vrijdag 28 juni 2013

TomTom voor toekomstig waterbeheer

Waterbeheer moet duurzame oplossingen brengen. Door veranderingen van het klimaat, bijvoorbeeld zeespiegelstijging, en bevolkingsgroei is dat echter erg lastig. De wetenschap erkent de onzekerheid en wil helpen met besluiten die robuust of flexibel zijn. Door het verkennen van duurzame oplossingsrichtingen kan een adaptatiekaart worden gemaakt. Die kaart, een soort TomTom voor het toekomstig waterbeheer, maakt het nemen van een optimale beslissing makkelijker. “Daar valt nog veel winst te behalen”, zegt promovenda Marjolijn Haasnoot.
Haasnoot, werkzaam bij kennisinstituut Deltares, voerde haar onderzoek uit binnen de Universiteit Twente (instituut IGS) en Universiteit Utrecht. Ze verdedigde haar proefschrift donderdag 20 juni op het symposium Adaptive Delta Management; How can science support decision making under uncertainty?, waar ook een aantal prominente sprekers zal zijn.
Na de watersnoodramp van 1953 handelden we reactief wanneer het ging om oplossingen om Nederland te behoeden voor overstromingen. Het realiseren van de Deltawerken is daar een goed voorbeeld van. Vandaag de dag kijken we vooruit, op de middellange termijn tot 2050 en op lange termijn tot 2100. In het onderzoek van Haasnoot wordt niet alleen gekeken naar de verre horizon, maar ligt de nadruk juist op de paden die naar die toekomst leiden. Op weg naar die toekomst kan van alles gebeuren. Denk daarbij aan hoog water, langdurige droogte, meer kennis over klimaatverandering of een veranderende maatschappelijke waardering voor natuur of veiligheid. Het zijn allemaal onzekere factoren, maar ze bepalen mede welke maatregelen we in de loop van de tijd nemen.
Haasnoot: “Door het verkennen van toekomstpaden stel je vast of een gekozen oplossingsrichting duurzaam of doodlopend is. Zo kun je oplossingen nemen die robuust of juist flexibel zijn. Bij flexibele oplossingen denken we aan het nemen van kleine stapjes die uiteindelijk bijdragen aan een grote stap. Er zijn er ook oplossingen die minder duurzaam zijn. Bouwen in de uiterwaarden beperkt bijvoorbeeld de mogelijke maatregelen. Als je kiest voor een oplossing die toekomstbestendig moet zijn, dan is een robuuste oplossing gewenst. Denk aan klimaatdijken. Een goed voorbeeld van een flexibele oplossing voor kustverdediging is zandsuppletie. Dat is redelijk gemakkelijk en relatief goedkoop aan te passen aan onvoorziene omstandigheden.”
Het denken in flexibiliteit, robuustheid en adaptiepaden staat centraal in de strategie van het Deltaprogramma.
Haasnoot adviseert beleidsmakers te accepteren dat er onzekerheden zijn en het daarom te zoeken in het verkennen van alle mogelijke oplossingsrichtingen. Vanuit de watersector in binnen- en buitenland is veel belangstelling voor het onderwerp. Ook de transportsector en verschillende ruimtelijke disciplines hebben al belangstelling getoond.


donderdag 27 juni 2013

Rioolgemaal Morsestraat geopend

Op 30 mei heeft Han van Olphen (Hoogheemraad) van het Hoogheemraadschap Delfland het gerenoveerde rioolgemaal aan de Morsestraat in Den Haag geopend. Het is nu één van de grootste, zo niet het grootste, rioolgemaal in Nederland. Tauw heeft een grote rol gespeeld bij de renovatie.
Rioolgemaal Morsestraat is één van de veertien rioolgemalen die ervoor zorgen dat het afvalwater van huishoudens en bedrijven uit de Haagse Regio wordt getransporteerd naar de afvalwaterzuiveringen van Delfland. Daar wordt het water gezuiverd voordat het wordt geloosd op zee.
Tauw is vanuit Segmeer VOF betrokken bij dit project. Segmeer is een samenwerkingsverband van Tauw, Grontmij, Royal Haskoning en Ingenieursbureau Rotterdam. Sinds 2000 is Segmeer betrokken bij twee grote adviesprojecten van het Hoogheemraadschap van Delfland: het transportsysteem van het Project Afvalwater Haagse Regio en de uitbreiding van de afvalwaterzuiveringsinstallatie De Groote Lucht. Tauw is verantwoordelijk voor het ontwerp (renovatie en nieuwbouw) van de gemalen, het aanvragen van de omgevingsvergunning, het opstellen van het bestek, het begeleiden van de aanbesteding en de directievoering gedurende de uitvoering.
Het rioolgemaal Morsestraat (uit 1969) is deels gerenoveerd en deels vernieuwd. Bij de renovatie is de bovenbouw compleet vernieuwd en de oude onderbouwconstructie grotendeels behouden en hergebruikt. Om tijdens deze complexe renovatie de stabiliteit van de bestaande constructie te kunnen handhaven zijn deze werkzaamheden gefaseerd uitgevoerd. Daarbij zijn diverse maatregelen getroffen zoals het aanbrengen van stalen ondersteuningen en 320 ballastblokken in de kelders van het rioolgemaal. De nieuwe bovenbouw is ontworpen door de architect J.P. Boelema.
De renovatie was nodig om de toenemende hoeveelheid afval- en regenwater goed te kunnen afvoeren naar de zuiveringsinstallatie Houtrust, nu en in de toekomst. De 3 nieuwe transportpompen hebben de capaciteit van het gemaal vergroot tot 11.300 m3 per uur. Tevens zijn er 2 regenwaterpompen die het water voor tijdelijke opslag verpompen naar het regenwaterbassin met een capaciteit van nog eens 15.000 m3. In deze combinatie is rioolgemaal Morsestraat in capaciteit een van de grootste rioolgemalen van Nederland.
Morsestraat is het voorlaatste rioolgemaal dat Delfland uitbreidt om het afvalwatersysteem in Den Haag e.o. te verbeteren. Hiermee draagt Delfland bij aan de kwaliteit van het oppervlaktewater in de stad en aan die van het zeewater voor de kust.

woensdag 26 juni 2013

Grootschalig onderzoeksproject naar slimmer waterbeheer

Rijkswaterstaat, IBM, Waterschap Delfland, TU Delft en Deltares kondigen vandaag de start van de Digitale Delta aan. Gedurende 12 maanden gaan deze partijen samen onderzoeken hoe met behulp van betere informatiedeling en slim hergebruik van ICT toepassingen het waterbeheer in Nederland verbeterd kan worden en tegelijkertijd de economische positie van de Nederlandse watersector in het buitenland kan worden vergroot.
Nederland heeft wereldwijd het best functionerende watermanagementsysteem maar door ondermeer snel veranderende weersomstandigheden stijgen de kosten voor waterbeheer in Nederland jaarlijks. Volgens het Bestuursakkoord Water geeft de Nederlandse overheid jaarlijks 7 miljard Euro uit aan waterbeheer en die kosten zullen zonder ingrijpen de komende 7 jaar stijgen met 1 tot 2 miljard Euro. Gebleken is dat partijen in de watersector beter kunnen samenwerken en beschikbare informatie op grotere schaal kunnen delen.
Het project Digitale Delta wil de gegevens van verschillende waterprojecten daarom samenvoegen en eenvoudig beschikbaar maken. Dit kunnen gegevens zijn over regenval, waterstanden, waterkwaliteit, dijksensoren, maar ook radardata, voorspellingsmodellen en gegevens van sluizen, gemalen en dammen.
Na het samenvoegen wordt er gekeken hoe ICT-toepassingen helpen bij het analyseren van al die gegevens om risico´s op overstroming, droogte en waterkwaliteit beter te kunnen voorspellen. Door het beter analyseren en door het benutten van de grote hoeveelheden beschikbare data biedt Digitale Delta straks mogelijkheden om een antwoord te formuleren op de toenemende uitdagingen van wateroverlast en –tekort.
De betrokken partijen willen met de Digitale Delta het onderzoek naar waterbeheer stimuleren en de werkgelegenheid in deze sector een impuls geven. Het project maakt data openbaar en leesbaar, waardoor allerlei relevante partijen in het waterbeheer tot nieuwe oplossingen kunnen komen én onderzoeken sneller en goedkoper kunnen worden uitgevoerd. Dat geldt niet alleen voor waterschappen en Rijkswaterstaat, maar ook voor waterexperts en onderzoekers. Bovendien kan de Digitale Delta door Nederlandse onderzoekers en ondernemers ook in andere delen van de wereld ingezet worden om mensen tegen het water te beschermen.

Verbetering waterkwaliteit door biologische behandeling in zuiveringsmoeras

Biologische behandeling van afvalwater in zuiveringsmoerassen verbetert de waterkwaliteit. Dit blijkt uit promotieonderzoek van Bram Mulling naar het gedrag van zwevende stofdeeltjes tijdens biologische nazuivering van afvalwater. Mulling promoveert woensdag 3 juli aan de Universiteit van Amsterdam (UvA).
Zuiveringsmoerassen worden gebruikt om natuurlijk oppervlaktewater te beschermen tegen schadelijke effecten van toenemende concentraties van zwevende stofdeeltjes, zoals zand, klei en algen, in het oppervlaktewater. In samenwerking met waterschappen Stichting Waternet en Wetterskip Frylân, Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) en ingenieursbureau Witteveen+Bos deed Mulling onderzoek naar de dynamiek van zwevende stofdeeltjes in zuiveringsmoerassen.
Zuiveringsmoerassen blijken een grote invloed uit te kunnen oefenen op de waterkwaliteit  van gezuiverd afvalwater. Door de biologische processen in het moeras worden antropogene deeltjes (door de mens geproduceerd) verwijderd uit afvalwater en vervangen door natuurlijke deeltjes waardoor oppervlaktewater minder belast wordt door afvalwater.
Er zijn veel verschillende processen betrokken bij de verwijdering van zwevende stofdeeltjes, zowel van fysische, chemische als biologische aard. Door de gezamenlijke werking van processen in een moerassysteem lijkt het water dat het moeras uitstroomt al veel meer op natuurlijk oppervlaktewater dan op afvalwater. Bram Mulling: ‘We weten nu beter hoe de verwijdering van zwevende stofdeeltjes werkt, daardoor is het beter mogelijk om kunstmatige moerassystemen te ontwerpen om zo de problemen met afvalwater aan te pakken’.
Water is vaak troebel door de aanwezigheid van zwevende stofdeeltjes als zand, klei, algen en ziektekiemen. Lozingen van afvalwater zorgen voor grote hoeveelheden zwevende stof in het oppervlaktewater, die daar van nature niet thuishoren. Natuurlijke buffers, zoals moerassen, verdwijnen steeds vaker terwijl de hoeveelheid afvalwater toeneemt. Een goedkope en efficiënte manier om schadelijke effecten van lozingen te voorkomen wordt dan ook steeds belangrijker.

dinsdag 25 juni 2013

Voorspellende kracht in wateroverlast

Nog geen dag na de hevige overstromingen in Enschede en op de Campus presenteerden drie studenten Technische Wiskunde aan de Universiteit Twente vandaag hun Bachelor-eindpresentatie ‘Waterzuivering als Petrinet’. Een erg actueel onderwerp, dat in de toekomst een hoop wateroverlast kan voorkomen. De studenten hebben een wiskundig computersimulatiemodel ontwikkeld dat voorspelt wanneer de waterzuiveringsinstallatie de grote hoeveelheid neerslag niet meer optimaal kan verwerken en wanneer er dus kans is op wateroverlast.
Maar liefst een half jaar hebben ze aan het simulatieprogramma gewerkt. Ruben Fransen, Loes Knoben en Maarten Otten, wiskunde studenten aan de UT. Ze worden daarbij ondersteund door professor Bernard Geurts en universitair docent Anne Remke.
Bij het voorspellen worden verschillende variabelen ingevoerd in het simulatieprogramma. Bijvoorbeeld de grootte van de bufferopslagruimte, de hoeveelheid water die gaat vallen en hoe lang de regen zal aanhouden. Ook wordt er rekening gehouden met storingen, zoals het uitvallen van de waterzuiveringspompen die het water moeten afvoeren. Op deze manier kan een goed beeld worden geschetst van de risicogebieden waar wateroverlast zal plaatsvinden.
“Op dit moment hebben we nog niet genoeg gegevens van de gemeente ontvangen om betrouwbare gegevens te leveren, maar we zijn in de toekomst in staat om te voorspellen hoe groot de wateropslag moet zijn om wateroverlast te voorkomen”, aldus Anne Remke. “Ons doel is ook om dit verder uit te werken en in contact te komen met gemeenten om te kijken wat we voor hun kunnen betekenen.” Remke houdt zich al langer bezig met onderzoek naar de betrouwbaarheid van kritische infrastructuur. Ze heeft beschikking over een Veni project met een budget van 240.000 euro die wordt gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO).

Koolstofnanodeeltjes hebben invloed op samenstelling van waterleven

Koolstofnanodeeltjes blijken op lange termijn al bij lage concentraties effecten te hebben op het leven in het oppervlaktewater. Uit een proef onder natuurlijke veldomstandigheden komt naar voren dat de soortensamenstelling van ongewervelde waterdieren veranderde na langdurige blootstelling aan deze minuscule deeltjes.
Het onderzoek is gedaan door Ilona Velzeboer van Wageningen University en onderzoeksinstituut IMARES van Wageningen UR. Zij publiceerde haar onderzoek in het toonaangevende tijdschrift Environmental Science & Technology.
"Van nanodeeltjes is bekend dat zij nadelige effecten op organismen kunnen veroorzaken", zegt Ilona Velzeboer. "Tot nu toe werd dit vooral onderzocht in het laboratorium met steeds één soort organismen tegelijk en werden pas effecten gezien bij concentraties aan nanodeeltjes die veel hoger zijn dan wat je in het milieu kunt verwachten. Er was nog geen onderzoek uitgevoerd onder reële, ecologisch relevante omstandigheden zoals die zich voordoen in het veld."
Er was ook niet eerder gekeken naar effecten na zo lange tijd en bij een dergelijk lage concentratie, aldus Velzeboer: “Dat die effecten er toch zijn, komt als een verrassing en heeft mogelijk te maken met de voortplanting en levenscyclus van de organismen. Bij kortere proeven speelt die meestal geen rol.”
De EU en de Nederlandse overheid erkennen het potentiële probleem van nanodeeltjes en laten onderzoek doen naar de mogelijke risico’s. De nieuwe resultaten kunnen van groot belang zijn voor de schatting van ecologisch relevante risico’s, maar ook voor het prioriteren van onderzoek dat nog moet worden uitgevoerd. Uit steeds meer onderzoek blijkt dat vooral de waterbodems in rivieren en meren plekken zijn waar nanodeeltjes zich ophopen. “Het lijkt daarom nu belangrijk om vooral langetermijnstudies met meerdere generaties van organismen uit te voeren”, zegt prof. Bart Koelmans, leider van het onderzoeksteam waarvan Ilona Velzeboer deel uitmaakt.
Zo denken de onderzoekers dat er meer veldstudies nodig zijn om ook het effect na te gaan van andere soorten nanodeeltjes, zoals metallische nanodeeltjes. Verder stellen zij dat het van belang is om het werkingsmechanisme van nanodeeltjes in levende organismen te achterhalen.
Koelmans c.s. pasten een methode toe die eerder werd gebruikt voor het vaststellen van ecologische veldeffecten van actieve kool, dat in sediment wordt gemengd om verontreinigde waterbodems schoon te maken. In dit geval werden aquaria met schoon sediment voorzien van verschillende concentraties nanobuisjes (‘carbon nanotubes’) en begraven in een sloot in het veld. Na drie en vijftien maanden is gekeken of organismen vanuit de omgeving weer in de aquaria zijn gaan leven, en werd in detail bekeken welke organismen er zijn en in welke aantallen. Met statistische technieken wordt vervolgens uitgerekend of er effecten zijn, en waardoor die eventueel veroorzaakt worden.
Naast de nanodeeltjes kunnen andere factoren zoals de aanwezigheid van waterplanten, ruimtelijke variatie of de duur van de blootstelling ook effecten hebben op de dieren. Het is gebruikelijk dat al die factoren een rol spelen, en dat ze ieder een gedeelte van het effect verklaren. ”In dit geval verklaarden de koolstofnanodeeltjes een kleine tien procent van de totale verandering van de samenstelling van de levensgemeenschap” aldus Bart Koelmans: “Dat is een hoeveelheid die gelijk is aan sommige natuurlijke factoren. Het effect was even groot als dat van actieve kool in een eerdere proef, dat echter aanwezig was in vijftig keer hogere dosis. Dat zou kunnen  betekenen dat de waterdieren veel gevoeliger zijn voor de nanodeeltjes dan voor actieve kool”.

maandag 24 juni 2013

Spetterende opening Speeleiland Maarsseveense plas

Het vernieuwde speeleiland in de Grote Maarsseveense plas is met veel waterplezier officieel geopend op vrijdag 14 juni jl. Het speeleiland in de vorm van een puzzelstuk is gerenoveerd en gemoderniseerd zodat kinderen er de komende jaren weer veel plezier aan kunnen beleven.
Het fraaie eiland bereik je over een nieuwe brug. Daar is een spetterende waterglijbaan maar ook een waterval en een waterdoolhof aangelegd. Er zijn nieuwe klimtoestellen, een zon- en speelweide en het interactief vloerenspel Playtop Street.
Pieter Kruiswijk, bestuurder van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht: ‘Naast onze kerntaken om te zorgen voor schoon en voldoende water en het behouden van droge voeten, zet het waterschap zich ook in voor natuur en recreatie. Dit speeleiland is een mooi voorbeeld hoe we dit doen. De plas is een officiële zwemwaterlocatie en het waterschap houdt de (zwem)waterkwaliteit op orde. Door het waterbeheer is de zwemwaterkwaliteit van de plas goed en is er geen overlast van blauwalgen. De kwaliteit is zelfs zo goed dat de plas een veel gebruikte plek om te duiken is.'
Bij de opening waren vertegenwoordigers van de provincie Utrecht, Recreatieschap Stichtse Groenlanden, Bestuur Regio Utrecht en Waterschap Amstel, Gooi en Vecht aanwezig. De renovatie werd gesubsidieerd op basis van Agenda Vitaal Platteland van de Provincie Utrecht, door Bestuur Regio Utrecht en mede mogelijk gemaakt door Waterschap Amstel, Gooi en Vecht.

vrijdag 21 juni 2013

Besparing van drinkwater en energie mogelijk door on-line bewaking Legionella preventie systemen

Donderdag heeft op de WaterCampus Leeuwarden in het kader van het Fryslân Fernijt innovatie programma een workshop over Legionella preventie plaatsgevonden. Hierbij is een totaalconcept voor de bewaking van Legionella preventie met behulp van koper en zilver ionisatie en daaraan gekoppelde sensoren gepresenteerd. Holland Water Technology BV heeft dit concept in samenwerking met GeoConnect, Bright Spark, Xigna BV en het Centre of Expertise Water Technology ontwikkeld. De praktijk van de regelgeving is echter weerbarstig.
Gedeputeerde economische zaken Hans Konst van de Provincie Fryslân benadrukte in zijn openingswoord dat ‘slimme mensen’ hebben samengewerkt op het grensvlak van watertechnologie, sensortechnologie en gezondheid om dit project tot een succes te maken. Het project levert direct werkgelegenheid op in Fryslân. Niet alleen voor kennisinstellingen maar ook voor bedrijven. Het concept wordt vanuit de vestiging van Holland Water Technology in Drachten verder op de markt gebracht. Het feit dat nog steeds enkele tientallen patiënten per jaar overlijden aan de gevolgen van een Legionella besmetting onderstreept nog eens het belang van het project. Tijdens de workshop hebben de verschillende projectpartners hun (technische) bijdrage aan het project toegelicht.
Met behulp van het ontwikkelde concept kan enerzijds een effectieve Legionella bestrijding worden gerealiseerd en anderzijds de uitvoeringseisen van het thermisch beheersconcept worden verlaagd. Hierdoor kan water en energie worden bespaard, waarbij de kwaliteit van de preventie wordt behouden of zelfs verbeterd. Door het gebruik van sensoren wordt het mogelijk continu de werking van de installatie te garanderen. Bovendien kan door de biofilm te meten in het systeem, het risico op (her)groei van Legionella beoordeeld worden. Dit betekent een aanzienlijk verbetering ten opzichte van de huidige situatie waarbij de werking van de installatie door middel van laboratorium analyses van koper en zilver enerzijds en Legionella anderzijds moet worden gecontroleerd. Deze analyses laten enkele dagen op zich wachten, terwijl op basis van online gegevens een continue bewaking mogelijk wordt.
Deze technologie wordt onder andere toegepast in ziekenhuizen en verzorgingsinstellingen, in die gevallen waar het zogenaamde thermisch beheersconcept onvoldoende effectief is. De technologie wordt ook toegepast in gesloten watersystemen, waar water wordt gerecirculeerd, zoals koel- en proceswatersystemen.
Een belangrijk aandachtspunt is nog de regelgeving: op dit moment is het nog zo dat verlagen van het thermisch beheersconcept wettelijk niet toegestaan is. Dit is volgens de projectpartners bij een goed functionerende en bewaakte installatie wel mogelijk en verantwoord. Een verzoek om dit wettelijk te regelen is al geruime tijd in behandeling bij de Rijksoverheid. Om de besluitvorming waar mogelijk te versnellen wordt dit onderwerp meegenomen in de Green Deal Fries Bestuursakkoord Waterketen die de Provincie Fryslân samen met waterketenpartners met de Rijksoverheid heeft afgesloten.

 

Waterbeheerders goed op schema met uitvoering

'Met het uitvoeren van maatregelen voor de Kaderrichtlijn Water liggen we grotendeels goed op schema. Wel is het zo dat sommige maatregelen nog niet helemaal aan de verwachting voldoen.' Die conclusie trekken de waterbeheerders in het deelstroomgebied Rijn-Midden uit een tussentijdse inventarisatie halverwege de planperiode 2009 – 2015.
Elk van de waterbeheerders: Waterschap Vallei en Veluwe, Waterschap Zuiderzeeland, Rijkswaterstaat Midden-Nederland en de provincies Flevoland, Gelderland en Utrecht, heeft een balans opgemaakt van de eigen opgaven. Inrichtingswerkzaamheden, zoals de aanleg van duurzame en natuurvriendelijke oevers en het bouwen van vispassages, lopen in grote lijnen volgens de planning. Ook de meeste onderzoeksopgaven zijn afgerond. Voor het oplossen van een aantal lastige knelpunten is waarschijnlijk meer tijd nodig.
Dit blijkt uit de Midterm Review KRW-maatregelen Rijn-Midden, een tussentijdse inventarisatie van de voor de KRW samenwerkende waterschappen, provincies, gemeenten en Rijkswaterstaat Midden-Nederland. In dit verslag zijn harde feiten en cijfers verwerkt, maar ook de ervaringen van bestuurders, projectleiders en andere betrokken deskundigen. Het verslag geeft daardoor niet alleen een objectief beeld van de vorderingen die ‘aan Brussel’ worden gerapporteerd, maar ook tekst en uitleg over achtergronden en motieven. De lezer krijgt daardoor inzicht in de oorzaken van knelpunten en de motieven voor alternatieve oplossingen.
Om een paar van die knelpunten te noemen: het Rijk heeft behoorlijk gesneden in het benodigde budget en daarmee op de middelen om bij te dragen aan vispassages op de grens van regionale en Rijkswateren. Waterschap Vallei en Veluwe en Waterschap Zuidzeeland ondervonden lange tijd grote weerstand bij het verwerven van grond voor de herinrichting van beken, weteringen en tochten. En nog een: de waterkwaliteit wordt negatief beïnvloed door vreemde stoffen waartegen de waterschappen en provincies niet zelf kunnen optreden. Voorbeelden van omstandigheden die de regio niet in eigen hand heeft. Het verslag toont creatieve oplossingen om in dit soort gevallen niet bij de pakken te hoeven neerzitten.
Tegenover de lastig te hanteren knelpunten zet het verslag de opgaven waarvoor de waterbeheerders van Rijn-Midden meer hebben gedaan dan aan Brussel was beloofd. Voorbeelden zijn: vispassages in niet voor de KRW aangewezen water, of meer kilometers natuurvriendelijke en duurzame oever dan strikt volgens het plan. Bijzonder zijn ook de innovatieve oplossingen die in de plaats kwamen van lastig uit te voeren maatregelen, zoals een slibvang in de bodem van de Voorsterbeek, een experiment dat bij gunstig resultaat zeker elders zal worden toegepast.
De algemene conclusie is dan ook dat de maatregelen waarover de regio zelf gaat, goed zijn opgepakt. Dat geeft een zekere voorsprong die het vertrouwen rechtvaardigt dat Rijn-Midden deze planperiode goed zal afronden.



donderdag 20 juni 2013

Code Rood voor Brabantse vennen

Driekwart van de Nederlandse vennen ligt in Brabant. Vennen zijn echte natuurparels en vormen het leefgebied van zeldzame planten en dieren. Maar het natuurlijke evenwicht is er gauw verstoord. Het grondwaterpeil daalt, oevers raken begroeid met berken en dennen, dode bladeren vormen een dikke sliblaag op de waterbodem en ook de neerslag van stikstof in de lucht vormt een probleem. Hierdoor zijn inmiddels tientallen, mogelijk zelfs honderden vennen uit het Brabantse landschap verdwenen.
Om het tij te keren, is actie nodig. Overheden, natuurorganisaties en waterschappen bundelen de krachten en bieden praktische en financiële steun aan eigenaren van de vennen. Ook de provincie betaalt mee.
Gedeputeerde Johan van den Hout (ecologie en handhaving):  ‘De kosten voor het herstellen van een ven werden tot voor kort gedeeld door de eigenaar en de provincie.  Maar inmiddels zijn de subsidies 'stapelbaar'. Dat wil zeggen dat een ven-eigenaar voortaan niet meer de helft hoeft bij te leggen, maar hiervoor ook andere geldbronnen mag aanboren. We hopen dat veel ven-eigenaren van deze mogelijkheid gebruik zullen maken, niet alleen uit oogpunt van behoud van een mooie natuur, maar ook voor de vele recreanten die Brabant bezoeken’.

woensdag 19 juni 2013

Schultz: 'nHWBP is begin van nieuw waterhoofdstuk'

Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu heeft woensdag 12 juni de eerste programmering in ontvangst genomen van het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma.Rijkswaterstaat en de samenwerkende waterschappen gaan vanaf 1 januari 2014 aan de slag om dijken en sluizen, stuwen, gemalen aan te pakken die in de laatste landelijke toetsronde werden afgekeurd. In de periode tot en met 2019 worden de versterkingen gestart voor 180 kilometer dijk, in 32 projecten verspreid over het land.
Minister Schultz: "We staan aan het begin van een nieuw waterhoofdstuk. Niet alleen zijn vanaf nu het Rijk en de waterschappen samen verantwoordelijk en betalen ze beide de helft van de kosten. Ook is een aanpak ontwikkeld om met de beschikbare middelen de meeste veiligheid te bieden: gebieden met de grootste risico’s in aantallen slachtoffers en economische schade worden als eerste aangepakt."
Samen met Jan Hendrik Dronkers, directeur-generaal van Rijkswaterstaat, overhandigde dijkgraaf Jan Geluk de minister op een werkconferentie in Utrecht een kaart van Nederland met daarop de geplande werkzaamheden van de komende jaren. Het voorstel moet nog worden goedgekeurd door de ministerraad.
Minister Schultz: "Dat was het uitgangspunt bij het Bestuurakkoord Water en deze programmering is daarvan het resultaat. Samenwerking in de waterketen is nu echt in gang gezet met 60 samenwerkingsverbanden. Er is een trendbreuk ingezet in het beheersen van de kosten. Ik heb daar grote waardering voor."
In 2011 vond de derde landelijke toetsing plaats van primaire waterkeringen, de keringen die Nederland beschermen tegen overstromingen vanuit de Noordzee, de grote rivieren en het IJssel- en Markermeer. Veel keringen moeten worden aangepast aan zwaardere eisen die bijvoorbeeld de klimaatverandering stelt aan de bescherming tegen hoogwater. De dijken en kunstwerken worden opgeknapt zodat ze Nederland de komende decennia goed beschermen.
Minister Schultz spoorde de toehoorders in de Jaarbeurs aan om meer werk te maken van innovatie. Het gaat om projecten die veel geld kosten en de middelen zijn beperkt. Ook wees de minister op het dreigende arbeidstekort in de sector. In 2020 zijn er naar schatting 40.000 vacatures.
Minister Schultz: "We moeten jongeren verleiden naar een baan in de waterbranche. Het is een prachtig vak. Veelzijdig en veel carrièremogelijkheden, ook in het buitenland."

dinsdag 18 juni 2013

Vitens houdt waterverbruik extra scherp in de gaten vanwege hitte

Waterbedrijf Vitens houdt in verband met de verwachte zomerhitte rekening met een mogelijke toename van de vraag naar drinkwater voor komende woensdag. Om dit op te kunnen vangen heeft het waterbedrijf reeds de nodige voorbereidingsmaatregelen genomen. Zo houdt Vitens waar nodig de reservoirs extra goed gevuld, en worden alle voorraadkelders scherp in de gaten gehouden. Door waar nodig een grotere waterreserve aan te houden kan het bedrijf desgewenst bijschakelen als de vraag naar water plotseling toeneemt.
Gewoonlijk vult Vitens een keer per nacht en een keer per dag de reservoirs aan om piekvragen in de ochtend en in de vroege avond op te kunnen vangen. Maar tijdens de verwachte recordtemperatuur van woensdag zal Vitens enkele van de reservoirs vol houden voor het geval Nederland massaal een extra douche neemt, de kinderbadjes vult of de tuin besproeit.
Normaliter kan Vitens goed voorspellen hoe de vraag naar water zich ontwikkelt als er bijvoorbeeld een periode van meerdere weken warmte wordt aangekondigd. Maar een plotselinge dag tropische hitte zoals nu voorspeld komt zo weinig voor dat Vitens het zekere voor het onzekere neemt.
“We hebben eigenlijk weinig ervaring met dit soort piekhitte’s, daarom nemen we deze voorzorgsmaatregelen” zegt Maarten Fleuren, proces coördinator Winning en Zuivering bij Vitens, “Je weet nooit of verzorgingstehuizen bijvoorbeeld hun bewoners een keer extra willen laten douchen om de mensen te laten afkoelen, iets wat van levensbelang kan zijn. Dan moeten we daar klaar voor zijn. We gaan daarom het verbruik extra goed monitoren om op te kunnen schakelen als het nodig is.”

 

Nieuwe dijkversterkingsprojecten in Zeeland tussen 2014 en 2019

Waterschap Scheldestromen voert tussen 2014 en 2019 een aantal nieuwe dijkversterkingsprojecten uit. Deze projecten zijn nodig om de betreffende waterkeringen ook in de toekomst veilig te houden tegen overstromingen. De projecten worden uitgevoerd in het kader van het nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma (nHWBP). Hiermee voldoen de Zeeuwse dijken zo snel mogelijk weer aan de wettelijke veiligheidsnorm 1:4.000. Met de uitvoering van de werkzaamheden is een bedrag van bijna 27 miljoen euro gemoeid. Het waterschap financiert dit voor. Dit leidt niet tot verhoging van de tarieven van de waterschaspslasten.
In 2010 voerde het waterschap een toetsing van de Zeeuwse dijken uit. Dit doen de waterschappen elke vijf jaar. Uit die toetsing bleek dat 75% van de Zeeuwse primaire waterkeringen voldoet aan de norm. Tot 2015 wordt hiervan 15% aangepakt. Er resteert dan nog 39 kilometer van de in totaal 491 kilometer bij het waterschap in beheer zijnde waterkeringen. Deze zijn minder urgent en worden in de verdere toekomst versterkt.
Er is een top 30 van projecten opgesteld die met voorrang in Nederland uitgevoerd zullen worden. Deze lijst is gebaseerd op de veiligheidsurgentie waarmee de werken moeten plaatsvinden. Waterschap Scheldestromen is erin geslaagd om vijf Zeeuwse dijkvakken in de top 30 te krijgen. Het gaat om de dijktrajecten Burghsluis-Schelphoek, Boerderij De Ruyter bij Zierikzee, het dijktraject Zierikzee-Bruinisse en om het traject Zuid-Beveland West. Ook het dijkvak Emanuelpolder op Zuid-Beveland wordt versterkt, omdat het goed te combineren valt met een nabijgelegen project van projectbureau Zeeweringen. De uitvoering staat gepland voor 2015. In de algemene vergadering van 27 juni a.s. wordt een definitief besluit genomen over de voorfinanciering van de projecten door het waterschap. Ook moet de ministerraad nog definitief goedkeuring geven.
Momenteel wordt de kust in West Zeeuws-Vlaanderen versterkt. Boven de Westerschelde werden o.a. het dijkvak Nolle-Westduin (bij Vlissingen) en de Westkapelse Zeedijk versterkt. Deze versterkingen werden uitgevoerd naar aanleiding van de in 2006 gehouden toetsing. De nieuwe dijkvakken worden versterkt als vervolg op de eerder uitgevoerde projecten.
Deze kustversterkingsprojecten werden geheel onder regie van het waterschap uitgevoerd. Bij de nieuw geplande projecten wordt nadrukkelijk samenwerking gezocht met projectbureau Zeeweringen. Deze samenwerking zorgt ervoor dat er zo doelmatig en efficiënt mogelijk gewerkt kan worden.

maandag 17 juni 2013

Feestelijke oplevering anti-verdrogingsproject de Kievitslanden

Provincie Flevoland, Waterschap Zuiderzeeland en natuurorganisaties hebben de afgelopen jaren succesvol gewerkt aan de verdrogingsbestrijding in Flevoland. Op 12 juni is het anti-verdrogingsproject de Kievitslanden feestelijk opgeleverd door gedeputeerde Bert Gijsberts, heemraad Jan Nieuwenhuis en regiodirecteur Natuurmonumenten Jan Gorter. Door een goede samenwerking zijn op verschillende plaatsen in Flevoland maatregelen genomen, in totaal gaat het om 1500 hectare.
Bij verdrogingsbestrijding gaat het er om dat sommige natuurgebieden te droog zijn om de gestelde natuurdoelen te kunnen halen. De genomen maatregelen bestrijden dat probleem. In de Kievitslanden is met het dempen van een deel van de Strandgapertocht de waterhuishouding van dit natuurgebied verbeterd. In de nieuwe situatie krijgen bijzondere planten en vogels meer ruimte. Ook zijn maatregelen uitgevoerd om effecten op het omliggende gebied en de dijk te voorkomen. Zo is de verlengde mosseltocht aangelegd en is de dijkvoet van de Harderdijk verhoogd. Tijdens het terreinbezoek op 12 juni haalden de bestuurders een emmer met water op bij de dam van het Waterschap en leverden zo het project op.
Jan Gorter van Natuurmonumenten legt de ontwikkeling van het gebied als volgt uit: "De Kievitslanden ontwikkelden zich vanaf 1964 snel tot een goed weidevogelgebied met vooral heel veel grutto's: de gruttolanden. Daarna duikelde het aantal weidevogels, onder meer doordat het waterpeil daalde. In een droog voorjaar veranderde de kleibodem in een keiharde grondlaag. Door dit project komt er nu meer kwelwater in de Kievitslanden en kunnen watersnippen en tureluurs hun snavels weer in de sappige zode steken. Kortom: wij werken aan de watersniplanden."
De verdrogingsbestrijding in Flevoland heeft zich gericht op de TOP-gebieden. Dit is een selectie van de meest waardevolle en kansrijke gebieden binnen de natte natuurgebieden. "Voor elk gebied van de TOP-lijst heeft Waterschap Zuiderzeeland mogelijke maatregelen onderzocht en getoetst op effect en haalbaarheid. Bij de uiteindelijke keuze hebben we, samen met de gebiedspartners, een brede belangenafweging gemaakt. Ik zie daarom voor de toekomst een goede samenwerkingsperiode, waarin de stappen die zijn gezet en het vertrouwen dat er is tussen partijen kunnen worden voortgezet," aldus heemraad Jan Nieuwenhuis.
Tijdens de oplevering van de Kievitslanden werd ook aandacht besteed aan de succesvolle aanpak van andere anti-verdrogingsprojecten. Gedeputeerde Bert Gijsberts: "Voor de provincie staat natuur niet op zich. De TOP-gebieden zijn een onderdeel van de gebiedsontwikkeling. Sommige projecten zijn veel breder geweest dan alleen verdrogingsbestrijding. Zo is de aanpak van Ellerslenk samen met de ontwikkeling van het Nationaal Evenemententerrein opgepakt met de gemeente Dronten. Ook bij de Kievitslanden was het project breder dan alleen de verdrogingsbestrijding en zijn de dijk en de waterhuishouding in het landelijk gebied ook verbeterd."

zondag 16 juni 2013

Henk Schiffmacher lanceert paraplutour #Waterdruppels

Afgelopen zaterdag lanceerde tattoo kunstenaar Henk Schiffmacher de paraplutour van #Waterdruppels op het Spui in Amsterdam. #Waterdruppels is een unieke samenwerking tussen Cordaid Mensen in Nood en Max Foundation. Met de steun van de Nationale Postcode Loterij brengen ze hun kennis en expertise samen in een geïntegreerd programma waarbij families in Bangladesh worden voorbereid op de gevolgen van een ramp of overstroming. #Waterdruppels tourt in juni en juli, in de maanden dat de kans op overstromingen in Bangladesh het grootst is, samen met kunstenaar Henk Schiffmacher door het land. Met deze tour worden Nederlanders op verrassende wijze bewust gemaakt van de problematiek in Bangladesh.

vrijdag 14 juni 2013

Flood Proof Holland: proeftuin voor overstromingen

Op maandag 17 juni vindt in Delft de officiële opening plaats van Flood Proof Holland. In deze proeftuin voor Innovatieve Tijdelijke Waterkeringen, gelegen langs de A13, krijgen bedrijven, overheden en kennisinstellingen de gelegenheid innovatieve overstromingsmaatregelen - alternatieven voor zandzakken - te testen en te demonstreren. De overstromingen die Midden-Europa nu teisteren, laten zien dat hier nog veel winst valt te behalen. De proeftuin is gerealiseerd binnen het Valorisatieprogramma Deltatechnologie & Water, waarvan de TU Delft penvoerder is.
Deze waterkeringen zijn slimme, efficiënte en goedkope waterkeringen die in het geval van calamiteiten worden toegepast om overstromingen te voorkomen. Ze moeten een effectief alternatief bieden voor de ouderwetse zandzak. Op het proefterrein wordt momenteel gewerkt met drie verschillende waterkeringen: de Box Barrier (BNR Nieuwsradio over de Box Barrier), de Green Soil Bag en de Water-Gate. Deze zullen tijdens de opening uitgebreid gedemonstreerd worden. Voor een eerste indruk, zie deze fotoset van eerdere test- en demo-activiteiten.

donderdag 13 juni 2013

Waterschap baggert Groote Weetering

Waterschap Aa en Maas start maandag 10 juni  met het uitbaggeren en herprofileren van de Groote Wetering in Berlicum, bij de Berlicumseweg. Het te baggeren traject is ca. 2.2 kilometer lang en naar verwachting wordt circa 3000 m3 baggerslib verwijderd en hergebruikt. Het baggerslib wordt op het jaagpad en op de kade verwerkt. De werkzaamheden duren iets langer dan een maand en de oplevering vindt voor 15 juli plaats.
Het uitbaggeren van de sloten is noodzakelijk omdat de baggerlaag op de waterbodem de afgelopen 30 jaar is aangegroeid. Hierdoor kan het water minder goed doorstromen waardoor problemen kunnen ontstaan. Het uitbaggeren van waterlopen en het op orde brengen van oevers is regulier waterschapswerk. Waterschap Aa en Maas werkt op dit moment aan een cyclisch onderhoudsplan. Dit houdt in dat per waterloop wordt aangegeven om de hoeveel jaar er gebaggerd wordt.
Voorafgaand aan de werkzaamheden is een waterbodemonderzoek gehouden om de kwaliteit van het baggerslib te onderzoeken. Er worden schade beperkende maatregelen getroffen om de aanwezige flora- en fauna zoveel mogelijk te ontzien. De bagger wordt met een hydraulische graafmachine met long stick (lange giek) verwijderd. Doordat de baggerspecie een goede kwaliteit heeft, kan deze met de graafmachine op de kade en werkpad gezet en verwerkt worden. Hierdoor wordt het aan- en afvoeren van het slib en daarmee overlast voor het verkeer en omwonenden zoveel mogelijk voorkomen. Omdat er op de kade gewerkt wordt en er baggerspecie op wordt verwerkt, is deze tijdelijk afgesloten voor wandelaars en fietsers.
Voldoende en schoon water is van groot belang voor mens, plant en dier. Een waterbodem speelt hierbij op twee manieren een rol. Op de bodem van een waterloop vormt zich een laag baggerslib. Deze bestaat voornamelijk uit dood plantmateriaal en zwevende gronddeeltjes, zoals zand of klei, die neerslaan. Deze baggerlaag groeit elk jaar zo'n 1 á 2 centimeter. Op een gegeven moment is de laag zo dik, dat de doorstroming van het oppervlaktewater onvoldoende is. Hierdoor wordt de aanvoer van water in droge perioden bemoeilijkt of kan het water niet snel genoeg afgevoerd worden in natte perioden. Daarnaast vormen de plantenresten in het baggerslib een bron van voedingsstoffen. Teveel voedingsstoffen hebben een negatieve invloed op de waterkwaliteit. Hierdoor kan bijvoorbeeld blauwalg bij warm weer explosief groeien. Naast voedingsstoffen worden ook eventuele verontreinigingen vanuit de omgeving, bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen, opgenomen in de baggerlaag.

woensdag 12 juni 2013

Vitens opent tien tappunten op basisscholen

Drinkwaterbedrijf Vitens opent vandaag op feestelijke wijze tien Join the Pipe tappunten tegelijkertijd op basisscholen in Utrecht, Velp, Delden, Almere, Dronten, Warnsveld, Dokkum, Akkrum, Apeldoorn en Zwolle. Door tien tappunten weg te geven aan deze scholen wil ’s lands grootste waterbedrijf andere scholen overhalen om zelf ook kraanwatertappunten te plaatsen om zo bij te dragen aan een gezondere levenswijze van kinderen. Het tappunt in Utrecht wordt geopend door Laurentien van Oranje, de andere negen tappunten door wethouders van de betreffende gemeenten.
Laurentien van Oranje (MCF) zal samen met Vitens directievoorzitter Lieve DeClercq aanwezig zijn bij de opening van het tappunt bij basisschool Villa Nova in Utrecht. Voorafgaand aan de feestelijke opening zal Laurentien van Oranje kort in gesprek gaan met de aanwezige kinderen over hun ideeën en vragen over water in relatie tot gezondheid en duurzaamheid.
De Missing Chapter Foundation (MCF) is in 2010 op persoonlijke titel opgericht door Laurentien van Oranje. MCF zet zich ervoor in dat kinderen die een positieve bijdrage willen leveren aan de samenleving, dat ook daadwerkelijk kunnen doen, met name op het gebied van duurzaamheid. Daarin koppelt MCF de wereld van kinderen aan de wereld van volwassenen. MCF richt zich er dan ook op om de stem en ideeën van kinderen een platform te geven en hen in staat te stellen om anderen aan te zetten tot duurzamer gedrag.
Met behulp van een nieuwe campagne, “ Kraanwater graag”, wil Vitens kraanwater ook buitenshuis beter toegankelijk maken. Het drinken van kraanwater op school kan bijdragen aan een gezondere levensstijl van kinderen. Kraanwater is duurzaam, bevat 0 calorieën en is gezond. Overgewicht is een groot probleem bij scholieren. De waterbedrijven hebben zich dan ook aangesloten bij het JOGG-initiatief (Jongeren Op Gezond Gewicht), een beweging voor een gezonde omgeving en een gezonde jeugd. Dit jaar staat JOGG het in het teken van kraanwater.

Rioolgemaal Groningen opnieuw in gebruik

Woensdag 5 juni 2013 heeft het waterschap Noorderzijlvest Rioolgemaal Groningen na een omvangrijke renovatie opnieuw in gebruik genomen. Na een druk op de knop door bestuurslid Bob van Zanten en jeugdbestuurder Albert Jan van der Werp stroomde het water met donderend geweld de ontvangkelder binnen en kwamen de pompen tot leven. Het waterschap Noorderzijlvest sluit hiermee een renovatieproject van in totaal 22 rioolgemalen af.
De renovatie van Rioolgemaal Groningen was onderdeel van een renovatieproject van 22 rioolgemalen in de provincie Groningen. De capaciteit van de pompen in de gemalen is afgestemd op de vraag naar afvoer van rioolwater zoals de gemeenten deze in de komende vijftien jaar verwachten. Gemeenten en waterschap zorgen er samen voor dat het afvalwater van huishoudens en bedrijven op een goede manier afgevoerd en gezuiverd wordt. In 2008 en 2009 zijn door het waterschap al vijftien rioolgemalen aangepast. De afgelopen twee jaar zijn de rioolgemalen in Loppersum, Kruisweg, Wehe-Den Hoorn, Warfhuizen, Den Horn en Boerakker gerenoveerd.
In 2012 heeft Noorderzijlvest het grootste rioolgemaal van het waterschap aangepast. Rioolgemaal Groningen, aan het Damsterdiep, is gerenoveerd en tevens voorbereid op het aansluiten van de nieuwe gemeentelijke rioolpersleiding door de noordelijke stadsdelen van Groningen (project ‘Waterslag 2'). Vanwege het monumentale karakter van het pand heeft het waterschap het gemaal zoveel mogelijk in oude stijl gelaten.
Het monument aan het Damsterdiep is uitermate geschikt voor het ontvangen en rondleiden van groepen. Binnen geeft een blik over de reling een indrukwekkend beeld van de enorme pompen die het afvalwater naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Garmerwolde afvoeren. Waterschap Noorderzijlvest en de gemeente Groningen vertellen belangstellenden graag over de weg van het afvalwater in de stad. Vanaf juni 2013 is een rondleiding voor groepen op aanvraag mogelijk via educatie@noorderzijlvest.nl

dinsdag 11 juni 2013

Waterschappen steunen hoofdlijnen ambities kabinet waterbeleid

Op donderdag 13 juni debatteert de Tweede Kamer met minister Schultz van Haegen over waterveiligheid. In april heeft de minister een brief naar de Kamer gestuurd waarin zij de plannen van het kabinet voor het waterbeleid bekend maakte. De Unie van Waterschappen heeft ter voorbereiding op het overleg een reactie naar zowel de minister als de Tweede Kamer gestuurd om de visie van de waterschappen over te brengen.
De Unie van Waterschappen steunt de hoofdlijnen van het beleid dat de minister voorstaat. Dat geldt vooral voor de nieuwe normering voor waterveiligheid en de ambities van de waterschappen voor duurzaamheid.
Bij de nieuwe normering wordt niet alleen gekeken naar de kans op overstroming van een dijk, maar worden ook de gevolgen meegewogen. Daarmee wordt het mogelijk iedere Nederlander achter de dijk dezelfde basisveiligheid te garanderen. Ook wil minister Schultz extra investeren in gebieden met een risico op veel slachtoffers en grote economische schade. Vitale en kwetsbare infrastructuur, zoals nutsvoorzieningen en ziekenhuizen, krijgen extra aandacht. De Unie van Waterschappen ondersteunt de introductie van een nieuwe normering voor de waterveiligheid. Deze gaat uit van een risicobenadering.
De minister kiest voor meerlaagsveiligheid. Naast preventie door de bouw van dijken en dammen kan Nederland veiliger worden door de ruimtelijke inrichting van ons land slimmer te benutten en de rampenbeheersing beter op orde te hebben.
De waterschappen zijn van mening dat bij meerlaagsveiligheid, preventie prioriteit moet hebben. De Unie van Waterschappen vindt het belangrijk om samen met het Rijk en de veiligheidsregio’s voorbeeldprojecten op te zetten en uit te voeren.
Op het gebied van de zoetwatervoorziening geeft de minister aan dat de zelfvoorzienendheid moet worden vergroot om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen. De oplossing van het zoetwaterprobleem moet vooral in de regio plaatsvinden.
De Unie van Waterschappen mist in de brief de maatregelen die in het hoofdwatersysteem kunnen worden genomen. Via de grote rivieren gaat veel zoet water verloren, terwijl daar oplossingen voor zijn. De minister richt zich vooral op de inzet van maatregelen in het regionale systeem. Dat is volgens de waterschappen onvoldoende.
Ten slotte is de Unie van Waterschappen verheugd dat de minister aangeeft dat waterschappen duurzame energie en grondstoffen aan derden mogen leveren. Voor de waterschappen betekent dat ruim baan voor investeringen in de ombouw van rioolwaterzuiveringen tot Energie- en Grondstoffenfabrieken. Duurzaamheid, kostenbesparing en innovatie gaan zo hand in hand.

maandag 10 juni 2013

Waterschap verbetert gasveiligheid op rioolwaterzuiveringen

Na de explosie op de rioolwaterzuivering Raalte in oktober 2012, is de gasveiligheid op de overige drie rioolwaterzuiveringen waar vergisting van slib plaatsvindt en biogas vrijkomt, onder de loep genomen. Dit naar aanleiding van het vastgestelde Actieplan gasveiligheid door het algemeen bestuur van het waterschap Groot Salland in februari van dit jaar. Het gaat om de rioolwaterzuiveringen in Zwolle, Deventer en Kampen.
Op 28 mei 2013 heeft het bureau Save een tussentijdse presentatie over de gasveiligheid gegeven aan het dagelijks bestuur van het waterschap. Het eindrapport wordt na de zomer 2013 verwacht. De presentatie was voor het waterschapsbestuur aanleiding om, vooruitlopend op de eindrapportage, de
komende weken een aantal maatregelen te nemen. Deze werkzaamheden richten zich op het scheiden van mogelijke gasbronnen en ontstekingsbronnen waarmee het eventuele risico op explosiegevaar tot nul wordt gereduceerd. Minder urgente zaken worden later opgepakt.
Om deze werkzaamheden veilig en vlot te kunnen uitvoeren zijn alle excursies en ontvangsten op de drie genoemde zuiveringen voor de duur van deze werkzaamheden geannuleerd

zondag 9 juni 2013

Waterstanden Rijn dalen langzaam

De daling van de waterstand van de Rijn bij Lobith zet de komende dagen door, maar kan in de loop van de week vertragen door nieuwe neerslag in Zwitserland en Zuid-Duitsland. Rijkswaterstaat blijft belanghebbenden (zoals waterschappen) informeren over de actuele waterstanden en waterstandsverwachtingen.
De waterstand van de Rijn bij Lobith was zondag gedaald naar NAP +13,30 meter, nadat die vrijdag de hoogste stand van NAP +13,62 meter had bereikt. De komende dagen daalt het water verder. Door nieuwe neerslag in Zwitserland en Zuid-Duitsland zal de daling in de loop van de week mogelijk vertragen. Het is daarom nog onduidelijk wanneer de waterstand zal zijn gedaald tot NAP +12,00 meter. Dat is het moment waarop de uiterwaarden zullen droogvallen. De daling van de waterstanden verplaatst zich de komende dagen door het land via de Rijn en zijtakken (Waal en IJssel) richting Noordzee en IJsselmeer.
De afvoer van de Rijn bij Lobith is met 6000 m3/s (6 miljoen liter water per seconde) voor deze periode zeldzaam. Na 1900 heeft de Rijn bij Lobith in de maand juni slechts één keer substantieel meer water afgevoerd. Dat was in 1983.
Om de afvoercapaciteit van de Rijn te vergroten heeft Rijkswaterstaat vorige week de stuwen in de Neder-Rijn en Lek geopend. De Neder-Rijn helpt dan bij de afvoer van het overtollige Rijnwater richting zee. Wanneer de waterstand verder gezakt is, kunnen de stuwen weer dicht. Snelle afvoer richting zee is dan niet meer nodig en het water in de IJssel blijft voldoende op peil.

vrijdag 7 juni 2013

Top waterstanden Rijn lijkt bereikt

Sinds donderdagavond schommelt de waterstand in de Rijn bij Lobith rond NAP +13,61 meter. Daarmee lijkt de top in de waterstanden bereikt. Naar verwachting gaat de waterstand in de loop van de vrijdag zakken. Deze daling is eerst langzaam en zal de komende dagen verder versnellen. Rijkswaterstaat blijft belanghebbenden (zoals waterschappen) informeren over de actuele waterstanden en waterstandsverwachtingen.
Op donderdagavond werd een waterstand van NAP +13,61 meter bij Lobith bereikt. Vrijdag zal de waterstand in de loop van de dag gaan dalen. De komende dagen daalt het water verder richting NAP +12 meter, naar verwachting tussen 11 en 12 juni. Vanaf dat moment zullen de uiterwaarden langzaam weer droogvallen.
Om de afvoercapaciteit van de Rijn te vergroten heeft Rijkswaterstaat vorige week de stuwen in de Neder-Rijn en Lek geopend. De Neder-Rijn helpt dan bij de afvoer van het overtollige Rijnwater richting zee. Wanneer de waterstand verder gezakt is, kunnen de stuwen weer dicht. Snelle afvoer richting zee is dan niet meer nodig en het water in de IJssel blijft voldoende op peil. Naar verwachting zal dit eind volgende week zijn.

Duitsers blij met Nederlandse hulp bij Hochwasser

Nederlandse landmachtmilitairen ondersteunen de bewoners van de Duitse stad Torgau en omgeving bij het voorkomen van overstromingen. Het gebied wordt geteisterd door hoge waterstanden van de rivier de Elbe.
De genisten uit Wezep waren in de buurt voor een oefening en besloten direct te hulp te schieten. Dat doen ze door de dijken te verhogen en te verstevigen. Ze werken daarbij samen met de plaatselijke autoriteiten en bevolking. "Dit is leuk, want het is het echte werk", zegt soldaat der 1e klasse Thomas Lammerink. Hij sjouwt bij de dijk zandzakken die gemiddeld zo'n 15 kilo per stuk wegen. "Het is best zwaar werk, soms komen de ladingen zandzakken snel achter elkaar. Maar je weet waar je het voor doet: het gebied veiliger maken."
De omwonenden steken ook enthousiast de handen uit de mouwen, vooral bij het vullen van de zandzakken. “In 2002 stroomde het hier al eens over, toen aan de andere kant van de rivier”, zegt Ralf, die het zand schept, terwijl zijn vrouw de zak openhoudt. “Wij wonen vlakbij de dijk, op een laaggelegen deel. Dus als het water echt komt, is ons huis weg. Daarom helpen wij.”
Het echtpaar is de Nederlanders dankbaar voor hun hulp. “Het is ontzettend belangrijk dat de dijk snel hoger wordt. Dat we daarbij geholpen worden door de Nederlanders, is fantastisch.”
De genisten verhoogden samen met Duitse collega’s de dijk inmiddels met zandzakken over een afstand van bijna 2 kilometer. Vanmorgen bleek bij een inspectie door waterbouwspecialisten van de genie dat de dijk op 3 plekken kwetsbaar is. Er is op die punten een flinke hoeveelheid kwelwater door de dijk gesijpeld.
De tactiek die de genisten gebruiken, bestaat uit het neerleggen van rollen geotextiel (een soort tapijt) aan de ‘tenen’ van de dijk. Daarop komt een laag stenen. Met deze constructie kan de dijk het beuken van het water aan, vooral in de bochten van de rivier.

VU maakt Deltaplan voor New York

De Vrije Universiteit Amsterdam heeft samen met de prestigieuze instituten MIT en de universiteit van Princeton een Deltaplan opgesteld dat New York moet beschermen tegen zware orkanen en stormen. Het plan is zo opgesteld dat de stad wordt beschermd tegen een groot aantal risicovolle toekomstscenario’s, zoals extreme zeespiegelstijging van een meter, zwaardere stormen en een bevolkingsgroei van één miljoen meer mensen in kwetsbare gebieden.
Orkaan Sandy heeft verleden jaar enorme schade aangericht. De schade in de stad New York was ongeveer 25 miljard dollar, terwijl de totale schade in de staten New York en New Jersey meer dan 62 miljard dollar bedroeg. Tijdens de orkaan zijn ongeveer 30.000 huizen totaal verwoest. Door uitval van de elektriciteit zaten miljoenen mensen zonder stroom en moest de beurs van Wallstreet enkele dagen sluiten. Meer dan zeven metro- en autotunnels liepen onder water, waardoor miljoenen mensen dagen niet naar hun werk konden. Hoewel de stad voortvarend te werk is gegaan met de opruiming, zal de wederopbouw en de ontwikkeling van beschermingsmaatregelen nog jaren duren.
In een uitgebreide kosten-batenanalyse zijn de kosten van zes alternatieve plannen uitgerekend, waarin is bekeken in hoeverre elk plan het overstromingsrisico verlaagt. Binnen de plannen zijn typisch Nederlandse oplossingen bekeken zoals dijken, stormvloedkeringen en het opspuiten van zandstranden. Ook is veel aandacht gegeven aan versterkende maatregelen, zoals het ophogen van individuele huizen, het afsluiten van metrotunnels en het aanscherpen van het verzekeringssysteem. Een plan met deltawerken zoals in Zeeland zou tussen de vijftien en 21 miljard dollar gaan kosten. De economisch meest kosteneffectieve oplossing is een tussenoplossing, waarin bouwschriften worden aangescherpt door nieuwe huizen verder op te hogen en waarin kwetsbare infrastructuur zoals elektriciteitscentrales, tunnels en waterzuiveringsinstallaties worden beschermd met kleine dijken. Stranden en duinen worden opgespoten tot een veilige hoogte boven zeeniveau. Hoewel de kosten van deze variant het laagste zijn van de alternatieven, bedraagt deze variant nog altijd twaalf miljard dollar.
Het VU-onderzoeksrapport verschijnt tegelijkertijd met het moment dat de burgemeester van New York
bekend maakt hoe de stad minder kwetsbaar gemaakt kan worden. Het rapport geeft hiervoor feitelijk de
wetenschappelijke onderbouwing en is uitvoerig met de City of New York besproken. Aerts: “Door de omvang van de schade van Sandy staat men open voor Nederlandse oplossingen, zoals kleine dijken om
infrastructuur heen en periodiek opspuiten van stranden. Dit zijn dure oplossingen, maar als je kijkt naar het
economische belang van de stad, dan laat onze analyse zien dat deze investeringen economisch rendabel
zijn”. Deze aanbevelingen bieden tal van arbeidsmogelijkheden voor de Nederlandse watersector.

donderdag 6 juni 2013

Meer kroos op sloten bij verdere klimaatopwarming

Bij een verdere opwarming van het klimaat zal kroos op sloten eerder in het voorjaar verschijnen. Kroosdekens kunnen verstikkend werken voor het overige leven in de sloot. Dat schrijven onderzoekers van Wageningen University en collega’s in het internationale tijdschrift Journal of Applied Ecology.

De biologische rijkdom staat onder druk, in het bijzonder in sloten met een gesloten kroosdek. Zo'n deken van kroos zorgt ervoor dat het water in de sloot zuurstofloos wordt waardoor veel vissen en ongewervelde dieren niet meer kunnen overleven.

Onderzoekers van de leerstoelgroep Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer van Wageningen University voorzien dat sloten steeds vroeger in het jaar al bedekt raken met zo'n kroosdeken. Zij trekken die conclusie na analyse van een grote hoeveelheid gegevens die in de loop der tijd door de regionale waterbeheerders in Nederland verzameld zijn.

Uit die analyses blijkt dat vooral de wintertemperatuur samenhangt met het ontstaan van kroosdekken. “Een verhoging van de gemiddelde luchttemperatuur in de periode november-maart met 1 °C leidt er al toe dat het kroosdek zo'n 14 dagen eerder opkomt,' zegt Edwin Peeters die leider is van het onderzoeksproject. Het patroon dat uit die veldgegevens naar voren komt hebben de onderzoekers met een computermodel nagebootst.

Het model laat zien dat de verlenging van het groeiseizoen vooral komt doordat het eerder in het jaar start en niet zozeer doordat het langer doorgaat. Het model is ook gebruikt om scenario's voor klimaatverandering door te rekenen. Het KNMI heeft op basis van het IPCC-rapport een viertal scenario's uitgewerkt voor de klimaatsverandering. Voor het extreemste klimaatscenario (het zgn. W+ scenario) is het te verwachten effect dat kroosdekens in voedselrijke sloten nog eens drie weken eerder verschijnen.

Uit onderzoek aan andere ecosystemen, met name ondiepe meren, is duidelijk geworden dat opwarming van het oppervlaktewater eenzelfde soort effect geeft als verrijking van het water met voedingsstoffen. Door het voedselaanbod te verminderen zouden effecten van opwarming wellicht gecompenseerd kunnen worden. Het Nederlandse mestbeleid zoals dat is ingezet door het Ministerie van Economische Zaken heeft ertoe geleid dat er minder voedingsstoffen in het milieu terechtkomen. Maar volgens het Planbureau voor de Leefomgeving leidt het huidige beleid met bijbehorende maatregelen wel tot een vermindering van die voedingsstoffen, maar die bedraagt slechts enkele procenten.

De modelstudie laat zien dat al die inspanningen niet voldoende zijn om de effecten in de sloot van het warmer worden van de aarde te compenseren.

woensdag 5 juni 2013

Minister Schultz: 'Water al eeuwen vriend en vijand van IJsseldelta'

De komst van het Reevediep en de verlaging van de IJsselbodem bij Kampen zijn weer dichterbij gekomen. Alle dertien betrokken partners bij project Ruimte voor de Rivier IJsseldelta hebben hun handtekening geplaatst onder een samenwerkingsovereenkomst.

De IJsselregio wordt in de toekomst steeds meer bedreigd door hoogwater. De maatregelen van het landelijke programma Ruimte voor de Rivier zijn dan ook hard nodig voor de bescherming van de inwoners van Kampen tot Zwolle. Om die reden gaat het gebied rond Kampen de komende jaren flink op de schop. Zo komt er voor de afvoer van toekomstig hoogwater een bypass die de IJssel met het Drontermeer verbindt.

Deze bypass is vorig jaar Reevediep gedoopt. Daarnaast wordt de IJsselbodem over een lengte van 7,5 kilometer verlaagd. Naast de samenwerkingsovereenkomst is een realisatieovereenkomst gesloten tussen de provincie Overijssel en het ministerie over de uitvoering van de projecten. De aanbestedingsprocedure start dit jaar en de eerste werkzaamheden beginnen in de loop van  2014.

Het project Ruimte voor de Rivier IJsseldelta is een van de 34 projecten van het landelijke programma Rijkswaterstaat Ruimte voor de Rivier. In dit programma werken regionale overheden en het Rijk samen om het rivierengebied beter te beschermen tegen overstromingen. Er wordt gewerkt mét de natuur: de rivier krijgt meer ruimte. Tegelijkertijd wordt de ruimtelijke kwaliteit verbeterd: het rivierengebied moet er in economisch, ecologisch en landschappelijk opzicht beter van worden.

Privégegevens duizenden belastingbetalers Waterschap Aa en Maas liggen op straat

Een USB-stick met daarop rekeningnummers, adressen en handtekeningen van zeker 5000 belastingbetalers van Waterschap Aa en Maas is gevonden op straat.

De stick werd dinsdagavond anoniem afgeleverd bij Omroep Brabant. Het gaat om waterschapsbelastingen over het jaar 2012. Op de geheugenstick staan vorderingen en aanslagen.

Polderbemonstering paling en vis in Noord Holland

IMARES Wageningen UR voert in mei-juni 2013 samen met Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) een polderbemonstering uit in het gebied van het HHNK. Gedurende tien dagen wordt gevist voor onderzoek in kleine slootjes, onder andere op paling.

Sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw loopt de stand van paling achteruit. Om te zorgen dat dit niet verder achteruit gaat, wordt in Europa - en dus ook in Nederland - gewerkt aan een aalbeheerplan.

Onderdeel van dit plan is inschatten hoeveel aal rondzwemt in Nederland. Hiervoor worden onder andere gegevens gebruikt van bemonsteringen van vis die worden uitgevoerd voor de Europese richtlijn Kaderrichtlijn Water. Sinds 2000 is voor waterbeheer deze richtlijn van kracht, die voorschrijft dat de waterkwaliteit van de Europese wateren vanaf 2015 aan bepaalde eisen moet voldoen.

Afgelopen jaren is de aanwezigheid van vis bemonsterd in wateren die vallen onder de “Kaderrichtlijn Water”. Kleine ondiepe sloten werden zeer beperkt bemonsterd. Hierdoor zijn weinig gegevens beschikbaar over de aanwezigheid van vissen in deze sloten, waar ook paling zou kunnen zitten. Bij het berekenen van de aalstand in Nederland is het daarom noodzakelijk gegevens te krijgen over de aanwezigheid van aal in kleine poldersloten.

De lengte van de gevangen aal wordt gemeten. De lengte van de gevangen aal wordt gemeten. Bij de bemonstering zullen kleine ondiepe polderslootjes bevist worden. De slootjes zijn dusdanig beperkt van omvang dat er geen reguliere (sport)visserij plaatsvindt en doorgaans daarom ook geen visrechten zijn uitgegeven. De bemonstering wordt gebruikt om gegevens over de aanwezigheid van vissen te verzamelen, en dan met name aal. Er wordt een stuk oever bevist met een elektrisch schepnet. Alle gevangen vissen worden gedetermineerd op soort en de de lengte wordt gemeten. Vervolgens worden direct alle vissen teruggezet in het vangstwater.

dinsdag 4 juni 2013

Kraanwater Dronten duurder door gemeentelijke heffing

Inwoners van de gemeente Dronten gaan fors meer betalen voor kraanwater. De gemeente Dronten heeft besloten de omstreden Precario belasting te heffen over kabels en drinkwaterleidingen die in de grond van de gemeente liggen. De rekening gaat hierdoor met € 15,86 per jaar omhoog.

Vitens, ‘s lands grootste waterbedrijf, is tegen de heffing van de gemeente.

Vitens heeft op bestuurlijk niveau getracht de gemeente Dronten op andere gedachten te brengen, maar zonder resultaat. Dronten is daarmee, na Zeewolde en Lelystad, de derde gemeente in Flevoland die overgaat tot het heffen van de Precario belasting. Opmerkelijk is dat onder meer Dronten in 2005 nog heeft geprobeerd, zonder succes, de plannen van Zeewolde om Precario te gaan heffen tegen te houden. In een brandbrief uitte de gemeente destijds haar zorgen in de hoop Zeewolde op andere gedachten te brengen. De gemeente Dronten was bezorgd dat de belasting direct of indirect ook doorberekend zou worden aan de klanten in haar gemeente.

In lijn met deze afspraken gaan klanten buiten de gemeente Dronten niet meebetalen aan deze gemeentelijke heffing. Vitens betreurt het dat klanten van Vitens  via een gemeentelijke maatregel worden geraakt in hun portemonnee. Vitens pleit bij de landelijke politiek voor afschaffing van precario op waterleidingen. Precariobelasting is een indirecte en onzichtbare belasting voor de burger, die door de gemeente ongelimiteerd kan worden verhoogd en die de transparantie van de overheidsfinanciën vertroebelt. Vitens vindt het ongewenst dat gemeenten aanzienlijke bedragen in rekening brengen bij hun burgers via de nota’s van nutsvoorzieningen.

Ondanks het feit dat de Tweede Kamer heeft besloten precariobelasting op waterleidingen af te willen schaffen, heeft Minister Plasterk van het ministerie van Binnenlandse Zaken en koninkrijkrelaties (BZK) nog geen wetsvoorstel tot afschaffing van precario van nutsbedrijven naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit betekent weer uitstel van de afschaffing van precariobelasting op drinkwaterleidingen, waar de Tweede Kamer al sinds 2004 om vraagt.

maandag 3 juni 2013

Hoge waterstanden Rijn na regenval Duitsland

Na hevige regenval in Duitsland en het Alpengebied de afgelopen week, stijgen de waterstanden in de Rijn nog altijd. Op maandagochtend 3 juni heeft de waterstand NAP +12 meter bij Lobith overschreden. Dat betekent dat uiterwaarden gaan onderlopen.

Rijkswaterstaat informeert belanghebbenden (zoals waterschappen) over de actuele waterstanden en waterstandsverwachtingen.

De verwachting voor de Rijn is dat de waterstand de komende dagen verder richting NAP +13,60 meter bij Lobith zal stijgen. Bij de maandagochtend bereikte waterstand van NAP +12 meter gaan uiterwaarden op grote schaal onder water lopen. Dit is normaal bij dergelijke waterstanden, uiterwaarden zijn ervoor bedoeld om de rivier meer ruimte te geven bij hoge rivierafvoer. Hierdoor kan het water makkelijker worden afgevoerd.

Voor de tijd van het jaar zijn deze hogere waterstanden, en onderlopende uiterwaarden, echter wel bijzonder. In de winterperiode komt dit vaker voor, maar in de zomerperiode nauwelijks. Gebruikers van uiterwaarden zijn daarom extra alert, omdat sommige uiterwaarden in de zomerperiode dienst doen als bijvoorbeeld weide voor vee en/of als camping. Alleen in de zomers van 1970 en 1983 was de hoeveelheid water die bij Lobith werd afgevoerd veel groter.

Rijkswaterstaat heeft maatregelen genomen om de afvoercapaciteit van de Rijn te vergroten. Bijvoorbeeld door het openen van de stuwen in de Neder-Rijn en Lek. De Neder-Rijn helpt dan bij de afvoer van het overtollige Rijnwater.

Oasen en Vitens lanceren Waterstoring.nl

Drinkwaterbedrijven Oasen en Vitens lanceren de website www.waterstoring.nl. Die moet de klant sneller inzicht geven in storingen in de drinkwaterlevering.

Op deze site kunnen klanten direct zien of zij te maken hebben met een storing of geplande werkzaamheden. En het belangrijkste: wanneer de klant weer water uit de kraan krijgt.

Drinkwaterbedrijven Oasen en Vitens leveren 24 uur per dag, 7 dagen per week onberispelijk water. Met een gezamenlijk leidingnet van meer dan 51.000 km gaat er echter onverhoopt wel eens iets mis met de levering. Nederlanders zitten nu gemiddeld zo’n tien minuten per jaar door storingen zonder water. Dit kan erg vervelend zijn. Ook moet er soms onderhoud worden gepleegd aan de leidingen of productielocaties. Om klanten hierover beter te kunnen informeren zetten Oasen en Vitens naast sociale media en het klantencentrum nu ook de nieuwe website www.waterstoring.nl in. Zo kunnen klanten sneller informatie opvragen.

De website geldt nu voor het voorzieningsgebied van Oasen en Vitens. Zo‘n 6,1 miljoen klanten in de provincies Flevoland, Friesland, Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland en Overijssel kunnen gebruik maken van de site. Oasen en Vitens zijn met de andere waterbedrijven nog in gesprek om zich aan te sluiten bij het initiatief.