsituaties nog beter op haar taken voorbereid.

dinsdag 28 januari 2014

Samenwerking afvalwaterketen goed op weg

Gemeenten en waterschappen zijn goed op weg om te besparen in de afvalwaterketen. Volgens de Visitatiecommissie Waterketen onder leiding van Karla Peijs blijft de samenwerking nog wel achter in 20% van de regio's. De Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gaan er vanuit dat door een tandje bij te zetten de afgesproken besparingen uit het Bestuursakkoord Water in 2020 worden gehaald.
De visitatiecommissie is ingesteld door het ministerie van Infrastructuur en Milieu om de voortgang van de afspraken in het Bestuursakkoord Water voor de waterketen in kaart te brengen. De doelen van dit Bestuursakkoord: beperking van de kostenstijging met 380 miljoen euro per jaar in 2020, verbetering van kwaliteit en vermindering van kwetsbaarheid. Volgens de commissie moet de ambitie bij een deel van de regio's omhoog om de doelen op landelijk niveau te halen.
Hennie Roorda van de Unie van Waterschappen: "We hebben als sector getekend voor de afspraken uit het Bestuursakkoord Water en willen en kunnen die ook nakomen. Er liggen mooie kansen die we moeten verzilveren. Er zullen overal, maar zeker in een aantal regio's, nog extra inspanningen moeten worden geleverd. Het rapport laat echter ook zien dat er al mooie resultaten worden geboekt. Er zijn volop initiatieven op het gebied van innovatie en duurzaamheid die ook leiden tot besparingen. Met deze 'best pratices' kunnen het peloton en de achterblijvers hun voordeel doen."
Kees Jan de Vet van de VNG: "Gemeenten en waterschappen zijn een eind op weg. Er wordt geïnvesteerd in kennisontwikkeling en -deling en in een nieuwe aanpak in de afvalwaterketen. Daarbij is er aandacht voor innovatie en duurzaamheid. De VNG en de Unie van Waterschappen zien ook verbeterkansen en ondersteunen de regio's met een projectorganisatie en kenniscoaches, zodat zij de gezamenlijke doelen kunnen halen." Ook STOWA en Stichting RIONED hebben een gezamenlijke kennisagenda uitgewerkt en diverse proeftuinen ontwikkeld. De visitatiecommissie doet de oproep om in de regio ook de samenwerking met de drinkwaterbedrijven op te pakken.

maandag 27 januari 2014

Keurmerk voor Vallei en Veluwe

Waterschap Vallei en Veluwe ontving op 16 januari 2014 drie certificaten voor waterzuivering. Alle stappen en kritieke punten bij het schoonmaken van rioolwater, het realiseren van projecten en het onderhoud aan technische installaties zijn nauwkeurig in beeld gebracht en gedocumenteerd. Certificerende instelling KIWA Nederland BV nam dit nauwkeurig onder de loep.
"Een mooi resultaat, waaraan in het eerste jaar van de fusie hard is gewerkt," vindt heemraad (dagelijks bestuurslid) Bert van Vreeswijk. "Deze certificering is het bewijs dat Waterschap Vallei en Veluwe kritieke processen serieus neemt en continue bezig is met risicobeheersing en maatregelen ter verbetering. Daarbij is de certificering een stimulans voor onze andere kerntaak, het zorgen voor voldoende en schoon water in kanalen, beken en sloten. Het nu behaalde keurmerk biedt ook uitdaging om het bereikte resultaat voor het zuiveren van afvalwater te beheersen en verbeteren. Processen als deze zijn immers nooit af."
Waterschap Vallei en Veluwe zuivert in zijn gebied op zestien rioolwaterzuiveringsinstallaties het rioolwater dat afkomstig is van ruim 1.000.000 inwoners en 37.000 bedrijven. In dit technische proces is Waterschap Vallei en Veluwe door KIWA Nederland BV getoetst op kwaliteit, arbeidsomstandigheden, waaronder de veiligheid van de medewerkers op de installaties en milieurisico's.

vrijdag 24 januari 2014

Actieplan Vaarrecreatie: balans tussen natuur en recreatie op het Wad

De Waddenprovincies Friesland, Groningen en Noord-Holland hebben, samen met havengemeenten, Rijk, natuurorganisaties en watersportsector, een 'Actieplan Vaarrecreatie Waddenzee' opgesteld.
In Den Oever is vrijdag 17 januari dit actieplan feestelijk ondertekend. Met dit plan willen de partijen een evenwichtige ontwikkeling van natuur en vaarrecreatie op de Waddenzee en een passende ontwikkeling van jachthavens aan de Waddenzee mogelijk maken. Uitgangspunt vormt de te actualiseren erecode 'Wad ik heb je lief' met 'spelregels' voor een verantwoorde omgang met het Wad.
Vaarrecreanten moeten zich meer bewust worden van de aanwezige natuur en de effecten  daarop als zij op het Wad verblijven. Door een combinatie van zowel Waddenbrede voorlichtings- en educatieactiviteiten als toezichts- en handhavingsmaatregelen willen de partijen hier gezamenlijk invulling aan geven. Uitgangspunt vormt de te actualiseren erecode 'Wad ik heb je lief' met 'spelregels' voor een verantwoorde omgang met het Wad. Gedeputeerde Joke Geldhof van de provincie Noord-Holland zegt het als volgt: "Het Wad toont zich altijd een goed gastheer en verdient het om met respect door haar gasten te worden behandeld. Ik ben bijzonder trots op alle betrokken organisaties, die met elkaar bereid zijn te werken naar een goede balans tussen natuur en recreatie op het Wad. Dit UNESCO werelderfgoed heeft unieke waarden die je moet kunnen blijven beleven.”
Op enkele kwetsbare plekken op het Wad, waar spanning bestaat tussen kwetsbare natuur en recreatievaart,  zal deze aanpak in proefprojecten in praktijk worden gebracht. Monitoring gedurende de proef moet leiden tot een goede balans tussen natuur en vaarrecreatie. De ervaringen uit deze pilots worden benut voor de aanpak van andere kwetsbare plekken op het Wad.

donderdag 23 januari 2014

Membraanonderzoek UT levert grote bijdrage aan eerste blauwe-energiecentrale

Waar rivier- en zeewater bij elkaar komen, kun je duurzame energie opwekken: blauwe energie. Met slim ontworpen membranen kun je namelijk elektriciteit halen uit het verschil in zoutgehalte. Komende maand wordt op de Afsluitdijk de eerste blauwe-energiecentrale ter wereld opgestart met membranen die werken met ionentransport. Onderzoekers van onderzoeksinstituut MESA+ van de Universiteit Twente leverden kennis voor de membranen en de technologie in deze centrale. Deze maand promoveren er twee van hen: David Vermaas en Enver Güler.
Waar zoet en zout water samenkomen, bijvoorbeeld waar rivieren in zee stromen, kun je elektriciteit opwekken. In zout water bevinden zich namelijk veel meer geladen deeltjes, ionen, dan in zoet water. Als je zout en zoet water scheidt door een membraan dat alleen positief of negatief geladen deeltjes doorlaat, dan ontstaat er een spanningsverschil dat je kunt omzetten naar elektriciteit. Het principe is al langer bekend, maar de efficiëntie was altijd veel te laag om grootschalige toepassing interessant te maken.
Dat is nu aan het veranderen. Komende maand wordt op de Afsluitdijk de eerste blauwe energiecentrale ter wereld opgestart die werkt op basis van ionentransport. De totale hoeveelheid elektriciteit die op de Afsluitdijk opgewekt zou kunnen worden, is gelijk aan 1200 miljard AA batterijen per jaar ofwel voldoende voor de energiebehoefte van 500.000 huishoudens. Deze pilotcentrale is een belangrijke tussenstap tussen het onderzoek in het lab en een commerciële elektriciteitscentrale.
Voor prof. dr. ir. Kitty Nijmeijer van onderzoeksinstituut MESA+ van de Universiteit Twente, die met haar vakgroep de afgelopen acht jaar intensief werkte aan het ontwikkelen en verbeteren van de membranen en de Blue Energy technologie, is dit een belangrijke stap voor de doorontwikkeling van de technologie. “De technologie is veelbelovend. Alleen al met het water van de Rijn dat in Nederland de zee in stroomt, kun je de elektriciteit van 80 procent van de Nederlandse huishoudens opwekken. En wereldwijd kun je ongeveer het gehele elektriciteitsverbruik opwekken met blauwe energie.”
“Op het moment kunnen onze membranen in het lab een vermogen van ongeveer 1,3 Watt per vierkante meter leveren. Om blauwe energie economisch rendabel te maken moeten we toe naar 2 tot 3 Watt per vierkante meter. Onze promovendi kunnen de centrale op de Afsluitdijk gebruiken als onderzoekfaciliteit om op grotere schaal de efficiëntie te verbeteren.”
De installatie, die wordt gerealiseerd door onder meer REDstack BV en Fujifilm, bevat in totaal nu vierhonderd vierkante meter aan membranen die per uur 220.000 liter zout en 220.000 zoet water kunnen verwerken. Dat aantal wordt de komende jaren verder uitgebreid naar 100.000 vierkante meter. Om ruimte te besparen worden er verschillende membranen direct achter elkaar geplaatst, op een afstand van 0,3 – 0.5 millimeter van elkaar. Voor een commerciële installatie heb je uiteindelijk miljoenen vierkante meters membraan nodig.
In januari promoveren er weer twee onderzoekers uit de vakgroep Membrane Science & Technology van Nijmeijer. David Vermaas, die op 17 januari promoveert, hield zich bezig met de hydrodynamica en vervuiling van de membranen. Hij optimaliseerde de manier waarop het water langs de membranen stroomt en bedacht een aantal manieren om vervuiling van de membranen te verminderen. Enver Güler die op 31 januari promoveert, hield zich bezig met de membraanontwikkeling. Hij ontwikkelde een membraan met de hoogste energieopbrengst tot nu toe. Inmiddels zijn er weer twee nieuwe promovendi in de groep van Nijmeijer gestart die het onderzoek van Vermaas en Güler zullen vervolgen.
Het onderzoek is onderdeel van het onderzoeksinstituut MESA+ en het Green Energy Initiative van de Universiteit Twente. Bij het onderzoek wordt intensief samengewerkt met het onderzoeksinstituut Wetsus, REDstack, Fujifilm en andere bedrijven.

woensdag 22 januari 2014

Nieuwe keileemkaart van Noord-Nederland gepresenteerd

Gedeputeerde Henk van de Boer heeft vanmiddag van TNO de Nieuwe Keileemkaart voor Noord-Nederland in ontvangst genomen. De aanwezigheid van moeilijk doorlaatbare keileem in de bodem is zeer bepalend voor de waterhuishouding in Drenthe en daarmee bijvoorbeeld ook voor de landbouw. Doordat de keileem in Drenthe vrij dicht onder het maaiveld ligt, zijn veel plaatsen in de provincie gevoelig voor zowel droogte als wateroverlast.
De kaart is een belangrijk beleidsinstrument voor overheden en waterschappen. De actualisatie van de keileemkaart is een samenwerking van de provincies Overijssel, Fryslân en Drenthe, de waterschappen Fryslân, Noorderzijlvest, Hunze en Aa's, Reest en Wieden, Velt en Vecht (thans Vechtstromen) en de Dienst Landelijk gebied, met de Provincie Drenthe als projectleider.
De keileem is van groot belang voor de lokale waterhuishoudkundige situatie. Keileem is een mengsel van klei, zand en grind en grote stenen en dit materiaal is in de Saaliën ijstijd (ongeveer 150.000 jaar geleden) met het ijs meegekomen. Het materiaal is afkomstig uit Scandinavië, werd onderweg vermengd met lokaal sediment en onder het ijs uiteindelijk verpulverd tot keileem. Nadat het ijs is verdwenen bleef de keileem achter. In later tijden is de keileem veelal bedekt geraakt met zand, veen of klei, maar op sommige plekken zoals bij de Havelterberg ligt het bijna aan de oppervlakte. In de beekdalen is de keileem meestal weer opgeruimd (geërodeerd) door de beken. Keileem is in Noord-Nederland over grote gebieden aanwezig en zo nu en dan is de laag meters dik. Het is erg compact en taai door de druk van het ijs. Daardoor kan neerslagwater minder snel infiltreren in de bodem. Het bepaalt daarmee in grote mate de productieomstandigheden voor de landbouw en de grondwaterstand in de natuurgebieden. Doordat de keileem in Drenthe dicht onder maaiveld ligt zijn veel landbouwgronden gevoelig voor natschade bij veel neerslag en droogte bij een tekort aan water. Ook beïnvloedt de aan- of afwezigheid van keileem de mate van bodemverdichting van landbouwgronden. Natuurgebieden zoals het Dwingelderveld zijn bekend om het grote oppervlakte natte heide. Dit zou zonder een keileemlaag in de ondergrond dicht onder het maaiveld niet het geval zijn. Daarnaast is keileem van belang voor het aanleggen van infrastructuur, de aan- of afwezigheid van archeologische vindplaatsen, aardkundige waarden, en de verspreiding van bodem of grondwaterverontreinigingen.
Om de nieuwe keileemkaart te kunnen maken, zijn vanaf 2010 veel grondboringen gedaan. Ook de terreinbeherende organisaties, waterleidingbedrijven, ingenieur- en adviesbureaus en gemeenten hebben boringen beschikbaar gesteld. Alle betrokken partijen hebben tijdens het proces actief meegedacht over het eindresultaat en hun ervaring en kennis beschikbaar gesteld tijdens meerdere workshops. De nieuwe keileemkaart is binnenkort o.a. te vinden in de Drentse bodematlas via het Geoportaal op de website. De kaart geeft de ligging van de keileem aan, maar ook de bovenkant en onderkant ten opzichte van maaiveld, de dikte en ook de weerstand van de keileem voor de infiltratie van neerslagwater vanaf het maaiveld naar de diepte. Bovendien zijn de gebruikte boringen op deelkaarten beschikbaar.
De actualisatie van de Nieuwe Keileemkaart is uitgevoerd door TNO. Ook heeft Deltares de keileemkaart opgenomen in het Noord Nederlands grondwatermodel, zodat deze informatie ook beschikbaar is voor berekeningen van effecten van ingrepen in de waterhuishouding.

dinsdag 21 januari 2014

Aanleg vispassages en stimulering economie gaan hand in hand

Uit onderzoek blijkt dat de 16 vispassages bij stuwen en gemalen, in 2010 en 2011 aangelegd door het Waterschap Groot Salland, goed functioneren. De aanleg werd gefinancierd door de provincie Overijssel, met als doel om de economie en werkgelegenheid in deze crisisperiode te ondersteunen.
In het voorjaar van 2013 zijn negen passages door het ingenieursbureau Arcadis gedurende zeven weken op de werking onderzocht. Dit onderzoek is verricht door in de belangrijkste periode waarin vis zich verplaatst: het voorjaar, de passages af te sluiten met een fuik. Ondanks het koude voorjaar zijn tijdens de onderzoeksperiode op deze manier meer dan 11.000 vissen (24 soorten) gevangen die de passages passeerden. Een deel van de grotere vissen is voor vrijlating gemerkt. Hierdoor kon worden aangetoond dat een aantal vissen twee en sommigen zelfs drie passages op rij waren gepasseerd.
De conclusie uit het onderzoek is dat de vispassages goed functioneren. Door het realiseren hiervan kan vis vanuit het Zwarte Water nu vrij optrekken naar Lemelerveld en Balkbrug. De passages zijn met name aangelegd in het Overijssels Kanaal, de Dedemsvaart en de Beentjesgraven.
Het vispasseerbaar maken van stuwen en gemalen levert een vergroting op van het paai- en leefgebied voor vissen. Dit heeft een positief effect op de visstand.

maandag 20 januari 2014

Nieuw laboratorium van zes waterschappen

Op vrijdag 10 januari onthulden medewerkers en bestuurders de naam van het nieuwe laboratorium aan de Loggerweg te Zwolle: Aqualysis. Het markeert het gezamenlijke centrale laboratorium voor zes waterschappen: Groot Salland, Vechtstromen, Reest & Wieden, Rijn & IJssel, Vallei & Veluwe en Zuiderzeeland. Bestuursvoorzitter Lida Schelwald: “We hebben hiermee een toekomstbestendig laboratorium gevormd, dat de waterschappen nog beter kan bedienen en dat staat voor een goede prijs-kwaliteit verhouding. Alle waterschappen delen in het kostenvoordeel dat door de samenvoeging wordt behaald. Het laboratorium staat dicht bij de hoofdtaken van het waterschap en staat voor hoge kwaliteit en lage kosten. Door de korte lijnen kan er snel geschakeld worden tussen de waterschappen als opdrachtgevers en het laboratorium als opdrachtnemer. Als hoofdlocatie is het laboratorium aan de Loggerweg in Zwolle gekozen.”

vrijdag 17 januari 2014

Ruimte voor de Rijn in de Arnhemse uiterwaarden

Stadsblokken-Meinerswijk in Arnhem gaat op de schop. Er worden maatregelen genomen zodat het gebied bij hoogwater meer water kan afvoeren. Tegelijk komt er meer ruimte voor recreatie op de momenten dat het geen hoogwater is. Minister van Infrastructuur en Milieu Melanie Schultz van Haegen gaf 16 januari het startschot door zelf met een graafmachine de eerste hap aarde te nemen uit de zomerkade.
Minister Schultz: “Stadsblokken-Meinerswijk moet een van de grootste uiterwaardparken van Europa worden, met ruimte voor water, natuur, recreatie en cultuurhistorie. Dit wordt een prachtig Gelders pareltje aan de rivier. Omdat we hier in Meinerswijk ruimte geven aan de rivier, zakt het waterpeil en houden de mensen in de omgeving ook in de toekomst droge voeten. We zijn op ruim dertig van dit soort plekken langs de Waal, Maas, Rijn en IJssel aan de slag om de rivieren meer  ruimte te geven. Daarmee wordt Nederland een stuk veiliger.”
Stadsblokken-Meinerswijk ligt tegenover het oude centrum van Arnhem, aan de zuidoever van de rivier de Rijn. Het is een uiterwaardengebied. Er ligt een buurtschap met zo’n twintig huizen, er zijn twee haventjes met woonboten en er is een natuurgebied. Ook zijn er resten te zien van –onder meer- vroegere steenfabrieken. En je vindt er nog sporen van de Tweede Wereldoorlog en de IJssellinie.
Het water van de Rijn komt uit Duitsland. Vlak voor Arnhem splitst de Rijn zich in de rivieren Nederrijn en IJssel. Als het water in de rivier erg hoog staat, spoelt er nu teveel water de IJssel in. Het idee is om de Nederrijn in Meinerswijk meer ruimte te geven, zodat een groter deel van het water straks hierlangs wegstroomt. Dat doen we met een aantal maatregelen:
Een deel van de zomerdijk langs de rivier wordt verlaagd, zodat hoogwater eerder de uiterwaard in en uit kan stromen
In de uiterwaard graven we grond weg zodat de Nederrijn bij hoogwater meer water kan afvoeren: we graven twee geulen in het gebied: een onder de John Frostbrug, een nabij de Plas van Bruil
We halen op sommige plekken struiken en puinsteen weg, zodat het hoogwater sneller weer de uiterwaard uit kan stromen
In 2013 is begonnen met het verleggen van kabels en leidingen. Ook is oude munitie opgeruimd die hier was blijven liggen na gevechten in de Tweede Wereldoorlog. Nu kunnen de twee geulen worden gegraven. Voorjaar 2015 zijn de waterwerken klaar.
Naast veiliger wordt Stadsblokken-Meinerswijk ook aantrekkelijker gemaakt. Er komen fiets- en wandelpaden, een struinvlakte, een trekpontje en drie vissteigers. Ook worden overblijfselen van een Romeins fort weer zichtbaar gemaakt in het landschap. Het Rijk werkt in dit project samen met de gemeente Arnhem en de provincie Gelderland. Het inrichtingsplan van de uiterwaarden maakt deel uit van een gebiedsvisie die de gemeente heeft opgesteld. Tijdens de planvorming zijn ook omwonenden, grondeigenaren en belangenorganisaties geraadpleegd.
Onze rivieren liggen ingeklemd tussen steeds hogere dijken, waarachter steeds meer mensen wonen. Bovendien regent het vaker en harder, waardoor de rivieren meer water moeten verwerken. Het gevolg: stijgende waterstanden en meer kans op overstromingen. Door de rivier meer ruimte te geven, kan het water beter wegstromen. Door dat zorgvuldig te doen, blijft het rivierlandschap aantrekkelijk en is toch de veiligheid voor de vier miljoen omwonenden gegarandeerd.

donderdag 16 januari 2014

Maritieme innovaties vragen om actieve overheid

Tijdens de nieuwjaarsreceptie van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders riep voorzitter Tineke Netelenbos op om van 2014 een jaar te maken, waarin de opgaande lijn voor de reders, na 6 jaar crisis, wordt gerealiseerd.
Wil Nederland daarvan profiteren, dan vraagt dat om een slagvaardig overheidsbeleid, zodat wetgeving de groei stimuleert en niet blokkeert. Netelenbos riep op om, net als in Noorwegen en Duitsland, een Nationale Code voor de regulering van werkschepen met spoed te introduceren, waardoor het vestigingsklimaat voor deze tak van de maritieme industrie aantrekkelijker wordt. (voorbeeld: nu valt iedereen die op een werkschip zit onder de regelgeving voor zeevarenden, ook al zijn het bijvoorbeeld mecaniciens)
De zeevaart is de sector die wereldwijd het meest footlose is van alle industriële activiteiten en landen concurreren hevig met elkaar. Daarom moet Nederland niet uit de internationale pas lopen. Geen koppen op internationale regelgeving, maar ook geen inspectiebeleid dat volstrekt geen rekening houdt met de internationale prioriteiten of gebaseerd is op eigen nationale prioriteiten. Dit verstoort het vestigingsklimaat in hoge mate. De minister van IenM meldde al op de ledenvergadering van de KVNR in november dat ze het met de reders eens is. Het jaar 2014 moet het jaar worden, waarin spijkers met koppen worden geslagen.
Nu Frankrijk ook private armed guards toestaat op haar schepen is Nederland het enige land in Europa dat dit nog niet toestaat. Zelfs het toegezegde wetsontwerp dat de inzet van gewapende private beveiligers mogelijk moet maken is nog niet verschenen. In het belang van een gezonde concurrentieverhouding is het dringend noodzakelijk dat er een interim-regeling komt.
Vanaf 1 januari 2015 mogen schepen die varen in de SECA-gebieden (Noordzee, Oostzee, Engels Kanaal) niet meer zwavel uitstoten dan 0,1 % (nu: 1,0%) Dit is nog 1 jaar te gaan. De noodzakelijke investeringen in scrubbertechnologie of in het retrofitten van schepen naar LNG kunnen door veel reders niet worden gerealiseerd, omdat banken geen leningen verstrekken. Dan rest veel reders geen keus dan over te schakelen naar de hele dure laagzwavelige brandstof.
Netelenbos deed een dringend beroep op de overheid om de in oprichting zijn de Nederlandse Investeringsinstelling (NII) II de benodigde leningen te laten verstrekken.
De reders vragen geen subsidie, zij vragen leningen, die naar verwachting binnen enkele jaren kunnen worden terugverdiend.
De redersvereniging ondersteunt actief de innovaties bij haar leden, via het nieuw leven inblazen van de Leerstoel Rederijkunde. Op de nieuwjaarsbijeenkomst ondertekenden de heer Rikken namens de Stichting Leerstoel Rederijkunde en professor Baller namens de TU Delft (TUD) daarvoor een samenwerkingsovereenkomst. Het doel van dit aparte onderwijsprogramma is de TU-studenten intensiever kennis te laten maken met de rederijwereld en om de instroom van academisch geschoolde werknemers op de rederijkantoren te vergroten. De overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van vijf jaar. De KVNR zal via de stichting Leerstoel Rederijkunde de opleiding financieren.

Rioolwaterzuivering Kampen functioneert steeds beter

De werking van de rioolwaterzuivering in Kampen is in de afgelopen dagen verbeterd. Het biologische zuiveringsproces kan zich langzamerhand herstellen. Van extra vuilaanvoer is geen sprake meer. Het waterschap hoeft nog slechts enkele aanvullende maatregelen te treffen. De precieze oorzaak van de verminderde zuiveringscapaciteit wordt nog onderzocht.
Het onderzoek tot nu toe heeft aangetoond dat één bedrijf meer vuil afvalwater loosde dan is toegestaan. Het ging niet om een lozing van giftige stoffen maar van organisch materiaal. Deze illegale lozing is op last van de Provincie gestopt. Het waterschap onderzoekt of de extra gemaakte kosten van enkele tienduizenden euro’s op de illegale lozer kunnen worden verhaald.
Bij een ander bedrijf heeft het waterschap eveneens onregelmatigheden aangetroffen. Nadere analyse van de in beslag genomen bedrijfsgegevens moet uitwijzen in welke mate het bedrijf buiten de vergunning heeft geloosd.
Daarnaast heeft het waterschap, om de zuiveringsinstallatie tijdelijk te ontlasten, een ander bedrijf gevraagd om hun afvalwater per tankauto naar een andere zuiveringsinstallatie af te voeren.
Het afvalwater dat op een zuivering binnenkomt wordt biologisch door micro-organismen (diverse bacteriën) gezuiverd. Door dit proces ontstaat zuiveringsslib met vuil. In de afgelopen weken kwam er veel meer organisch materiaal via de riolering naar de zuiveringsinstallatie in Kampen. Door deze toename hebben de organismen veel meer zuurstof nodig en wordt er veel meer zuiveringsslib geproduceerd. De consequentie is dat er meer zuiveringsslib moet worden afgevoerd, vers slib met actieve organismen van andere installaties moet worden opgehaald en veel extra zuurstof aan het zuiveringsproces moeten worden toegevoegd. Als de installatie te veel vuil krijgt te verwerken kan het water niet meer volledig worden gezuiverd. In die situatie dreigt milieuschade door de lozing van afvalwater.
Op de RWZI Kampen wordt per dag ongeveer 14 miljoen liter afvalwater gezuiverd. Dit is bijna 600.000 liter water per uur. Dit afvalwater is afkomstig van ca. 3.000 bedrijven en ongeveer 47.000 inwoners uit de gemeente Kampen.
Al dit water komt via ongeveer 300 kilometer gemeentelijke riolering op de RWZI in Kampen terecht. Na zuivering wordt het schone water geloosd op de IJssel. Er gelden strenge milieueisen voor dit schone water. De problemen hebben echter geen overschrijdingen en milieuschade veroorzaakt omdat de installatie met man en macht in bedrijf kan worden gehouden en er sprake was van een tijdelijke verhoogde lozing van onvoldoende schoon water. De kosten voor transport en zuivering van het Kamper afvalwater bedragen voor het waterschap ongeveer 1 miljoen euro per jaar.
Ook tijdens deze calamiteit is gebleken dat het veel tijd en inspanning vergt om illegale lozers op te sporen. Een overzicht van alle lozingen is ook nooit 100% waterdicht. Het zuiveringsproces is immers 24 uur per dag in bedrijf en het riool is altijd open.
Het herstel van een waterzuiveringsinstallatie kan na een storing weken tot maanden duren. Het waterschap wil de opsporingstechnieken en –methoden echter wel verfijnen zodat illegale lozers tijdens calamiteitensituaties sneller kunnen worden gestopt.

woensdag 15 januari 2014

Gemeenten geven mening over voorkeursstrategie bedijkte Maas

Schaap en fietser op dijkDe gemeenten langs de Maas (traject van Heumen/Katwijk tot aan Geertruidenberg) kunnen binnenkort hun mening geven over de voorkeursstrategie bedijkte Maas. Het gaat om een samenhangend pakket maatregelen aan weerszijden van de bedijkte Maas.
Dit moet ervoor zorgen dat er ook in de toekomst bij (extreem) hoogwater geen overstromingen plaatsvinden. De maatregelen moeten voor 2050 zijn uitgevoerd. De bescherming tegen overstromingen is nu nog gebaseerd op normen uit de jaren ’60. Ze moeten worden aangescherpt omdat de gevolgen van een overstroming inmiddels veel ernstiger zouden zijn. Daarnaast komt er meer water vanwege klimatologische veranderingen. De voorkeursstrategie houdt in dat op vrijwel alle plaatsen de dijken gering worden verhoogd. Op andere plaatsen worden mogelijkheden gecreëerd om hoge waterafvoeren van de Maas beter af te voeren (rivierverruiming) of tijdelijk op te vangen (retentie). Tegelijk worden zoveel mogelijk kansen benut om het gebied van en langs de Maas aantrekkelijker te maken.
Proces
De potentiële voorkeurstrategie voor de bedijkte Maas in Gelderland en Brabant is het resultaat van een regioproces dat in mei 2012 onder regie van de provincie Noord-Brabant is begonnen. Sindsdien zijn twee kansrijke strategieën verkend: één met alleen rivierverruimingsmaatregelen en één alleen op basis van dijkverhoging. De conclusies van die verkenning zijn betrokken bij het opstellen van de potentiële voorkeurstrategie die de voorzitter van het bestuurlijk overleg bedijkte Maas, gedeputeerde Johan van den Hout, nu ter consultatie aan de gemeenten, waterschappen en provincies voorlegt. Eind februari 2014 worden de uitkomsten van de consultatieronde verwacht en verwerkt tot een advies aan het Rijk. In september 2014 worden de hoofdlijnen van de voorkeursstrategie Bedijkte Maas aan de Tweede Kamer aangeboden. Dit moet leiden tot nieuw beleid op het gebied van de bescherming tegen overstromingen in het rivierengebied.
De voorkeursstrategie bevat volgens Van den Hout een ‘uitgekiend pakket aan maatregelen’ die niet elk op zich, maar alleen in samenhang kunnen leiden tot de beoogde veiligheid. ‘Wijzigingen op de ene plaats hebben gevolgen op andere plaatsen langs de rivier’, aldus van den Hout.

De volgende concrete maatregelen worden voorgesteld:
  • Weerdverlaging langs vrijwel de gehele bedijkte Maas. Dit betekent het afgraven van uiterwaarden vlak langs het zomerbed van de bedijkte Maas.
  • Twee retentiegebieden tussen Cuijk en Ravenstein (Kraaienbergse Plassen-west en Keent-zuid (Reek) om de top van een hoogwatergolf af te vangen. Hierdoor zijn benedenstrooms langs de bedijkte Maas minder maatregelen nodig. De twee locaties zijn door het rijk al ruimtelijk gereserveerd om deze bestemming te krijgen.
  • Een nevengeul voor de Maas in de uiterwaard tegenover Grave (grondgebied Heumen), mogelijk te combineren met het weer zichtbaar maken van het kroonwerk Grave. 
  • Weer open maken van de oude Maasmeander ter hoogte van Alem; Alem blijft bereikbaar. 
  • Een dijkverlegging tussen Bokhoven en Heusden. Dit vraagt oplossingen voor een steenfabriek en andere bedrijven. 
  • Benedenstrooms van Heusden is langs de Bergsche Maas een verbreding van het zomerbed voorzien van ongeveer 25 meter in de breedste uiterwaard. De bestaande uiterwaarden worden smaller.
  • Maasdijken worden dertig centimeter opgehoogd en in de breedte verbeterd, behalve op kwetsbare locaties waar dijkverhoging zou leiden tot een onaanvaardbare aantasting van landschap, woon/leefomgeving, infrastructuur en/of cultuurhistorie. Het gaat hier om de locaties Lith, Maren, Kessel, Oud Empel, Bokhoven, Kerkdriel, Heerewaarden, Moordhuizen, Maasbommel. Op deze plaatsen wordt de stabiliteit van de dijken op orde gehouden, bijvoorbeeld met damwanden in het dijklichaam. 
  • Benedenstrooms van Heusden worden de dijken met vijftig centimeter verhoogd (in plaats van dertig centimeter).
Direct betrokkenenAls over enkele jaren de uitvoering van maatregelen moet worden voorbereid, zullen de nu nog globale plannen worden ontworpen en besproken met direct betrokkenen (bewoners/bedrijven/eigenaren). De uitvoering zal op zijn vroegst rond 2020 kunnen beginnen.

dinsdag 14 januari 2014

Otter in Nieuwkoopse Plassen is succes voor het waterbeheer

In het Groene Hart is tot veler verrassing een levende otter gesignaleerd. Het dier werd op 12 december vastgelegd door een camera bij de Nieuwkoopse Plassen. Al in 2008 deed Alterra onderzoek naar de regio Nieuwkoopse en Reeuwijkse Plassen en concludeerde dat dit gebied een prima leefgebied voor de otter was. Enige kanttekening was nog het ontbreken van een goede verbinding tussen de Weerribben-Wieden, waar ze al zaten, en de Nieuwkoopse Plassen en omgeving. Die verbinding heeft in ieder geval één otter nu zelf gevonden.
De otter kwam tot de jaren zeventig nog voor in het westelijk laagveengebied, waar de Nieuwkoopse Plassen onderdeel van uitmaken. Versnippering, verkeer, vervuiling en verdrinking in visfuiken maakten toen een einde aan zijn aanwezigheid daar.
Nadat de soort weer was uitgezet in de Weerribben-Wieden, was een terugkeer naar het Groene Hart mogelijk via de randmeren, het Naardermeer en de Loosdrechtse en Vinkeveense Plassen. “Deze route is echter zo’n 100 kilometer lang,” zeggen Dennis Lammertsma en Hugh Jansman van Alterra, “en er zaten nogal wat infrastructurele barrières in. Maar we weten uit ervaring dat met name jonge mannetjes die op zoek zijn naar geschikt leefgebied grote afstanden kunnen afleggen. Vandaar dat we het niet echt als een verrassing zien dat een van hen het Groene Hart nu bereikt heeft. Voor het vestigen van een populatie is echter meer tijd nodig.”
Lammertsma en Jansman benadrukken dat het succes van dit verhaal niet zozeer zit in de otter zelf. “Natuurlijk kun je de uitbreiding van het otterareaal in Nederland zien als een succes van het natuurbeleid, maar het is ook, en misschien wel meer, een succes van het waterbeheer. De otter is weliswaar de kroon op het werk, maar hij stelt zeer hoge eisen aan zijn leefgebied. Schoon water, zonder vervuiling, met voldoende vis en rustplekken. Precies het soort gebied dat wij als mensen ook nodig hebben voor onze drinkwatervoorziening en recreatie. De otter komt pas als het leefgebied aan deze eisen voldoet. Daarom is zijn komst dus vooral een kroon op het werk van onze waterbeheerders.”

maandag 13 januari 2014

Grebbeliniedijk in oude luister

Het dijkverbeterproject van Waterschap Vallei en Veluwe is niet alleen een zaak van het waterschap zelf. Veel mensen en organisaties zijn er op een of andere manier bij betrokken: als gebruiker, als aanwonende of bijvoorbeeld als belangenbehartiger.
De Stichting Grebbelinie houdt zich bezig met alles wat met de Grebbeliniedijk te maken heeft. Ze is dan ook al jarenlang betrokken bij de voorbereidingen van het dijkverbeterproject, in het bijzonder waar het gaat om het traject tussen gemaal Malesluis en de stuw bij de Balladelaan in Amersfoort. Dat te verbeteren deel van de dijk is onderdeel van de kilometerslange Grebbelinie, die een paar honderd jaar geleden als verdedigingslinie tussen Rhenen en Bunschoten-Spakenburg werd aangelegd
Jan de Vries, secretaris van Stichting Grebbelinie, zat geregeld om tafel met Waterschap Vallei en Veluwe als belangenbehartiger van de Grebbeliniedijk. "Waar het ons vooral om ging, is dat de kazematten in de dijk tijdens de dijkverbeterwerkzaamheden worden ontzien en dat de dijk niet zo hoog wordt dat de kazematten in de grond verdwijnen. Dat gaat gelukkig niet gebeuren. Het waterschap gaat zorgvuldig om met de kazematten, sterker nog: ze herstelt ook het oude Grebbelinieprofiel in de dijk, dat in de loop der tijd was verdwenen. Kenmerkend in dat profiel is de knik in de dijk, die verdedigers van de Grebbelinie beschutting gaf.''
De Vries is blij dat met de dijkverbetering, vooral omdat ook het verdedigingswerk Werk bij Krachtwerk uit 1799, dat ligt waar de Hoogehorsterweg de linie kruist, wordt gerestaureerd. "Dat werk is in de afgelopen decennia flink beschadigd geraakt. Nu wordt de oude vorm in ere hersteld.''

Democratisch

De Stichting Grebbelinie doet historisch onderzoek en strijdt voor het behoud van de Grebbeliniedijk, inmiddels een rijksmonument. Ze houdt zich vooral bezig met de periode van de Tweede Wereldoorlog, het enige moment dat de Grebbelinie daadwerkelijk als verdedigingslinie in gebruik is geweest. Overblijfselen uit die tijd, zoals kazematten en anti-tankversperringen vind je dan ook op vele plekken in de liniedijk. Alleen al in de Grebbeliniedijk langs de Eem, het 4,5 kilometer lange traject dat wordt verbeterd, liggen negentien kazematten.
Over de manier waarop het waterschap omgaat met de cultuurhistorisch belangrijke Grebbeliniedijk, heeft Jan de Vries niets dan lof. "Ik vind het sowieso bewonderenswaardig hoe democratisch het waterschap bij dit project te werk gaat. Het praat al jarenlang met allerlei belanghebbenden en probeert met iedereen rekening te houden.''
Toch heeft De Vries persoonlijk nog wel wat bedenkingen bij het dijkverbeterplan. "Als je ziet hoe de laatste jaren het klimaat is veranderd, heb ik twijfels of het huidige plan wel voldoende is. We zien een stijgende zeespiegel, grote stormen, harde regenbuien... Ik ben zelf bang dat de dijk over twintig of dertig jaar misschien wel weer opnieuw moet worden verbeterd. Maar het is lastig kijken in de toekomst.''

vrijdag 10 januari 2014

Projectplannen van de Brabantse Wal tijdens eerste interactieve informatieavond

Op 23 januari 2014 opent bestuurslid Hieltjes van waterschap Brabantse Delta de eerste interactieve informatieavond op de Brabantse Wal. Tijdens deze avond kunt u de plannen bekijken, vragen stellen aan verschillende betrokken partijen en eventueel uw zienswijze ter plaatse indienen.
In de Brabantse Wal werkt waterschap Brabantse Delta onder andere aan het project Noordpolder. Dit gebeurt in samenwerking met Natuurmonumenten. Waar vroeger de Noordpolder werd leeggepompt om de gronden geschikt te maken voor landbouw, probeert het waterschap dit gebied nu natter te maken. In het verleden voerde het waterschap water snel af uit het gebied met behulp van drainage en slootjes. Dit water bleek van erg goede kwaliteit. Water dat het gebied nodig heeft om de ecologie te herstellen. Daarom wordt dit water nu in het gebied vastgehouden. Bij hevige neerslag dient de Noorpolder tevens als waterbergingsgebied. Omringende landbouwgronden blijven op die manier langer vrij van wateroverlast.
Ook Jagersrust is een project van waterschap Brabantse Delta. Regenwater dat er wegzakt in de bodem beïnvloedt de kwaliteit en hoeveelheid water in zowel gebied Jagersrust, Groote Meer  en Noordpolder. Het waterschap probeert de hoeveelheid en kwaliteit van dit water te verhogen, door water vast te houden in het gebied. Hierdoor krijgt de natuur een kans en dat komt de waterkwaliteit en ecologie ten goede. Bovendien zorgt het waterschap voor een mooier gebied door vennen, beken en sloten te herstellen.
De informatieavond start om 19.30 uur in ‘Volksabdij Onze Lieve Vrouw ter Duinen' in de Onze Lieve Vrouw ter Duinenlaan 199 in Ossendrecht. U kunt deze avond informatie krijgen over de plannen, gebiedskaarten bekijken en in gesprek gaan met betrokken partijen, omwonenden, de projectmanager of bestuurslid Hieltjes van het waterschap.

donderdag 9 januari 2014

Inspectie Waalbrug kost meer tijd

De inspectie van de Waalbrug in Nijmegen vergt meer tijd dan in eerste instantie verwacht. Het op een veilige manier inspecteren van de onderkant van de brug kost meer tijd. De harde wind bemoeilijkt de inspectie. Op basis van de inspectiewerkzaamheden van dinsdag is de planning aangepast. Inspecteurs van het ingenieursbureau, dat in opdracht van Rijkswaterstaat de brug onderzoekt, hebben tot en met zaterdag 11 januari nodig om inspecties vanaf de brug zorgvuldig uit te kunnen voeren. Het verkeer dient tot en met zaterdag rekening te houden met hinder.
De verkeersoverlast is tot nu toe beperkt. Dinsdag was er helemaal geen file. Woensdagochtend was er drukte staduitwaarts, omdat slechts één rijstrook in die richting beschikbaar is. De verwachting is dat vrijdag de meeste hinder plaatsvindt, omdat dan in beide richtingen slechts één rijstrook open is. Op dat moment is het verkeersaanbod op de brug echter relatief laag.
Helemaal buiten de spits werken, is geen optie omdat er voor de inspecties daglicht nodig is. Rijkswaterstaat en de gemeente Nijmegen vinden het jammer, dat de inspecties niet volgens de meest snelle planning kunnen worden uitgevoerd. In de planning en communicatie is rekening gehouden met onvoorziene omstandigheden, die ervoor kunnen zorgen dat het werk langer duurt.
De brug wordt aan de onderkant geïnspecteerd met een laagwerker. Een klein bakje hangt aan een lange arm vanaf de brug tot ver onder de brug. De harde wind vertraagt veilige inspecties. Onderdelen aan de onderkant zijn moeilijk te inspecteren.
Op donderdag 9 januari is een deel van de dag het fietspad en de busbaan aan de westzijde van de brug afgesloten. Het autoverkeer ondervindt dan geen hinder. Daarnaast worden op donderdag ook inspecties aan de oostzijde van de brug voortgezet. Fietsers en voetgangers richting Nijmegen-Noord worden over de rijbaan geleid. Hierdoor is voor het autoverkeer staduitwaarts op dat moment slechts een rijstrook beschikbaar.
Op vrijdag 10 en zaterdag 11 januari is er de hele dag slechts één rijstrook stadinwaarts en één rijstrook staduitwaarts beschikbaar voor het autoverkeer. De busbaan en ook de fiets- en voetpaden zijn gewoon beschikbaar.


Aa en Maas betreurt naheffing waterschapsbelasting in gemeente Den Bosch

BSOB int de waterschapsbelastingen voor waterschap Aa en Maas. Bij een interne controle binnen BSOB is gebleken dat er administratie gegevens ontbraken van ongeveer 2000 woningen en bedrijven uit de gemeente Den Bosch. Hierdoor zijn sinds 2011 geen aanslagen waterschapsbelasting verstuurd naar deze adressen. Het gaat om de eigenaarsheffing van 2011 en de gebruikersheffing over de jaren 2012 en 2013. BSOB heeft een eerste slag gemaakt om de niet verzonden aanslagen alsnog te versturen. Het is immers verplicht deze belasting(en) alsnog te betalen.
Waterschap Aa en Maas betreurt de ontstane situatie 'We begrijpen dat dit onverwachts extra kosten met zich meebrengt. Daarom is het mogelijk met BSOB een betalingsregeling te treffen zodat er in termijnen betaald kan worden.'

woensdag 8 januari 2014

Uitbreiding Prinses Beatrixsluis voor betere bereikbaarheid over water

Een forse impuls voor de bereikbaarheid van Nederland over het water,” zo noemt minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu de uitbreiding van de Prinses Beatrixsluis in Nieuwegein. De minister heeft vandaag het Ontwerp-Tracébesluit getekend voor een 3e kolk bij de sluis, zodat de aannemer naar verwachting in 2016 kan beginnen. “Met de nieuwe kolk kan de scheepvaart vanaf 2020 vlot, betrouwbaar en veilig de Prinses Beatrixsluis passeren”, aldus de minister.
De investering vergroot de capaciteit van het Nederlandse vaarwegennetwerk voor de binnenvaart. De uitbreiding van de sluizen vermindert de wachttijd voor binnenvaartschippers. Daarnaast zorgt de extra sluiskolk ervoor dat schepen met een diepgang tot 4 meter vlot, veilig en betrouwbaar de Beatrixsluis kunnen passeren. 
Meer dan tweederde van de goederen die jaarlijks via de Rotterdamse haven ons land binnenkomen, worden door de binnenvaart vervoerd naar economische centra in en buiten Nederland. Daarmee ontlast de binnenvaart het wegverkeer en biedt het een betrouwbaar en goedkoop alternatief. Voorspelbare reis- en passagetijden van sluizen zijn daarbij van groot belang.
Minister Schultz: “Met de aanleg van de 3e kolk bij Prinses Beatrixsluis lossen we een belangrijk knelpunt op in de vaarweg tussen Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen, de tweede vaarwegverbinding van Nederland.”
De Prinses Beatrixsluis is met ruim 50.000 schepen per jaar een van de drukste binnenvaartsluizen van Nederland. De sluis uit 1938 is ook de grootste monumentale binnenvaartsluis van Nederland. Omdat steeds meer en grotere schepen het Lekkanaal (een korte verbinding tussen de Lek en het Amsterdam-Rijnkanaal) gebruiken, wordt de sluis een knelpunt. Minister Schultz heeft daarom besloten de 3e kolk aan te leggen. De nieuwe kolk wordt 270 meter lang en 25 meter breed. De huidige twee kolken zijn 225 meter lang en 18 meter breed. Na de aanleg van de 3e kolk kunnen grote schepen met een diepgang van 4 meter de sluis passeren. Voor de 3e kolk is een budget van 216 miljoen uitgetrokken.

dinsdag 7 januari 2014

Tauw ontwerpt 9 vismigratievoorzieningen voor Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Door advies- en ontwerpwerkzaamheden voor vismigratieknelpunten te bundelen, kunnen kosten tijdens de voorbereidingsfase worden gereduceerd. Met dit idee heeft Tauw voor Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier onderzoek gedaan naar het vispasseerbaar maken van 9 vismigratieknelpunten verspreid door Noord-Holland.
Tauw heeft voor 4 stuwen, 4 gemalen en 1 sluis advies uitgebracht over de meest optimale wijze om deze kunstwerken vispasseerbaar te maken. Het resultaat is een schetsontwerp, inclusief kostenraming. Daarnaast is een start gemaakt met het vergunningenmanagement door een quickscan uit te voeren voor alle relevante omgevingsfactoren, waaronder ecologie, explosieven, archeologie, en kabels en leidingen.
Met het aanleggen van vismigratievoorzieningen wordt invulling gegeven aan het uitvoeringsprogramma van de Kaderrichtlijn Water. Het aanleggen van vismigratievoorzieningen draagt bij aan een duurzame visstand.

maandag 6 januari 2014

Rioolwaterzuivering Kampen blijft extra belast

Het Waterschap Groot Salland heeft een bedrijf opgespoord dat te vuil afvalwater loost op de riolering die is aangesloten op de rioolwaterzuivering aan de Oslokade in Kampen. Vastgesteld is dat het bedrijf meer heeft geloosd dan volgens de vergunning is toegestaan. Inmiddels heeft het bedrijf deze lozing gestopt.
De rioolwaterzuivering (RWZI) blijft echter, ook zonder deze lozing, te zwaar belast. Het onderzoek naar de oorzaak van de te zware vuilaanvoer gaat daarom volop door. Medewerkers van het waterschap nemen ook deze week bij bedrijven extra monsters van het afvalwater met als doel de vervuiler op te sporen. De monsters worden onderzocht in het waterschapslaboratorium. De oorzaak
van de te zware belasting wordt niet veroorzaakt door een giftige stof, maar komt door grotere hoeveelheden organisch materiaal.
Ten behoeve van het functioneren van de RWZI en de opsporingsacties moeten extra kosten worden gemaakt. Deze bedragen zo'n 10.000 euro per week.
De belasting van de RWZI Kampen blijft zwaar, maar wel beheersbaar door aanvullende capaciteit
in te zetten. Zo worden extra blowers ingezet om voldoende zuurstof in de beluchtingstank te blazen waardoor de bacteriën hun werk kunnen doen. Op deze manier blijft het gezuiverde water voldoen aan de gestelde eisen door Rijkswaterstaat voor lozing op de IJssel. Op de RWZI Kampen wordt het afvalwater van bedrijven en inwoners uit de gemeente Kampen (inclusief omliggende kernen) gezuiverd. Het gaat per dag om ongeveer 14 miljoen liter afvalwater. Al dit water komt via de gemeentelijke riolering op de RWZI. Na zuivering komt het schone water terecht in de IJssel.

vrijdag 3 januari 2014

'Het lukt als we het samen doen'

Heemraad Dick Veldhuizen is blij dat de uitvoering van de dijkverbetering nu echt kan beginnen. "Als waterschap moeten we zorgen dat de dijken veiliger worden. Dat geeft overlast, maar we krijgen er een veiliger en mooier gebied voor terug."
 
Hoe belangrijk is het dat de dijkverbetering kan beginnen?

"Beginnen betekent duidelijkheid. En er is een financieel belang. Dit project wordt door het rijk gefinancierd, maar moet wel voor 2017 zijn gerealiseerd. Daarnaast is veiligheid de belangrijkste taak van het waterschap. We moeten zorgen dat de dijken op tijd voldoende sterk zijn."

Hoe is de buitenwereld betrokken bij de dijkverbetering?

"Er is vanaf het begin zo veel mogelijk samengewerkt met belanghebbenden. Gemeenten, sportvissers, landbouw- en natuurorganisaties, aanwonenden... Dat heeft veel tijd gekost, maar ook erg veel opgeleverd. Er zijn samen oplossingen gezocht en gevonden, zoals fietspaden, realisering van nieuwe natuur en dijkomleggingen."

Wat gaat het publiek er van merken?

De uitvoering brengt overlast met zich mee. Maar we doen er alles aan om dit zoveel mogelijk te beperken. Daarom is het belangrijk dat het werk per traject zo kort mogelijk duurt. De aannemer heeft daarin een grote verantwoordelijkheid. Maar samenwerking en afstemming met belanghebbenden speelt ook een grote rol. Wij zorgen er dus voor dat het waterschap en de aannemer altijd bereikbaar zijn. Letterlijk dichtbij. Ik weet zeker dat we na het project een nog mooier gebied realiseren, maar dat kan alleen als we het samen
doen."

donderdag 2 januari 2014

Over Rijnwater, meisjes en slaappillen

Wetenschappers van de TU Delft hebben de aanwezigheid van medicijnresten in het Rijnwater voor het eerst gekoppeld aan de demografische eigenschappen van de bewoners langs de Rijn. Dit kan helpen om de vervuiling van drinkwater met medicijnresten beter aan te pakken. De onderzoekers publiceerden op vrijdag 27 december over hun bevindingen in het wetenschappelijke tijdschrift Environmental Research Letters.
Dertig miljoen mensen zijn op de Rijn aangewezen voor hun drinkwater en 37 procent van het Nederlandse drinkwater komt uit rivierwater (het meeste daarvan wordt aangevoerd door de Rijn). Drinkwater is tot op zekere hoogte vervuild met medicijnresten en daarom is het van groot belang om dit proces van vervuiling beter te begrijpen. Onderzoekers van de TU Delft hebben daarom samen met Het Waterlaboratorium de waterkwaliteit in de Rijn gekoppeld aan demografische gegevens van het gebied. Ze hopen zo een gedetailleerd beeld te krijgen van de invloed van omwonenden op de waterkwaliteit van de rivier.
Ze namen op 42 punten langs de rivier watermonsters; deze punten lagen steeds 20-30 kilometer uit elkaar. De onderzoekers begonnen in de buurt van de bron van de Rijn en eindigden vlak voor Lobith, bij de Nederlands-Duitse grens. Ze keken vervolgens naar de concentraties van een groot aantal medicijnen, zoals bepaalde slaapmiddelen en antidepressiva. Deze medicijnresten komen via de urine in het rioolwater, en zo in de Rijn terecht.
‘Jongeren en ouderen gebruiken hele andere medicijnen en in andere hoeveelheden. Het medicijngebruik verschilt ook nog eens per nationaliteit. Die verschillen zijn zo groot dat we dit inderdaad konden merken in de meeste stoffen in het rivierwater’, zegt onderzoeker Rolf Hut van de TU Delft.