vrijdag 31 mei 2013

Kwartiermakersdirectie voor waterschap Vechtstromen

Oenze Dijkstra wordt secretaris en directeur van waterschap Vechtstromen. Het bestuur van het waterschap in oprichting heeft hem op 21 mei benoemd als kwartiermakersdirecteur. Dijkstra is momenteel gemeentesecretaris en algemeen directeur in de gemeente Zwolle. Hij start op 1 september van dit jaar in zijn nieuwe functie. Hij vormt dan samen met Marianne Langeslag en Roelof Schuiling de kwartiermakersdirectie van het waterschap. Het nieuwe algemeen bestuur van Vechtstromen zal in de eerste constituerende vergadering op 2 januari 2014 de benoeming van de driehoofdige directie bekrachtigen.
Waterschap Vechtstromen verzorgt vanaf 2014 het waterbeheer voor circa 800.000 inwoners van Twente, Noordoost Overijssel en Zuidoost Drenthe. De naam is afgeleid van de Vecht, de grootste rivier in het beheergebied waar ook de Twentse rivieren Regge en Dinkel in uitmonden. De Regge, de Dinkel en de Vecht vormen samen één logisch en samenhangend systeem. Door de fusie komt het beheer daarvan ook in één organisatie te liggen. Met de fusie wordt een structurele besparing van circa 11 miljoen euro per jaar gerealiseerd. In het najaar vinden verkiezingen voor het algemeen bestuur van Vechtstromen plaats.

donderdag 30 mei 2013

Impuls grondwaterbesparende technologieën

De provincie Noord-Brabant stelt 3 miljoen euro ter beschikking aan bedrijven die nieuwe, waterbesparende technologieën willen ontwikkelen en inzetten. Het geld wordt toegevoegd aan het bestaande Biobased Brabant Fonds. Achterliggende doel van het besluit is om de Brabantse grondwatervoorraden zo duurzaam mogelijk in te zetten. Naar verwachting kunnen bedrijven vanaf 1 juli 2013 een voorstel indienen bij de fondsbeheerder, de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM).
De provincie beoogt bedrijven te financieren die technologieën gaan vermarkten waarmee zoete grondwatervoorraden efficiënter gebruikt kunnen worden. De investering moet aantoonbaar kunnen leiden tot flinke besparingen in Noord-Brabant. Noord-Brabant beschikt over grondwater van uitzonderlijk goede kwaliteit. ‘Dat is een belangrijke reden voor internationale bedrijven, met name in de agro- en foodsector, om zich in onze provincie te vestigen. Zij gebruiken grondwater in hun industriële processen. We hebben er wat voor over om ervoor te zorgen dat daar zo zuinig mogelijk mee wordt omgesprongen’, aldus Johan van den Hout, gedeputeerde voor ecologie en handhaving.

woensdag 29 mei 2013

Waterschap ontwikkelt app met alle investeringen

Het waterschap Scheldestromen heeft een app ontwikkeld die in één oogopslag alle investeringen in beeld brengt die het schap dit jaar in Zeeland uitvoert. De app is bedoeld voor burgers die interesse hebben in wat het waterschap bij hen in de buurt doet. De app toont niet alleen de plaats van de werkzaamheden, maar ook de planning en de actuele voortgang. Dit alles wordt ondersteund met actuele foto's. Burgers krijgen op die manier precies te zien wat er met hun belastinggeld gedaan wordt. Het unieke van de applicatie is dat iedereen zo op ieder moment de actuele voortgang van de werken kan zien.
Het waterschap investeert jaarlijks bijna 60 miljoen euro in Zeeland. In 2013 is dit bedrag verdeeld over 110 investeringsprojecten verspreid over heel Zeeland. Voorbeelden hiervan zijn het aanleggen van natuurvriendelijke oevers, het baggeren van kreken, de aanleg van diverse fietspaden en het opknappen van diverse rioolwaterzuiveringsinstallaties. Bij het waterschapsbestuur leefde de wens om het waterschapswerk op een eigentijdse, transparante manier inzichtelijk te maken voor de Zeeuwse burger. Dit vormde de aanleiding om de app te ontwikkelen. Waterschap Scheldestromen is het eerste waterschap in Nederland dat op deze wijze de besteding van de belastinginkomsten laat zien aan burgers en overige geïnteresseerden. Dit gebeurt door middel van een kaart van Zeeland waarop met stippen de locaties van de werkzaamheden aangegeven staan. Door op de stip te klikken verschijnt er een pop-upvenster waarin alle informatie over het werk is te lezen en ook wat het kost. De kleuren groen, oranje en rood geven de status van de voortgang weer.

dinsdag 28 mei 2013

TU Delft mee met watermissie Schultz aan Birma

Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) brengt van 27 tot en met 31 mei een werkbezoek aan Birma (Myanmar). Ze bespreekt op verzoek van het land met diverse kabinetsleden hoe Nederland kan bijdragen aan de verdediging tegen overstromingen en het verbeteren van het waterbeheer.

Tijdens het werkbezoek verzorgt Marjan Kreijns (Valorisation Centre TU Delft) zowel een presentatie als een workshop tijdens het Seminar Towards safe and sustainable water management in Myanmar, beiden met als thema ‘Capacity building and knowledge development’. Tijdens het seminar zal onder andere ook aandacht worden besteed aan het eWaterCycle-project, een nieuw initiatief op het gebied van hydrologie en datamodellering dat de TU Delft ontwikkelt samen met onder andere de Universiteit Utrecht.

Vele senior professionals in de watersector in Myanmar zijn in de jaren zeventig en tachtig opgeleid in Delft (op de TU Delft en bij UNESCO-IHE). Daarna volgden jaren van isolatie van het land vanwege militaire dictatuur. De hernieuwde samenwerking tussen TU Delft en Myanmar is afgelopen juli (2012) gestart. Toen zijn twee seminars georganiseerd over de laatste stand van zaken in watermanagement. Sindsdien hebben al diverse bezoeken over en weer plaats gevonden.

Vanwege de langdurige isolatie is er een enorme behoefte aan capaciteitsopbouw. Tijdens het seminar zal een Letter of Intent (MoU) worden getekend, waarin Shell aangeeft om in het kader van hun social investment programme twee PhD fellowships voor Birmezen bij de watermanagementopleiding van de TU Delft te willen financieren. Deze fellowships zouden de start vormen van een langdurig capacity building programme, dat ook zal bestaan uit het opbouwen van lokale capaciteit, refresher courses voor professionals, en het versterken van de lokale opleidingen en infrastructuur aan de Yangon Technical University (YTU).

Maximum aan kabeljauw en zeebaars voor sportvissers

Sportvissers die op zee kabeljauw of zeebaars gevangen hebben mogen van beide vissoorten samen niet meer dan 20 kg aan land brengen. Die 20 kg mag maximaal uit 25 stuks kabeljauw en/of zeebaars bestaan. Staatssecretaris Dijksma stelt deze grenexterne link: s per 1 juni 2013 in om het illegaal verkopen van deze zelfgevangen zeevis te stoppen. Vis mag namelijk alleen worden verkocht door beroepsvissers.

De NVWA zal de sportvissers controleren. Er is een groep vissers die structureel grote hoeveelheden zelfgevangen vis verkoopt, terwijl ze niet als beroepsvissers zijn geregistreerd. Om de vis makkelijk te kunnen herkennen, mogen de vissen niet worden gefileerd. Ook mag de kop er niet van worden afgesneden.en consumptie wel toegestaan

Tot nu toe kon alleen worden opgetreden wanneer een verkoper op heterdaad werd betrapt. Nu wordt het bij je hebben van teveel vis dus verboden. De vissen mogen wel voor eigen consumptie worden gebruikt.

maandag 27 mei 2013

Met duikboot het diepe rif van Bonaire verkennen

Met behulp van een duikboot van Curaçao zullen Erik Meesters en Lisa Becking van IMARES Wageningen UR het diepe rif van Bonaire onderzoeken. Doel is de biodiversiteit ter plekke in kaart te brengen, monsters te nemen ter identificatie en onderzoek naar bacteriën in sponzen. De onderzoekers werken samen met Detmer Sipkema een microbioloog van Wageningen Universiteit en taxonomen van Naturalis, Leiden.

Het koraalrif van Bonaire is beroemd en wordt elk jaar door veel toeristen bezocht. Steenkoralen zijn voor hun groei afhankelijk van licht en in helder water kunnen koralen tot meer dan 60 meter diepte voorkomen. Onderzoek met behulp van perslucht is vaak beperkt tot maximaal 40 meter. Onderzoekers Erik Meesters en Lisa Becking gaan nu het diepere rif verkennen samen met Curasub, een duikboot van het Curaçao Sea Aquarium.

Van 30 mei tot 3 juni 2013 zal het diepe rif van Bonaire voor het eerst onderzocht worden. Het ondiepe rif van Caraïbisch Nederland maakt deel uit van een ‘Biodiversiteitshotspot’ - een gebied met uitzonderlijk gevarieerde ecosystemen, rijk aan plant- en diersoorten - maar er is verassend weinig bekend van de diepe riffen. Men verwacht dat vele nieuwe soorten gevonden zullen worden in deze haast onverkende dieptes. Het ministerie van Economische Zaken heeft IMARES opdracht gegeven om het diepe rif van Bonaire te onderzoeken als onderdeel van het natuurbeleidsplan voor Caraïbisch Nederland.

De onderzoekers gaan aan boord van de Curasub duikboot om naar dieptes tot 300 meter af te dalen. De duikboot zal voorbij de 'fotische zone' (+/-200 meter) dalen, waar organismen een oplossing hebben gevonden voor leven zonder licht en een leven onder grote druk. Met camera’s en door het verzamelen van biologische monsters zullen zij dit fascinerend ecosysteem en de unieke biodiversiteit vastleggen.

De verzamelde soorten zullen geïdentificeerd worden door taxonomen van het Zeeteam van Naturalis BIOdiversity Center. Het moleculair lab van Naturalis zal ook DNA-barcodes genereren om te helpen bij identificatie en het bepalen van verwantschappen tussen soorten. Detmer Sipkema van Laboratory of Microbiology van Wageningen UR zal de microscopische diversiteit van microben in kaart brengen.

Het doel van de Bonaire Deep Reef Expeditie I is om een eerste inventarisatie te maken van de biodiversiteit van het diepe rif. Deze informatie is essentieel voor natuurbescherming en het vormgeven van duurzame plannen voor management van het gebied. Simpel gezegd, om de diepe riffen te kunnen beschermen moeten we eerst weten wat daar leeft en begrip krijgen van de ecologische processen die de diversiteit ter plekke in stand houden.

vrijdag 24 mei 2013

Boezemgemaal Katwijk heet voortaan ‘Koning Willem-Alexander gemaal’

Voortaan draagt het boezemgemaal Katwijk de naam ‘Koning Willem-Alexander gemaal’. Het hoogheemraadschap van Rijnland heeft de koning gevraagd zijn naam aan het boezemgemaal te verbinden vanwege zijn inspanning als Prins van Oranje voor een goed en gezond waterbeheer. Ingenieursbureau Tauw was betrokken bij de renovatie en uitbreiding van het gemaal.

In het Rijnlandse gebied wonen, werken en recreëren 1,3 miljoen mensen. Om in de toekomst  er voor te zorgen dat zij droge voeten houden, is het boezemgemaal Katwijk een belangrijk onderdeel in het waterbeheersysteem om het achterliggende land te beschermen. De capaciteit van het gemaal is dan ook in 2011 uitgebreid.

Met deze renovatie en uitbreiding is de gemaalcapaciteit van 54 m3/s naar 94m3/s gegaan en kan bij hoge zeewaterstanden nog 75m3/s extra worden afgevoerd. Het Boezemgemaal Katwijk is hiermee klaar voor de toekomstige veranderingen in het klimaat.

donderdag 23 mei 2013

Nieuwe persleidingen voor afvalwater Hoorn

De gemeente Hoorn gaat de komende maanden op twee routes afvalwaterpersleidingen aanleggen Via deze leidingen wordt afvalwater afgevoerd naar de waterzuivering in Wervershoof.

De uitvoering van deze grote operatie is in handen van de aannemingsbedrijven Westvoort BV en KWS Infra en gaat vijf maanden duren. Daarnaast gaat Schot Infra BV de riolering onder de Amstelweg vervangen.

Begin juni gaat de uitvoering van het werk van start. Met een onderbreking tijdens de bouwvak is het werk naar verwachting in november gereed. Door het werk in fases uit te voeren en nieuwe boortechnieken toe te passen blijft de overlast voor de omgeving beperkt. De aannemers stellen de buurtbewoners via brieven op de hoogte van de exacte planning van het werk in hun straat.

Werk in uitvoering tegen verdroging in vitaal vennengebied

Provincie Gelderland, Waterschap Rivierenland en Staatsbosbeheer werken samen om de verdroging in het vennengebied tussen Wijchen en Overasselt aan te pakken. Dit vraagt om ingrijpende maatregelen. De uitvoering daarvan start in juni en is naar verwachting eind 2013 afgerond.
Zonder ingrijpen gaan de kwaliteit van de oorspronkelijke natuur, de biodiversiteit en de landschappelijke waarden verloren. Het probleem is dat de grote hoeveelheid bomen langs de vennen teveel water uit de bodem onttrekt. De vennen worden hierdoor kleiner en groeien dicht. Dat gaat ten koste van de aantrekkelijkheid van het vennengebied en van de natuurlijke rijkdom die er te vinden is. Door te investeren in de natuur blijft het gebied ook in de toekomst vitaal en aantrekkelijk voor mens, plant en dier.
Tijdens de werkzaamheden blijft het vennengebied toegankelijk voor bezoekers. Het werk brengt op enkele plaatsen tijdelijk enige overlast met zich mee. Bij het werk wordt rekening gehouden met waardevolle planten en dieren in het gebied. Voor meer informatie zie de pagina Vennengebied en de weblog van de boswachter (zie Links).
Als de machines eind 2013 hun werk gedaan hebben en de rust weer terugkeert in het gebied zal in de omgeving van de vennen een vrij kale, open ruimte zijn ontstaan. Dit is een direct gevolg van het kappen van bomen. Het gebied is voor een langere tijd minder aantrekkelijk dan bezoekers gewend zijn. De ervaring leert dat de natuur het gebied binnen enkele jaren weer verovert. Het vennengebied is op deze manier veilig gesteld voor de toekomst: een prachtig rijk natuurgebied met natte heide, bos en gezonde vennen.

woensdag 22 mei 2013

Stroomlijn in uiterwaarden noordoever Lek

Rijkswaterstaat pakt dit najaar in samenwerking met Staatsbosbeheer in de uiterwaarden aan de noordoever van de Lek die begroeiing aan, die bij hoogwater in de stroombaan staat (dus daar waar het water het hardste stroomt). Bij hoogwater kan het water van de Lek dan sneller doorstromen naar zee, wat de kans op overstromingen verkleint. Het hoe en waarom van de maatregelen lichten beide organisaties uitgebreid toe op 28 mei tijdens een inloop bijeenkomst.
Staatsbosbeheer beheert ruim 15.000 hectare natuur in de verschillende uiterwaarden. We vinden het belangrijk dat mensen veilig langs de rivieren kunnen wonen, werken en recreëren. Door natuurontwikkeling te combineren met hoogwaterveiligheidsmaatregelen worden de uiterwaarden mooie én veilige gebieden. Samen met Rijkswaterstaat zetten we de schouders eronder om natuur en waterveiligheid verantwoord met elkaar te verbinden.
Iedereen die meer wil weten over de werkzaamheden in de uiterwaarden aan de noordoever van de Lek, is welkom op de inloopbijeenkomst die Staatsbosbeheer samen met Rijkswaterstaat organiseert. Op dinsdag 28 mei 2013 van 19.00 tot 21.00 uur kunnen belangstellenden terecht in het Natuurmuseum De Wielewaal, Tiendweg 26, Willige Langerak (Lopik), voor meer uitleg en het stellen van vragen over de maatregelen in het gebied. Om 19.30 wordt er een korte presentatie gehouden.
Het is belangrijk om de uiterwaarden in Nederland goed toe te rusten op de afvoer van water om overstromingen te voorkomen. De belangrijkste manier om een goede afvoer bij hoogwater te garanderen is het verwijderen van begroeiing op plaatsen waar dat nodig is. Het gaat hierbij vooral om bomen en struiken op plekken in de uiterwaarden waar het water bij hoogwater het hardste stroomt (de stroombaan). Uitvoering van het programma Stroomlijn doet Rijkswaterstaat in samenwerking met de eigenaren van de gebieden en in samenspraak met de lopende waterveiligheidsprogramma’s.

zondag 19 mei 2013

Rijkswaterstaat herstelt oevers drukst bevaren kanaal

Rijkswaterstaat gaf afgelopen maand het startsein voor de renovatie van damwanden in het Amsterdam, Rijnkanaal. ‘Met de gunning aan de aannemerscombinatie Ballast Nedam en De Klerk, gaan we in 2014 starten met de renovatie van zeker 23 km damwanden tussen het traject Amsterdam en Wijk bij Duurstede. En dat is belangrijk voor de veiligheid van de oevers en de doorstroming van de scheepvaart over het drukst bevaren kanaal; het Amsterdam-Rijnkanaal. In de periode tussen nu en 2014 wordt het werk voorbereid en eind 2015 is de renovatie voltooid’, aldus Ype Heijsman directeur Netwerkmanagement Rijkswaterstaat.
De huidige damwanden langs het Amsterdam-Rijnkanaal zijn 30 tot 70 jaar oud. Een gedeelte daarvan is aan het einde van zijn technische levensduur. In totaal kent het kanaal 120 km damwand, waarvan 23 km niet voldoet aan de veiligheidsnorm en daarom aan verbetering of vervanging toe is.
Ype Heijsman: ‘Doen we dit niet dan is de kans op schade aan de damwand groot en dat kan ook gevolgen hebben voor het dijklichaam. De gevolgen hiervan kunnen enorm zijn voor de omgeving en het watersysteem. Het gaat om het vervangen van bijna 8 km damwand, 9 km wordt opnieuw verankerd ter versteviging van de damwanden en de rest van de 23 km krijgt een vooroever of een vooroever gecombineerd met verankering. Een vooroever dient ter voorkoming dat de zandbodem langs de damwand wegspoelt. Dit kan door het aanbrengen van een bodembescherming.’
Rijkswaterstaat verwacht geen stremmingen voor de scheepvaart. Wel gelden er snelheidsbeperkingen ter hoogte van de werkzaamheden en zal op risicolocaties scheepvaartbegeleiding worden ingezet. Verder zal er geluidshinder zijn bij het intrillen van damwanden voor direct omwonenden. Deze zullen door de aannemer worden geïnformeerd over de mate en de duur van de hinder.
Ter hoogte van Houten doorsnijdt het Amsterdam-Rijnkanaal een gebied dat is aangewezen als ecologische hoofdstructuur. In het gebied komen reeën en andere kleine zoogdieren als de haas, hermelijn en das voor. Om de barrièrewerking van het Amsterdam-Rijnkanaal te verminderen worden er plekken gecreëerd waar deze dieren het Amsterdam-Rijnkanaal veilig kunnen betreden en verlaten. Deze plekken worden fauna uitrede plaatsen genoemd. Tijdens de werkzaamheden worden er 14 aangelegd.
Het Amsterdam-Rijnkanaal is aangelegd in de periode 1933 tot 1952 om de doorstroom van het Merwedekanaal (1892) te verbeteren. Het kanaal is een rechtstreekse verbinding tussen Amsterdam en Tiel en vooral bedoeld om goederen sneller via de binnenvaart van en naar economisch achterland te verschepen zoals Duitsland. In de periode van 1965-1981 is het kanaal grotendeels verbreed naar 100-120 meter.

vrijdag 17 mei 2013

Minister Schultz: waterbeleid goed op koers

Het Nederlandse waterbeleid ligt goed op koers. Waterschappen, gemeenten en drinkwaterbedrijven liggen op schema om vanaf 2020 structureel 750 miljoen euro per jaar te bezuinigen.

De stijging van de waterbelastingen voor de burger blijft daarmee binnen de perken. Dat constateert minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) in de voortgangsrapportage Water in beeld 2012, die vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd.

Het in 2011 afgesloten Bestuursakkoord Water werpt volgens minister Schultz vruchten af. “We beheersen de waterkosten steeds beter. Dat is een grote verdienste van alle betrokken partners.” Ook het Nationaal Waterplan 2009-2015, het kader voor het nationaal waterbeleid, is een eind op streek. “Van de ruim 200 acties is inmiddels de helft gerealiseerd. Sommige acties lopen continu door en komen nooit af. Als deltaland blijft Nederland immers altijd werken aan water.”

Het op orde brengen van de waterveiligheid ging ook in 2012 onverminderd door. Van het programma Ruimte voor de Rivier zijn inmiddels alle projecten in de fase van uitvoering gekomen. Het tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (sinds 2007) is voor zo’n 60% gereed. Van de 89 projecten om afgekeurde dijken en kunstwerken te versterken zijn er 58 afgerond.

In het Bestuursakkoord Water staan afspraken tussen Rijk, Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), Interprovinciaal Overleg (IPO), Unie van Waterschappen (UvW) en de Vereniging van Waterbedrijven in Nederland (Vewin) om het waterbeheer efficiënter te maken en betaalbaar te houden. Het gaat vooral om betere samenwerking bij de bescherming tegen overstromingen en in de afvalwaterketen. In de samenwerking tussen overheden onderling en met drinkwaterbedrijven zijn in korte tijd al aanzienlijke stappen gezet. Bijvoorbeeld op het gebied van gezamenlijke inkoop, handhaving en het innen van belastingen.

Daarnaast hebben gemeenten en waterschappen zich gebundeld in circa 60 samenwerkingsregio’s. Binnen de regio’s zijn afspraken gemaakt over investeringen en de uitvoering van operationele taken in de afvalwaterketen. De minister stelt, zoals afgesproken in het BAW, op korte termijn een Visitatiecommissie Waterketen in. De commissie zal een gedetailleerd oordeel vellen over de voortgang en samenwerking in de verschillende regio’s. Naar verwachting zijn de werkzaamheden van de commissie eind 2014 afgerond.

donderdag 16 mei 2013

Oudste water ter wereld ontdekt

Wetenschappers hebben waarschijnlijk het oudste geïsoleerde water ter wereld ontdekt in een Amerikaanse goudmijn.

Het water is aangetroffen in een rots in de Amerikaanse staat Ontario op 2,4 kilometer onder de grond. Daar heeft het vocht minimaal 1,5 miljard jaar vastgezeten, maar mogelijk zelfs 2,7 miljard jaar.

Waterschap creëert waterberging in Sas van Gent

Bij het Suikerplein in Sas van Gent starten vanaf 21 mei werkzaamheden in opdracht van waterschap Scheldestromen in samenwerking met de gemeente Terneuzen. Om lokale wateroverlast te voorkomen, wordt een vijver gegraven (waterberging) en een aansluiting op het watersysteem buiten Sas van Gent gemaakt (verbetering van de waterafvoer). Samen met de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel door de gemeente, moet dit in de toekomst ‘water op straat' voorkomen.
De werkzaamheden bestaan uit het graven van een vijver, een sloot en het plaatsen van een stuw en een lange duiker. De werkzaamheden worden uitgevoerd door aannemingsbedrijf Reimerswaal bv en zijn volgens planning eind juli gereed. 
De werkzaamheden komen voort uit het Stedelijk Waterplan. In dit soort plannen brengen waterschap en gemeente knelpunten en wensen naar voren om kernen op het gebied van waterhuishouding te verbeteren. Het ontbreken van oppervlaktewater in of rond het centrum van Sas van Gent en te weinig berging in het rioolsysteem kan lokale wateroverlast veroorzaken. Dit wordt in de toekomst voorkomen door het creëren van waterberging aan het Suikerplein en een aansluiting op de afvoer naar het watersysteem via de Westelijke Rijkswaterleiding. De gemeente Terneuzen kan na deze werkzaamheden een gescheiden rioleringsstelsel aanleggen.
De waterberging aan het Suikerplein en afvoer naar de Westelijke Rijkswaterleiding is noodzakelijk om hemel- en afvalwater te scheiden. Door een gescheiden rioleringsstelsel komt meer water in het oppervlaktewater terecht en wordt voorkomen dat schoon hemelwater onnodig naar de zuivering wordt afgevoerd en net als afvalwater wordt behandeld. Dat scheelt in de kosten omdat de rioolwaterzuivering wordt ontlast en schoon hemelwater niet onnodig het zuiveringsproces doorloopt.

woensdag 15 mei 2013

Informatieavond waterschap herinrichting Vlootbeek

Waterschap Roer en Overmaas start begin 2014 met de herinrichting van 6,3 kilometer Vlootbeek bij Posterholt; van de grens met Duitsland tot aan de Sweeltjesbosweg Montfort. Het waterschap zorgt met dit project voor herstel van natuurwaarden en pakt wateroverlast in het Landgoed Aerwinkel en vakantiepark `t Posterbos aan. Tijdens de informatieavond op woensdag 15 mei aanstaande geven projectmedewerkers van het waterschap nadere toelichting. Omwonenden en geinteresseerden zijn hierbij van harte welkom. De bijeenkomst begint om 19.00 uur en vindt plaats `Biej de Vogel', Markt 21 in Montfort.

dinsdag 14 mei 2013

Zorgen om gewasbeschermingsmiddelen en waterkwaliteit

De commissie Economische Zaken van de Tweede Kamer vergadert op 16 mei over de gevolgen van gewasbeschermingsmiddelen, die behoren tot de groep van neonicotinoïden, op de bijenpopulatie. De waterschappen zijn hierbij slechts indirect betrokken, maar hebben toch hun zorgen over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in relatie tot de waterkwaliteit kenbaar gemaakt aan de Tweede Kamerleden.
 Begin mei heeft de Universiteit van Utrecht een onderzoek gepubliceerd naar de gevolgen van het gebruik van het insecticide Imidacloprid, behorend tot bovengenoemde groep gewasbeschermingsmiddelen. Bij dit onderzoek zijn meetgegevens van waterschappen gebruikt. Daaruit blijkt dat dit middel niet alleen van invloed is op bijensterfte, maar ook dat de waterkwaliteitsnormen worden overschreden wat een negatief effect heeft op de waterorganismen in de sloot.
Dat Imidacloprid de waterkwaliteitsnormen overschrijdt, komt doordat de norm uit het EU-beleid voor gewasbeschermingsmiddelen, die het College voor toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) hanteert bij toelating van gewasbeschermingsmiddelen, minder streng is dan de norm die vanuit de Kaderrichtlijn Water (KRW) wordt gesteld.
De waterschappen hebben daarom bij Kamerleden aangegeven dat zij graag zouden zien dat het Ctgb bij beoordeling van toelatingsverzoeken van nieuwe middelen de KRW-normen leidend laten zijn. En dat de waterschappen daarnaast de aanpak steunen om het gebruik van deze groep middelen aan te passen en te beperken.

maandag 13 mei 2013

Jonge palingen massaal te water in Harderwijk

De vissector heeft zaterdag bijna 400.000 pootaaltjes uitgezet in de Randmeren bij Harderwijk. Deze actie draagt bij aan het herstel van de palingstand in Nederland.

Omdat het Europa Kijkdag was en het project met Europese subsidie is gerealiseerd, kon het Harderwijkse publiek meevaren tijdens de uitzet. Zo'n 150 mensen maakten van de gelegenheid gebruik en zagen hoe de palinkjes massaal te water gingen.

Vanaf cruiseschip Stad Harderwijk konden de mensen de verrichtingen volgen van de Harderwijker kotters HK 3 van Henk Timmer en de HK 78 van Jan Foppen. Zij zetten 390.000 jonge palingen het Veluwemeer en het Wolderwijd in. Aan boord van het cruiseschip trakteerde Palingrokerij Dries van den Berg uit Harderwijk op heerlijke, vers gerookte paling op toast.

Voor een gezonde toekomst van de paling zijn de meest effectieve beheermaatregelen noodzakelijk. Uitzet van pootaal (enkele maanden oude, in kwekerijen opgegroeide paling) en glasaal zijn daar voorbeelden van, net als het "Over De Dijk" naar zee brengen van geslachtsrijpe paling.

Het uitzetten werd mede mogelijk gemaakt door het ministerie van EL&I in het kader van het Nederlandse Operationeel Programma 'Perspectief voor een duurzame visserij'. Voor het herstel van de palingstand door het uitzetten van jonge paling heeft de Nederlandse overheid de afgelopen 4 jaar een bedrag van 1,5 miljoen euro gereserveerd. In de periode van 2010 - 2013 werd jaarlijks Euro 375.000 beschikbaar gesteld.

Verkenning dijken door patrouillelopers hoogwater

Van 14 tot 29 mei zullen hoogwaterpatrouilles van Waterschap Rivierenland de dijken in het rivierengebied verkennen. Deze tweejaarlijkse verkenning heeft tot doel de patrouillelopers bekend te maken met alle belangrijke punten langs de rivierdijken die tijdens een hoogwater van belang zijn. Het gaat dan onder meer om de plekken waar bij hoogwater kwelwater door de dijk sijpelt, om plekken die extra gevoelig zijn voor het langsstromende rivierwater en om betonnen constructies in de dijken. Met deze verkenningen wil het waterschap zorgen voor een verdere professionalisering van de dijkbewakingsorganisatie.

De patrouillelopers bij Waterschap Rivierenland zijn deels medewerkers van het waterschap en deels inwoners van het gebied die zich als vrijwillige patrouilleloper hebben aangemeld. In totaal gaat het om 300 personen. Iedere patrouilleloper heeft een eigen stuk dijk, dat hij tijdens periodes van hoogwater goed in de gaten moet houden. Dan is het goed wanneer de patrouilleloper op voorhand weet waar in ‘zijn' stuk dijk de plekken zitten die extra toezicht vereisen.

De patrouillelopers van Waterschap Rivierenland, herkenbaar aan de oranje hesjes met het opschrift ‘dijkwacht', zijn van 14 tot 29 mei tussen 19.00 uur en 21.30 uur op de dijken aan te treffen.

vrijdag 10 mei 2013

Waterschap verbetert dienstverlening

Sneller vergunningen afgeven, betere en meer informatie op de website, gemeente-ambtenaren die beter op de hoogte zijn van procedures van het waterschap. Het is een aantal doelen die Waterschap Vallei en Veluwe nastreeft in de komende twee jaar. In april ontving het waterschap uit handen van de heer Roel Boer (Kamer van Koophandel) het Bewijs van Goede Dienst. Dit naar aanleiding van een onderzoek onder ondernemers en overheden, waaruit blijkt dat het waterschap zijn dienstverlening op een aantal terreinen kan verbeteren.
In 2012 liet het waterschap de kwaliteit van de dienstverlening op het gebied van vergunningverlening en handhaving onderzoeken. Gemeten zijn o.a. termijnen van vergunningverlening, professionaliteit, ondernemersgerichtheid en betrouwbaarheid. De reden van het onderzoek is de wens van de overheid om de regeldruk voor bedrijven en burgers terug te dringen en te onderzoeken welk niveau van dienstverlening gewenst is. Bedrijven en overheden gaven in het onderzoek aan tevreden te zijn over de klantgerichtheid van het waterschap, de adviezen die worden gegeven en de wijze waarop het toezicht op regelgeving wordt uitgevoerd.
Over twee jaar wordt het onderzoek naar de dienstverlening door het waterschap herhaald. Het waterschap wil dan op alle tien normen die de overheid stelt een ruime voldoende scoren.
De vergunningen die het waterschap afgeeft zijn onder andere voor het onttrekken van grondwater en het bouwen bij water, dijken en kades. In ruim 90 procent van de gevallen geeft het waterschap deze vergunning binnen de wettelijke termijn van acht weken af. Volgens de interne normen moet het waterschap 95 procent van de vergunningen binnen die termijn afgeven. Het waterschap reorganiseert daarom op dit moment het vergunningverleningsproces. De verwachting is dat de meeste vergunningen straks binnen drie weken worden verstrekt.
Het reorganiseren van het vergunningverleningsproces is één van de manieren waarop het waterschap de komende jaren zijn dienstverlening verbetert. Per 1 januari 2014 wil het waterschap zijn informatie via de website op orde hebben. Eerder is niet mogelijk omdat dit jaar nieuw beleid wordt gemaakt voor het nieuwe gefuseerde waterschap. Ambtenaren van de 37 gemeenten die in het gebied van Vallei en Veluwe liggen, krijgen inmiddels voorlichting van het waterschap over de Waterwetprocedures. Het doel daarvan is  dat gemeenten bij aanvragen van burgers en bedrijven van een Omgevingsvergunning weten wanneer ook een Waterwetvergunning van het waterschap vereist is.

woensdag 8 mei 2013

Export van Nederlandse waterkennis kan beter

Onderzoek door Joanne Vinke - de Kruijf van de Universiteit Twente laat zien dat waterprojecten die met Nederlandse steun in het buitenland worden geïmplementeerd elkaar meer moeten versterken. Op dit moment blijven vervolgacties door het ontvangende land te vaak uit.
Hoewel door ontvangende landen Nederlandse kennis wordt gewaardeerd, neemt men toch niet het initiatief de kennis op grotere schaal toe te passen. Vervolgacties vanuit de Nederlandse watersector en het zoeken van verbindingen tussen projecten zijn daarom van groot belang. Dat concludeert Joanne Vinke - de Kruif (faculteit CTW) in haar proefschrift.
Door contextuele verschillen is het vaak lastig om een ‘match’ te vinden tussen Nederlandse kennis en het land waar de kennis kan worden toegepast. Deze aansluiting kan worden verbeterd door meer aandacht te besteden aan communicatie en het betrekken van besluitvormers. Communicatie kan concreet worden ondersteund door het creëren van interactieve werkomgevingen, de inzet van visuele methoden en de betrokkenheid van iemand die beide contexten kent. Ook de ontwikkeling van een concrete strategie voor het verspreiden van resultaten is behulpzaam. De context van een project is zelden stabiel. Daarom is een adaptieve aanpak waarin men leert van de omgeving cruciaal.
De volledige resultaten van dit promotieonderzoek zijn na de openbare verdediging op 3 mei beschikbaar. Een digitale versie van het proefschrift “Transferring water management knowledge: How actors, interaction and context influence the effectiveness of Dutch-funded projects in Romania” kan worden gedownload via deze link.
In samenwerking met onder andere Partners voor Water worden de resultaten van dit onderzoek vertaald in een praktische handleiding.

dinsdag 7 mei 2013

Amfibieënschermen geplaatst bij Noorderstrand

Afgelopen weken heeft waterschap Scheldestromen amfibieënschermen laten plaatsen in de Zouten Haard bij Renesse. De Zouten Haard ligt middenin het gebied waar de kust versterkt moet worden. Om de natuur daar zoveel mogelijk te beschermen worden mitigerende maatregelen genomen. Een van deze maatregelen is het plaatsen van amfibieënschermen.
De schermen zijn geplaatst om ervoor te zorgen dat de Heikikker en mogelijk ook de Levendbarende hagedis niet terug het duingebied in kunnen. De Levendbarende hagedis is niet in het projectgebied aangetroffen. Omdat het gebied een geschikt leefklimaat heeft voor de hagedis zijn er preventieve maatregelen genomen.
De kikker en de hagedis trekken in het voorjaar vanuit de duinen naar het water om zich voort te planten. De schermen zorgen ervoor dat ze zich na voortplanting niet meer terug kunnen trekken in het duingebied, waar straks de kustversterking plaatsvindt.
De kustversterking bij Noorderstrand, Renesse start waarschijnlijk in augustus 2013.

maandag 6 mei 2013

Waterschappen: concept Omgevingswet nog niet 'waterproof'

De Unie van Waterschappen heeft met een brief aan minister Schultz van Haegen gereageerd op de toetsversie van de Omgevingswet. Volgens de waterschappen moet er nog wel wat veranderen om deze 'waterproof' te maken. "Onze grootste zorg is dat de rol van waterschappen als bevoegd gezag over waterveiligheid, -kwantiteit en -kwaliteit niet is vastgelegd," aldus voorzitter Peter Glas.
De waterschappen waarderen het dat de inzet van minister Schultz van Haegen is geweest de Waterwet op een goede wijze te integreren in de Omgevingswet. Ook onderschrijven zij het uitgangspunt dat de Omgevingswet niet het voertuig is voor bestuurlijk-organisatorische veranderingen. Maar 'waterproof' is de toetsversie nog niet.
Peter Glas: "Het conceptwetsvoorstel schuift veel onderwerpen door naar nadere regels bij algemene maatregel van bestuur (amvb). Daar zijn ook fundamentele zaken bij als taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de overheden en de veiligheidsnormen voor primaire waterkeringen. Dergelijke wezenlijke zaken horen naar onze mening een plaats op wetsniveau te krijgen, zodat niet alleen voor overheden zelf, maar ook voor burgers en bedrijven helder is wie waarover gaat."
De Unie van Waterschappen complimenteert de minister met de manier waarop de complexe wetten en regels rond de fysieke leefomgeving in de Omgevingswet een overzichtelijk en leesbaar geheel zijn geworden. De Omgevingswet biedt naar de mening van de waterschappen een goede kans om administratieve lasten voor burgers en bedrijven te reduceren en te zorgen voor verdere integratie van vergunningen en procedures. De aanvrager kan volstaan met één aanvraag, ook als het achter de schermen juridisch gezien om meerdere aanvragen gaat.
Glas mist verder in het conceptwetsvoorstel een heldere passage over functioneel bestuur door waterschappen. "Een dergelijke passage is nodig om het bijzondere karakter van functioneel bestuur in ons staatsbestel te onderstrepen. Daarnaast wordt er een knip gemaakt tussen waterkwaliteit en waterveiligheid/ -kwantiteit. Dat is wat ons betreft niet wenselijk, want het waterbeheer in ons land is gestoeld op het concept van integraal waterbeheer en genoemde elementen zijn in de praktijk onlosmakelijk met elkaar verbonden."
Een pijnpunt is dat in de passages over planvorming de recente afspraken uit het Bestuursakkoord Water niet volledig zijn uitgewerkt. Ook missen de waterschappen enkele onderwerpen in het wetsvoorstel, zoals de Deltawet waterveiligheid en zoetwatervoorziening.
Peter Glas: "Nederland is gebaat bij een goed functionerend systeem van wet- en regelgeving op het terrein van de fysieke leefomgeving. Het conceptwetsvoorstel Omgevingswet is daartoe een goede aanzet. In het belang van een doelmatig waterbeheer in de fysieke leefomgeving vragen wij de minister echter genoemde zaken alsnog in het conceptwetsvoorstel te regelen, zodat deze met recht 'waterproof' te noemen is."

vrijdag 3 mei 2013

Zandsuppleties Vlieland afgerond

De strandsuppleties op Vlieland zijn afgerond. In de periode van de derde week februari tot 1 mei heeft Rijkswaterstaat 1 miljoen m3 zand aangebracht op het strand van Vlieland. Er ligt nu voor de komende jaren voldoende zand om Vlieland te beschermen tegen de zee.
Rijkswaterstaat bracht zand aan op de kust van Vlieland tussen Dam 30 en het strandpaviljoen ’t Badhuys en voor de kust van het Havenstrand. Om deze grote hoeveelheid zand op het strand van Vlieland te krijgen heeft één baggerschip, 350 keer zijn lading zand op het strand afgeleverd waarvan 20 keer op het Havenstrand.
De suppleties maken deel uit van het programma voor kustonderhoud van Rijkswaterstaat. Door zand voor de kust en op het strand aan te brengen zorgt Rijkswaterstaat ervoor dat de kustlijn in stand blijft en Nederland droge voeten houdt.

Waterschap Velt en Vecht gaat op in nieuw waterschap Vechtstromen

Waterschap Velt en Vecht houdt definitief op te bestaan. Het waterschap met Hardenberg, een deel van Ommen en Zuidoost-Drenthe als werkgebied, gaat op in het nieuwe waterschap Vechtstromen.De provincies Drenthe, Gelderland en Overijssel hebben als bevoegd gezag ingestemd met de fusie van Velt en Vecht met Regge en Dinkel per 1 januari 2014. Albertine van Vliet, dijkgraaf van Velt en Vecht geeft aan dat deide organisaties al volledig in de fusiestand staan. "Het is heel fijn dat we nu echt door kunnen." Waterschap Vechtstromen verzorgt vanaf 2014 het waterbeheer in Twente, NoordoostOverijssel en Zuidoost-Drenthe in een gebied met een oppervlakte van circa 225.000 hectare en 23 gemeenten.

donderdag 2 mei 2013

Waterschap Scheldestromen verbetert afwatering Hoofdplaatpolder

Op 6 mei start waterschap Scheldestromen met het verruimen van de waterlopen in de Hoofdplaatpolder bij Hoofdplaat. Over een lengte van drie kilometer worden de waterlopen vergroot en verdiept om lokale wateroverlast te voorkomen. Daarnaast worden dammen vervangen en wordt een duiker aangelegd door de Hogewegdijk. Aannemingsbedrijf Eendracht Zeeland voert het werk uit. De werkzaamheden duren ongeveer acht weken.
De waterlopen aan de Westlangeweg en de Kruisweg worden verruimd om bij zware regenval het water beter te kunnen bergen en vervolgens snel af te kunnen voeren. De afgelopen jaren zijn al diverse bestaande duikers vergroot en verdiept aangelegd om lokale wateroverlast te verminderen. De voorbereidende werkzaamheden beginnen een week eerder. De waterlopen worden gemaaid en geklepeld en de aanwezige beplanting wordt verwijderd. Eind juni zijn de werkzaamheden volgens planning gereed.

woensdag 1 mei 2013

Rijk en regio maken afspraken over toekomst Amsterdam-Almere-Markermeer

Rijk en regio zijn het eens geworden over de toekomstplannen voor het gebied Amsterdam-Almere-Markermeer. In de ontwerp-Rijksstructuurvisie RRAAM maken zij afspraken over de ontwikkeling van de regio op het gebied van woningbouw, bereikbaarheid en natuur, om op die manier ook in de toekomst een sterke internationaal concurrerende regio te blijven.  Het toekomstperspectief is een uitbreiding van Almere met 60.000 woningen, met als “stip op de horizon” een hoogstedelijke ontwikkeling aan de westkant van de stad, in combinatie met een IJmeerverbinding. Het Markermeer-IJmeer groeit uit tot een omvangrijk natuur- en recreatiegebied, van essentiële waarde voor de aantrekkingskracht van de regio. Dit alles gebeurt via een zogenaamde adaptieve aanpak; zonder gefixeerde einddatum, op basis van concrete marktvraag.
Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu is tevreden: “In het programma RRAAM zijn plannen gemaakt voor de stedelijke ontwikkeling van Almere. Daar horen ook de bereikbaarheid en natuurontwikkeling in het Markermeer-IJmeer bij. Mijn ministerie en regionale overheden hebben dit met marktpartijen en maatschappelijke organisaties op een integrale manier opgepakt: een voorbeeld voor gebiedsontwikkeling in de toekomst.
In de ontwerp-Rijksstructuurvisie wordt bewust gekozen voor een andere manier van gebiedsontwikkeling. Er is niet langer sprake van een blauwdruk, maar van een zogenoemde ‘adaptieve aanpak’. Gefaseerd, stap voor stap, wordt naar het toekomstperspectief toegewerkt. De vraag naar woningen, bedrijfslocaties en mobiliteit bepaalt de ontwikkeling en het tempo. Met deze aanpak is het mogelijk rekening te houden met onzekerheden en verschillende toekomstscenario’s. Oftewel:er wordt meebewogen met de conjunctuur. Het is niet nodig om nu al definitieve keuzes te maken voor de lange termijn (tot 2040).
Almere ontwikkelt zich in het toekomstperspectief tot een westelijk georiënteerde stad met 60.000 nieuwe woningen en een forse groei van het aantal arbeidsplaatsen. Almere wordt goed ontsloten. Een IJmeerverbinding met een hoogstedelijke ontwikkeling van Almere Pampus is hierbij “de stip op de horizon”. Als er in Almere circa 25.000 woningen zijn gebouwd ten opzichte van 2010 en er zicht is op de afronding van de tweede fase van Amsterdam IJburg, wordt vervolgonderzoek naar verdere infrastructuurmaatregelen voor de ontsluiting van Almere Pampus gestart. In dat vervolgonderzoek worden meerdere alternatieven voor de ontsluiting meegenomen, met en zonder IJmeerverbinding. Voor het Markermeer-IJmeer is het toekomstperspectief een toekomstbestendig ecologisch systeem (TBES) waardoor een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving ontstaat met aantrekkelijke natuur- en recreatiegebieden. Henk Mulder, wethouder Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling in Almere: “Met de ontwerp-Rijksstructuurvisie wordt gekozen voor maximale diversiteit; hoge dichtheden in het westen van de stad, in aansluiting op Amsterdam, naar meer landschappelijk wonen aan de oostkant van Almere. In het hart van de stad zal sprake zijn van centrum van (boven) regionale betekenis, met de Floriade 2022 als een belangrijke motor. Er wordt geïnvesteerd in onderwijs, cultuur, sport en economie, wat maakt dat Almere voor vele doelgroepen interessant wordt. Alles bij elkaar heeft Almere de potentie uit te groeien tot de stad van de 21e eeuw. Hier is de fysieke ruimte, hier is ook de pioniersgeest die maakt dat alle lichten op groen staan voor innovatieve stedelijke ontwikkeling.”
Gedeputeerde Flevoland, Jaap Lodders; “Flevoland biedt de ruimte voor deze ontwikkelingen, maar we kunnen het niet alleen. Juist met deze samenwerking kan niet alleen Almere zich verder ontwikkelen, maar zorgen we ook voor een goede ontsluiting van de rest van Flevoland.”
Ook nu al zijn er verschillende maatregelen om de bereikbaarheid, leefbaarheid en internationale concurrentiepositie van de regio te versterken. Zo wordt ongeveer 4 miljard euro geïnvesteerd in de A1, A6, A9 en A10-Oost tussen Schiphol, Amsterdam en Almere (SAA). Daarnaast wordt er zo’n 1,4 miljard euro gestoken in het spoor tussen Schiphol, Amsterdam, Almere en Lelystad (OV SAAL). Rijk, Provincie Flevoland en gemeente Almere investeren ook nog eens ieder 47,5 miljoen euro in de stedelijke bereikbaarheid binnen Almere. En er wordt ruim 60 miljoen euro beschikbaar gesteld voor natuurmaatregelen in het Markermeer-IJmeer, waaronder luwtemaatregelen Hoornse Hop en de eerste fase Marker Wadden.