maandag 29 april 2013

Wetterskip Fryslân verbetert waterhuishouding Schiermonnikoog

Wetterskip Fryslân is gestart met de verbetering van de waterhuishouding voor landbouw en natuur op Schiermonnikoog. De werkzaamheden beginnen in de Banckspolder met de aanleg van natuurvriendelijke oevers en stuwen.

Daarna investeert Wetterskip Fryslân in de verbetering van de zwemwaterkwaliteit van de Berkenplas en in maatregelen om verdroging van de natuur aan de oostzijde van de Badweg tegen te gaan. Eind 2015 zijn de werkzaamheden gereed.

De totale kosten van het project bedragen ruim anderhalf miljoen euro. De agrariërs gaan deze werkzaamheden voor het waterschap uitvoeren.

Voor het behoud van de weidevogels legt het waterschap stuwen aan die het water in de polder langer vasthouden. En de stuwen voor de spuisluis naar de Waddenzee worden geautomatiseerd om bij droogte water vast te houden en bij zware regenval water af te voeren. De energie wordt duurzaam teruggewonnen door zonnepanelen die op het dak van waterschapsgebouw ‘Duneborch' worden geplaatst.

Bij de Berkenplas komt een helofytenfilter, een zuiveringsmoeras, om de vorming van blauwalg te voorkomen. Hiermee wil het waterschap de zwemwaterkwaliteit van deze recreatieplas verbeteren. Daarnaast wordt in het gebied tussen de ijsbaan en de Berkenplas maatregelen getroffen om water langer vast te houden voor de natuur.

De werkzaamheden zijn onderdeel van het watergebiedsplan dat het waterschap in 2012  voor Schiermonnikoog heeft opgesteld. Hierin staat hoe het waterschap het waterbeheer de komende tien jaar wil uitvoeren en hoe (toekomstige) knelpunten in het waterbeheer voor agrarische gronden, natuurterreinen en bebouwing in het buitengebied worden opgelost. Het watergebiedsplan is in overleg met de streek opgesteld en afgestemd met de andere plannen op het eiland. In totaal stelt het waterschap voor 19 gebieden in Friesland een plan op. Schiermonnikoog is het eerste watergebiedsplan waarvan maatregelen worden uitgevoerd.

vrijdag 26 april 2013

Stapstenen Groene Poort vrijwel gereed

Op verschillende plekken langs het watersysteem Bornsebeek wordt gewerkt. Hierbij worden de oevers aangepast om zo een aantrekkelijke en variërende natuuromgeving te creëren. Op dit moment worden  de laatste werkzaamheden in het deelgebied Groene Poort uitgevoerd, zodat het dit voorjaar gereed is.

In de groene poort zijn de werkzaamheden bijna klaar en wordt de laatste beplanting in de ecologische stapstenen langs de beek geplaatst. In januari zijn als eerste de bomen langs de beek op landgoed Weleveld verplant. In de afgelopen weken hebben we de beek weer op diepte gebracht. Al het zand en slib werd eerst op de kant gelegd om te drogen en daarna verwerkte de aannemer (Gerwers uit Tilligte) de grond op naastgelegen percelen. Ook zijn er op negen verschillende locaties ecologische stapstenen langs de beek gelegd.

Men is begonnen met stapsteen negen. Bij deze stapsteen is een afwisselend landschap gemaakt van steilrandjes, poelen, flauwe oevers en de wat steilere bosoevers. Wanneer ook het laatste deel van de verlegging van de Bornsebeek is gegraven, wordt de laatste hand aan deze stapsteen gelegd.

donderdag 25 april 2013

Revisie richtlijn waterkwaliteit valt goed bij waterschappen

Waterschappen zijn blij met de revisie van de richtlijn prioritaire stoffen. Het Europees Parlement en de Europese Raad hebben overeenstemming bereikt over de hernieuwde richtlijn voor de waterkwaliteit, zo maakte de Europese Commissie op woensdag 17 april bekend. De herziening houdt onder andere in dat er voor een aantal milieugevaarlijke stoffen waterkwaliteitsnormen vastgesteld zijn.
De Europese lidstaten moeten maatregelen nemen om te zorgen dat deze normen ook gehaald gaan worden. Het gaat onder meer over een aantal gewasbeschermingsmiddelen, biociden en een broomhoudende vlamvertrager. De overeengekomen tekst zal de komende maanden in het Europees Parlement bekrachtigd worden.
Daarnaast is besloten om een aantal stoffen op een monitoringslijst te zetten, zodat de lidstaten door periodieke monitoring een beter inzicht in de verspreiding van die stoffen verzamelen. Het gaat hier om een natuurlijk vrouwelijk hormoon, om een werkzame stof uit de anticonceptiepil en om de pijnstiller/ ontstekingsremmer diclofenac. Ook voor deze laatste drie stoffen had de Commissie waterkwaliteitsnormen voorgesteld, maar die zijn uiteindelijk niet overgenomen. Wel is afgesproken dat de Europese Commissie binnen 2 jaar een strategie zal opstellen waarin beschreven wordt hoe negatieve milieueffecten van medicijnresten voorkomen kunnen worden.
De Unie van Waterschappen is erg blij met de uitkomst. De waterschappen hebben de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar de effecten van medicijnresten in oppervlaktewater en de mogelijkheden om te voorkomen dat medicijnresten in het water terechtkomen. De Unie zal dan ook, samen met de drinkwaterbedrijven, bouwstenen voor de Europese strategie aandragen.

NEWaterfabriek Hengelo gaat van start

Waterschap Regge en Dinkel produceert op de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Hengelo groene energie. En die energie wordt gemaakt uit afvalwater. Het waterschap zuivert het afvalwater en haalt er, via slibvergisting, groene energie uit. Het biogas dat dan ontstaat noemen we waterschapsenergie.
Waterschap Regge en Dinkel produceert nu al waterschapsenergie en gebruikt deze voor de eigen energiebehoefte op de waterzuivering in Hengelo. Hierdoor werkt de installatie in Hengelo energieneutraal.
Op maandag 22 april is in Hengelo de aftrap gegeven voor het bouwen van de NEWaterfabriek. Als deze klaar is wordt daar het slib verwerkt van 17 rioolwaterzuiveringsinstallaties. Het waterschap maakt dan veel meer energie dan dat zij zelf nodig heeft. De overtollige waterschapsenergie kan bijvoorbeeld worden ingezet als brandstof (biogas) of om een wijk van stroom te voorzien (elektriciteit). Behalve dat dit grote financiële besparingen oplevert zijn er nog andere voordelen. Projectleider Jos Jogems: "Het mooiste resultaat is dat we als waterschap van energieconsument een energieproducent worden. Over enkele jaren levert de NEWaterfabriek een hoeveelheid energie op, in de vorm van biogas, waarmee we 4.500 huishoudens van elektriciteit kunnen voorzien. Je kunt er ook 1400 keer de aarde mee rondrijden, in een auto die 12 kilometer rijdt met 1 liter brandstof. Waterschapsenergie is daarmee een grote winst, want duurzamer kan het bijna niet."


dinsdag 23 april 2013

5,5 miljoen euro voor vismigratie

Waterschap Hunze en Aa’s krijgt € 5.459.000 van het Waddenfonds om vismigratieknelpunten op te lossen in het Westerwoldegebied. ​Door stuwen weg te nemen en vistrappen te maken, kunnen vissen weer vrij zwemmen tussen de Waddenzee en het beeksysteem van de Westerwoldse Aa.

Ook verbetert men het leefgebied door het laten kronkelen van de beken. Dit draagt positief bij aan de natuurlijke rijkdom van de Westerwoldse Aa, maar ook aan die van de Waddenzee. Vissen, zoals paling, rivierprik en driedoornige stekelbaars, leven in zoet én in zout water. Ze worden daarin echter beperkt door inpoldering en het bouwen van sluizen en stuwen. Terwijl vrijheid van groot belang is. Ze planten zich voort of groeien op in de beken, zoals langs de oevers van de Westerwoldse Aa.

maandag 22 april 2013

Minister Schultz opent vakbeurs Wasser Berlin

Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu opent op dinsdag 23 april in Berlijn de vakbeurs Wasser Berlin. Aansluitend organiseert de Nederlandse ambassade het symposium Innovative Water Technologies met sprekers uit beide landen. Doel is de Nederlandse en Duitse innovatieve watersector bij elkaar te brengen en slimme oplossingen te bedenken voor gezamenlijke vraagstukken.

Minister Schultz wil de banden met Duitsland aanhalen. “Nederlandse waterbedrijven zijn internationaal zeer actief. Als ik kijk naar Nederland en Duitsland, dan zie ik nog volop kansen om die samenwerking te intensiveren. We trekken in het internationale veld van watertechnologie en innovatie nog relatief weinig samen op. Dat is jammer, want we kunnen samen sterker staan in de concurrentie op wereldniveau.”

De Nederlandse Topsector Water heeft Wasser Berlin en het symposium tal van vooruitstrevende technieken te bieden, zoals de Nereda-techniek voor het zuiveren van afvalwater, de methoden om biogas en fosfaat te winnen uit afvalwater en de techniek om energie te winnen uit zout en zoet water. “Zowel Nederland als Duitsland beschikken over een hoog kennisniveau, we hebben een reputatie van betrouwbaarheid en we creëren onderscheidende producten. Internationale samenwerking hoeft zich niet altijd twee of drie tijdzones verderop af te spelen. Laten we de samenwerking ook eens vaker dichter bij huis zoeken”, aldus Schultz. 

Nederlandse waterbedrijven zijn actief in 73 landen. De hele watersector levert Nederland 180 duizend banen op en een exportwaarde van 18 miljard euro. Duitsland is onze grootste handelspartner, de onderlinge handel groeide vorig jaar met ruim 4 procent tot meer dan 157 miljard euro. De watersector maakt daar echter nog slechts een bescheiden deel van uit.

vrijdag 19 april 2013

Aanleg vispassages om vistrek te bevorderen

Het waterschap Groot Salland legt de komende lange reeks van jaren vispassages aan om de mogelijkheden voor vismigratie (vistrek) op een goed niveau te brengen. Dit besluit werd genomen tijdens de vergadering van het algemeen bestuur van het waterschap op 11 april 2013. 
Er gelden al nationale en internationale afspraken om de vismigratie bij stuwen en gemalen in belangrijke wateren mogelijk te maken. Denk hierbij in het werkgebied van Groot Salland aan de weteringen in Salland, Mastenbroek en Staphorsterveld. Uit onderzoek bij al gerealiseerde vispassages blijkt dat deze in de praktijk goed werken. Het vispasseerbaar maken van stuwen en gemalen buiten de belangrijke watergangen levert een verdere vergroting op van het paai- en leefgebied voor vissen.
Uit onderzoek door adviesbureau Witteveen en Bos blijkt dat er in de wateren in het werkgebied van Groot Salland (West-Overijssel) circa 700 locaties in aanmerking komen voor de aanlig van een vispassage. Hiervan kregen 55 locaties vanwege een groot ecologisch effect een hoge prioriteit en zijn of worden op basis van (inter)nationale afspraken voor 2027 gerealiseerd. Een lagere prioriteit geldt voor 168 vispassages met minder ecologisch effect. Deze worden aangepakt wanneer ze meegenomen kunnen worden in uit te voeren projecten tot 2040. De overige locaties worden niet aangepakt omdat ze te een te geringe bijdrage leveren aan het verbeteren van de visstand.
De kosten voor de vispassages worden geraamd op zijn op € 150.000 per jaar en zijn op de lange termijn moeilijk in te schatten. Ook is onduidelijk hoe de economische situatie zich zal ontwikkelen. Daarom evalueert het waterschap de aanleg van vispassages na drie jaar. Op basis hiervan kan de aanpak worden bijgesteld. 

woensdag 17 april 2013

Vitens gaat waterwandelen in Heumensoord

De gratis wandelapp van Vitens is ter ere van de aankoop van ca. 200 hectare van het bos Heumensoord uitgebreid met een nieuwe wandeling. Hiermee wil Vitens benadrukken dat het bos gewoon toegankelijk blijft voor wandelaars en andere recreanten. Maar liefst 150.000 mensen uit Nijmegen en omgeving krijgen hun drinkwater vanaf de productielocatie op Heumensoord.

Het bos Heumensoord heeft een grote natuur- en cultuurhistorische waarde. De wandeling van 7 kilometer start bij het parkeerterrein Heumensoord langs de scheidingsweg en gaat langs de drinkwaterproductielocatie, het Vierdaagse terrein en de plek waar eens de Romeinse wachttoren stond. Daarnaast is er aandacht voor de flora en fauna in het gebied, zoals de beschermde jeneverbesstruiken, de rododendrons en de Wespendief die in het gebied leeft.

Met de wandelapp wil Vitens mensen bewust maken over de oorsprong van ons kraanwater. Dit water behoort namelijk tot het beste kraanwater van de wereld. De app biedt wandelaars allerlei extra informatie over de natuurgebieden waar ze doorheen lopen en over het winnen van drinkwater. Zo kunnen wandelaars bijvoorbeeld ook leren hoe Vitens heerlijk schoon en helder drinkwater maakt. Op de productielocatie Heumensoord wint Vitens jaarlijks tussen de acht en tien miljoen m3 water, van een diepte van zo’n 50 meter. Dit water is enkele tientallen tot duizenden jaren oud.

Waterschap neemt tijd voor reacties Apeldoorns Kanaal

Waterschap Vallei en Veluwe heeft zestig reacties van omwonenden binnengekregen op het ontwerpplan voor het Apeldoorns Kanaal van Heerde tot Hattem. Deze `zienswijzen' moeten volgens de procedure stuk voor stuk worden behandeld. Het waterschap meldt voldoende tijd te willen nemen voor een
zorgvuldige omgang met alle reacties. Daarom is het definitieve besluit van het bestuur over de plannen, dat nog in april zou vallen, een maand uitgesteld. De voorbereiding op het verwijderen van vervuild slib en de herinrichting van de oevers kan in grote lijn wel doorgaan.
Het waterschap ervaart de hoeveelheid zienswijzen niet als een last. "Het is juist goed om het plan mede in te vullen op basis van ideeen en wensen van de omgeving", benadrukt heemraad Victor Doorn. "Daarom leg je als overheid je plan ook ter inzage en daarom zijn we met 130 omwonenden
bijeengekomen in Wapenveld op 14 maart. Wel vraagt een aantal van de reacties om nader overleg. Bijvoorbeeld om, als dat mogelijk is, tot een oplossing te komen voor een zorg of een bezwaar. Met die indieners gaan we in gesprek. De uitkomst daarvan levert ons nog het nodige huiswerk op voor
het maken van het definitieve ontwerp voor de herinrichting. Het heeft jaren gekost om dit belangrijke project voor de regio in gang te zetten, samen met de provincie Gelderland en de gemeenten Hattem en Heerde. Dan is zorgvuldigheid en goed omgaan met de buren van het kanaal, belangrijk. Een
goed besluit kost tijd. Zorgvuldigheid gaat boven snelheid."
Omdat de gesprekken nog moeten plaatsvinden, wil het waterschap niet te diep ingaan op de inhoud van de zienswijzen. Wel laat het schap weten dat veel zienswijzen gaan over de openstelling van de westoever om te wandelen of te vissen. Nu kan dat ook al bijna overal, maar de bedoeling is om
waar mogelijk de westoever tussen de Bonenburgersluis en Hezenbergersluis vrij te geven. Sommige aanwonenden zien dat niet zitten. Doorn: "We willen graag vasthouden aan de ingezette lijn, namelijk dat we ons onderhoudspad niet willen afsluiten en het voor iedereen juist mogelijk willen maken
om van het schoongemaakte en opgeknapte kanaal te genieten. Wel kijken we daarbij eerst goed naar knelpunten en de visie van omwonenden."

dinsdag 16 april 2013

Waterschappen: samenwerking tijdens crisis van levensbelang

Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu heeft de landelijke toekomstvisie “Samenwerking in crisisbeheersing” in ontvangst genomen uit handen van dijkgraaf Jan Geluk, bestuurslid van de Unie van Waterschappen. De waterschappen willen nog beter samenwerken met elkaar en met partners bij calamiteiten met water.

Nederland bestaat voor een groot deel uit water. Met de klimaatveranderingen is de kans op een overstroming, extreme droogte of wateroverlast daarom altijd aanwezig. Het is van groot belang dat organisaties in de crisisbeheersing elkaar in tijden van rampspoed snel vinden en dezelfde taal spreken. Er zijn al regionale samenwerkingsverbanden op het gebied van crisisbeheersing tussen waterschappen onderling en andere organisaties, zoals de Veiligheidsregio’s en Rijkswaterstaat.

Belangrijke thema’s die de waterschappen vanaf nu gezamenlijk gaan aanpakken en verder professionaliseren zijn onder andere het opleiden en oefenen, het informatiemanagement bij een crisis en de calamiteitenplannen.

maandag 15 april 2013

Hollandsche IJssel schoner en mooier

Tijdens een vaartocht over de Hollandsche IJssel op donderdag 11 april 2013 werd, in aanwezigheid van minister Melanie Schultz van Haegen, het Project Hollandsche IJssel officieel afgerond. In 15 jaar zijn de rivier en haar oevers schoongemaakt en opnieuw ingericht. “De Hollandsche IJssel is in ere hersteld. Milieu en ruimtelijke inrichting gaan hier hand in hand. U mag daar trots op zijn: de rivier heeft haar oorspronkelijke karakter terug”, sprak de minister.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw bleek de bodem van de Zellingwijk in Gouderak ernstig vervuild. Na een inventarisatie van de 20 kilometer lange rivier, gelegen tussen Capelle aan den IJssel en Gouda, nam één van de gemeenten het initiatief om het probleem op te pakken. Onder regie van de provincie Zuid-Holland zijn destijds 13 overheidspartijen aan de slag gegaan. In 1999 werden de afspraken vastgelegd voor een unieke samenwerking. Govert Veldhuijzen, voorzitter van de Stuurgroep Hollandsche IJssel: “De kracht van de samenwerking lag in de duidelijke afspraken die vooraf zijn gemaakt. Iedere partij behield haar eigen bevoegdheden.” Onder het motto “Schoner Mooier Hollandscher IJssel” is een integrale aanpak in gang gezet. Die benadering was destijds bijzonder. Niet alleen saneren, maar ook een duidelijke visie op ruimtelijke ontwikkeling en op de waarde van wonen, werken, natuur en recreatie.
Na bijna 20 jaar samenwerken zijn de rivier en haar oevers daadwerkelijk schoner en mooier. Dit is binnen het beschikbaar gestelde budget gerealiseerd, maar het werk is nog niet klaar. Een voorbeeld hiervan is het plan Havenfront Centrum in de gemeente Ouderkerk. Hier wordt de oever opgeknapt en toegankelijk gemaakt, een steiger voor de recreatievaart gerealiseerd en extra voorzieningen voor de binnenvaart. De minister onthulde een doek en daarmee zijn de nieuwe werkzaamheden officieel van start gegaan. Eind 2013 zullen de werkzaamheden zijn afgerond.
Er zijn het komende jaar nog verschillende activiteiten zichtbaar langs de rivier. De aandacht voor bijvoorbeeld geïsoleerde verontreinigingen en ongewenste ruimtelijke ontwikkelingen mag niet verslappen. Ook zullen op korte termijn dijkversterkingen noodzakelijk zijn.
De samenwerkende partners in het Project Hollandsche IJssel waren de gemeenten Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Ouderkerk, Zuidplas en Gouda, het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat en het Hoogheemraadschap voor de Krimpenerwaard en Schieland, Hoogheemraadschap van Rijn en de provincie Zuid-Holland. Kijk op: www.schonermooier.nl voor meer informatie.                                                                                              


vrijdag 12 april 2013

Reest en Wieden baggert in Linthorst Homankanaal

Het waterschap Reest en Wieden baggert momenteel in het Linthorst Homankanaal. In 2010 is een eerste deel van het kanaal uitgebaggerd en de komende jaren wordt richting Hoogeveen gewerkt.
De komende weken wordt het kanaal ontdaan van zo'n 20.000 m³ bagger. De bagger wordt verwijderd om de aan en afvoer te verbeteren en om de waterkwaliteit voor flora en fauna te verbeteren. De bagger wordt vanuit het kanaal naar een baggerdepot gepompt.
Als het zand en slib is weggezakt en ingedroogd wordt het op de plaats van het baggerdepot als onderlaag voor het landbouwperceel gebruikt. De huidige wal van teelaarde wordt dan weer over de opgedroogde bagger aangebracht, waarna het landbouwperceel zo'n 20 à 25 cm is opgehoogd en weer gebruikt kan worden voor de landbouw.
Het Linthorst Homankanaal ligt tussen Beilen en Noordscheschut en verbindt de Beilervaart met Hoogeveense Vaart. Het kanaal is geopend in 1926. In 1927, een jaar na de opening, voeren er 1200 schepen door het kanaal. Het kanaal is genoemd naar het bekende Drenthe adellijke geslacht Linthorst Homan en vormde indertijd een belangrijke reden voor de vestiging van het vuilafvoerbedrijf, de VAM in Wijster. Jan Tijmens Linthorst Homan, Commissaris der Koningin van Drenthe van 1917-1931, speelde een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de Drentse waterhuishouding en de oprichting van de VAM.
Het kanaal en het speciaal daarvoor gegraven zijkanaal, het VAM-kanaal, had volgens de oorspronkelijke planning een belangrijke functie moeten vervullen ten behoeve van de VAM. De verwachtingen met betrekking tot het vervoer over dit kanaal zijn niet uitgekomen vanwege andere transportmogelijkheden. Het kanaal is in de jaren zeventig voor de scheepvaart gesloten. Het kanaal is niet meer bevaarbaar, maar doet nog wel dienst voor de aan- en afvoer van water in het gebied.

donderdag 11 april 2013

Onzichtbare krachtpatser van zand breekt zelfs zwaarste storm

Op woensdag 3 april zijn de eerste kuubs zand neergelegd voor een sterke vooroever bij Callantsoog. In totaal bieden twee miljoen kuub hier straks het hoofd aan de grootste golven. Onzichtbaar, want deze held van zand ligt onder water. Het werk in Callantsoog is de start van het veiliger maken van de Noord-Hollandse Noordzeekust, met als hoogtepunt de aanleg van nieuwe duinen en strand voor de Hondsbossche en Pettemer Zeewering aan het eind van dit jaar.
Het schip, een soort drijvende stofzuiger, zuigt eerst ongeveer tien kilometer uit de kust zand op. Daarna vaart het tot vlak voor de kust. Daar lost het schip het zand via de onderzijde of door het zand met een boog eruit te spuiten. Zo vormt zich een grote zandbank waardoor golven eerder breken en aan kracht verliezen: het wordt veiliger. Omdat het werk in zee gebeurt, is er geen hinder voor de strandgangers. Wel moeten schepen en watersporters op veilige afstand van het schip blijven. Het werk duurt ongeveer tot eind juli. De einddatum hangt af van wanneer de aannemer zijn schepen kan inzetten en de weersomstandigheden.
Hoogheemraad Waterkeringen en Wegen Kees Stam is blij met de start van dit samenwerkingsproject van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Rijkswaterstaat en Provincie Noord-Holland: 'We pakken nu de laatste Zwakke Schakels van de Nederlandse kust aan. Daarmee is de keten rond; zo houden we droge voeten.' In mei willen de organisaties samen met gemeenten, natuurorganisaties, recreatieondernemers en inwoners uit de regio vieren dat de kust bij Callantsoog weer sterk wordt.
Om vaart te maken bij het veilig maken van de Noord-Hollandse kust wordt de vooroeversuppletie al eerder uitgevoerd dan het werk aan de Hondsbossche en Pettemer Zeewering. Dit kan omdat Rijkswaterstaat het werk mee heeft genomen bij het reguliere kustlijnonderhoud. Directeur Water, Scheepvaart en Realisatie van Rijkswaterstaat Liz van Duin: 'Rijkswaterstaat heeft al ruim twintig jaar ervaring met onderhoud van de kustlijn. Door de uitvoering van het werk bij Callantsoog inclusief de vergunningenprocedure te combineren met landelijke kustlijnonderhoud, werken we slim samen en kunnen we doorpakken met het veilig maken van de kust.'
Als de kust eenmaal is aangevuld tot een stevige vooroever, wordt de officiële nieuwe kustlijn vastgesteld. Dat betekent dat Rijkswaterstaat bij het reguliere kustlijnonderhoud deze als maatstaf hanteert: wanneer de kustlijn door zee en wind teveel zand verliest, wordt deze aangevuld.
Het werk aan de Hondsbossche en Pettemer Zeewering, waar met dertig miljoen kuub zand een nieuw stuk kust met duinen en strand voor de huidige dijk wordt gecreëerd, start aan het eind van dit jaar. De plannen voor deze versterking liggen vanaf eind april ter inzage voor inspraak.


woensdag 10 april 2013

Rioolincidentenplannen voor 5 gemeenten in Zuid-Holland

Een groot deel van de Nederlandse gemeenten is nog onvoldoende voorbereid op incidenten of calamiteiten die invloed hebben op het rioolstelsel of het oppervlaktewatersysteem. Vijf gemeenten in de regio Zuid-Holland hebben daarom actie ondernomen en Tauw ingeschakeld voor het opstellen van een rioolincidentenplan.
Het betreft de gemeenten Alphen aan den Rijn, Boskoop, Rijnwoude, Nieuwkoop en Kaag en Braassem. Het gezamenlijk opstellen van het rioolincidentenplan is een logisch gevolg van hun nauwe samenwerking in de afvalwaterketen.
De brand bij Chemie-Pack heeft intussen het belang van een rioolincidentenplan aangetoond. Bij deze brand is vervuild bluswater in het oppervlaktewater terechtgekomen en zijn er ook delen van de riolering aangetast, met zeer hoge maatschappelijke kosten tot gevolg. Daarom zien steeds meer gemeenten het nut van een dergelijk plan in.
Een rioolincidentenplan is een noodplan. Het is een praktijkgericht draaiboek dat een gemeente kan gebruiken tijdens incidenten waarbij direct gevaar is voor het rioolstelsel, het oppervlaktewater of de volksgezondheid. Het beschrijft de stappen die genomen moeten worden, door wie deze stappen genomen moeten worden en hoe de afstemming met waterschap, brandweer en politie moet verlopen. In het rioolincidentenplan staat ook alle relevante informatie waaronder de ligging van persleidingen, overstorten en de aanwezigheid van risicovolle bedrijven (BRZO). Cruciale informatie die vaak niet beschikbaar is op de plaats van het incident.
Tauw hanteert bij het opstellen van rioolincidentenplannen een praktijkgerichte en bondige opzet, gericht op bruikbaarheid ‘bij nacht en ontij’ en op de samenwerking tussen de betrokkenen.

dinsdag 9 april 2013

Voldoende water in sloten, beken en kanalen

De huidige periode van droogte is aanleiding voor Waterschap Vallei en Veluwe om op diverse plaatsen de waterpeilen in beken, sloten en kanalen te verhogen.  Deze week wordt de geleidelijke verhoging  voortgezet. Hierdoor speelt het waterschap in op een goede situatie voor het nieuwe groeiseizoen op akkers, weilanden en natuurgebieden.

In het werkgebied van het waterschap (provincie Gelderland en delen van de provincie Utrecht) houden medewerkers de situatie nauwlettend in de gaten. Zij stellen het waterpeil  in met behulp van stuwen en gemalen, zodat het grondwaterpeil op niveau blijft. 

De geleidelijke verhoging geldt voor de polders langs de Randmeren zoals de Arkemheenpolder,  Eemnesserpolder,  Soester polder en de polders Oosterwolde en Oldebroek.  In het  gebied  met steden en dorpen als Amersfoort, Barneveld, Ede en Veenendaal  gaan de waterpeilen naar het zogenaamde maximumpeil. Dit zijn namelijk zandgronden en in deze gronden is het moeilijker om water vast te houden. 

Het waterpeil in een groot deel van de Zuidelijke IJsselvallei (van Apeldoorn richting Dieren) wordt het gehele jaar op een maximum peil gehouden omdat dit gebied een hellend zandgrondgebied is. In de Noordelijke IJsselvallei (van Klarenbeek tot aan Hattem) verhoogt het waterschap het peil geleidelijk.

Hoewel we nu met een droogteperiode te maken hebben, geeft het beeld over de  afgelopen zes maanden  een gemiddeld beeld aan. De gevallen neerslag is volgens de landelijke cijfers van het KNMI 436 mm tegenover 451 mm in een gemiddeld jaar. De herfst van 2012 was wel aan de droge kant met de maanden oktober en december als natte uitschieters. De winter 2012-2013 is normaal te noemen qua neerslag. Ook de grondwatersituatie verhoudt zich tot een normaal jaar, maar begint nu door de droogte wel te zakken.
De Landelijke Commissie Waterverdeling (LCW) heeft in de afgelopen weken een eerste droogtebericht uitgebracht. Hierin staat dat landelijk gezien de waterhuishoudkundige situatie een gemiddeld beeld laat zien over de afgelopen zes maanden. Voor de aanvoer vanuit het Rijnstroomgebied is de situatie zelfs gunstiger dan normaal. In de Alpen is in de winter 10 tot 40 procent meer sneeuw gevallen. De  verwachte aanvoersituatie vanuit het buitenland in de komende maanden is dan ook iets beter dan gemiddeld.

maandag 8 april 2013

‘Technologie om zout water te ontzilten dringend gewenst’

Watertekorten zullen over twaalf jaar naar schatting 2,5 miljard mensen treffen en voor nog eens evenzoveel is er onvoldoende zoet water om in al hun behoeften te voorzien. Met innovatieve technologieën om water te ontzilten kan het mondiale waterprobleem echter voor een belangrijk deel worden opgelost. Daarvan is prof.dr.ir. Bert van der Wal overtuigd in zijn inaugurele rede bij de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleraar Elektrochemische waterbehandeling aan Wageningen University. De leerstoel wordt gefinancierd door Voltea bv.
Als je al het water op de wereld in een literfles zou kunnen gieten, is de hoeveelheid beschikbaar water die mensen kunnen drinken niet meer dan een theelepeltje. Dat minder dan één duizendste deel bevindt zich in rivieren, meren en grondwater. Veel te weinig voor de menselijke behoefte.
Irrigatie in de landbouw is een grootverbruiker van zoet water (70 procent), naast industrie (22 procent), zodat 8 procent voor menselijke consumptie is. Landbouw en industrie zijn grootverkwisters, bijvoorbeeld door ondoelmatige irrigatietechnieken, verouderde transportstelsels en inefficiënte zuiveringsmethoden. Het oppervlaktewater is vaak ook nog eens vervuild, terwijl de wereldbevolking met de dag groeit. Hoog tijd dus om uit het resterende zout water in de ‘fles’ zoet water te maken.
De opbrengst van de huidige ontziltingstechnologieën is niet meer dan 50 tot 60 procent, zodat er grote afvalstromen ontstaan. Prof. Van der Wal ziet in zijn rede ‘Alles is water‘ echter een grote toekomst voor de elektrochemie. “Niet bepaald een vakgebied dat zijn imago mee heeft”, merkt hij op. “Maar met elektrochemische waterbehandelingen zijn waterkringlopen uiteindelijk volledig te sluiten.”
Er zijn verschillende methoden om het zout van het water te scheiden, ieder met zijn voor- en nadelen. Prof. Van der Wal heeft zich daarom het afgelopen decennium toegelegd op een hybride ontziltingstechniek, waarin twee technieken worden gecombineerd, De zgn. capacitieve deïonisatie scheidt het zout (ionen) van het water met behulp van een condensator en een gering elektrisch potentiaalverschil. Het resultaat is een grote schoonwaterstroom en een kleine stroom met verhoogde zoutconcentratie. Door dit te combineren met een aansluitende membraantechnologie wordt er meer zout uit het water gehaald en stijgt  het volume van de schoonwaterstroom sterk.
Alle bekende ontzoutingstechnologieën kosten echter veel energie en zijn energetisch ook nog eens zeer onrendabel. Zo verdwijnt 98 procent van de energie om het zoute water van het zout te ontdoen in de vorm van warmte. Ter vergelijking: een auto zet 15% van de brandstof om in beweging. “Er zal nog een behoorlijk grote stap gezet moeten worden om het rendement bij ontzouten te verhogen. Maar ik ben hoopvol, omdat we al hebben aangetoond dat met de electrochemische technologie 80 % van de energie voor ontzouting is terug te winnen,” aldus de hoogleraar.

vrijdag 5 april 2013

Waterschap controleert teelt- en mestvrije zone langs beken

Waterschap Roer en Overmaas gaat de komende maanden de naleving van de teelt-, spuit- en mestvrije zone langs beken controleren.

Medewerkers van het waterschap controleren dan 200 kilometer aangewezen beken in Zuid- en Midden-Limburg vanuit de lucht. Zij spotten vanuit de helikopter verdachte plekken en gaan vervolgens op de grond op nader onderzoek uit. Van de 200 kilometer beken is ongeveer 115 km landbouwgrond, 40 kilometer natuur en 44 kilometer overig grondgebruik.

Langs natuurlijke beken geldt een teelt- en mestvrije zone van vijf meter. Voorbeelden hiervan zijn de Rode Beek, de Roer, de Vlootbeek en Vulensbeek, de Pepinusbeek, Keutelbeek, Kingbeek, Gulp, Geul en de Worm. De maatregelen zijn bedoeld om te zorgen dat er geen giftige stoffen in het oppervlaktewater terecht komen die schadelijk zijn voor de waterkwaliteit en het leven in en aan het water. De teelt- en mestvrije zone geldt over een breedte van vijf meter vanaf de insteek van de beek. De insteek is de plaats waar het maaiveld overgaat in het talud van de beek.

In 2012 heeft het waterschap geen overtredingen geconstateerd naar aanleiding van de controle van de vijf meter-zones.

donderdag 4 april 2013

Zorg over kwaliteit van bronnen voor drinkwater

De kwaliteit van de bronnen van drinkwater is deels onvoldoende, door toedoen van menselijk handelen. De helft van de grondwaterwinningen voldoet nu niet, net als de kwaliteit van het oppervlaktewater. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM.
De kwaliteit van het drinkwater in Nederland is van goede kwaliteit. In Nederland wordt 60 procent van het drinkwater uit grondwater geproduceerd en 40 procent uit oppervlaktewater. De kwaliteit van de helft van het grondwater voldoet niet, als gevolg van landbouw, rioleringen, industrie en oude bodemverontreinigingen.
Het RIVM-onderzoek geeft aan dat het aantal chemische stoffen in het grondwater veel groter is dan reguliere monitorprogramma’s aangeven. Weliswaar vormen de gevonden concentraties geen gevaar voor de volksgezondheid, maar het is volgens de onderzoekers van het RIVM wel belangrijk dat de concentraties in de gaten worden gehouden.
Ook de kwaliteit van het oppervlaktewater voldoet niet. Dit heeft te maken met residuen van geneesmiddelen, insecticiden, biociden, cosmetica, brandvertragers en nanodeeltjes, die in het oppervlakwater terecht komen. Rioolwaterzuiveringsinstallaties kunnen deze stoffen nog niet goed verwijderen, waardoor ze in het milieu terecht komen en dus ook in bronnen van drinkwater. Drinkwaterbedrijven gebruiken steeds geavanceerdere zuiveringstechnieken om deze stoffen te verwijderen. De resterende, zeer lage concentraties vormen geen gevaar voor de volksgezondheid.
De verandering in bevolkingssamenstelling zal tot meer medicijngebruik en tot meer emissies leiden. Het is dan ook van belang dat de kwaliteit van drinkwaterbronnen verbetert. Het RIVM beveelt daarom aan dat het milieubeleid een belangrijkere rol speelt in het ruimtelijke beleid. Meer controles op de omgeving van de drinkwaterbronnen zou een bijdrage kunnen leveren aan een betere kwaliteit van deze bronnen in ons land. 

Vangstverbod wolhandkrab uit vervuilde wateren blijft in stand

Het vangstverbod voor de wolhandkrab uit vervuilde wateren blijft gelden. Het kabinet stelt het belang van de volksgezondheid voorop. Het vangstverbod van wolhandkrab zorgt ervoor dat wolhandkrab uit vervuilde wateren in Nederland niet op de markt komt en geen onaanvaardbaar risico vormt voor de consument. Dat schrijven staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken en minister Schippers van VWS in een brief aan de Tweede Kamer.
Het vangstverbod van wolhandkrab in de grote rivieren is ingesteld omdat het dioxinegehalte in het bruine vlees van de wolhandkrab zeer hoog is. Het dioxinegehalte in het bruine vlees is 40 tot 100 keer hoger dan in het witte vlees. De wolhandkrab wordt in zijn geheel gegeten.
De wolhandkrab is gemiddeld zo’n 4 keer vuiler dan paling uit hetzelfde gebied, waarvoor ook een vangstverbod geldt. Ook de risicobeoordeling van het Bureau Risicobeoordeling van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) toont aan dat het eten van wolhandkrab uit vervuilde wateren een risico voor de consument betekent. Etikettering kan niet voldoende garantie geven om de consument te beschermen. Wolhandkrab uit niet vervuilde wateren, bijvoorbeeld uit het IJsselmeer, kan gewoon gegeten worden.

Europa voldoet niet aan eigen normen voor waterkwaliteit

Nieuw onderzoek toont aan dat het water in meer dan 6000 gemeenten en steden in Europa niet voldoet aan de EU-milieunormen, wat de gezondheid van miljoenen mensen in gevaar brengt en de belastingbetaler aansprakelijk stelt voor boetes van meer dan 1 miljard euro per jaar. Brussel zelf, de zetel van de Europese Commissie, is één van de 6311 gebieden die niet aan de vereisten voldoen.
Victor Bostinaru, een Roemeens lid van het Europese Parlement, die de resultaten gisteren (26 maart) op een vergadering van de EU voorstelde, zei: "Dit rapport toont de omvang aan van het probleem dat bestaat in de 27 lidstaten van de EU. De waterkwaliteit moet in veel landen verbeteren en er moet het nodige geld worden gevonden om dit te realiseren - te beginnen met de stad Brussel, waar zich de instellingen van de Europese Unie bevinden.
Het rapport toont ook aan dat enkele van de populairste toeristische bestemmingen van het continent niet volledig voldoen aan de EU-waterwetgeving, waaronder Pisa in Italië, Halkidiki in Griekenland, Balaton in Hongarije en Ayia Napa in Cyprus.

woensdag 3 april 2013

Minister Schultz verkort wachttijden bij Volkeraksluizen

Minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) kiest voor slimme en snelle maatregelen om de wachttijd voor schepen bij de Volkeraksluizen binnen enkele jaren te verkorten. Om de wachttijdnorm van gemiddeld 30 minuten ook in de toekomst niet te overschrijden, is volgens de minister een vierde sluiskolk nodig. Als de groei in de binnenvaart van de afgelopen decennia zich doorzet, verwacht zij dat de extra sluiskolk er tussen 2020 en 2030 moet liggen. “De Volkeraksluizen vormen een cruciale schakel in de vaarweg tussen Rotterdam en Antwerpen. Lading die in de Rotterdamse haven aankomt moet vlot naar het achterland worden vervoerd. Om een snelle doorvaart en betrouwbare reistijden te behouden, reserveer ik 157 miljoen euro voor de aanleg van een extra sluiskolk en maatregelen op korte termijn,” aldus Schultz van Haegen.
Door het schutproces van de drie bestaande sluiskolken voor de beroepsvaart te versnellen, kan op een snelle, slimme manier de wachttijd naar verwachting met enkele minuten worden verkort. Dit kan door een extra doorstroomopening in de sluisdeuren te creëren en door het sneller openen van de sluisdeuren. Voordat de minister alle sluiskolken op deze manier optimaliseert, doet Rijkswaterstaat dit jaar een proef om er zeker van te zijn dat de maatregelen effectief zijn.
Om de daadwerkelijke wachttijd goed te blijven volgen heeft Rijkswaterstaat speciaal voor de Volkeraksluizen een nieuwe manier van meten ontwikkeld. Daarbij maakt Rijkswaterstaat gebruik van een zender met plaatsbepaling, die op bijna alle binnenvaartschepen inmiddels aanwezig is: de AIS-zender. Van elk schip is daardoor precies te meten wat de wachttijd is. Daarmee is de gemiddelde wachttijd zeer nauwkeurig te bepalen. De eerste resultaten hiervan zijn eind 2013 beschikbaar.
Door continue meting van de wachttijd, kan de minister tijdig besluiten een vierde sluiskolk bij de Volkeraksluizen aan te leggen. De verwachting is dat een vierde kolk tussen 2020 en 2030 nodig is. Deze zal in dat geval ten noordwesten van de huidige drie sluiskolken worden aangelegd. Voor het realiseren van een vierde sluiskolk is, inclusief voorbereiding, 5 tot 7 jaar nodig.

Waterschap zet mosselen in tegen blauwalg

De afgelopen jaren is er regelmatig blauwalgoverlast geweest in de vijver van het Liniepark. De laatste keer was dat in 2010. Waterschap Brabantse Delta zet een milieuvriendelijke methode in om de blauwalgen te bestrijden: de zoetwatermossel. De werkzaamheden in en rondom de vijver gaan 28
maart van start.
Blauwalgen zijn bacterien die van nature in zoet water voorkomen. Ze ontwikkelen zich vooral bij hogere temperaturen en in stilstaand water dat te rijk is aan voedingsstoffen. Die voedingsstoffen zitten bijvoorbeeld in afgevallen bladeren, maar komen ook in het water via lokvoer van vissers,
brood en hondenpoep. Blauwalggroei kan zuurstofgebrek veroorzaken met vis- en plantensterfte tot gevolg. Wanneer mensen en huisdieren in aanraking komen met blauwalgen kunnen ze gezondheidsklachten krijgen.
Waterschap Brabantse Delta zet een milieuvriendelijke bestrijding van blauwalgen in: zoetwatermosselen. Deze mosselen eten blauwalgen en zuiveren tegelijk het water. Om na te gaan hoe zinvol het is om mosselen in te zetten, verrichtte het waterschap in 2008 al een kleinschalig onderzoek. In
2012 is de methode in een proefopstelling in de vijver bij de kinderboerderij in de Hoge Vucht verder onderzocht. De mosselen bleken het water snel van algen te ontdoen en het water weer helder te maken. Vanwege de succesvolle aanpak zet het waterschap mosselen uit in de vijver van het
Liniepark.
Het waterschap gebruikt hiervoor kleine zoetwatermosselen (quaggamosselen). Ze zijn niet eetbaar en ongezond voor mens en dier. Hoewel ze van nature op diverse plekken voorkomen, worden ze speciaal gekweekt. Dat gebeurt op plastic kratjes die op twee meter diepte in de vijver worden uitgezet.
Vanaf de waterkant zijn de kratjes niet zichtbaar. Ze blijven meerdere jaren in de vijver aanwezig. We vragen u in het belang van de waterkwaliteit de kratjes te laten liggen en ongeregeldheden te melden bij het waterschap.

dinsdag 2 april 2013

Proef verweekte bermen dijk Ferwert

Wetterskip Fryslân start in april met twee nieuwe proeven om het probleem van natte bermen in de dijk bij Ferwert op te lossen. Uit metingen is gebleken dat de proef die in 2012 is uitgevoerd, de grondwaterstand niet voldoende naar beneden heeft gebracht. Daarom start het waterschap met het aanbrengen van een drainagebuis via een andere boortechniek. Tegelijkertijd wordt er een drainagebuis ingegraven in de binnenberm en het binnentalud. De proeven worden in april uitgevoerd over een dijklengte van 450 meter.
De drainage in dijk bij Ferwert werkt niet meer optimaal. Daardoor wordt het water bij hevige neerslag niet meer goed afgevoerd en komt er water uit het dijktalud en de binnenberm. Dat geeft overlast bij het onderhouden van de dijk. En bij vorst bevriest het weggelopen water op de naastgelegen weg. Uit onderzoek blijkt dat de hoge waterstand in de dijk geen nadelige invloed heeft op de veiligheid van de waterkering. Door de drainage te verbeteren, hoopt Wetterskip Fryslân het probleem op te lossen. Welke techniek daarvoor het beste kan worden ingezet, zoekt het waterschap met behulp van de proeven uit.