woensdag 31 juli 2013

Kanalen, irrigatie en corruptie bewaken met een smartphone

Door de standen van sluizen en pompen in een kanaalsysteem via een app op de smartphone te regelen, kan watergebruik efficiënter worden gemaakt en watercorruptie worden tegengegaan. Volgens wetenschappers van de TU Delft zou het zo simpel kunnen zijn als ter plekke een foto maken van het waterpeil. Zij hebben hun innovatie ondergebracht in het spin-off bedrijf ‘Mobile Canal Control’. Ze verwachten dat hun systeem wereldwijd zal aanslaan in landen die te kampen hebben met waterschaarste en/of corruptie bij de watervoorziening. Op dit moment wordt het meten van waterpeilen en sluizen met een smartphone-app al opgepakt door diverse waterschappen in Nederland.
Wereldwijd zijn meer dan 100.000 kanalen in gebruik om irrigatiewater te transporteren van bron naar gewassen. De waterstroom kan worden geregeld met verschillende systemen, zoals kleppen, sluizen en pompen, die in 95% van de gevallen nog handmatig worden bediend
Om zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de momentane vraag om irrigatiewater, wordt vaak te veel water geleverd. Er wordt minimaal 10% meer water geleverd dan nodig is, zodat er altijd voldoende water beschikbaar is bij alle aftappunten.
Een ander probleem met handmatig bediende kanalen is dat sluisoperators kunnen worden omgekocht om bepaalde gebruikers meer water te geven. Ook diefstal van water uit kanalen is geen uitzondering.
In de afgelopen decennia is voor een oplossing voor deze problemen vooral gekeken naar automatisering van kanalen. Maar deze oplossing is voor kleinere systemen simpelweg te duur. Voor grote kanalen zou automatisering de investering misschien nog wel waard zijn, maar het onderhoud van de installaties onder invloed van een open en vaak vijandige klimaat is dan een punt dat voortdurend aandacht behoeft en zeer kostbaar is.
Wetenschappers van de TU Delft werken op dit moment aan een oplossing waarin de voordelen van automatisering (nauwkeurig en flexibel waterbeheer) worden gecombineerd met die van handbediening (er hoeft geen kwetsbare technische apparatuur te worden geïnstalleerd), in de vorm van een app op een smartphone, die dienst doet als interface tussen kanaal, sluisoperator en centrale ‘controlekamer’.
Het Delftse idee gaat uit van low-tech implementatie op locatie, waarbij in principe alleen een QR-code nodig is, terwijl alle high-tech computermodellen en berekeningen op een centrale vestiging in Delft worden geïmplementeerd en uitgevoerd.
Het komt erop neer dat de sluisoperator met één druk op de knop een foto maakt van de sluis, het waterpeil en een speciaal soort QR-code, en deze foto automatisch met de exacte GPS-coördinaten naar een centraal systeem wordt gestuurd, waar de nieuwe stand van de sluis exact wordt berekend en teruggestuurd. Na het bijstellen dient ter controle nog een foto van de nieuwe situatie gemaakt te worden.
Als extra beveiliging wordt tegelijkertijd een foto van de operator gemaakt met de frontcamera en wordt een eenmalig cijferslotcode voor het slot op de sluis naar de smartphone verzonden. Laatste stap in de procedure is dat het systeem doorgeeft naar de app wat de meest optimale volgende locatie is die door de operator moet worden bezocht.

dinsdag 30 juli 2013

Duizenden vissen maken gebruik van vispassage gemaal Halfweg

De vispassage bij het boezemgemaal in Halfweg werkt. Dit voorjaar onderzocht Tauw in samenwerking met Visserijbedrijf Kalkman de werking van de in 2012 in gebruik genomen passage. Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft in 2012 een vispassage bij het boezemgemaal in Halfweg aangelegd. Door de aanleg is voor vissen een vrije verbinding tussen Rijnlands boezem (ringvaart van de Haarlemmermeer) en het Noordzeekanaal gerealiseerd.
Dit voorjaar heeft Tauw samen met Visserijbedrijf Kalkman de werking van de vispassage onderzocht.
Tijdens de onderzoeksperiode zijn meer dan 45.000 glasalen dit voormalige knelpunt gepasseerd. Naast de aal maakt ook de driedoornige stekelbaars massaal gebruik van deze nieuwe mogelijkheid om Rijnlands boezem binnen te zwemmen. Op topdagen werden maar liefst 7000 glasalen en 14.000 stekelbaarzen geteld. De vispassage werkt dus goed.
Met dit onderzoek toont Tauw niet alleen de werking van de vispassage aan, maar kunnen ook aanbevelingen worden gedaan hoe de vispasseerbaarheid kan worden geoptimaliseerd.
De visvriendelijkheid van het vijzelgemaal zelf is al tijdens een eerder onderzoek in het najaar van 2012 door Tauw aangetoond.

maandag 29 juli 2013

Tauw werkt aan 41 watersysteemanalyes voor waterschap Hollandse Delta

Tauw stelt in opdracht van waterschap Hollandse Delta watersysteemanalyses op voor 41 waterlichamen in het beheergebied van het waterschap. De analyses vinden plaats in het kader van de planvorming voor de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor de periode 2015-2021.
De watersysteemanalyses vormen voor het waterschap Hollandse Delta de basis voor de gebiedsprocessen die zij in het najaar zullen opstarten voor de KRW-planvorming. In de analyses wordt duidelijk welke knelpunten er zijn in de biologische en ecologische waterkwaliteit, waar die door worden veroorzaakt en welke maatregelen nodig zijn voordat de gestelde waterkwaliteitsdoelen gehaald kunnen worden. De analyse richt zich dus zowel op de biologische component van het watersysteem (vis, waterplanten, algen, macrofauna) als op de chemische component (voedingsstoffen, prioritaire stoffen, bestrijdingsmiddelen). Voor een aantal waterlichamen verricht Tauw ook veldonderzoek naar toxiciteit en nalevering vanuit de waterbodem.
Een goede waterkwaliteit is belangrijk. Omdat water zich weinig aantrekt van landsgrenzen, zijn internationale afspraken nodig. Daarom is sinds eind 2000 de Europese Kaderrichtlijn Water van kracht. Die moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in Europa in 2015 op orde is.
Tauw heeft jarenlange ervaring met KRW-projecten. Zowel in beleidsvoorbereiding, planvorming als in het ontwerpen en realiseren van maatregelen. Lees meer over onze expertise op dit gebied.

vrijdag 26 juli 2013

Versterking natuur in randzone Oostvaardersplassen van start

Provincie Flevoland en Staatsbosbeheer hebben met gemeente Lelystad de ambitie uitgesproken om een deel van de randzone van de Oostvaardersplassen opnieuw in te richten. Mede dankzij het vrijvallen van een Europese bijdrage, buiten de provincie begroting, is de financiering van het project rond en kan met de werkzaamheden gestart worden. De bijdrage, waar alle provincies een verzoek voor in mochten dienen, is afkomstig van het rijk en is specifiek bedoeld voor dit project. Gedeputeerde Staten heeft daarop volgend ingestemd met het overhevelen van het beschikbare projectbudget naar Staatsbosbeheer, de uitvoerende partij.
Binnen het project worden diverse maatregelen uitgevoerd ter verbetering van de natuurkwaliteit, de recreatieve routestructuur en de mogelijkheden voor natuurbeleving. Zo wordt een half open landschap gecreëerd met ongeveer 70 hectare open water, moeras en plasdras. Dit halfopen landschap vergroot het leefgebied van een aantal - in (inter-)nationaal perspectief- zeldzame en bedreigde soorten, zoals de ringslang, roerdomp, porseleinhoen en bruine kiekendief.
Gedeputeerde Bert Gijsberts, “Deze maatregelen verbeteren zowel de natuurkwaliteit als de natuurbeleving en maken het mogelijk dat de natuur daadwerkelijk ervaren kan worden door de bezoeker. De ingrepen zijn daarmee erg waardevol voor het bestaande natuurgebied Oostvaardersplassen.”
De EU heeft als voorwaarde voor het beschikbaar stellen van de POP-gelden gesteld dat de middelen zodanig moeten worden aangewend dat er zeldzame en bedreigde diersoorten mee in stand worden gehouden. Met de te nemen maatregelen wordt zowel aan deze voorwaarde als aan de geformuleerde herstelopgaven voor de Oostvaardersplassen voldaan.
Een andere doelstelling is om de natuur rond de Oostvaardersplassen beter beleefbaar te maken. Daarom legt Staatsbosbeheer onder meer een observatiehut en wandelpaden aan. Later wordt ook een fietspad aangelegd.
De Europese bijdrage komt uit het Europese Plattelandsontwikkelingsprogramma POP2, dat projecten ondersteunt die uiteindelijk moeten leiden tot een mooier, vitaler en leefbaarder platteland. Dankzij het vrijgevallen EU budget (€ 900.000,) en een cofinanciering die de provincie uit rijksgeld inzet (€ 300.000,-) kan het project versneld uitgevoerd worden. Naar verwachting is het project in 2014 gereed.

donderdag 25 juli 2013

Ballast Nedam en Rohde Nielsen winnen aanbesteding Kustwerk Katwijk

Het hoogheemraadschap van Rijnland en de gemeente Katwijk hebben het project Kustwerk Katwijk gegund aan de aannemerscombinatie Ballast Nedam & Rohde Nielsen. Dit integrale project combineert de noodzakelijke zeewaartse kustversterking bij Katwijk met meer ondergrondse parkeerruimte en duin- en recreatiegebied. De uitvoering start op 1 oktober 2013 en het project wordt eind 2014 opgeleverd. Het strand blijft tijdens het zomerseizoen van 2014 beschikbaar voor recreatie. Het engineering & construct (E&C) contract heeft een waarde van circa 38 miljoen euro.
Een veilige waterkering is van groot belang voor Katwijk en grote delen van de Randstad. De huidige primaire waterkering loopt door het dorp, waardoor een deel van Katwijk buitendijks ligt. Door de nieuwe zeewaarts gerichte waterkering komt het hele centrum van Katwijk binnendijks te liggen. De huidige duinenrij wordt verbreed en in de duinen wordt een dijk aangelegd. Direct achter deze dijk komt een ondergrondse parkeergarage, die ruimte biedt aan 670 parkeerplaatsen. Het hele gebied wordt opnieuw ingericht. Door de bredere duinen ontstaat meer ruimte voor natuur en recreatie.
In de Europese aanbestedingsprocedure hebben de opdrachtgevers de Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI) geselecteerd door met name te sturen op beperking van de overlast, integrale projectbeheersing en zorgvuldige communicatie met de omgeving.
Ballast Nedam & Rohde Nielsen hebben deze vraagstelling uitgewerkt in een aanpak, waarin de bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid tijdens de projectuitvoering worden gewaarborgd door te werken in opeenvolgende bouwstromen. Zandsuppletie, aanleg van de dijk, ruimtelijke inrichting en ruwbouw van de parkeergarage worden uitgevoerd in één vloeiende beweging. De voordelen hiervan zijn minimaal ruimtebeslag, korte hinder per locatie, maximale veiligheid, een optimaal bereikbaar strand, het best mogelijke (aan)zicht en minimale hinder van stuifzand. Met de inzet van Lean Bouwen, Bouw Informatie Modellen (BIM) en Systems Engineering (SE) bewerkstelligen deze repeterende bewegingen ook een hoge mate van projectbeheersing.
De activiteiten van Ballast Nedam & Rohde Nielsen vullen elkaar goed aan. Rohde Nielsen is verantwoordelijk voor de zandsuppletie, die ongeveer 25% van het werk omvat. Het bedrijf is een van de drie partijen, die in opdracht van Rijkswaterstaat t/m 2016 onderhoud aan de Nederlandse kust gaat uitvoeren. Ballast Nedam verricht de werkzaamheden aan land.
In het project Kustwerk Katwijk werken het hoogheemraadschap van Rijnland, de gemeente Katwijk, de provincie Zuid-Holland en Rijkswaterstaat samen aan een veilige en mooie Katwijkse kust met voldoende parkeergelegenheid. Kustwerk Katwijk maakt deel uit van het tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2), waarin de Rijksoverheid en de waterschappen intensief samenwerken om Nederland te beschermen tegen overstromingen. Zij werken samen om op 89 plekken in het land de primaire waterkeringen te versterken.
Rohde Nielsen A/S, gevestigd in Kopenhagen, Denemarken is wereldwijd actief als maritiem baggerbedrijf. We streven ernaar onze positie als grootste onafhankelijke baggerbedrijf in Scandinavië te behouden. Dat doen we door de beste dienstverlening en kwaliteit te leveren tegen lage kosten ten behoeve van onze klanten, ons bedrijf en het milieu.
We voeren een moderne vloot van 39 speciaal gebouwde en zeer wendbare schepen. Met hun geringe diepgang zijn deze schepen in staat om dicht onder de kust te werken. Elk schip in onze vloot is uitgerust met de meest geavanceerde technologie.
Als familiebedrijf hebben we een servicegerichte organisatie opgebouwd die zich richt op flexibiliteit, kennis en efficiency. Dit wordt weerspiegeld in korte responsetijden, uitstekende prestaties en heldere afspraken die gedurende de projecten worden nagekomen. http://www.rohde-nielsen.dk
Ballast Nedam werkt aan integrale projecten in Nederland op de vier werkgebieden huisvesting, mobiliteit, energie en natuur. Binnen deze focus richten we ons op de nichemarkten industriebouw, offshore windmolens, secundaire grondstoffen en alternatieve brandstoffen. Op een aantal expertisegebieden zijn we ook internationaal actief. Het aandeel Ballast Nedam is opgenomen in de Amsterdam Small Cap Index (AScX) van NYSE Euronext.
Ballast Nedam kiest voor levenscyclus denken en doen: wij ontwikkelen, realiseren, beheren en hergebruiken. We zijn langdurig betrokken bij beheer, onderhoud en exploitatie van projecten en organiseren financiële haalbaarheid. Onze toeleverende en specialistische bedrijven leveren onderscheidend vermogen door innovatie, kostenleiderschap en inkoopkracht. Het aanbod van Ballast Nedam verschuift naar modulaire producten en specifieke product-marktcombinaties met meer toegevoegde waarde.

woensdag 24 juli 2013

PEC Zwolle omarmt ‘Kraanwater, graag’

PEC Zwolle gaat voor het seizoen 2013/2014 een samenwerking aan met drinkwaterbedrijf Vitens om kraanwater op de kaart te krijgen. Het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland is dit jaar gestart met een meerjarige bewustwordingscampagne ‘Kraanwater, graag’ om kraanwater het podium te geven dat het verdient. Deze campagne siert het komende seizoen op de voorkant van zowel het thuis- als uittenue van de Zwollenaren.
De samenwerking met PEC Zwolle past uitstekend in het streven van Vitens om de bewustwording over kraanwater te vergroten door de meerwaarde van kraanwater zichtbaar te maken. Vitens vindt dat we trots moeten zijn op ons kraanwater omdat het van hoge kwaliteit, duurzaam, lekker en gezond is. PEC Zwolle, als frisse eredivisieclub, ondersteunt onder meer via PEC Zwolle United vele maatschappelijk relevante projecten. De club is ook dit jaar weer door de KNVB genomineerd voor de “Meer dan voetbal” award. De uitgedragen boodschap ‘Kraanwater, graag’, sluit dan ook perfect aan bij de zienswijze van PEC Zwolle. Momenteel wordt er met meerdere partijen gesproken die PEC Zwolle en ‘Kraanwater, graag’ willen ondersteunen.  
Naast zichtbaarheid in de vorm van de boodschap ‘Kraanwater, graag’ op de shirts van PEC Zwolle, gaan Vitens, PEC Zwolle en de overige partners het drinken van kraanwater promoten. Dat gebeurt onder andere door het plaatsen van kraanwatertappunten rondom het veld voor de selectie- en jeugdspelers en rondom het IJsseldelta stadion voor alle bezoekers. Vitens en PEC Zwolle zetten zich in om bij alle gemeenten binnen de regio Zwolle en bij de 21 regionale sportclubs waarmee PEC Zwolle samenwerkt de consumptie van kraanwater te stimuleren. Daarbij ligt het accent vooral op de jeugd. Het is daarnaast ook de intentie om zoveel mogelijk (maatschappelijke) organisaties en partijen, waaronder de overige drinkwaterbedrijven in Nederland, te betrekken bij het bredere programma ‘Kraanwater, graag’.
Het bewustwordings-programma ‘Kraanwater, graag’ van Vitens heeft tot doel om de voordelen van kraanwater onder de aandacht te brengen. Want: Kraanwater is van zeer hoge kwaliteit, gezond, goedkoop, duurzaam en milieuvriendelijk. Vitens wil daarom iedereen in staat stellen om ook buitenshuis te kunnen genieten van kraanwater en spant zich daarom samen met de stichting Join the Pipe in voor het plaatsen van openbare tappunten op sportclubs, scholen, op straat en op stations. Daarnaast heeft Vitens een educatieprogramma op meer dan 500 basisscholen en werkt Vitens samen met meerdere festivals en evenementen. 

dinsdag 23 juli 2013

Extra water voor Texel

Met ingang van vandaag voert PWN via speciale tankwagens extra drinkwater aan naar het eiland Texel. Twee keer per dag zullen 10 tankwagens met elk 30.000 liter drinkwater vanaf het vasteland de voorraadkelder in Den Burg gaan aanvullen.
PWN heeft tot deze extra aanvoer besloten omdat wordt voorspeld dat de huidige hittegolf blijft voortduren. Daaraan gekoppeld ziet PWN een extra hoge vraag naar water, net als andere waterbedrijven in Nederland. Op het eiland Texel is de plaatselijke bevolking van ca. 14.000 personen vanwege de vakantie toegenomen tot ca. 60.000 mensen.
Normaliter wordt het eiland via twee onderzeese waterleidingen vanaf het vasteland voorzien van drinkwater. Eind juni bleek dat een van deze leidingen in het Marsdiep is gebroken. Vanwege de moeilijke locatie is de reparatie een ingewikkelde klus die veel voorbereiding en specialistische apparatuur en kennis vraagt. De andere leiding is extra gecontroleerd en prima in orde.

Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte

Waterbeheerders houden extra vinger aan de pols in verband met het droge weer. Vanuit het Watermanagementcentrum Nederland in Lelystad informeert Rijkswaterstaat waterbeheerders over de actuele situatie. Waterbeheerders treffen maatregelen, zoals het vasthouden van water en bewaken van de waterkwaliteit.
De afvoer van de Rijn en Maas is nog ruim voldoende, zelfs relatief hoog voor de tijd van het jaar. Er komt via de Rijn en Maas dus nog voldoende water het land binnen. De droogte van de afgelopen weken in combinatie met het aanhoudende mooie weer, zorgen er wel voor dat de afvoer van beide rivieren geleidelijk aan minder wordt. Op dit moment bieden Rijn en Maas nog voldoende mogelijkheden voor aanvoer naar regionale wateren. Rijkswaterstaat blijft de situatie monitoren.
Rijkswaterstaat treft maatregelen om de gevolgen van droogte tegen te gaan. Op de grote meren wordt water vastgehouden door minder af te voeren richting zee. In West Nederland wordt de invloed van verzilting nauwlettend gevolgd. Met extra doorspoelen wordt het oplopen van het zoutgehalte in het Volkerak-Zoommeer tegengegaan.
Ook waterschappen treffen maatregelen, zoals het inlaten van water om het peil op hoogte te houden. Met stuwen wordt extra water vastgehouden. In hoger gelegen delen van Nederland wordt gestuurd op het beperken van watergebruik, bijvoorbeeld door het instellen van een beregeningsverbod. Ook monitoren de waterschappen voortdurend de waterkwaliteit op onder andere zuurstofgehalte en blauwalg.
De Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) geeft tijdens het droogteseizoen droogteberichten uit. Met deze berichten worden waterbeheerders geïnformeerd over de actuele situatie. Vanwege de bijzondere situatie in juni (hoge waterstanden op de Rijn na veel neerslag in het stroomgebied) was de uitgave van de droogteberichten tijdelijk stopgezet. Met de huidige weersomstandigheden wordt het uitgeven van droogteberichten weer relevant, daarom pakt de LCW de berichtgeving weer op.

TNO helpt Mara-regio Tanzania aan gezonder drinkwater zonder fluor

TNO ontwikkelt een zuiveringstechniek om in Tanzania op lokale schaal fluor uit grondwater te halen zodat dit drinkbaar wordt. De techniek moet lokaal inzetbaar, zeer goedkoop en kleinschalig zijn en uit te voeren door de lokale bevolking. Daarnaast moet het proces weinig energie kosten. Met een eerste installatie worden in de toekomst circa 2000 inwoners in een gebied met 600.000 inwoners van fluorvrij water voorzien.
Deze maand startte TNO een met Ontwikkelingsorganisatie SNV, BoP Innovation Center, Hatenboer-Water en Dunea in Tanzania een project om de Mara-regio op een duurzame, decentrale manier van gezond drinkwater zonder fluor te voorzien. Fluor, dat in sommige landen van nature voorkomt in grondwater, kan bij hogere concentraties erg schadelijk zijn voor de gezondheid. Overdoses fluor leiden tot ernstige problemen aan het gebit en het skelet. Bij gebleken geschiktheid zal de ontwikkelde techniek in meerdere landen en regio’s worden aangeboden.
In Nederland wordt water centraal in drinkwaterfabrieken behandeld, TNO ontwikkelt nu een toepassing voor een Tanzaniaanse dorpsbevolking. Daarvoor evalueert en selecteert TNO bestaande technieken om het fluor uit het water te verwijderen om die vervolgens door te ontwikkelen en aan te passen tot ze aan de eisen voldoen die door de locatie gesteld worden. De zuivering zal bediend moeten worden door lokale bevolking en mag weinig of geen energie kosten. Dit maakt dat de techniek eenvoudig toepasbaar zal zijn in kleine dorpjes tot 2.000 inwoners. Daarna bouwt Hatenboer-Water een pilotinstallatie om die met lokale partners te gaan demonstreren.
Sinds 2007 is TNO actief met innovatieve projecten in ontwikkelingslanden. Dit project wordt gefinancierd door het ministerie van Buitenlandse Zaken en het TNO-programma Innovation 4 Development.

maandag 22 juli 2013

Waterakkoord tussen gemeente Steenwijkerland en waterschap

Op 11 juli 2013 ondertekenden wethouder Jos van den Nouland en dagelijks bestuurslid van het waterschap, Karst Spijkervet, het waterakkoord tussen de gemeente Steenwijkerland en het waterschap Reest en Wieden.
Jos van der Nouland: ‘We moeten samen blijven optrekken op het gebied van water om de maatschappelijke kosten zo laag mogelijk  te houden.‘ Karst Spijkervet: ‘Door de samenwerking zijn er al veel projecten uitgevoerd en dat scheelt het waterschap en de gemeente in de kosten. En dat zetten we voort.’
De gemeente Steenwijkerland en waterschap Reest en Wieden werken al langer samen op verschillende wateronderwerpen. Om die samenwerking in de afvalwaterketen en in het waterbeheer meer structuur te geven en voor een aantal actuele onderwerpen verder uit te werken, leggen gemeente en waterschap de gezamenlijke afspraken vast in een bestuurlijke overeenkomst: het Waterakkoord.
De huidige samenwerking tussen gemeente en waterschap gaat over het gezamenlijk beheer van riolering en zuivering van afvalwater, individuele behandelingssystemen voor afvalwater, meten riooloverstorten en gemalen, beheer van lokale vaarwegen en het gezamenlijk aanbesteden van baggerwerkzaamheden. Gemeente en waterschap werken verder samen met de vijf andere kerngemeenten in het beheergebied van het waterschap aan een doelmatiger waterbeheer, zoals het opstellen van een gezamenlijk afvalwaterplan, afstemmen van investeringen en het beheer en onderhoud van watergangen, stuwen en gemalen.
In het waterakkoord zijn alle lopende afspraken tussen gemeente en waterschap gebundeld. De afspraken kunnen zo beter worden beheerd. Beide partijen zijn zo transparant naar elkaar toe, maar ook naar de ‘klanten (burgers en bedrijven) en naar de toezichthoudende instanties (rijk en provincies).
Door samen te werken worden kosten bespaard en worden de activiteiten van gemeente en waterschap beter op elkaar afgestemd. Dit komt de kwaliteit van de dienstverlening ten goede.
In het waterakkoord leggen gemeente en waterschap vast op welke wijze ze zullen samenwerken. Het waterakkoord is het raamwerk voor de samenwerking. De concrete uitwerking van de samenwerking vindt per onderwerp plaats in modules, behorend bij het waterakkoord. Als er in de toekomst nieuwe thema’s zijn waarop wordt samengewerkt, dan worden deze in nieuwe modules bij het waterakkoord gevoegd. Zo blijft het akkoord actueel.

vrijdag 19 juli 2013

Zwemmen in grote rivieren bijzonder gevaarlijk

Bij hoge zomerse temperaturen trekken altijd veel mensen naar de vele strandjes langs de grote rivieren als de Waal, Rijn, Lek, Geldersche IJssel en Maas. Het zwemmen in de grote rivieren, maar ook in kanalen, kan echter levensgevaarlijk zijn. Rijkswaterstaat waarschuwt dan ook voor de grote risico’s die het zwemmen in de grote rivieren met zich meebrengt. Met deze waarschuwing hoopt Rijkswaterstaat mogelijke ongevallen met dodelijke afloop te voorkomen.
Zwemmen in de grote rivieren en langs de oever tussen de kribben kent een aantal niet te onderschatten risico’s:
  • Door een plaatselijk sterke stroming kunnen zwemmers worden meegezogen of in een draaikolk terechtkomen. De sterke stroming zit niet alleen in het stromende deel van de rivier (waar de schepen varen), maar is ook verraderlijk aanwezig tussen de kribben. Zwemmen tussen de kribben wordt, hoe onschuldig het ook lijkt, ten stelligste afgeraden. In het verleden zijn op meerdere plaatsen hierdoor mensen verdronken.
  • De scheepvaart maakt het zwemmen extra gevaarlijk. Vanaf een schip zijn zwemmers niet of nauwelijks te zien. Schepen gaan vaak sneller dan de meeste mensen denken en door de zuiging van de veelal grote vrachtschepen kan een zwemmer naar een schip worden toegetrokken. Deze waterverplaatsingen houden nog minutenlang aan, vaak lang nadat een schip al is gepasseerd. Als twee schepen elkaar passeren, wordt deze zuigende kracht alleen nog maar groter. Het waterpeil kan bij passerende schepen soms wel meer dan 50 cm zakken en vervolgens snel weer stijgen. Dit gebeurt ook tussen de kribben.
  • De waterbodem bij de oever is soms verraderlijk steil. Ook wanneer het strand bij de rivier geleidelijk lijkt af te lopen, kunnen er onverwacht diepe kuilen voorkomen. Het water van de grote rivieren is vaak troebel door werveling van water en zand. Hierdoor kunnen zwemmers niet zien of er kuilen in de bodem aanwezig zijn en of er onder water obstakels liggen waaraan ze zich kunnen bezeren of verwonden.
  • Bij laag water, wat in de zomer vaker voorkomt, bestaat het relatief weinige water in de bedding van de rivier dan nog uitsluitend uit de vaargeul. Met het terugtrekken van het water is de scheidingslijn tussen de vaak diepe vaargeul en de oever niet waarneembaar. Bovendien kan zand vanaf de stranden afbrokkelen en in de vaargeul verdwijnen. Vooral daar waar de waterlijn op gelijke hoogte met de kop van de kribben is, is het gevaar het grootst.
  • Het water in de rivieren is vaak erg koud en de temperatuur van het water kan sterk wisselen. Hierdoor is de kans op kramp en onderkoelingsverschijnselen erg groot.

Rijkswaterstaat ruimt scheepswrakken uit de weg

Rijkswaterstaat verwijdert in juli en augustus 2013 op de Noordzee en de Westerschelde twee scheepswrakken gedeeltelijk en één volledig. Deze wrakken liggen in de weg voor de scheepvaart. Met de verwijdering verbetert de bereikbaarheid van de zeehavens en de veiligheid op de vaarweg. Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) bracht 11 juli 2013 een bezoek aan de bergingswerkzaamheden in de Westerschelde.
Minister Schultz: “Onze zeehavens zijn van groot belang voor de Nederlandse economie. Meer dan de helft van al het goederenvervoer van en naar Nederland gaat per zeeschip. De wrakken die Rijkswaterstaat nu verwijdert, vormen een obstakel op belangrijke toegangsroutes naar de zeehavens. Om de positie van de zeehavens te versterken, is het daarom van belang de wrakken te verwijderen.”
De scheepswrakken hinderen het scheepvaartverkeer. Door de scheepswrakken hebben de vaargeulen niet de minimale benodigde veilige diepte voor grote schepen en de ruimte om de wrakken veilig te passeren is voor grote schepen beperkt. Een vierde wrak staat op de planning om in 2014 gedeeltelijk verwijderd te worden.
Het wrak van het stoomvrachtschip ‘Ariana’ in de Westerschelde veroorzaakt een versmalling van de vaargeul. Schepen moeten nu om het wrak heen varen. Een kraan verwijdert alle delen van het wrak die boven de vereiste waterdiepte uitsteken, zodat de vaarweg weer verbreed kan worden. Uiterlijk in augustus zijn de werkzaamheden gereed.
Ruim vijftig kilometer uit de kust van IJmuiden is tegelijkertijd ook een deel van een scheepswrak geborgen. Hier lag een onbekend wrak dat schepen belemmerde om optimaal de IJgeul (de vaargeul naar de haven van IJmuiden) in te varen. Bovendien bemoeilijkte het wrak het vertrek uit het naastgelegen ankergebied. Na verwijdering van ongeveer 120-150 ton aan wrakdelen hebben grote schepen hier nu weer vrij baan. Archeologen onderzoeken momenteel de boven water gekomen wrakresten, waaronder twee ketels, om te achterhalen welk schip het is. Daarnaast is deze week zeventig kilometer uit de kust van Walcheren het wrak van het vissersschip ‘Jan Breydel’ volledig verwijderd. Dit wrak lag in de weg op een belangrijk kruispunt van vaarroutes. Het wrak stond rechtop op de zeebodem op meer dan 30 meter diepte en is met een grote kraan in zijn geheel boven water gehesen.
Naar verwachting wordt in 2014 nog een vierde wrak gedeeltelijk geborgen. Dit onbekende wrak ligt ten noorden van Vlieland. Het ligt in de weg voor zeeschepen van en naar de noordelijke havens.

donderdag 18 juli 2013

Reest en Wieden laat water in voor merengebied Noordwest-Overijssel

Het waterschap Reest en Wieden is gestart met het inlaten van water in het merengebied van Noordwest-Overijssel. Door de droogte is het gemiddelde waterpeil gezakt naar N.A.P. -0.83 meter en zijn maatregelen noodzakelijk.
In de waterhuishouding van Noordwest-Overijssel speelt een zorgvuldig peilbeheer een belangrijke rol.
Waterinlaat is nodig voor het op peil houden van het water in de boezem en de polders, onder andere voor landbouw, scheepvaart, natuur, recreatie en fundering. Met deze maatregel kan het streefpeil in de boezem en de polders worden gehandhaafd. De vier schotten/stuwen op de locaties Eendegat, Teutegat, Moespotvaart en Stobbekamp zijn geplaatst en de overvaarbare stuwen in de Vaartsloot noord en zuid zijn in werking.
In overeenstemming met het waterbeheerplan stelt het waterschap het inlaten van water zo lang mogelijk uit. De reden is dat het ingelaten water uit het IJsselmeer een andere samenstelling heeft dan het water in het boezemgebied. Gebiedsvreemd water herbergt meer stikstof en fosfaten en is minder geschikt voor de natuurgebieden de Weerribben en de Wieden. Het ingelaten water komt rechtstreeks uit het IJsselmeer en stroomt via het Vollenhovermeer naar de inlaat bij het gemaal A.F. Stroink. Daarna bereikt het water in korte tijd het merengebied van noordwest Overijssel. Gelet op de weersvoorspelling van aanhoudende droogte duurt het inlaten van water waarschijnlijk enige tijd.
Dit voorjaar is er onvoldoende neerslag gevallen. Het streefpeil in het boezemgebied dat normaal beweegt tussen N.A.P. - 0.73 meter en N.A.P. - 0.83 meter, wordt nu niet meer gehaald. Andere oorzaken van de daling zijn verdamping, wegzijging en beregening. Het waterschap Reest en Wieden laat dit jaar voor de eerste keer water in.
De inlaat van water gebeurt bij het gemaal A.F. Stroink (Vollenhove) en start als het gemiddelde peil ligt op N.A.P. - 0.83 meter. De inlaat zal weer worden dichtgezet als het peil twee centimeter is gestegen. Alleen bij een overschot aan neerslag stijgt het niveau meer. Ook de windrichting heeft invloed op de waterstand. Hierdoor kan in sommige delen van het gebied de waterstand zakken tot een niveau beneden N.A.P. - 0.83 meter en kunnen sommige sloten tijdelijk droog komen te liggen.
De landbouw gebruikt in deze periode van aanhoudende droogte oppervlaktewater voor het beregenen van gewassen. Dit is toegestaan, zolang er voldoende water kan worden aangevoerd. Bij ongewijzigde weersomstandigheden kunnen in sommige delen van het waterschapsgebied de sloten droog vallen. Als dat gebeurt dan zal het waterschap maatregelen moeten nemen om het droogvallen van de sloten te voorkomen. Een verbod van beregenen van weidepercelen kan dan één van de eerste maatregelen zijn. Het beregenen van andere gewassen krijgt dan voorrang boven weiland.
Voor onttrekkingen van water aan oppervlaktewater tussen de 20 m³ en 100 m³ water per uur kan worden volstaan met een melding. Ligt de hoeveelheid boven de 100 m³ water per uur dan dient een vergunning te worden aangevraagd. In beide gevallen moet dat via http://www.omgevingsloket.nl/
De melding geldt voor een jaar. Het waterschap kan in beide provincies het beregenen verbieden als de droogte te lang aanhoudt.

Watertappunt bij fontein op de Houtmarkt Zutphen

Het tappunt staat  naast de fontein op de Houtmarkt. Bij het watertappunt kunt u flesjes vullen met leidingwater. De gemeente financiert het tappunt. Leverancier van de pomp is Join the Pipe een organisatie die zich inzet voor een eerlijke verdeling van gezond drinkwater over de hele wereld. Dit doen zij met de verkoop van speciaal ontworpen flessen, karaffen en drinkwatertappunten. Uiteindelijke doel is te komen tot ‘de langste waterleiding ter wereld’.
Bella Tinta leverde ook een financiële bijdrage. Bella Tinta is een Zutphense ondernemer uit de binnenstad die maatschappelijk ondernemen hoog in het vaandel heeft staan en hiermee ook een bijdrage wil doen aan de doelstelling van Join the Pipe.

woensdag 17 juli 2013

Waterschap druk met peilbeheer voor boeren

Waterschap Hunze en Aa's heeft het druk om het water in de sloten op peil te houden, zodat boeren hun land kunnen blijven beregenen. Er is nog voldoende water voorhanden maar het is wel een toer om het oppervlaktewater precies daar te krijgen waar het moet zijn, omdat dat bij de kleine sluisjes handmatig moet.

Verbod op onttrekken oppervlaktewater

Met ingang van woensdag 17 juli is het verboden om water te onttrekken uit beken en sloten (oppervlaktewater) in het gebied van Waterschap De Dommel met uitzondering van de Zandleij. Het verbod geldt dus wel voor de zijbeken en sloten die in de Zandleij uitkomen. Het waterschap kondigt dit verbod af om te voorkomen dat er te weinig water in de beken en rivieren overblijft. Te weinig water in sloten en beken kan ernstige gevolgen hebben voor de waterkwaliteit, de grondwaterstand en de flora en fauna. Het besluit is mede gebaseerd op de weersverwachting, die de komende tijd geen neerslag van betekenis aangeeft. Het watertekort is ontstaan door een relatief droog voorjaar en de verdamping van de afgelopen weken. Een verdere verlaging van de waterstand en afname van de stroming wil het waterschap zoveel mogelijk voorkomen.
Een verbod wordt afgekondigd als de hoeveelheid water die door een beek stroomt minder dan 10% is van het jaargemiddelde en de weersvooruitzichten aangeven dat er de komende weken geen neerslag van betekenis valt om de verdamping en opname te compenseren. De hoeveelheid water ligt nu onder deze 10% norm en ook de doorstroming is daardoor gering. De meeste hooggelegen sloten staan droog.
Het onttrekkingsverbod geldt voor alle beken en sloten in het gebied van Waterschap De Dommel met uitzondering van de Zandleij, maar weer wel voor de zijbeken en sloten die in de Zandleij uitkomen.
Het verbod geldt voor vaste onttrekkingsinstallaties, maar ook voor mobiele installaties, zoals zuigwagens en giertonnen. Alleen het drenken van vee en het bestrijden van brand met water uit beken of sloten is wel toegestaan. Op de naleving van het verbod om water te onttrekken wordt verscherpte controle uitgevoerd.

dinsdag 16 juli 2013

Gerestaureerde sluis Wetsingerzijl geopend

Vrijdag 28 juni 2013 werd de gerenoveerde sluis de Wetsingerzijl geopend. De heer Johannes Lindenbergh, DB-lid waterschap Noorderzijlvest, en mevrouw Attie Bos en de heer Jan Delvigne, schrijvers van het boek De Wetsingerzijl: een waterstaatkundig pronkjewail aan het Reitdiep, deden dit gezamenlijk door het informatiebord bij de sluis te onthullen. De opening werd bijgewoond door vele belangstellenden.
Als onderdeel van het inrichtingsplan voor het Reitdiepdal is de sluis het afgelopen jaar gerestaureerd. De Wetsingerzijl maakt deel uit van het Pieterpad en het landelijk netwerk van fietsknooppunten in de provincie Groningen. Tijdens de renovatie heeft de sluis een nieuwe fietsbrug en landbouwbrug gekregen. Daarnaast kan de recreatievaart nu aan beide zijden van de sluis aanleggen.

maandag 15 juli 2013

Tauw voert succesvolle proeven uit met doorlatende verhardingen

Bij veel regenval willen we het rioolstelsel en het oppervlaktewater zo veel mogelijk ontlasten. Dat kan door de afvoer van neerslag te bergen en te vertragen. Tauw heeft onlangs in samenwerking met Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en de gemeenten Delft, Utrecht en Alkmaar full scale testen uitgevoerd op waterpasserende en waterbergende verhardingen.
In grote steden in het westen van het land valt het niet mee om neerslag af te voeren. Via de dichte verharding stroomt het water daar namelijk snel naar de riolering en het oppervlaktewater. Daarbij is infiltreren in de bodem door de kleiige grondslag niet goed mogelijk.
In diverse gemeenten worden proeven uitgevoerd door slechts de infiltratiecapaciteit van enkele stenen en voegen te meten. Tauw heeft daarom voorgesteld hele straten onder water te zetten om een representatief beeld te krijgen van de infiltratiecapaciteit van verharding na meerdere jaren. Zo heeft een full scale test in Delft aangetoond dat een doorlatende verharding hier oplossing voor wateroverlast kan bieden.
Het systeem in Delft is aangelegd als waterberging en watervertraging om piekafvoeren te voorkomen. Het bestaat uit een afgesloten bak (geen uitwisseling met grondwater) en een geknepen afvoer naar oppervlaktewater.
Om de doorlatendheid te meten werd in korte tijd een tankwagen met 14 m3 water geleegd op een afgebakend deel van de waterpasserende verharding. Naast onderzoek naar de doorlatendheid van de toplaag is de proef uitgebreid met toevoeging van strooizout, meting van de waterstand en zoutgehalte in de waterberging en bij de uitstroom.
De eerste resultaten laten zien dat de verharding een hoge doorlatendheid heeft. Een bui met extreme neerslag (T=250, een bui die statistisch eens per 250 jaar voorkomt) werd binnen 40 minuten afgevoerd. Aandachtspunt blijft onderhoud aan de weg. De resultaten worden nog in detail uitgewerkt.

vrijdag 12 juli 2013

Bijna drie ton subsidie voor algenproject

Provincie Zeeland verleent een subsidie van 295.200,- euro aan Yara Sluiskil B.V. voor een waterzuiveringspilot waarbij industrieel proceswater wordt gezuiverd door middel van algenkweek in een open bassin. Dagelijks loost Yara Sluiskil B.V. 600m3 proceswater. In dit proceswater zitten reststoffen zoals stikstof, CO2 en andere mineralen. Door inzet van algen kunnen reststoffen uit het water worden gezuiverd. In de projectpilot wordt op praktijkschaal met zo'n 120 m3 proceswater per dag onderzocht of het technisch en economisch mogelijk is om proceswater te zuiveren met algenkweek in een open bassin. De pilot duurt twee jaar en daarna wordt bekeken of het project kansrijk genoeg is voor vervolginvesteringen uit het bedrijfsleven.
Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met AlgaSpring, Evides, Sagro en Dethon. Yara Sluiskil B.V. verzorgt de dagelijkse werkzaamheden voor de pilot. AlgaSpring doet de supervisie van het project, een deel van de experimenten en analyses en neemt proefmonsters van de algen. Evides is betrokken bij de metingen voor waterkwaliteit. Sagro legt het bassin aan en Dethon levert medewerkers die de algen oogsten.

donderdag 11 juli 2013

IenM en Unie van Waterschappen eens over hoofdlijnen Omgevingswet

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu en de Unie van Waterschappen zijn het eens over de hoofdlijnen van de Omgevingswet. Deze wet gaat veel van de bestaande wetgeving op het gebied van onze fysieke leefomgeving vervangen. De Unie van Waterschappen steunt de bundeling, vereenvoudiging, harmonisering en modernisering van het omgevingsrecht zoals vormgegeven in de Omgevingswet.
In navolging van gemeenten en provincies hebben de waterschappen met IenM bekeken wat de gevolgen zijn van de Omgevingswet voor de uitvoeringspraktijk. Nagegaan is hoe het waterbeheer, zoals dat nu geregeld is in de Waterwet, verankerd wordt in de Omgevingswet. Daarbij zijn ook de afspraken uit het Bestuursakkoord Water (2011) over doelmatig waterbeheer betrokken. De Unie van Waterschappen en het ministerie hebben toegewerkt naar een set afspraken waar beiden zich in kunnen vinden en die garanties geven dat de wet straks ook goed uitvoerbaar is.
IenM en de Unie zijn overeen gekomen dat waterbeheerders bevoegd zijn om vergunningen te verlenen en te handhaven als het gaat om de veiligheid, kwantiteit en kwaliteit van water. Dit is nu geregeld in de Waterwet en de keur, de verordening van het waterschap. Burgers en bedrijven kunnen hun aanvraag indienen via één digitaal loket. Via coördinatieregeling wordt afgestemde en gelijktijdige vergunningverlening geborgd.
Verder is afgesproken dat het belang van integraal waterbeheer scherper in de wet komt. Ook is afgesproken dat het ministerie, de Unie van Waterschappen, VNG en IPO in 2013 een gezamenlijke verkenning uitvoeren naar de knelpunten rond indirecte lozingen in de huidige uitvoeringspraktijk. Oplossingen voor deze knelpunten worden vastgelegd in de Omgevingswet. Daarnaast is afgesproken dat de waterbeheerders nauw blijven samenwerken met de regionale uitvoeringsdiensten en het rioleringsplan tot 2020 een verplicht karakter heeft. Via de Omgevingswet zal ook worden geregeld dat de waterbelangen vroegtijdig worden betrokken bij het opstellen van ruimtelijke plannen van Rijk, provincies en gemeenten.

Foz en Royal HaskoningDHV tekenen overeenkomst voor afvalwaterzuivering

Foz, het Braziliaanse waterbedrijf van Odebrecht Ambiental, en Royal HaskoningDHV hebben een overeenkomst getekend om gezamenlijk de innovatieve afvalwaterzuiveringstechnologie Nereda in Brazilië te gaan toepassen. Foz heeft de komende jaren de bouw van minstens tien Nereda-installaties gepland om het afvalwater van miljoenen Brazilianen te zuiveren. Verwacht wordt dat de waarde van het contract boven de 11,5 miljoen euro uitkomt.
Voor beide bedrijven betekent deze samenwerkingsovereenkomst een flinke stap vooruit. In Brazilië wordt minder dan 30% van het afvalwater gezuiverd. Emyr Diniz Costa Junior, technisch-directeur van Foz: "Wij geloven dat Nereda ons kan helpen bij te dragen aan een betere volksgezondheid door de bevolking afvalwaterzuivering te bieden. De Nereda-technologie zuivert het afvalwater op een meer duurzame manier." Foz start nog dit jaar met drie Nereda-installaties. Twee in São Paulo om het afvalwater van 140.000 mensen te zuiveren en één in Rio de Janeiro voor 550.000 mensen. In de komende vijf jaar zullen minstens tien installaties volgen
Nereda is een onderscheiden, innovatieve technologie die afvalwater zuivert met minder energie en chemicaliën en een kleinere voetafdruk dan conventionele zuiveringen. Nereda zuivert afvalwater met de unieke eigenschappen van aeroob korrelslib. De zuiverende bacteriën in Nereda creëren compacte korrels met uitstekende bezinkingseigenschappen. De technologie is uitgevonden door de TU Delft en is ontwikkeld in een uniek publiek-private samenwerking tussen TU Delft, Stichting Onderzoek Toegepast Waterbeheer (STOWA), de Nederlandse Waterschappen en Royal HaskoningDHV. Na twintig jaar onderzoek en ontwikkeling bewijst deze innovatieve biologische oplossing zichzelf nu als flinke stap vooruit in de waterzuiveringstechnologie.

woensdag 10 juli 2013

Grontmij tekent raamovereenkomst met Waterschap Vallei en Veluwe

Vorige week hebben advies- en ingenieursbureau Grontmij en  Waterschap Vallei en Veluwe een vierjarig raamcontract voor algemene ingenieursdiensten ondertekend. Grontmij is hiermee één van de vijf bureaus met een raamcontract dat het waterschap de komende vier jaar adviseert en ondersteunt op het gebied van rioolwaterzuivering, installaties, waterbeheersing en hoogwaterbescherming. De verwachte totale omzet binnen het raamcontract bedraagt 3 miljoen euro op jaarbasis.
Het afgesloten raamcontract betreft advies- en ingenieursdiensten op het gebied van rioolwaterzuivering en –transport, slibbehandeling, gemalen, waterkeringen, aanpassing waterhuishouding, baggeren en waterbeheer. Jeroen Rijnhart, divisiedirecteur Water & Energie bij Grontmij, is opgetogen: ”Met dit raamcontract helpen wij Waterschap Vallei en Veluwe de dienstverlening op het gebied van water- en afvalwaterbeheer te verbeteren.’’
Waterschap Vallei en Veluwe voert zijn taken op een duurzame, veilige en efficiënte wijze uit en blijft daarbij vernieuwen en investeren. Energieneutraliteit is hierbij een belangrijk speerpunt. Grontmij ondersteunt het waterschap bij het uitwerken van innovaties, doet de totaal engineering en begeleidt de uitvoering.


dinsdag 9 juli 2013

Gefascineerd door algoritmen en hoosbuien

“Spectaculair”, noemde Remko Uijlenhoet de videobeelden die haarscherp weergeven hoe regendruppels tijdens hun val naar beneden uit elkaar spatten. Hij was niet de enige die enthousiast werd van de beelden, die getoond werden op de International Precipitation Conference in de Reehorst in Ede, georganiseerd door Wageningen University en het KNMI.
Tientallen meteorologen, hydrologen, wiskundigen, statistici, fysici en ingenieurs waren op 1, 2 en 3 juli op bezoek in Wageningen en Ede om te praten over alles wat met neerslag te maken heeft. Bijvoorbeeld over de vraag waarom het relevant is hoe een druppel uit elkaar spat
“Als je bijvoorbeeld veel reflectie meet, dan moet je wel weten waar dat door komt," probeerde Uijlenhoet het een leek uit te leggen. “Denk aan motregen,” voegde Hidde Leijnse toe, met wie Uijlenhoet samen het congres organiseerde. “Daar kun je heel nat van worden door de hoge neerslagintensiteit, maar de reflectie is laag.” Uijlenhoet: "Voordat je een weeralarm uitgeeft, moet je als weerman wel zeker zijn van je zaak." Met andere woorden, als de weerman zegt dat het ongelofelijk gaat hozen en uiteindelijk blijkt dat mee te vallen, dan zijn duizenden mensen voor niks extra vroeg van werk naar huis gegaan. En daarom is het belangrijk om niet alleen via satellietwaarnemingen te zien waar het regent, maar bijvoorbeeld ook om te weten hoe de "druppelgrootteverdeling" binnen die bui is.
Met metingen op de grond worden satellietwaarnemingen gevalideerd om zo de algoritmes te verbeteren die gebruikt worden voor weersvoorspellingen. Grondwaarden kunnen gemeten worden met ouderwetse regenmetertjes, maar de congresgangers zijn bezig met de vraag hoe dat nog slimmer (en leuker) kan. Zo zijn sensoren tegenwoordig goed betaalbaar en kunnen data snel worden doorgegeven. De TU Delft heeft daarom het plan om sensoren op paraplu’s te bevestigen en zo via ‘crowdsourcing’ per straat een beeld te krijgen hoeveel regen er valt. Wageningse onderzoekers gebruiken al zendmasten om te meten hoe hard het regent. Als het regent zwakt het signaal tussen masten iets af. Door die informatie te koppelen aan andere data, zoals satellietbeelden, kunnen goede weersvoorspellingen gedaan worden. Dat is belangrijk, vindt Remko Uijlenhoet, “want in Zuid-Amerika en Afrika zijn bijvoorbeeld weinig regenmeters, maar overal staan zendmasten voor mobiele telefoons.”
Veel presentaties op deze elfde editie van het International Precipitation Conference waren erg technisch van aard. Het ging over processen hoog in de atmosfeer, meetmethoden, algoritmen en statistieken. “Maar vergeleken bij voorgaande edities lag bij ons de nadruk op toepassingen, zoals waterbeheer in de stad,” zei Remko Uijlenhoet. “Om het jaar organiseert een andere groep het congres. De organisator kiest het onderwerp. Dit is een echt grass root initiatief. Het is niet gerelateerd aan een organisatie of project. Het begon allemaal in 1986 in Caracas, Venezuela, en we hebben net gezamenlijk besloten dat de volgende editie in Sao Paolo, Brazilië, zal zijn.”

maandag 8 juli 2013

Gemeente en Waterbedrijf bundelen krachten voor duurzame energie op het Europapark

De gemeente Groningen en Waterbedrijf Groningen gaan intensief samenwerken op het gebied van duurzame energie op het Europapark. De samenwerking richt zich op aanleg, exploitatie en beheer van een collectief bodemwarmtesysteem. Daarmee wordt de reeds bestaande samenwerking geformaliseerd. Het is de bedoeling om op basis van deze samenwerking de aandacht aansluitend ook te richten op toekomstige andere warmteprojecten in de stad.
Op 11 april heeft wethouder Jan Seton de starthandeling verricht voor de daadwerkelijke aanleg van het systeem: het boren van de bronnen. Vervolgens is begonnen met de aanleg van het warmtenet onder het Europapark. Het eerste gebouw dat gebruik gaat maken van het collectieve bodemwarmte systeem is het nieuwe gemeentekantoor aan het Harm Buiterplein bij het station Europapark. Dit gebouw wordt eind dit jaar in gebruik genomen.
Ook de nieuwbouwontwikkeling ‘Multifunctionele Solid Europapark’, waarin Team 4 Architecten en 132 studio’s voor jongerenhuisvesting van woningbouwcorporatie Lefier worden gevestigd, zal gebruik maken van het collectieve systeem. Dit gebouw wordt in oktober 2014 opgeleverd.
Daarnaast wordt onderzocht op welke wijze bestaande gebouwen op het Europapark en gebruikers van de Euroborg kunnen worden aangesloten.
In 2011/2012 heeft de gemeente in samenwerking met Energy Valley en de provincie onderzocht welke mogelijkheden er zijn voor een maximale duurzame (energie) invulling van het Europapark. Hier kwam uit dat een collectief bodemwarmtesysteem verreweg het beste invulling geeft aan deze ambities. Met dit systeem kunnen gebouwen duurzaam worden verwarmd en gekoeld. Dat scheelt ongeveer de helft van de CO2-uitstoot. Een collectief systeem maakt het mogelijk dat alle (zowel bestaande als toekomstige) gebouwen op het Europapark kunnen worden aangesloten. Op deze manier wordt de beschikbare bodemcapaciteit optimaal benut. Bedrijven of instellingen die zich nieuw vestigen op het Europapark hoeven niet zelf te investeren in hun warmte en/of koude voorziening, maar kunnen aansluiten op het collectieve systeem. Hierdoor wordt het voor bedrijven, instellingen en ook woningbouw aantrekkelijker om zich te vestigen op het Europapark.
De aanleg van een duurzaam energiesysteem op het Europapark staat niet op zich, maar past in de ambities van de gemeente om in 2035 energieneutraal te zijn. Voor het Waterbedrijf sluit deze ontwikkeling aan op één van haar strategische pijlers tot duurzame verbreding van haar water gerelateerde activiteiten. ‘Twee ambities die elkaar versterken en aanvullen’, benoemt Henk de Kraa (directeur Waterbedrijf Groningen). Wethouder Jan Seton vult aan: ‘In de warmtevisie hebben wij aangegeven dat wij op het gebied van verduurzaming van de energievoorziening de samenwerking met publieke partijen noodzakelijk achten. Samenwerking met het Waterbedrijf Groningen is dan ook vanzelfsprekend’. De komende periode zal de samenwerking verder worden uitgewerkt.

zondag 7 juli 2013

Oorzaak dode vissen Raamsdonk onbekend

Duizenden dode vissen dreven woensdag 26 juni in een deel van het Zuiderafwateringskanaal bij Raamsdonk. Een dag later was de vervuiling verdwenen, waren de dode vissen verwijderd en werd er ook weer levende vis gezien. De oorzaak is niet bekend geworden. Het water is onder andere getest op botulisme, blauwalgen en chemische stoffen zoals oplossingsmiddelen, bestrijdingsmiddelen en metalen, maar dit levert géén bijzonderheden op. De onderzoeksresultaten laten tevens zien dat de waterkwaliteit in orde is en er geen problemen meer te verwachten zijn.
Het waterschap betreurt het aantal dode vissen. Tenslotte werkt het waterschap samen met overheden, bedrijven en verenigingen jarenlang aan een gezonde visstand. Hiervoor worden allerlei maatregelen genomen, zoals het helpen van vissen om stuwen, sluizen en gemalen te passeren met vispassages en het visstand te bevorderen door de aanleg van natuurvriendelijke oevers, beken weer natuurlijk te laten slingeren en te zorgen voor schoon water. Ook hebben de Brabantse waterschappen recent gezamenlijk nieuw visserijbeleid opgesteld.

vrijdag 5 juli 2013

Noordzeevisbestanden gezond, zorg over kabeljauw en zeebaars

Volgens de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (ICES) gaat het met veel visbestanden in de Noordzee beter. De verbetering is met name te danken aan de afname van de visserijinspanning op de Noordzee. Momenteel bestaan de grootste zorgen over kabeljauw en zeebaars.
Dit blijkt uit de jaarlijkse adviezen van ICES (International Council for the Exploration of the Sea). De Europese raad van visserijministers stelt eind 2013 de nieuwe vangstquota vast voor 2014. Het advies van ICES speelt daarbij een belangrijke rol. Onderzoekers van IMARES Wageningen UR presenteren de voorlopige vangstadviezen van ICES aan het ministerie van Economische Zaken, de visserijsector en maatschappelijke organisaties. De adviezen gaan over de vissoorten waar Nederlandse Noordzeevissers zich op richten.
De stand van volwassen schol in de Noordzee blijft vanaf 2002 flink toenemen en bedraagt naar schatting 663.200 ton (begin 2013). Dit is de hoogste stand in de periode waarover er schattingen worden bijgehouden (vanaf 1957). De toename is onder andere het gevolg van een afname van de visserijdruk. De visserijdruk is nu lager dan die waarnaar gestreefd wordt in het beheerplan. De huidige toegestane vangsthoeveelheid (2013) is 97.100 ton. Het beheerplan laat een maximale stijging toe van 15% van het quotum, wat neerkomt op 111.631 ton aanlandingen in 2014.
Er leeft nu meer dan 2 miljoen ton haring in de Noordzee. De overleving van haringlarven is nog steeds gering, maar door de lage visserijdruk kon het bestand toch toenemen. In 2013 mocht maximaal 478.000 ton haring worden gevangen. Het advies voor 2014 is gebaseerd op het beheerplan van de EU en Noorwegen: dit komt neer op een vangsthoeveelheid van consumptieharing van 470.000 ton in 2014.
De volwassen tongstand schommelde jaren rond het veilige niveau en neemt nu toe. De visserijdruk op het tongbestand in de Noordzee blijft afnemen en is nog maar weinig verwijderd van de visserijdruk die in het beheerplan als doel is gesteld. In 2013 werd de tongstand geschat op 50.546 ton en mag er in totaal 14.000 ton gevangen worden. Het advies voor de toegestane vangsthoeveelheid voor 2014 ligt lager, namelijk 11.900 ton. Deze afname is het gevolg van het beheerplan, wat een verdere verlaging van sterfte door visserij als doel heeft.
Het gaat gestaag maar traag de goede kant op met het kabeljauwbestand. Dit bestand bevindt zich al een aantal jaren op een laag niveau. Sinds het historische dieptepunt in 2006 is het bestand nu toegenomen tot net boven het biologisch minimum. Een verdere toename van het bestand is noodzakelijk om het bestand daadwerkelijk veilig te stellen. De huidige toegestane vangsthoeveelheid is 26.500 ton. De geadviseerde toegestane vangsthoeveelheid voor 2014 op basis van het beheerplan is 28.800 ton.
Tot 2013 werden voor tarbot en griet gecombineerde vangstadviezen gegeven. Dit jaar zijn de vangstadviezen voor het eerst opgesplitst. De tarbotstand is lange tijd laag geweest, maar neemt in de afgelopen jaren iets toe. De geadviseerde vangst voor tarbot in 2014 is 2.978 ton. Ook voor griet lijkt er een toename in het bestand te zijn. De geadviseerde vangst voor griet in 2014 is 2.727 ton. De opgesplitste adviezen leiden nog niet direct tot een apart quotum voor tarbot en voor griet. De totaal toegestane vangsthoeveelheid in 2014 zal nog gecombineerd blijven.
De visserijdruk op zeebaars blijft sinds eind jaren ’80 toenemen en sinds 2005 neemt de omvang van het bestand sterk af. Daarom adviseert ICES om minder zeebaars te gaan vangen. In 2012 ving de visserij nog 4 duizend ton zeebaars in de Noordzee en het Kanaal; voor 2014 adviseert ICES een vangst van maximaal 2.7 duizend ton.

donderdag 4 juli 2013

Waterschap test uitrolbare waterkering in Sittard

Waterschap Roer en Overmaas test a.s. donderdag 4 juli een uitrolbare waterkering. De test vindt om 10.00 uur precies plaats bij de Stenen Sluis in Sittard (in het Stadspark, tussen de Berkenlaan en de Vijverweg).
De test is onderdeel van het actualiseren van de bestaande bestrijdingsplannen zoals het plan Hoog Water Maas. Om de plannen goed voor te bereiden wordt ook onderzoek gedaan naar de bruikbaarheid van diverse middelen die wereldwijd zijn ontwikkeld om wateroverlast te voorkomen. De uitrolbare waterkering die wordt getest is in Canada ontwikkeld. Het waterschap kijkt bij de test met name naar de efficiëntie, de betrouwbaarheid, de opslag en de kosten.
De Stenen Sluis is een goede testlocatie omdat het waterschap de kering zowel dwars als in de lengterichting kan testen. Door het trekken van een schuif in de sluis ontstaat bijvoorbeeld een flinke golf die dwars op de uitrolbare kering rolt. Zo kan het waterschap beoordelen of de verbindingselementen van de kering goed standhouden tegen de waterdruk. Bij de tweede test bouwt het waterschap de kering in de lengterichting op. Het waterschap beoordeelt dan of de kering in de lengterichting ook goed functioneert bij een sterke stroming.

woensdag 3 juli 2013

Waterschap en provincie sluiten overeenkomst Eemskanaalkade

Het waterschap Noorderzijlvest heeft met de provincie Groningen afspraken gemaakt over de overdracht van de noordzijde van de Eemskanaalkade. De provincie levert het waterschap grond om de kade te verstevigen. Op basis van deze afspraak neemt het waterschap het eigendom van de kade over. Hiermee werken provincie en waterschap samen aan duurzame en veilige Eemskanaalkade (noordzijde) tegen maatschappelijk verantwoorde kosten.
De provincie levert het waterschap in de periode 2016-2017 150.000 kuub grond in de vorm van ingedroogd bagger uit regionale kanalen. Het waterschap gebruikt deze grond voor de versteviging van de Eemskanaalkade. Het waterschap zal naar verwachting tot 2019 bezig zijn met het versteviging van de kade naar de geldende veiligheidsnormen. Dit betekent dat de kade berekend is op toekomstige ontwikkelingen, zoals bodemdaling en een veranderd klimaat. 

dinsdag 2 juli 2013

Campagne 'Gelderland: de mooiste waterkant van Nederland' van start

Op dinsdag 18 juni gaf het Regionaal Bureau voor Toerisme Arnhem Nijmegen (RBT KAN) het startsein voor de campagne 'Gelderland: de mooiste waterkant van Nederland'. Toerist en inwoner worden verleid tot varen, fietsen, struinen en wandelen langs de Waal, Rijn, Maas, Linge, het Pannerdensch kanaal en de IJssel.  Het project is mede mogelijk gemaakt dankzij financiële steun van GO EFRO (Europees Fonds Regionale Ontwikkeling).
Er is geen provincie in Nederland waar zoveel grote rivieren door stromen als Gelderland. Deze zomer is daar extra van te genieten door op een van de drie pendelboten te stappen die van 2 juli tot 17 september op dinsdagen varen tussen Nijmegen, Arnhem, Emmerich en Rees. Deze hop-on hop-off service op het water maakt volop nieuwe combinaties mogelijk met fietsen, wandelen, cultuur- en stadsbezoek.
De pendelboten varen vanaf Arnhem, Nijmegen en Rees. Ze hebben onderweg als halteplaatsen Emmerich, Tolkamer, Millingen aan de Rijn en Doornenburg, en maken in totaal 24 stops. Vanaf de boot, of naar de boot toe, kun je tal van fietstochten maken, attracties of musea bezoeken, shoppen of lunchen in stadjes aan de waterkant.
De toeristische promotiecampagne is Gelderland-breed. Naast tal van bestaande fiets- en wandelklassiekers kan het wandelpubliek ook genieten van zes nieuwe boerenpaden in het Land van Maas en Waal (Overasselt, Deest, Puiflijk, Horssen, Beneden Leeuwen en Ewijk). Via twee apps kunnen fietsers onder andere de 'Verdronken dorpen route West en Oost' downloaden, Zie voor meer informatie de link aan de rechterzijde.
De pendelboot is te reserveren via VVV-kantoren in Arnhem, Nijmegen, Huissen en Tolkamer en via de drie reders die de service in gezamenlijkheid uitvoeren: Rederij Witjes, Personenschiffahrt Rees en Rederij Tonissen. Aan boord zijn de tickets te koop. De fiets kan mee. Een gratis VVV-boekje staat vol leuke tips voor uitstapjes en biedt 48 kortingsbonnen voor onderweg. Op de website van Gelderse Streken (zie Links aan rechterzijde) is alle informatie te vinden.

maandag 1 juli 2013

Visitatiecommissie stimuleert samenwerking gemeenten en waterschappen

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft de Visitatiecommissie Waterketen ingesteld. De commissie, onder leiding van oud-minister Karla Peijs, zal tot eind 2014 de voortgang beoordelen van de 60 regionale samenwerkingsverbanden tussen gemeenten, waterschappen en soms ook drinkwaterbedrijven. Achterblijvende regio’s worden bezocht en aangespoord verbeteringen door te voeren. De samenwerking moet in 2020 een jaarlijkse besparing opleveren van 450 miljoen euro
De commissie vloeit voort uit het Bestuursakkoord Water (BAW), waarin Rijk, provincies (IPO), gemeenten (VNG), waterschappen (UvW) en drinkwaterbedrijven (Vewin)in 2011 afspraken maakten om beter samen te werken. Minister Schultz van Haegen: “De visitatiecommissie is een stok achter de deur. Eerst brengt ze de voortgang in kaart, zodat we in een vroeg stadium weten of partijen genoeg doen om de doelen in 2020 te bereiken. Daarna zal de commissie in een tweede stap de achterblijvende partijen bezoeken en adviseren hoe het beter kan.”
In 2010 werd duidelijk dat als gevolg van klimaatverandering, vervanging van riolen en beheersing van de waterkwaliteit de kosten van het waterbeheer in Nederland flink zouden gaan stijgen. De kostenstijging zou oplopen tot 600 miljoen euro per jaar in 2020. Volgens hetzelfde onderzoek zou die stijging kunnen worden gecompenseerd door verbetering van de efficiëntie in de waterketen. De afspraken uit 2011 zijn bedoeld om de verwachte kostenstijging met 450 miljoen euro te beperken.
De commissie zal bestaan uit 7 leden, inclusief de voorzitter. Tussentijdse rapportages over de voortgang in de verschillende regio’s kunnen worden verwacht aan het einde van 2013 en medio 2014. Het eindrapport verschijnt eind 2014.

Dijkgraaf Hans Oosters nieuw bestuurslid Unie van Waterschappen


De Algemene ledenvergadering van de Unie van Waterschappen heeft unaniem ingestemd met de benoeming van Hans Oosters tot lid van het Dagelijks Bestuur van de Unie van Waterschappen. Oosters is dijkgraaf van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Als lid van het Uniebestuur volgt hij Jan Geluk op, die na twee perioden niet meer voor herbenoeming in aanmerking komt. In zijn portefeuille zitten onder meer (water)veiligheid en crisisbeheersing.
Oosters (1962) is sinds 2005 dijkgraaf van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Hij is lid van de PvdA en heeft een brede ervaring in het openbaar bestuur: als burgemeester en als gemeenteraadslid. Bij zijn benoeming speelde voor de ledenvergadering van de Unie van Waterschappen mee dat hij grote kennis heeft van zaken op het terrein van de waterveiligheid. Ook heeft Oosters een groot netwerk in het ''Haagse''.
Het Uniebestuur wordt gekozen door de Algemene ledenvergadering, die bestaat uit de bestuurlijke vertegenwoordigers van de waterschappen. Hans Oosters is de opvolger van aftredend bestuurslid Jan Geluk.
De Nederlandse waterschappen zijn verenigd in de Unie van Waterschappen. De Unie van Waterschappen is de spreekbuis van de waterschappen bij de Europese Unie, het parlement en de ministeries. Ook is de Unie vertegenwoordigd in veel overleg- en adviesorganen. Daarbij is ze partner van het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De Unie van Waterschappen neemt zelf initiatieven om onderwerpen op de politieke agenda te krijgen.