Een inwoner van België moet een rekening van 36.676 euro betalen bij zijn waterbedrijf. Zijn waterleiding bleek een verborgen lek te hebben. Dat blijkt uit een rapport van de ombudsman in België, Bart Weekers. Weekers laat in zijn jaarverslag weten dat het vaak voorkomt dat mensen met een waterlek een hoge rekening moeten betalen, ongeacht de hoogte van het bedrag.
vrijdag 29 maart 2013
donderdag 28 maart 2013
Extra maaiboot ingezet tegen waterplanten Oldambtmeer
Er komt een extra maaiboot om de waterplanten op het Oldambtmeer in Blauwestad tijdens de warme zomermaanden te bestrijden. De provincie Groningen en de gemeente Oldambt hopen met deze extra maatregel de overlast van de waterplanten voor de watersporter tot een minimum te beperken.
Begin 2013 drongen de havenmeesters uit Blauwestad, de plaatselijke zeilvereniging en de eigenaren van de rondvaartboten er op aan om vooral tijdens de zomermaanden meer maaiboten in te zetten. Door de aanwezigheid van grote hoeveelheden waterplanten lopen zeilboten en plezierjachten tijdens het vaarseizoen geregeld vast.
De kosten voor de extra maaibeurten bedragen 75.000,- euro per jaar. Daarmee komen de totale kosten voor jaarlijks onderhoud op het Oldambtmeer op 225.000,- euro. De provincie Groningen en de gemeente Oldambt dragen bij aan de financiering van de extra maaiboot.
Begin 2013 drongen de havenmeesters uit Blauwestad, de plaatselijke zeilvereniging en de eigenaren van de rondvaartboten er op aan om vooral tijdens de zomermaanden meer maaiboten in te zetten. Door de aanwezigheid van grote hoeveelheden waterplanten lopen zeilboten en plezierjachten tijdens het vaarseizoen geregeld vast.
De kosten voor de extra maaibeurten bedragen 75.000,- euro per jaar. Daarmee komen de totale kosten voor jaarlijks onderhoud op het Oldambtmeer op 225.000,- euro. De provincie Groningen en de gemeente Oldambt dragen bij aan de financiering van de extra maaiboot.
Gemeenten en waterschap willen door samenwerking miljoenen besparen
Zestien gemeenten in oostelijk Utrecht en westelijk Gelderland en Waterschap Vallei en Veluwe willen minder stijgende kosten door beter afvalwaterbeheer. Daarom hebben de partijen, Platform Water Vallei en Eem, een samenwerkingsovereenkomst ondertekend. Ze beogen met de samenwerking een besparing van 12,7 miljoen euro per jaar.
Het zijn besparingen op begrote extra uitgaven voor investeringen zoals de bouw van een nieuwe rioolwaterzuivering, vervanging van riolen en maatregelen om klimaat- en andere veranderingen op te vangen. De platformpartners voldoen hiermee aan landelijke afspraken met het Rijk.
Het zijn besparingen op begrote extra uitgaven voor investeringen zoals de bouw van een nieuwe rioolwaterzuivering, vervanging van riolen en maatregelen om klimaat- en andere veranderingen op te vangen. De platformpartners voldoen hiermee aan landelijke afspraken met het Rijk.
woensdag 27 maart 2013
Inrichting waterschappen in Limburg onderzocht
Het huidige waterschapsbestel in Limburg is geëvalueerd. Een van de conclusies is dat de huidige inrichting, met twee waterschappen en een waterschapsbedrijf in Limburg, voldoet voor de korte termijn. Als de waterschappen de ambitie richting 2020 willen realiseren, lopen ze tegen hun grenzen aan.
De afgelopen maanden heeft het onderzoeksbureau Policy Research de toekomstvastheid van de huidige inrichting, met twee waterschappen en één waterschapsbedrijf in Limburg, geëvalueerd.
Een van de conclusies die het bureau trekt, is dat de huidige inrichting de waterschappen in staat stelt – voor de korte termijn – om de kerntaken ten aanzien van waterveiligheid, waterkwantiteit en waterkwaliteit naar behoren te verrichten. De beide waterschappen zijn in termen van budget en formatie beperkt van omvang. En dat houdt risico in voor kwaliteit en continuïteit van specialistische functies. Ook schrijft het bureau dat de huidige inrichting niet bevorderlijk is voor eenduidig, slagvaardig optreden, gegeven ook de ontwikkeling naar schaalvergroting in de bestuurlijke context. De huidige bestuurlijke omvang is groot in relatie tot de bestuurlijke taakstelling, schrijven de onderzoekers. Binnen het huidige bestel lopen de waterschappen – mede in relatie tot de vastgelegde ambitie richting 2015/2020 – dan ook aan tegen hun grenzen, in bijzonder ten aanzien van robuustheid en bestuurlijke effectiviteit (slagvaardigheid).
Het bureau concludeert dat de waterschappen verdergaande samenwerking kunnen opzoeken om zo de kwetsbaarheden van het huidige bestel af te bouwen en invulling te geven aan de nieuwe ambities. Van de verschillende onderzochte vormen van verdergaande samenwerking biedt fusie volgens het rapport de meeste meerwaarde op basis van vergelijking van de toekomstvastheid volgens de criteria: legitimiteit, robuustheid, professionaliteit, doelmatigheid, slagvaardigheid en representativiteit. De meerwaarde van fusie lijkt niet zozeer te liggen in het behalen van financiële voordelen want die zijn relatief gering. De meerwaarde lijkt vooral te liggen in de kansen die zo ontstaan voor het realiseren van ambities ten aanzien van robuustheid, professionaliteit en slagvaardigheid; de eenduidigheid van bestuur bij fusie kan onder meer de samenwerking met partners in de waterketen ten goede komen.
Op 21 maart aanstaande komen de twee algemene besturen van de waterschappen bij elkaar voor een informatieve gezamenlijke bijeenkomst over het rapport. In april nemen de algemene besturen van de waterschappen en de Statencommissie van de Provincie een standpunt in over de conclusies in het rapport. Vervolgens vindt een schriftelijke consultatie plaats bij de partners, waarna het definitieve eindrapport opgesteld wordt. Deze komt in juni ter bespreking terug in de Algemene besturen van de waterschappen. Het College van Gedeputeerde Staten bespreekt het eindrapport dan ter besluitvorming, omdat zij Provinciale Staten niet alleen moeten informeren over het rapport maar ook een voorstel moeten doen over wel of niet besluiten tot fusie van de Limburgse waterschappen.
Een van de conclusies die het bureau trekt, is dat de huidige inrichting de waterschappen in staat stelt – voor de korte termijn – om de kerntaken ten aanzien van waterveiligheid, waterkwantiteit en waterkwaliteit naar behoren te verrichten. De beide waterschappen zijn in termen van budget en formatie beperkt van omvang. En dat houdt risico in voor kwaliteit en continuïteit van specialistische functies. Ook schrijft het bureau dat de huidige inrichting niet bevorderlijk is voor eenduidig, slagvaardig optreden, gegeven ook de ontwikkeling naar schaalvergroting in de bestuurlijke context. De huidige bestuurlijke omvang is groot in relatie tot de bestuurlijke taakstelling, schrijven de onderzoekers. Binnen het huidige bestel lopen de waterschappen – mede in relatie tot de vastgelegde ambitie richting 2015/2020 – dan ook aan tegen hun grenzen, in bijzonder ten aanzien van robuustheid en bestuurlijke effectiviteit (slagvaardigheid).
Het bureau concludeert dat de waterschappen verdergaande samenwerking kunnen opzoeken om zo de kwetsbaarheden van het huidige bestel af te bouwen en invulling te geven aan de nieuwe ambities. Van de verschillende onderzochte vormen van verdergaande samenwerking biedt fusie volgens het rapport de meeste meerwaarde op basis van vergelijking van de toekomstvastheid volgens de criteria: legitimiteit, robuustheid, professionaliteit, doelmatigheid, slagvaardigheid en representativiteit. De meerwaarde van fusie lijkt niet zozeer te liggen in het behalen van financiële voordelen want die zijn relatief gering. De meerwaarde lijkt vooral te liggen in de kansen die zo ontstaan voor het realiseren van ambities ten aanzien van robuustheid, professionaliteit en slagvaardigheid; de eenduidigheid van bestuur bij fusie kan onder meer de samenwerking met partners in de waterketen ten goede komen.
Op 21 maart aanstaande komen de twee algemene besturen van de waterschappen bij elkaar voor een informatieve gezamenlijke bijeenkomst over het rapport. In april nemen de algemene besturen van de waterschappen en de Statencommissie van de Provincie een standpunt in over de conclusies in het rapport. Vervolgens vindt een schriftelijke consultatie plaats bij de partners, waarna het definitieve eindrapport opgesteld wordt. Deze komt in juni ter bespreking terug in de Algemene besturen van de waterschappen. Het College van Gedeputeerde Staten bespreekt het eindrapport dan ter besluitvorming, omdat zij Provinciale Staten niet alleen moeten informeren over het rapport maar ook een voorstel moeten doen over wel of niet besluiten tot fusie van de Limburgse waterschappen.
dinsdag 26 maart 2013
Woudagemaal leukste Friese uitje
Het Woudagemaal in Lemmer is volgens ANWB-leden het leukste uitstapje in Fryslân. Het gemaal kwam maandag 25 maart als beste uit de bus in een verkiezing waarbij meer dan 70.000 leden hun stem hebben uitgebracht. De leden kozen zowel op landelijk als provinciaal niveau hun leukste uitje. De genomineerde uitstapjes in Fryslân, zoals het Natuurmuseum in Leeuwarden, het Wrakkenmuseum op Terschelling en het Kameleondorp in Terherne, werden op vijf aspecten beoordeeld: prijs-kwaliteitsverhouding, sfeer, personeel, aanbod en faciliteiten. Dierenpark GaiaZOO in Kerkrade is winnaar geworden van de verkiezing ‘Het leukste uitje van Nederland'.
Nederlandse waterexperts presenteren hoogwaterbeschermingsplan Ho Chi Minhstad
Advies- en ingenieursbureau Royal HaskoningDHV en kennisinstituut Deltares hebben het ‘Ho Chi Minh City Flood and Inundation Management Project’ gepresenteerd. Het projectplan bestaat uit bescherming van de stad met dijken en vooral getijdenkeringen, waarbij andere gebieden wel af en toe onder water mogen lopen. In eerste instantie wordt het probleem van overstroming door hoog water en tropische regenval opgevangen door aanzienlijke verbetering van het stedelijk watersysteem. De stijgende zeespiegel, dalende bodem en doorgaande verstedelijking vragen vanaf 2025 om een ringdijk met getijdenkeringen. De contractwaarde van het complete project bedraagt 1,5 miljoen euro en wordt door Nederland en Vietnam gefinancierd.
Ho Chi Minhstad met haar 8 miljoen inwoners ligt in een getijdengebied tussen drie grote rivieren met verder talloze kreken en kanalen. Zeker 60 procent van de stad ligt in overstromingsgevoelig gebied. De lokale autoriteiten hadden een plan ontwikkeld om de stad te beschermen met een 172 km lange ringdijk met twaalf grote sluizen en stuwen. Het plan van de Nederlandse bureaus is een goedkoper alternatief en biedt daarnaast ook oplossingen voor de hevige regenval in het gebied. Frits Dirks, projectleider van Royal HaskoningDHV: ‘De stad kampt met een stijgende zeespiegel, een verwachte bodemdaling van twee tot drie centimeter per jaar en hevige regenval. Het water moet daarom op bepaalde momenten worden opgeslagen in de stad en in overloopgebieden. Dat vergt ingrepen in de ruimtelijke ordening. Hiermee geeft de ontwikkelde strategie invulling aan het principe van meerlaagse veiligheid zoals dat ook in Nederland wordt toegepast, bijvoorbeeld in het programma ‘Ruimte voor de Rivier’.’
De financiële schade door hoog water is erg hoog als woonwijken of industriegebieden onderstromen. Dirks: ‘Er werd in de oude plannen onvoldoende rekening gehouden met de economische waarde van de ondergelopen gebieden. Om de schade te beperken is het slim om bepaalde drukke en belangrijke gebieden sowieso met dijken te beschermen. Voor minder dichtbevolkte gebieden is een dijk een te dure ingreep en is het beter om die gebieden op te hogen.’
Royal HaskoningDHV en Deltares hebben via berekeningen gekeken naar de gevolgen van de stijging van de zeespiegel. Hieruit blijkt dat bij onveranderde omstandigheden de zeespiegel in 2025 met +15 centimeter stijgt, in 2050 met +30 centimeter en in 2100 met +75 centimeter. Deze prognoses hebben de twee partijen ertoe gebracht een voorstel te doen voor een goedkopere en kleinere variant die tot 2025 veiligheid garandeert. Mocht de zeespiegel langzamer of sneller stijgen dan berekend, dan kan via een andere, en dus flexibele manier, verder worden gebouwd.
Ho Chi Minhstad met haar 8 miljoen inwoners ligt in een getijdengebied tussen drie grote rivieren met verder talloze kreken en kanalen. Zeker 60 procent van de stad ligt in overstromingsgevoelig gebied. De lokale autoriteiten hadden een plan ontwikkeld om de stad te beschermen met een 172 km lange ringdijk met twaalf grote sluizen en stuwen. Het plan van de Nederlandse bureaus is een goedkoper alternatief en biedt daarnaast ook oplossingen voor de hevige regenval in het gebied. Frits Dirks, projectleider van Royal HaskoningDHV: ‘De stad kampt met een stijgende zeespiegel, een verwachte bodemdaling van twee tot drie centimeter per jaar en hevige regenval. Het water moet daarom op bepaalde momenten worden opgeslagen in de stad en in overloopgebieden. Dat vergt ingrepen in de ruimtelijke ordening. Hiermee geeft de ontwikkelde strategie invulling aan het principe van meerlaagse veiligheid zoals dat ook in Nederland wordt toegepast, bijvoorbeeld in het programma ‘Ruimte voor de Rivier’.’
De financiële schade door hoog water is erg hoog als woonwijken of industriegebieden onderstromen. Dirks: ‘Er werd in de oude plannen onvoldoende rekening gehouden met de economische waarde van de ondergelopen gebieden. Om de schade te beperken is het slim om bepaalde drukke en belangrijke gebieden sowieso met dijken te beschermen. Voor minder dichtbevolkte gebieden is een dijk een te dure ingreep en is het beter om die gebieden op te hogen.’
Royal HaskoningDHV en Deltares hebben via berekeningen gekeken naar de gevolgen van de stijging van de zeespiegel. Hieruit blijkt dat bij onveranderde omstandigheden de zeespiegel in 2025 met +15 centimeter stijgt, in 2050 met +30 centimeter en in 2100 met +75 centimeter. Deze prognoses hebben de twee partijen ertoe gebracht een voorstel te doen voor een goedkopere en kleinere variant die tot 2025 veiligheid garandeert. Mocht de zeespiegel langzamer of sneller stijgen dan berekend, dan kan via een andere, en dus flexibele manier, verder worden gebouwd.
maandag 25 maart 2013
Arjen Hoekstra presenteert nieuw boek
Hoe kunnen bedrijven en overheden hun watergebruik voor consumptiegoederen verminderen? Die vraag beantwoordt hoogleraar Arjen Hoekstra van de Universiteit Twente in zijn nieuwe boek The Water Footprint of Modern Consumer Society. De presentatie van het boek vond plaats op Wereldwaterdag (22 maart) tijdens het Food Film Festival in Amsterdam.
Hoekstra doet vergaande voorstellen om het wereldwijde waterverbruik voor consumptiegoederen naar een duurzaam niveau te tillen. Het boek is gericht op zijn eerder ontwikkelde concept The Water Footprint.
Hoekstra, tevens toezichthouder namens het Water Footprint Network, pleit onder andere voor het instellen van zogenaamde water footprint caps voor stroomgebieden. De water footprint cap is vergelijkbaar met de mondiale carbon footprint cap die we al kennen van de klimaatdiscussie. Hoekstra stelt voor benchmarks voor voedselproducten en producten als bloemen en katoen te ontwikkelen. Bedrijven krijgen zo een richtlijn voor het verminderen van de watervoetafdruk van hun producten.
Het boek geeft een aantal praktijkvoorbeelden van watergebruik in productiecyclussen. Zo is berekend dat er 15.000 liter water nodig is om een kilo rundvlees te produceren. Bij een spijkerbroek is dat 8.000 liter water. Hoekstra stelt de industrie een wereldwijde zero water footprint voor. Dit is haalbaar als industrieën hun water volledig recyclen en afvalstoffen en warmte uit afvalwater terugwinnen.
Ook schets hij hoe landen met waterschaarste profiteren van de invoer van water-intensieve producten, maar dat ze hierbij tevens afhankelijk worden van buitenlandse watervoorraden. Water slurpende maatschappijen in Noord-Amerika en Zuid-Europa zullen hun wereldwijde watervoetafdruk drastisch moeten verminderen als gevolg van de groeiende consumptie in landen als China en India.
Hoekstra doet vergaande voorstellen om het wereldwijde waterverbruik voor consumptiegoederen naar een duurzaam niveau te tillen. Het boek is gericht op zijn eerder ontwikkelde concept The Water Footprint.
Hoekstra, tevens toezichthouder namens het Water Footprint Network, pleit onder andere voor het instellen van zogenaamde water footprint caps voor stroomgebieden. De water footprint cap is vergelijkbaar met de mondiale carbon footprint cap die we al kennen van de klimaatdiscussie. Hoekstra stelt voor benchmarks voor voedselproducten en producten als bloemen en katoen te ontwikkelen. Bedrijven krijgen zo een richtlijn voor het verminderen van de watervoetafdruk van hun producten.
Het boek geeft een aantal praktijkvoorbeelden van watergebruik in productiecyclussen. Zo is berekend dat er 15.000 liter water nodig is om een kilo rundvlees te produceren. Bij een spijkerbroek is dat 8.000 liter water. Hoekstra stelt de industrie een wereldwijde zero water footprint voor. Dit is haalbaar als industrieën hun water volledig recyclen en afvalstoffen en warmte uit afvalwater terugwinnen.
Ook schets hij hoe landen met waterschaarste profiteren van de invoer van water-intensieve producten, maar dat ze hierbij tevens afhankelijk worden van buitenlandse watervoorraden. Water slurpende maatschappijen in Noord-Amerika en Zuid-Europa zullen hun wereldwijde watervoetafdruk drastisch moeten verminderen als gevolg van de groeiende consumptie in landen als China en India.
zondag 24 maart 2013
Nederland wil waterzekerheid voor iedereen
'We wilden het aantal mensen zonder toegang tot schoon drinkwater in 2015 halveren. Dat is gelukt. We hebben laten zien dat het beter kan. Let's get to zero.' Dat zei minister Lilianne Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking vrijdag na afloop van de internationale Wereldwaterdag in Den Haag. Nederland maakt zich hard voor een ambitieuze internationale Wateragenda voor de periode na 2015: waterzekerheid voor iedereen in de wereld.
Ploumen: 'Iedereen in de wereld heeft recht op bescherming tegen overstromingen of de gevolgen van extreme droogte. Iedereen heeft recht op hygiëne, schone toiletten en veilig en duurzaam drinkwater. Er is ook behoefte aan beter watermanagement, ook over grenzen van landen, rivieren en waterbasins.'
Nederland omarmt daarmee een aantal belangrijke aanbevelingen die kopstukken van de Verenigde Naties, maatschappelijke organisaties, regeringen en de private sector hadden opgesteld. De Prins van Oranje nam tijdens de discussies hierover deel aan een panel en hield een toespraak.
Ploumen overhandigde de aanbevelingen aan de Liberiaanse president Ellen Johnson Sirleaf, de co-voorzitter van het speciale High Level Panel voor de nieuwe ontwikkelingsagenda van secretaris-generaal Ban Ki-moon van de VN.
De minister benadrukte dat er een nieuwe, integrale en duurzame aanpak nodig is. Iedereen moet daarbij samenwerken: overheden, bedrijven, ngo's, kennisinstellingen en gemeenschappen in binnen- en buitenland. 'Iedereen moet zijn verantwoordelijkheden dragen. Alleen dan kunnen we met water werken aan gezondheid, armoedebestrijding en economische ontwikkeling. In Nederland ben ik daar al met collega Melanie Schultz van Haegen en minister Kamp mee bezig. Nederland heeft als waterland veel kennis en expertise in huis om die problemen te helpen oplossen.'
In haar toespraak bedankte de minister de Prins van Oranje voor zijn inzet als voorzitter van de Adviesraad van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties voor water en sanitatie (UNSGAB). Ze noemde daarbij de rol die hij speelde op het gebied van internationaal watermanagement, zijn bijdrage aan de vormgeving van de mondiale wateragenda en zijn succesvolle campagne voor het recht op water en sanitatie.
Nederland was dit jaar gastland van de Wereldwaterdag 2013 van de Verenigde Naties. Donderdag stond in het teken van de afsluiting van wereldwijde consultaties over de toekomst van water. Minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) was gastvrouw op die dag. Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje opende die dag.
Ploumen: 'Iedereen in de wereld heeft recht op bescherming tegen overstromingen of de gevolgen van extreme droogte. Iedereen heeft recht op hygiëne, schone toiletten en veilig en duurzaam drinkwater. Er is ook behoefte aan beter watermanagement, ook over grenzen van landen, rivieren en waterbasins.'
Nederland omarmt daarmee een aantal belangrijke aanbevelingen die kopstukken van de Verenigde Naties, maatschappelijke organisaties, regeringen en de private sector hadden opgesteld. De Prins van Oranje nam tijdens de discussies hierover deel aan een panel en hield een toespraak.
Ploumen overhandigde de aanbevelingen aan de Liberiaanse president Ellen Johnson Sirleaf, de co-voorzitter van het speciale High Level Panel voor de nieuwe ontwikkelingsagenda van secretaris-generaal Ban Ki-moon van de VN.
De minister benadrukte dat er een nieuwe, integrale en duurzame aanpak nodig is. Iedereen moet daarbij samenwerken: overheden, bedrijven, ngo's, kennisinstellingen en gemeenschappen in binnen- en buitenland. 'Iedereen moet zijn verantwoordelijkheden dragen. Alleen dan kunnen we met water werken aan gezondheid, armoedebestrijding en economische ontwikkeling. In Nederland ben ik daar al met collega Melanie Schultz van Haegen en minister Kamp mee bezig. Nederland heeft als waterland veel kennis en expertise in huis om die problemen te helpen oplossen.'
In haar toespraak bedankte de minister de Prins van Oranje voor zijn inzet als voorzitter van de Adviesraad van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties voor water en sanitatie (UNSGAB). Ze noemde daarbij de rol die hij speelde op het gebied van internationaal watermanagement, zijn bijdrage aan de vormgeving van de mondiale wateragenda en zijn succesvolle campagne voor het recht op water en sanitatie.
Nederland was dit jaar gastland van de Wereldwaterdag 2013 van de Verenigde Naties. Donderdag stond in het teken van de afsluiting van wereldwijde consultaties over de toekomst van water. Minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) was gastvrouw op die dag. Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje opende die dag.
donderdag 21 maart 2013
Middeleeuws watermanagement in Kampen
Nieuwsgierig hoe we al vele eeuwen leven met water in de IJsseldelta? En hoe in de middeleeuwen het watermanagement in een onstuimige IJssel werd aangepakt? Kom dan op 23 maart, tijdens de Water4Daagse, naar de Koggewerf in Kampen.
Ook in de Middeleeuwen was men in Kampen druk bezig met watermanagement, de onstuimige IJssel moest in die tijd in bedwang worden gehouden. Daarom liet men oude schepen doelbewust afzinken om zo de rivier in een gewenste richting te sturen. Deze geschiedenis wordt ondersteund door de Kogge uit de eerste helft van de 15e eeuw, die is gevonden in de IJssel bij Kampen. Naast de kogge heeft Rijkswaterstaat nog twee kleine scheepswrakken gevonden bij de gezonken kogge. Koggen zijn schepen die in de Hanzetijd werden gebruikt om naar de Oostzee te varen en daar handel te drijven. In die tijd ontstond de IJsseldelta. Het was in het belang van Kampen om de rivier als vaarweg in stand te houden. De toevalligheid is dat we nu met Ruimte voor de Rivier IJsseldelta (een gezamenlijk project van de provincie Overijssel en Rijkswaterstaat), een moderne vorm van watermanagement, onze kennis vergroten over middeleeuws watermanagement. Ontdek samen met onderwaterarcheoloog Wouter Waldus welke geheimen de kogge heeft prijsgegeven. In de expositieruimte op de koggewerf geeft hij op zaterdag 23 maart om 14.00 en 16.00 uur een presentatie. Op de werf ligt ook de Kamper kogge, een reconstructie van een 14e eeuwse kogge waarvan de bouw in 1998 werd afgerond. Na afloop van de presentatie wordt een rondleiding op deze kogge gegeven.
woensdag 20 maart 2013
Natuurvergunning voor bestortingen Oosterschelde
Provincie Zeeland is van plan een vergunning Natuurbeschermingswet 1998 aan Rijkswaterstaat Zeeland te verlenen voor het uitvoeren van bestortingen rondom de Oosterscheldekering. De bestortingen zijn nodig om de wanden van de ontgrondingskuilen te verstevigen en om de bouw van een radartoren mogelijk te maken.
Aan beide zijden van de Oosterscheldekering, in de Natura 2000-gebieden Oosterschelde en Voordelta, zijn de geulen bij de stroomgaten sneller verdiept en verbreed dan verwacht. Om de bodem te stabiliseren, laat Rijkswaterstaat de bodem op drie locaties bestorten met granulair materiaal, waarschijnlijk staalslakken. Op de noordelijke dam van de Noordland-Buitenhaven op Neeltje Jans wordt een radartoren gebouwd. De toren versterkt de ScheldeRadarKeten en zorgt voor een uitbreiding van de verkeersbegeleiding op de Westerschelde en de Westerscheldemonding. Om de stabiliteit van deze havendam na de bouw van de toren te borgen, wordt daar ook een bestorting uitgevoerd. De bestortingen worden in 2013 uitgevoerd, zodra de vereiste toestemmingen zijn verkregen. De werkzaamheden nemen waarschijnlijk zo'n twee à drie maanden in beslag.
Onderzoek en monitoring van eerdere bestortingen hebben aangetoond dat op de gebruikte staalslakken organismen groeien. Ook is aangetoond dat de mate van uitspoeling van milieubezwaarlijke stoffen zo beperkt is dat deze geen negatieve effecten op de natuur en de voedselkwaliteit hebben. Overige effecten van de bestortingen op de beschermde natuurwaarden van de Natura 2000-gebieden zullen beperkt zijn, zo blijkt uit de natuurtoets waarin deze effecten worden beoordeeld. Als bevoegd gezag voor de Natuurbeschermingswet 1998 concludeert Provincie Zeeland dan ook dat deze vergunning kan worden verleend.
Belanghebbenden kunnen van 14 maart 2013 tot en met 24 april 2013 een zienswijze op het ontwerpbesluit bij Provincie Zeeland indienen. Het document en de bijbehorende stukken liggen ter inzage bij Provincie Zeeland, Abdij 6, in Middelburg.
Aan beide zijden van de Oosterscheldekering, in de Natura 2000-gebieden Oosterschelde en Voordelta, zijn de geulen bij de stroomgaten sneller verdiept en verbreed dan verwacht. Om de bodem te stabiliseren, laat Rijkswaterstaat de bodem op drie locaties bestorten met granulair materiaal, waarschijnlijk staalslakken. Op de noordelijke dam van de Noordland-Buitenhaven op Neeltje Jans wordt een radartoren gebouwd. De toren versterkt de ScheldeRadarKeten en zorgt voor een uitbreiding van de verkeersbegeleiding op de Westerschelde en de Westerscheldemonding. Om de stabiliteit van deze havendam na de bouw van de toren te borgen, wordt daar ook een bestorting uitgevoerd. De bestortingen worden in 2013 uitgevoerd, zodra de vereiste toestemmingen zijn verkregen. De werkzaamheden nemen waarschijnlijk zo'n twee à drie maanden in beslag.
Onderzoek en monitoring van eerdere bestortingen hebben aangetoond dat op de gebruikte staalslakken organismen groeien. Ook is aangetoond dat de mate van uitspoeling van milieubezwaarlijke stoffen zo beperkt is dat deze geen negatieve effecten op de natuur en de voedselkwaliteit hebben. Overige effecten van de bestortingen op de beschermde natuurwaarden van de Natura 2000-gebieden zullen beperkt zijn, zo blijkt uit de natuurtoets waarin deze effecten worden beoordeeld. Als bevoegd gezag voor de Natuurbeschermingswet 1998 concludeert Provincie Zeeland dan ook dat deze vergunning kan worden verleend.
Belanghebbenden kunnen van 14 maart 2013 tot en met 24 april 2013 een zienswijze op het ontwerpbesluit bij Provincie Zeeland indienen. Het document en de bijbehorende stukken liggen ter inzage bij Provincie Zeeland, Abdij 6, in Middelburg.
dinsdag 19 maart 2013
Dijkinspectie bij Hunze en Aa's
De voorjaarsdijkinspectie bij Hunze en Aa's vindt plaats op dinsdag 19 maart. Het is alweer het derde jaar dat de buitendienstmedewerkers en kantoorpersoneel samen op dijkinspectie gaan. Vóór elke dijkinspectie krijgen alle inspecteurs een speciale training met de laatste stand van zaken en situaties waar ze op moeten letten. Met actuele kennis controleren ze de dijken.
Er is dit jaar specifieke aandacht voor de ‘boezemdijken’. Dat zijn de dijken langs wateren die naar zee stromen en het flink te verduren kregen tijdens de hoogwater periode in 2012. De opgelopen schade en de zwakke plekken van toen zijn grotendeels hersteld en die controleren we nu met extra aandacht. Tegelijk speuren we naar plekken in de dijken die mogelijk veroorzaakt zijn door het winterseizoen of door mollen of muskus-en beverratten. De hele dag zijn ongeveer 90 dijkinspecteurs op pad om 850 kilometer dijken te inspecteren. Met deze waarnemingen brengen we de dijken in de aankomende tijd weer in topvorm. Een continue proces om de veiligheid te waarborgen.
De dijken zijn goed op orde. Het waterschap controleert twee keer per jaar de dijken langs de kanalen die het water naar de zee afvoeren en alle dijken rondom de waterbergingsgebieden.
Er is dit jaar specifieke aandacht voor de ‘boezemdijken’. Dat zijn de dijken langs wateren die naar zee stromen en het flink te verduren kregen tijdens de hoogwater periode in 2012. De opgelopen schade en de zwakke plekken van toen zijn grotendeels hersteld en die controleren we nu met extra aandacht. Tegelijk speuren we naar plekken in de dijken die mogelijk veroorzaakt zijn door het winterseizoen of door mollen of muskus-en beverratten. De hele dag zijn ongeveer 90 dijkinspecteurs op pad om 850 kilometer dijken te inspecteren. Met deze waarnemingen brengen we de dijken in de aankomende tijd weer in topvorm. Een continue proces om de veiligheid te waarborgen.
De dijken zijn goed op orde. Het waterschap controleert twee keer per jaar de dijken langs de kanalen die het water naar de zee afvoeren en alle dijken rondom de waterbergingsgebieden.
maandag 18 maart 2013
Waterschapsdag 2013: Samen uit de crisis
In de opmaat naar Wereld Waterdag op 22 maart vindt maandag de Waterschapsdag plaats in Den Haag. Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu geeft haar visie op het thema 'Samen uit de crisis' in Theater Diligentia. Tijdens de dag, georganiseerd door de Unie van Waterschappen, wisselen de 24 Nederlandse waterschappen kennis uit met elkaar en met landelijke partnerorganisaties.
Nederland verkeert in economisch zwaar weer. Hoe zetten we de samenwerking tussen overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties in de watersector om in klinkende munt? Elco Brinkman, voorzitter van Bouwend Nederland, gaat op de Waterschapsdag als gastspreker in op hoe de bouwwereld en de waterschappen door de juiste investeringen de handen ineen kunnen slaan. Het Economisch Instituut voor de Bouw voert op dit moment een marktstudie uit over investeringen door de waterschappen, in opdracht van de Unie van Waterschappen en Bouwend Nederland. Taco van Hoek licht de voorlopige resultaten toe.
De waterschappen hebben te maken met een beperkte investeringsruimte, maar moeten er toch voor zorgen dat Nederland droge voeten houdt. Een uitdaging aan de markt om met slimme, efficiënte oplossingen te komen. Dit vergt wel een professionaliseringsslag, bij zowel de waterschappen als de bouwwereld. In een debat met Jan Geluk (Unie van Waterschappen), Hans Kooijman (Dura Vermeer Beton en Waterbouw) en Leentje Volker (TU Delft) over bovengenoemde thema's worden concrete afspraken gemaakt hoe dit met elkaar op te pakken.
Peter Glas, voorzitter van de Unie van Waterschappen: "Waterschappen werken nooit alleen en maken afspraken met medeoverheden, kennisinstellingen en het bedrijfsleven om samen de economie van Nederland te stimuleren. Het Bestuursakkoord Water zien wij als een impuls om de samenleving beter ten dienste te staan; meer transparantie, minder bestuurlijke drukte en doelmatig samenwerken staan voorop. Om samen uit de crisis te komen, willen waterschappen het Nederlandse bedrijfsleven steunen. Niet alleen in Nederland maar ook in het buitenland."
De Topsector Water heeft hiervoor Rembrandt Water in het leven geroepen, een initiatief waarmee bedrijven, waterschappen en andere overheden en instellingen samen de Nederlandse export op het gebied van drink- en afvalwaterdiensten kunnen vergroten. Frank Heemskerk, oud-staatssecretaris van Economische Zaken, biedt minister Schultz van Haegen op de Waterschapsdag de bevindingen van de Stuurgroep Rembrandt Water aan. Het rapport 'Expanderen op de internationale markt van geïntegreerde contracten' gaat onder andere over wettelijke belemmeringen voor waterschappen om in het buitenland actief te zijn.
Nederland verkeert in economisch zwaar weer. Hoe zetten we de samenwerking tussen overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties in de watersector om in klinkende munt? Elco Brinkman, voorzitter van Bouwend Nederland, gaat op de Waterschapsdag als gastspreker in op hoe de bouwwereld en de waterschappen door de juiste investeringen de handen ineen kunnen slaan. Het Economisch Instituut voor de Bouw voert op dit moment een marktstudie uit over investeringen door de waterschappen, in opdracht van de Unie van Waterschappen en Bouwend Nederland. Taco van Hoek licht de voorlopige resultaten toe.
De waterschappen hebben te maken met een beperkte investeringsruimte, maar moeten er toch voor zorgen dat Nederland droge voeten houdt. Een uitdaging aan de markt om met slimme, efficiënte oplossingen te komen. Dit vergt wel een professionaliseringsslag, bij zowel de waterschappen als de bouwwereld. In een debat met Jan Geluk (Unie van Waterschappen), Hans Kooijman (Dura Vermeer Beton en Waterbouw) en Leentje Volker (TU Delft) over bovengenoemde thema's worden concrete afspraken gemaakt hoe dit met elkaar op te pakken.
Peter Glas, voorzitter van de Unie van Waterschappen: "Waterschappen werken nooit alleen en maken afspraken met medeoverheden, kennisinstellingen en het bedrijfsleven om samen de economie van Nederland te stimuleren. Het Bestuursakkoord Water zien wij als een impuls om de samenleving beter ten dienste te staan; meer transparantie, minder bestuurlijke drukte en doelmatig samenwerken staan voorop. Om samen uit de crisis te komen, willen waterschappen het Nederlandse bedrijfsleven steunen. Niet alleen in Nederland maar ook in het buitenland."
De Topsector Water heeft hiervoor Rembrandt Water in het leven geroepen, een initiatief waarmee bedrijven, waterschappen en andere overheden en instellingen samen de Nederlandse export op het gebied van drink- en afvalwaterdiensten kunnen vergroten. Frank Heemskerk, oud-staatssecretaris van Economische Zaken, biedt minister Schultz van Haegen op de Waterschapsdag de bevindingen van de Stuurgroep Rembrandt Water aan. Het rapport 'Expanderen op de internationale markt van geïntegreerde contracten' gaat onder andere over wettelijke belemmeringen voor waterschappen om in het buitenland actief te zijn.
Vernieuwende aanpak met Baggerbuffer
Tauw voert momenteel voor het project ‘Wormer- en Jisperwater’ een pilot uit met de Baggerbuffer: een innovatieve oplossing om gebaggerd slib onderwater te bergen. Daarnaast is Tauw gevraagd de waterkwaliteit van 50 hectare oppervlaktewater te verbeteren.
Het Wormer- en Jisperveld is het grootste aaneengesloten veenweidegebied van West-Europa en één van de belangrijkste weidevogelgebieden in Nederland. Omdat de waterkwaliteit in het Wormer- en Jisperveld te wensen overlaat, zijn de vereniging Natuurmonumenten, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Provincie Noord-Holland en de Gemeente Wormerland in 2001 gezamenlijk gestart met het project ‘Wormer- en Jisperwater’.
Onderdeel van het project is het verwijderen van grote hoeveelheden bagger. Het Hoogheemraadschap heeft de Advies Combinatie Veenweidegebieden (ACV) onder leiding van Tauw ingeschakeld om een groot deel van het baggerwerk te verzorgen. Een project met een totale omvang van 5,5 miljoen euro in een zeer complexe omgeving.
Omdat Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier steeds meer problemen ondervindt om bagger op het land te verwerken en omdat landafkalving en baggeraanwas een continu proces zijn, heeft Tauw het idee van de Baggerbuffer geopperd en deze samen met TenCate Geosynthetics uitgewerkt.
De Baggerbuffer vormt een kunststof onderwater constructie waarachter gebaggerd slib wordt geborgen. Door gebruik te maken van drijfvermogen en zwaartekracht is de Baggerbuffer in staat om het slib onder water op te sluiten. Deze constructie staat garant voor definitieve slibberging, ontwikkeling van natte natuur, oeverbescherming en behoud van waterdiepte. Ook draagt de Baggerbuffer bij aan CO2-reductie doordat oxidatie op het land wordt voorkomen.
Mede op voorstel van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is het idee van de Baggerbuffer ingediend voor de Waterinnovatieprijs 2012.
Het Wormer- en Jisperveld is het grootste aaneengesloten veenweidegebied van West-Europa en één van de belangrijkste weidevogelgebieden in Nederland. Omdat de waterkwaliteit in het Wormer- en Jisperveld te wensen overlaat, zijn de vereniging Natuurmonumenten, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Provincie Noord-Holland en de Gemeente Wormerland in 2001 gezamenlijk gestart met het project ‘Wormer- en Jisperwater’.
Onderdeel van het project is het verwijderen van grote hoeveelheden bagger. Het Hoogheemraadschap heeft de Advies Combinatie Veenweidegebieden (ACV) onder leiding van Tauw ingeschakeld om een groot deel van het baggerwerk te verzorgen. Een project met een totale omvang van 5,5 miljoen euro in een zeer complexe omgeving.
Omdat Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier steeds meer problemen ondervindt om bagger op het land te verwerken en omdat landafkalving en baggeraanwas een continu proces zijn, heeft Tauw het idee van de Baggerbuffer geopperd en deze samen met TenCate Geosynthetics uitgewerkt.
De Baggerbuffer vormt een kunststof onderwater constructie waarachter gebaggerd slib wordt geborgen. Door gebruik te maken van drijfvermogen en zwaartekracht is de Baggerbuffer in staat om het slib onder water op te sluiten. Deze constructie staat garant voor definitieve slibberging, ontwikkeling van natte natuur, oeverbescherming en behoud van waterdiepte. Ook draagt de Baggerbuffer bij aan CO2-reductie doordat oxidatie op het land wordt voorkomen.
Mede op voorstel van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is het idee van de Baggerbuffer ingediend voor de Waterinnovatieprijs 2012.
vrijdag 15 maart 2013
Minder schouwsloten bij Reest en Wieden
Het Algemeen Bestuur van het waterschap Reest en Wieden heeft besloten het schouwbeleid aan te passen en het toezicht op het onderhoud van schouwsloten te veranderen. Het Dagelijks Bestuur heeft de legger, dit is het document waarop alle sloten vermeld staan, aangepast en op kaarten vastgelegd. Hierdoor is voor het gehele werkgebied van Reest en Wieden een eenduidige nieuwe legger gemaakt, waarin het waterbeheer leidend is. Het waterschap kan daardoor doelmatiger controleren en zorgt voor minder (onnodige) regeldruk.
In de periode van 25 maart tot en met 5 april wordt een vijftal inloopbijeenkomsten gehouden, waarin inwoners zich individueel kunnen laten voorlichten over de aanpassingen. Als ingelanden het niet eens zijn met de voorgestelde wijzigingen kunnen tot 26 april zienswijzen ingediend worden. Voor het indienen van een zienswijze is een speciaal formulier op de website beschikbaar. De veranderingen zijn te zien op de website reestenwieden.nl/schouw. Daarnaast worden de papieren wateratlassen met daar in de wijzigingen, van 15 maart tot 26 april in de gemeentehuizen van Hoogeveen, Meppel, Steenwijkerland, Midden-Drenthe, Westerveld, De Wolden en in het waterschapshuis in Meppel ter inzage gelegd. Verwacht wordt dat het Algemeen Bestuur in augustus de nieuwe legger vast kan stellen, zodat de schouw in november op basis van de gewijzigde legger kan plaatsvinden.
Als een sloot niet meer door het waterschap wordt geschouwd, betekent dit niet dat eigenaren geen onderhoud meer hoeven te doen. Eigenaren van sloten moeten voor hun eigen belang, maar ook voor derden wel zorgen dat hun sloot goed blijft functioneren. Deze eigenaren hoeven nu niet meer voor de schouwdatum in november het onderhoud verrichten, maar mogen nu zelf beslissen in welke tijd van het jaar zij dit doen.
Een schouwsloot is een sloot, die niet door het waterschap wordt onderhouden, maar waarop het waterschap wel toeziet (schouwt) of de sloot voldoende onderhouden is. De aanliggende eigenaren zijn verantwoordelijk voor het onderhoud.
In de afgelopen periode is een aantal keren in een administratief beroep uitgesproken dat een scheidingssloot tussen twee grondeigenaren geen criterium is voor het aanwijzen tot schouwsloot. Dit leidde in het verleden tot conflicten en de rechter heeft geoordeeld dat het waterschap geen rol heeft in een particulier geschil.
Het waterschap behoort zich te beperken tot het behartigen van het watersysteembelang. Indien een sloot geen watersysteembelang heeft, is er voor het waterschap geen taak meer daarop toe te zien. Private belangen mogen dus geen reden zijn voor het waterschap onderhoudsverplichtingen op te leggen aan eigenaren. Sloten waarvan meer mensen belang hebben bij een goede af- en aanvoer van het water van een sloot is op zich zelf onvoldoende reden om die als schouwloot op de legger te houden.
Aangrenzende eigenaren, die beide een kant van de sloot moeten onderhouden, moeten net als voorheen daarover afspraken maken, maar het waterschap is nu in voorkomende kwesties geen partij meer. Geschillen zullen dan aan de rechtbank moeten worden voorgelegd.
Vorig jaar heeft het Algemeen Bestuur het nieuwe schouwbeleid vastgesteld, dat gebaseerd is op deze juridische uitspraken. Vervolgens is na deze vaststelling in het afgelopen jaar de onderhoudsplicht van circa 10.000 schouwsloten opnieuw beoordeeld op af- en aanvoernormen en op specifieke waterhuishoudkundige criteria. Gekeken is niet alleen naar hoeveel water een sloot af- en aanvoert, maar ook naar het belang van en sloot voor het afvangen van kwelwater en de grondwaterstanden voor verschillende functies. Dit betekent dat veel huidige schouwsloten niet aan de nieuwe criteria voldoen en daarmee geen schouwsloot meer zijn. Deze sloten zijn dan ook niet meer vergunningplichtig. Dankzij deze vernieuwde legger gaat het waterschap doelmatiger controleren en wordt onnodige regeldruk verminderd.
De herziening van het schouwbeleid houdt in dat alleen sloten, die gedurende een of twee dagen per jaar, meer dan tien liter per seconde water afvoeren of meer dan drie liter per seconde aanvoeren, schouwsloot blijven. Ook kan een sloot een schouwsloot blijven als deze een specifieke functie vervult voor het watersysteem. Dan gaat het bijvoorbeeld om een sloot die overtollig kwelwater afvangt, het oplossen van een waterhuishoudkundig probleem of voor de ontwatering en afwatering van bebouwing in landelijk gebied. In stedelijk gebied heeft de gemeente een zorgplicht voor een juiste ont- en afwatering.
In de periode van 25 maart tot en met 5 april wordt een vijftal inloopbijeenkomsten gehouden, waarin inwoners zich individueel kunnen laten voorlichten over de aanpassingen. Als ingelanden het niet eens zijn met de voorgestelde wijzigingen kunnen tot 26 april zienswijzen ingediend worden. Voor het indienen van een zienswijze is een speciaal formulier op de website beschikbaar. De veranderingen zijn te zien op de website reestenwieden.nl/schouw. Daarnaast worden de papieren wateratlassen met daar in de wijzigingen, van 15 maart tot 26 april in de gemeentehuizen van Hoogeveen, Meppel, Steenwijkerland, Midden-Drenthe, Westerveld, De Wolden en in het waterschapshuis in Meppel ter inzage gelegd. Verwacht wordt dat het Algemeen Bestuur in augustus de nieuwe legger vast kan stellen, zodat de schouw in november op basis van de gewijzigde legger kan plaatsvinden.
Als een sloot niet meer door het waterschap wordt geschouwd, betekent dit niet dat eigenaren geen onderhoud meer hoeven te doen. Eigenaren van sloten moeten voor hun eigen belang, maar ook voor derden wel zorgen dat hun sloot goed blijft functioneren. Deze eigenaren hoeven nu niet meer voor de schouwdatum in november het onderhoud verrichten, maar mogen nu zelf beslissen in welke tijd van het jaar zij dit doen.
Een schouwsloot is een sloot, die niet door het waterschap wordt onderhouden, maar waarop het waterschap wel toeziet (schouwt) of de sloot voldoende onderhouden is. De aanliggende eigenaren zijn verantwoordelijk voor het onderhoud.
In de afgelopen periode is een aantal keren in een administratief beroep uitgesproken dat een scheidingssloot tussen twee grondeigenaren geen criterium is voor het aanwijzen tot schouwsloot. Dit leidde in het verleden tot conflicten en de rechter heeft geoordeeld dat het waterschap geen rol heeft in een particulier geschil.
Het waterschap behoort zich te beperken tot het behartigen van het watersysteembelang. Indien een sloot geen watersysteembelang heeft, is er voor het waterschap geen taak meer daarop toe te zien. Private belangen mogen dus geen reden zijn voor het waterschap onderhoudsverplichtingen op te leggen aan eigenaren. Sloten waarvan meer mensen belang hebben bij een goede af- en aanvoer van het water van een sloot is op zich zelf onvoldoende reden om die als schouwloot op de legger te houden.
Aangrenzende eigenaren, die beide een kant van de sloot moeten onderhouden, moeten net als voorheen daarover afspraken maken, maar het waterschap is nu in voorkomende kwesties geen partij meer. Geschillen zullen dan aan de rechtbank moeten worden voorgelegd.
Vorig jaar heeft het Algemeen Bestuur het nieuwe schouwbeleid vastgesteld, dat gebaseerd is op deze juridische uitspraken. Vervolgens is na deze vaststelling in het afgelopen jaar de onderhoudsplicht van circa 10.000 schouwsloten opnieuw beoordeeld op af- en aanvoernormen en op specifieke waterhuishoudkundige criteria. Gekeken is niet alleen naar hoeveel water een sloot af- en aanvoert, maar ook naar het belang van en sloot voor het afvangen van kwelwater en de grondwaterstanden voor verschillende functies. Dit betekent dat veel huidige schouwsloten niet aan de nieuwe criteria voldoen en daarmee geen schouwsloot meer zijn. Deze sloten zijn dan ook niet meer vergunningplichtig. Dankzij deze vernieuwde legger gaat het waterschap doelmatiger controleren en wordt onnodige regeldruk verminderd.
De herziening van het schouwbeleid houdt in dat alleen sloten, die gedurende een of twee dagen per jaar, meer dan tien liter per seconde water afvoeren of meer dan drie liter per seconde aanvoeren, schouwsloot blijven. Ook kan een sloot een schouwsloot blijven als deze een specifieke functie vervult voor het watersysteem. Dan gaat het bijvoorbeeld om een sloot die overtollig kwelwater afvangt, het oplossen van een waterhuishoudkundig probleem of voor de ontwatering en afwatering van bebouwing in landelijk gebied. In stedelijk gebied heeft de gemeente een zorgplicht voor een juiste ont- en afwatering.
donderdag 14 maart 2013
Schoolklassen krijgen les in water
Vanaf vrijdag 15 maart gaan ruim 50 medewerkers en bestuurders van Waterschap Rijn en IJssel naar 75 scholen om 120 lessen te geven over water. Aanleiding voor deze actie is Wereldwaterdag op vrijdag 22 maart. Van Holten tot Arnhem krijgen leerlingen van bassisscholen en voortgezet onderwijs les in waterbeheer. Waterschap Rijn en IJssel is niet de enige. In totaal geven 17 waterschappen zo'n 200 gastlessen in aanloop naar wereldwaterdag.
Nederland is grotendeels onbewoonbaar zonder goed waterbeheer. Tijdens de gastlessen gaan de waterschappers in op het belang van goed waterbeheer en hoe zij Nederland leefbaar houden. Daarbij komt zowel het regelen van de hoeveelheid water aan de orde, waardoor Nederland de veiligste delta ter wereld is, maar ook het zuiveren van afvalwater.
De lessen worden gegeven in de aanloop naar Wereldwaterdag op 22 maart. In 1992 hebben de Verenigde Naties deze dag in het leven geroepen om het belang van goed waterbeheer wereldwijd onder de aandacht te brengen. In veel landen is het waterbeheer niet zo goed geregeld als in Nederland. Dagelijks sterven nog mensen vanwege een tekort aan schoon drinkwater en goede sanitaire voorzieningen en veel plekken op de wereld kampen regelmatig met grote overstromingen en ernstige droogte.
Waterschap Rijn en IJssel hecht veel belang aan educatie over water. Juist omdat het voor Nederland van levensbelang is deze kennis op peil te houden. Daarom organiseert Waterschap Rijn en IJssel al jaren bootexcursies op de Oude IJssel en de Berkel voor basisschoolleerlingen en excursies naar waterzuiveringen. Het waterschap werkt ook nauw samen met Van Hall Larenstein en Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN). Medewerkers van het waterschap verzorgen gastlessen op de onderwijsinstellingen, er lopen diverse stagiaires, docentstagiaires en afstudeerders en zijn er diverse feedbacksessies voor studenten.
Nederland is grotendeels onbewoonbaar zonder goed waterbeheer. Tijdens de gastlessen gaan de waterschappers in op het belang van goed waterbeheer en hoe zij Nederland leefbaar houden. Daarbij komt zowel het regelen van de hoeveelheid water aan de orde, waardoor Nederland de veiligste delta ter wereld is, maar ook het zuiveren van afvalwater.
De lessen worden gegeven in de aanloop naar Wereldwaterdag op 22 maart. In 1992 hebben de Verenigde Naties deze dag in het leven geroepen om het belang van goed waterbeheer wereldwijd onder de aandacht te brengen. In veel landen is het waterbeheer niet zo goed geregeld als in Nederland. Dagelijks sterven nog mensen vanwege een tekort aan schoon drinkwater en goede sanitaire voorzieningen en veel plekken op de wereld kampen regelmatig met grote overstromingen en ernstige droogte.
Waterschap Rijn en IJssel hecht veel belang aan educatie over water. Juist omdat het voor Nederland van levensbelang is deze kennis op peil te houden. Daarom organiseert Waterschap Rijn en IJssel al jaren bootexcursies op de Oude IJssel en de Berkel voor basisschoolleerlingen en excursies naar waterzuiveringen. Het waterschap werkt ook nauw samen met Van Hall Larenstein en Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN). Medewerkers van het waterschap verzorgen gastlessen op de onderwijsinstellingen, er lopen diverse stagiaires, docentstagiaires en afstudeerders en zijn er diverse feedbacksessies voor studenten.
woensdag 13 maart 2013
Nederland gastland World Water Day 2013
Vrijdag 22 maart is zoals elk jaar Wereld Waterdag. Dit jaar is speciaal, want Nederland is gastland van de internationale viering. De viering wordt mede georganiseerd door UNESCO en UN-Water.
Het thema van dit jaar is watersamenwerking: samen werken aan waterzekerheid.
Een tweedaagse VN-conferentie (21 en 22 maart) met internationale vertegenwoordigers uit de politiek, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties moet uitmonden in een slotverklaring. Deze slotverklaring wordt op vrijdag 22 maart door minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in ontvangst genomen. Daarbij geeft zij een toespraak over de Nederlandse inzet op dit gebied. De verklaring zal door de VN worden gebruikt als input voor de post-2015 ontwikkelingsagenda, het vervolg op de Millenniumdoelen.Het thema van dit jaar is watersamenwerking: samen werken aan waterzekerheid.
De conferentie wordt op 21 maart geopend door Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje. Op 22 maart houdt hij, als voorzitter van UNSGAB, een toespraak. Voorts neemt hij deel aan een High Level Forum met onder anderen president Ellen Johnson Sirleaf van Liberia, Prins Hassan van Jordanië, minister voor publieke voorzieningen en huisvesting Pereira van Mozambique, CEO Polman van Unilever en voorzitter Maina van de Keniaanse werkgeversorganisatie.
Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu is op donderdag 21 maart gastvrouw van de conferentie. Zij spreekt evenals president Ellen Johnson Sirleaf van Liberia en voorzitter Bernard Wientjes van VNO-NCW, over het veiligstellen van water voor de toekomst.
dinsdag 12 maart 2013
Waterschap stopt innen schutgelden Groote Zeesluis te Muiden
Waterschap Amstel, Gooi en Vecht stopt per direct met het innen van schutgelden bij de Groote Zeesluis van Muiden. Het waterschapsbestuur heeft dit 6 maart besloten.
Peer Rooijmans, verantwoordelijk dagelijks bestuurder van het waterschap: "We hopen dat de veiligheid op het water toeneemt door het afschaffen van deze sluisgelden. Nu varen veel recreatievaarders de route Amsterdam-Rijnkanaal en Oranjesluizen waar veel beroepsvaart is, wat niet de veiligheid
ten goede komt. We verwachten dat zij, nu ze geen sluisgeld hoeven te betalen bij deze sluis, meer de rechtstreekse vaarroute Vecht- IJsselmeer kiezen. Ook vonden we als waterschapsbestuur de kosten van de inning niet meer opwegen tegen de opbrengsten. We komen hierbij tegemoet aan de wens van
de gemeente Muiden en de waterschapsbond."
Het besluit voor het stoppen met het innen van de sluisgelden voor de Groote Zeesluis te Muiden geldt vanaf 1 januari 2013. Dit betekent dat houders van een jaarabonnement op deze sluis de door hen gemaakte kosten terug zullen ontvangen. Voor recreatievaarders die van 1 januari 2013 tot vandaag door deze Zeesluis voeren, geldt dat zij op basis van bankafschriften ook de betaalde sluisgelden voor deze periode kunnen terugvragen van het Waterschap.
Peer Rooijmans, verantwoordelijk dagelijks bestuurder van het waterschap: "We hopen dat de veiligheid op het water toeneemt door het afschaffen van deze sluisgelden. Nu varen veel recreatievaarders de route Amsterdam-Rijnkanaal en Oranjesluizen waar veel beroepsvaart is, wat niet de veiligheid
ten goede komt. We verwachten dat zij, nu ze geen sluisgeld hoeven te betalen bij deze sluis, meer de rechtstreekse vaarroute Vecht- IJsselmeer kiezen. Ook vonden we als waterschapsbestuur de kosten van de inning niet meer opwegen tegen de opbrengsten. We komen hierbij tegemoet aan de wens van
de gemeente Muiden en de waterschapsbond."
Het besluit voor het stoppen met het innen van de sluisgelden voor de Groote Zeesluis te Muiden geldt vanaf 1 januari 2013. Dit betekent dat houders van een jaarabonnement op deze sluis de door hen gemaakte kosten terug zullen ontvangen. Voor recreatievaarders die van 1 januari 2013 tot vandaag door deze Zeesluis voeren, geldt dat zij op basis van bankafschriften ook de betaalde sluisgelden voor deze periode kunnen terugvragen van het Waterschap.
maandag 11 maart 2013
Visvriendelijk gemaal kanshebber voor De Vernufteling Publieksprijs
Tauw is met het visvriendelijke gemaal FishTrack - een slim systeem dat vissen ongedeerd door gemalen loodst - kanshebber voor De Vernufteling, de prijs voor vernuftige projecten van ingenieursbureaus. Naast de juryprijs maakt Tauw ook kans op de publieksprijs. Stemmen op het visvriendelijke gemaal voor de publieksprijs kan tot 15 maart via de website van de Dag van de Ingenieur. Op de stempagina is ook een filmpje van Fishtrack te zien.
De Vernufteling wordt georganiseerd door NLingenieurs, KIVI NIRIA en tijdschrift De Ingenieur. De prijzen worden uitgereikt op 20 maart 2013 tijdens de Dag van de Ingenieur waarvan Annemieke Nijhof, CEO bij Tauw, dagvoorzitter is.
De Vernufteling wordt georganiseerd door NLingenieurs, KIVI NIRIA en tijdschrift De Ingenieur. De prijzen worden uitgereikt op 20 maart 2013 tijdens de Dag van de Ingenieur waarvan Annemieke Nijhof, CEO bij Tauw, dagvoorzitter is.
vrijdag 8 maart 2013
Gestart met ontgraven Stobbenhank
Het graven van nevengeul drie - in de totale reeks van zes - vanwege Ruimte voor de Rivier Deventer is gestart: de Stobbenhank, gelegen iets ten noorden van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) van het Waterschap Groot Salland. De werkzaamheden voor de Stobbenhank staan gepland voor komend voorjaar en zomer. Eind oktober moet de klus zijn afgerond.
Met hydraulische kranen wordt momenteel hard gewerkt aan het ontgraven van de bovengrond. De oudste boom van dit gebied staat in de het te ontgraven gedeelte, maar blijft gespaard. De grond wordt met schepen afgevoerd naar Urk, waar het voor een ander project wordt gebruikt.
Met Ruimte voor de Rivier Deventer geven de waterschappen Groot Salland en Vallei en Veluwe de IJssel meer ruimte. Hiermee zorgen ze ervoor dat Deventer veilig en droog blijft in tijden van hoogwater. De IJssel krijgt namelijk steeds meer water te verwerken. Het is dan ook van groot belang dat de rivier meer ruimte krijgt om al het water aan te kunnen. Door de IJssel meer ruimte te geven, kunnen tijdelijke extra hoeveelheden water veilig worden afgevoerd. Tegelijkertijd wordt er gewerkt aan natuurontwikkeling en het creëren van extra recreatiemogelijkheden in het rivierengebied. Het project maakt deel uit van het landelijke Rijksprogramma Ruimte voor de Rivier.
Met hydraulische kranen wordt momenteel hard gewerkt aan het ontgraven van de bovengrond. De oudste boom van dit gebied staat in de het te ontgraven gedeelte, maar blijft gespaard. De grond wordt met schepen afgevoerd naar Urk, waar het voor een ander project wordt gebruikt.
Met Ruimte voor de Rivier Deventer geven de waterschappen Groot Salland en Vallei en Veluwe de IJssel meer ruimte. Hiermee zorgen ze ervoor dat Deventer veilig en droog blijft in tijden van hoogwater. De IJssel krijgt namelijk steeds meer water te verwerken. Het is dan ook van groot belang dat de rivier meer ruimte krijgt om al het water aan te kunnen. Door de IJssel meer ruimte te geven, kunnen tijdelijke extra hoeveelheden water veilig worden afgevoerd. Tegelijkertijd wordt er gewerkt aan natuurontwikkeling en het creëren van extra recreatiemogelijkheden in het rivierengebied. Het project maakt deel uit van het landelijke Rijksprogramma Ruimte voor de Rivier.
donderdag 7 maart 2013
Subsidie voor 17 vernieuwende projecten visserij
Combineren van visserij met werken aan windmolens op zee. Paling over de dijk om te werken aan aalherstel. Het nieuwe visnet voor minder bijvangst. Vers van de visser, waarbij lokaal gevangen vis direct aan de consument wordt verkocht.
Dat zijn enkele voorbeelden van de in totaal 17 projecten die financiële steun krijgen van staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken en het Europees Visserij Fonds. De projecten krijgen in totaal 3,25 miljoen euro subsidie omdat ze bijdragen aan vernieuwing, verduurzaming en samenwerking in de visketen. In totaal zijn er 58 aanvragen voor subsidie ingediend. Die zijn beoordeeld door het Visserij Innovatie Platform.
De manier waarop in Nederland de vernieuwing en verduurzaming van de visserij is georganiseerd, valt ook internationaal op. 'De sector is goed bezig. Vanuit een welbegrepen eigenbelang wordt werk gemaakt van de duurzaamheid. Ik ben trots op deze innovaties, waarmee we in Europa voorop lopen,' aldus staatssecretaris Dijksma.
Dat zijn enkele voorbeelden van de in totaal 17 projecten die financiële steun krijgen van staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken en het Europees Visserij Fonds. De projecten krijgen in totaal 3,25 miljoen euro subsidie omdat ze bijdragen aan vernieuwing, verduurzaming en samenwerking in de visketen. In totaal zijn er 58 aanvragen voor subsidie ingediend. Die zijn beoordeeld door het Visserij Innovatie Platform.
De manier waarop in Nederland de vernieuwing en verduurzaming van de visserij is georganiseerd, valt ook internationaal op. 'De sector is goed bezig. Vanuit een welbegrepen eigenbelang wordt werk gemaakt van de duurzaamheid. Ik ben trots op deze innovaties, waarmee we in Europa voorop lopen,' aldus staatssecretaris Dijksma.
woensdag 6 maart 2013
IJzer-fosforverbindingen verwijderen vervuilende fosfaten uit zee
Vervuilende fosfaten worden deels uit zee verwijderd door de vorming van ijzer-fosforverbindingen in de zeebodem. Dat blijkt uit recent onderzoek van dr. Tom Jilbert en dr. Caroline Slomp, werkzaam bij de faculteit Geowetenschappen van de Universiteit Utrecht. De resultaten zijn afgelopen week gepubliceerd in Geochimica et Cosmochimica Acta.
Wereldwijd lekken fosfaathoudend afvalwater en meststoffen in de kustwateren. Dat zorgt voor ernstige waterkwaliteitsproblemen. Eenmaal in de zee blijven de fosfaten hardnekkig aanwezig. Dit komt doordat de fosfaten steeds kunnen worden hergebruikt door algen, vooral als de zeebodem zuurstofloos is. Een overwachte ontdekking.
Wetenschappers weten dat fosfaat gebonden wordt aan ijzeroxiden in de zeebodem. In zuurstofloze zeebodems lossen ze echter weer op in het zeewater. Daarom was het een verrassing dat Jilbert en Slomp ijzer-fosfaten in zuurstofloze sedimenten van de Oostzee vonden. De Utrechtse onderzoekers hebben sedimenten uit de Oostzee met geavanceerde meettechnieken onderzocht. De resultaten laten zien dat het fosfaat vooral aan de zeebodem gebonden wordt in de vorm van vivianiet, een zgn. gereduceerd ijzer-fosfaatmineraal.
Jilbert en Slomp suggereren dat dit mineraal wordt gevormd door de reactie van sulfide met fosfaatrijke ijzeroxides die in de diepe zuurstofloze bekkens van de Oostzee terecht zijn gekomen. De ontdekking van een nieuwe route voor de verwijdering van fosfaat uit mariene kustmilieus is belangrijk, omdat er meer fosfaat gebonden wordt dan eerder gedacht. De rol van dit proces op mondiale schaal is nog onduidelijk, hiervoor is verder onderzoek noodzakelijk.
Slomp heeft onlangs een Europese subsidie (ERC Starting Grant) bemachtigd om dit verschijnsel in meer detail te bestuderen. Deze zomer gaat het onderzoeksteam op een expeditie naar de Zwarte Zee met het Nederlandse schip R/V Pelagia om vast te stellen of soortgelijke processen ook actief zijn in de Zwarte Zee.
Wereldwijd lekken fosfaathoudend afvalwater en meststoffen in de kustwateren. Dat zorgt voor ernstige waterkwaliteitsproblemen. Eenmaal in de zee blijven de fosfaten hardnekkig aanwezig. Dit komt doordat de fosfaten steeds kunnen worden hergebruikt door algen, vooral als de zeebodem zuurstofloos is. Een overwachte ontdekking.
Wetenschappers weten dat fosfaat gebonden wordt aan ijzeroxiden in de zeebodem. In zuurstofloze zeebodems lossen ze echter weer op in het zeewater. Daarom was het een verrassing dat Jilbert en Slomp ijzer-fosfaten in zuurstofloze sedimenten van de Oostzee vonden. De Utrechtse onderzoekers hebben sedimenten uit de Oostzee met geavanceerde meettechnieken onderzocht. De resultaten laten zien dat het fosfaat vooral aan de zeebodem gebonden wordt in de vorm van vivianiet, een zgn. gereduceerd ijzer-fosfaatmineraal.
Jilbert en Slomp suggereren dat dit mineraal wordt gevormd door de reactie van sulfide met fosfaatrijke ijzeroxides die in de diepe zuurstofloze bekkens van de Oostzee terecht zijn gekomen. De ontdekking van een nieuwe route voor de verwijdering van fosfaat uit mariene kustmilieus is belangrijk, omdat er meer fosfaat gebonden wordt dan eerder gedacht. De rol van dit proces op mondiale schaal is nog onduidelijk, hiervoor is verder onderzoek noodzakelijk.
Slomp heeft onlangs een Europese subsidie (ERC Starting Grant) bemachtigd om dit verschijnsel in meer detail te bestuderen. Deze zomer gaat het onderzoeksteam op een expeditie naar de Zwarte Zee met het Nederlandse schip R/V Pelagia om vast te stellen of soortgelijke processen ook actief zijn in de Zwarte Zee.
Europese subsidie voor redding vele duizenden palingen
De Stichting DUPAN (Duurzame Palingsector Nederland) heeft een belangrijke bijdrage gekregen van het Ministerie van EL&I en het Europees Visserij Fonds (EVF). Zij ontvangt rond de 240.000 euro voor de uitbreiding van het succesvolle programma 'Paling Over De Dijk',. Met dit project worden dit najaar vele duizenden volwassen palingen uitgezet naar zee.
Volwassen palingen trekken vanuit het Nederlandse zoete binnenwater in het najaar naar zee, om zich voort te planten in de oceaan. Ze bereiken de kust echter niet zonder hulp, want veel trekroutes worden geblokkeerd door barrières. Met 'Paling Over De Dijk' zetten beroepsvissers de palingen ongeschonden over deze barrières heen. Vooral bij de pompen van gemalen. De kans dat een paling wordt beschadigd of gedood is bij deze gevaarlijke hindernissen het grootst. 'Paling Over De Dijk' wordt van september tot en met november uitgevoerd op zeker 20 belangrijke trekroutes. Daardoor kunnen vele duizenden volwassen palingen zich voort gaan planten en bijdragen aan de groei van de palingstand in Europa.
In 2012 werd het programma 'Paling Over De Dijk' in drie provincies uitgevoerd waarbij zo'n 7.000 palingen voor de gemalen werden opgevist en erachter weer uitgezet op open trekroutes naar zee. Met de nu verkregen subsidie kan dit aantal mogelijk verdubbelen.
DUPAN vroeg de subsidie aan met medewerking van Vereniging Kust & Zee, de natuurorganisatie voor duurzaam gebruik en beheer van kusten en zeeën. In het project, dat plaats gaat vinden van september tot en met november 2013, wordt nauw samengewerkt met de wetenschappers van IMARES (Wageningen Universiteit), beroeps- en sportvissers, waterbeheerders, provincies en gespecialiseerde adviesbureaus.
De verleende subsidie valt onder de Collectieve acties visketen en is voor de helft afkomstig uit het Nederlandse Operationeel Programma "Perspectief voor een duurzame visserij" en voor de helft uit het Europees Visserij Fonds. (Europees Visserijfonds, investering in duurzame visserij).
Volwassen palingen trekken vanuit het Nederlandse zoete binnenwater in het najaar naar zee, om zich voort te planten in de oceaan. Ze bereiken de kust echter niet zonder hulp, want veel trekroutes worden geblokkeerd door barrières. Met 'Paling Over De Dijk' zetten beroepsvissers de palingen ongeschonden over deze barrières heen. Vooral bij de pompen van gemalen. De kans dat een paling wordt beschadigd of gedood is bij deze gevaarlijke hindernissen het grootst. 'Paling Over De Dijk' wordt van september tot en met november uitgevoerd op zeker 20 belangrijke trekroutes. Daardoor kunnen vele duizenden volwassen palingen zich voort gaan planten en bijdragen aan de groei van de palingstand in Europa.
In 2012 werd het programma 'Paling Over De Dijk' in drie provincies uitgevoerd waarbij zo'n 7.000 palingen voor de gemalen werden opgevist en erachter weer uitgezet op open trekroutes naar zee. Met de nu verkregen subsidie kan dit aantal mogelijk verdubbelen.
DUPAN vroeg de subsidie aan met medewerking van Vereniging Kust & Zee, de natuurorganisatie voor duurzaam gebruik en beheer van kusten en zeeën. In het project, dat plaats gaat vinden van september tot en met november 2013, wordt nauw samengewerkt met de wetenschappers van IMARES (Wageningen Universiteit), beroeps- en sportvissers, waterbeheerders, provincies en gespecialiseerde adviesbureaus.
De verleende subsidie valt onder de Collectieve acties visketen en is voor de helft afkomstig uit het Nederlandse Operationeel Programma "Perspectief voor een duurzame visserij" en voor de helft uit het Europees Visserij Fonds. (Europees Visserijfonds, investering in duurzame visserij).
dinsdag 5 maart 2013
Schultz tekent akkoord over watersamenwerking met VS
Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) heeft met de Amerikaanse secretaris Shaun Donovan van Volkshuisvesting en Stedelijke Ontwikkeling een overeenkomst getekend over nauwere samenwerking tussen beide landen op het gebied van rampenpreventie, duurzame planning en waterinfrastructuur.
Donovan, tevens voorzitter van de Hurricane Sandy Rebuilding Task Force van president Obama, bracht onlangs een bezoek aan Nederland om uit eerste hand te vernemen hoe Nederland omgaat met de aanhoudende dreiging van overstromingen, zowel vanuit de Noordzee als vanuit de grote rivieren.“Onze twee landen kunnen veel van elkaar leren op het gebied van innovatieve oplossingen voor eeuwenoude gemeenschappelijke problemen", stelt Donovan. “Nederlanders zijn bekend met de krachten van de natuur en ik weet zeker dat we kunnen profiteren van hun ervaring op het gebied van rampenpreventie, beheer van de infrastructuur en de verschillende benaderingen van duurzame gebiedsontwikkeling en planning.”
“Hoewel de schaal verschilt, hebben de landschappen in Nederland en New York veel gemeen”, verklaart minister Schultz. “Beide gebieden zijn rivierdelta’s: rivieren, mondingen en waterbekkens. Nederland heeft een grote historie in watermanagement. Maar ik wil niet alleen expertise brengen, ik wil ook leren van de Amerikaanse aanpak.”
In de loop van de decennia hebben Nederlanders een uitgebreid netwerk van dammen, sluizen, stormvloedkeringen en andere hoogwaardige constructies gebouwd om zich te wapenen tegen stormen op de Noordzee en overstromingen van de grote rivieren. Om gevaarlijke situaties te voorkomen hebben Nederlandse ingenieurs de laatste jaren strategieën ontwikkeld waarbij gebieden gecontroleerd onder water worden gezet.
Waterschap verhaalt kosten van vervuiling in de Bommelerwaard
Het bestuur van Waterschap Rivierenland heeft beslag laten leggen op goederen van het rozenkweekbedrijf in Poederoijen dat in april én in september 2012 vervuiling van de watergangen in het westelijk deel van de Bommelewaard veroorzaakte. Eerder had het bestuur al besloten dat de gemaakte kosten voor het opruimen van de vervuiling door het rozenkweekbedrijf moesten worden betaald. Het bestuur verklaarde bezwaren tegen dit besluit ongegrond.
De vervuiling in april 2012 werd veroorzaakt door een illegale lozing van bedrijfsafvalwater met het bestrijdingsmiddel Dimethomorf door de rozenkweker. Het waterschap maakte toen ruim 300.000 euro aan kosten om verspreiding van het verontreinigde water tegen te gaan en het vervuilde water af te voeren. Deze kosten wil het waterschap nu verhalen op de veroorzaker van de vervuiling.
De rozenkweker maakte bezwaar tegen het besluit om de kosten op het bedrijf en de directeuren te verhalen. Dit bezwaar is in augustus 2012 behandeld door een onafhankelijke commissie. Het bestuur van het waterschap heeft het advies van deze commissie meegenomen in zijn beslissing de bezwaren ongegrond te verklaren. Het waterschap kan nu overgaan tot het daadwerkelijk verhalen van de gemaakte kosten. Dit gebeurt onder andere via de verkoop van in beslag genomen eigendommen.
Het bedrijf uit Poederoijen was in september 2012 opnieuw veroorzaker van een vervuiling van watergangen in de westelijke Bommelerwaard. Ook toen werd Dimethomorf aangetroffen en heeft het waterschap opnieuw maatregelen moeten nemen. Het waterschap besloot ook in dit geval de kosten van deze actie te verhalen op de veroorzaker en ook hier tegen maakte de rozenkweker bezwaar. Dit bezwaar is nu ook ongegrond verklaard door het bestuur van het waterschap. Het executeren van het beslag laat nog op zich wachten omdat de rozenkweker bij de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening heeft aangevraagd. Pas na uitspraak van deze rechter kan het waterschap eventueel tot verkoop van in beslag genomen zaken overgaan.
De vervuiling in april 2012 werd veroorzaakt door een illegale lozing van bedrijfsafvalwater met het bestrijdingsmiddel Dimethomorf door de rozenkweker. Het waterschap maakte toen ruim 300.000 euro aan kosten om verspreiding van het verontreinigde water tegen te gaan en het vervuilde water af te voeren. Deze kosten wil het waterschap nu verhalen op de veroorzaker van de vervuiling.
De rozenkweker maakte bezwaar tegen het besluit om de kosten op het bedrijf en de directeuren te verhalen. Dit bezwaar is in augustus 2012 behandeld door een onafhankelijke commissie. Het bestuur van het waterschap heeft het advies van deze commissie meegenomen in zijn beslissing de bezwaren ongegrond te verklaren. Het waterschap kan nu overgaan tot het daadwerkelijk verhalen van de gemaakte kosten. Dit gebeurt onder andere via de verkoop van in beslag genomen eigendommen.
Het bedrijf uit Poederoijen was in september 2012 opnieuw veroorzaker van een vervuiling van watergangen in de westelijke Bommelerwaard. Ook toen werd Dimethomorf aangetroffen en heeft het waterschap opnieuw maatregelen moeten nemen. Het waterschap besloot ook in dit geval de kosten van deze actie te verhalen op de veroorzaker en ook hier tegen maakte de rozenkweker bezwaar. Dit bezwaar is nu ook ongegrond verklaard door het bestuur van het waterschap. Het executeren van het beslag laat nog op zich wachten omdat de rozenkweker bij de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening heeft aangevraagd. Pas na uitspraak van deze rechter kan het waterschap eventueel tot verkoop van in beslag genomen zaken overgaan.
maandag 4 maart 2013
Waterschap belooft reële vergoeding voor peilverhoging Rijnstrangen
Bij een eventuele peilverhoging van de Oude Rijn, krijgen boeren schade die daardoor ontstaat vergoed. Dat heeft het dagelijks bestuur van waterschap Rijn en IJssel besloten. De peilverhoging wordt niet eerder doorgevoerd, dan dat alle mogelijke procedures rond de schadeverzoeken zijn afgehandeld. De voorgenomen verhoging van het waterpeil van de Oude Rijn maakt onderdeel uit van de natuurplannen van de provincie Gelderland.
De natuurplannen van de provincie spelen een belangrijke rol in de strijd tegen de verdroging en ter verhoging van de kwaliteit en diversiteit van de natuur. Om dit bereiken wordt het minimum oppervlaktewaterpeil met 25 tot 45 centimeter verhoogd. Het maximum oppervlaktewaterpeil gaat in het groeiseizoen met maximaal 30 centimeter omlaag. Daardoor wordt het gemiddeld over het hele jaar heen natter, maar wordt er in het groeiseizoen bij hogere waterstanden eerder ingegrepen. Zo blijven de gronden van het Rijnstrangengebied geschikt voor landbouwkundig gebruik. Wel zal de economische gebruikswaarde op sommige percelen verminderen. Daarvoor worden de eigenaren en gebruikers gecompenseerd.
De plannen om het waterpeil te veranderen dateren al van 2007 en maken onderdeel uit van een groter plan waarmee verdroging wordt tegengegaan en de kwaliteit van de natuur er op vooruitgaat. Door de verhoging van het waterpeil in de Oude Rijn stijgt ook het grondwaterpeil. In de landbouw kan dit tot verminderde opbrengsten leiden. Het waterschap vindt dat de grondgebruikers en -eigenaren in het gebied recht hebben op een eerlijke compensatie voor die schade. Over de hoogte van deze schadeposten heeft het waterschap zich laten adviseren door een speciaal daarvoor in het leven geroepen commissie van externe deskundigen.
De commissie adviseert om hier bovenop nog een extra vergoeding uit te keren die tegemoet komt aan een algemene daling van de grondprijzen in het gebied als gevolg van het peilbesluit. Deze 'generieke waardevermindering' wordt echter al meegenomen in de vermogensschade. Daarmee zouden de boeren dubbel gecompenseerd worden. In totaal werden 23 verzoeken tot compensatie ingediend met een totale hoogte van ongeveer 4 miljoen euro. Het advies van de adviescommissie was een totale vergoeding van bijna 2 miljoen euro, waarvan ongeveer 1 miljoen euro voor het compenseren van de generieke waardevermindering.
Wanneer de peilverhoging wordt doorgevoerd is nog niet duidelijk. Dit is mede afhankelijk van de voortgang bij de totale planvorming voor het gebied. Het waterschap zal pas overgaan tot uitbetaling van de schade vanaf het moment dat de peilverhoging ook wordt doorgevoerd.
De natuurplannen van de provincie spelen een belangrijke rol in de strijd tegen de verdroging en ter verhoging van de kwaliteit en diversiteit van de natuur. Om dit bereiken wordt het minimum oppervlaktewaterpeil met 25 tot 45 centimeter verhoogd. Het maximum oppervlaktewaterpeil gaat in het groeiseizoen met maximaal 30 centimeter omlaag. Daardoor wordt het gemiddeld over het hele jaar heen natter, maar wordt er in het groeiseizoen bij hogere waterstanden eerder ingegrepen. Zo blijven de gronden van het Rijnstrangengebied geschikt voor landbouwkundig gebruik. Wel zal de economische gebruikswaarde op sommige percelen verminderen. Daarvoor worden de eigenaren en gebruikers gecompenseerd.
De plannen om het waterpeil te veranderen dateren al van 2007 en maken onderdeel uit van een groter plan waarmee verdroging wordt tegengegaan en de kwaliteit van de natuur er op vooruitgaat. Door de verhoging van het waterpeil in de Oude Rijn stijgt ook het grondwaterpeil. In de landbouw kan dit tot verminderde opbrengsten leiden. Het waterschap vindt dat de grondgebruikers en -eigenaren in het gebied recht hebben op een eerlijke compensatie voor die schade. Over de hoogte van deze schadeposten heeft het waterschap zich laten adviseren door een speciaal daarvoor in het leven geroepen commissie van externe deskundigen.
De commissie adviseert om hier bovenop nog een extra vergoeding uit te keren die tegemoet komt aan een algemene daling van de grondprijzen in het gebied als gevolg van het peilbesluit. Deze 'generieke waardevermindering' wordt echter al meegenomen in de vermogensschade. Daarmee zouden de boeren dubbel gecompenseerd worden. In totaal werden 23 verzoeken tot compensatie ingediend met een totale hoogte van ongeveer 4 miljoen euro. Het advies van de adviescommissie was een totale vergoeding van bijna 2 miljoen euro, waarvan ongeveer 1 miljoen euro voor het compenseren van de generieke waardevermindering.
Wanneer de peilverhoging wordt doorgevoerd is nog niet duidelijk. Dit is mede afhankelijk van de voortgang bij de totale planvorming voor het gebied. Het waterschap zal pas overgaan tot uitbetaling van de schade vanaf het moment dat de peilverhoging ook wordt doorgevoerd.
vrijdag 1 maart 2013
Twee weken onderhoud aan Grevelingenbrug
Rijkswaterstaat start maandag 4 maart 2013 om 6.00 uur met onderhoudswerkzaamheden aan de basculebrug over de Grevelingensluis bij Bruinisse. Als gevolg van de werkzaamheden kan de vaarweggebruiker hinder ondervinden door aangepaste schuttijden. Ook het wegverkeer via de zogeheten bypass kan tijdens het schutten hinder ondervinden, overigens niet tijdens de ochtend- en avondspits. Het werk duurt tot 15 maart om 19.00 uur.
Uit onderhoudsinspecties is gebleken dat een aantal rubberen en stalen onderdelen van de brug aan vervanging toe is. De vervanging dient om het veilig en optimaal functioneren van de brug zeker te stellen. Tijdens de werkzaamheden staat de basculebrug in geopende toestand omhoog. Er worden steigers, hoogwerkers en kranen geplaatst.