donderdag 28 februari 2013

'Rust moet terug in waterschap'

Het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden heeft woensdagavond twee nieuwe bestuurders aangewezen. De omstreden PvdA'er Jan Reerink nam afscheid. Dijkgraaf Patrick Poelmann hoopt dat het daardoor weer rustig wordt bij het Waterschap. Het rommelt al een tijdje binnen de Stichtse Rijnlanden. Er is een miljoenentekort en daarom is een aantal bestuurders afgetreden. Ook voelt het algemeen bestuur zich niet goed geïnformeerd over grote projecten, zoals de nieuwe waterzuiveringsinstallatie in Utrecht.

donderdag 21 februari 2013

Mourik bouwt tweede waterzuiveringsinstallatie voor Vopak

Mourik Services en Vopak Terminal Europoort hebben onlangs wederom een contract ondertekend voor detailengineering en het bouwen van een Waste Water Treatment System, dit maal voor de East Area op de Vopak Terminal te Europoort.

In 2012 bouwde Mourik een dergelijke installatie voor de West Area. De waterzuiveringsinstallatie bestaat onder andere uit olie-waterscheiders, een SBR (Sequencing Batch Reactor), striptorens, een vloeistofdichte voorziening en een bedrijfscontrolegebouw. Naast deze installatie wordt ook een ondergronds rioleringssysteem aangelegd om afvalwaterstromen gescheiden aan en af te voeren en na reiniging te lozen.

Dit contract betreft opnieuw een integraal Mourik project, dat wil zeggen dat bij de realisatie ervan verschillende Mourik werkmaatschappijen betrokken zijn. Naast Mourik Services zijn dat Mourik Bouw, Mourik Groot-Ammers, Mourik Techniek, Mourik E&I en Petrogas. Zodra de installatie gereed is, kan met de commissioningsperiode en testrun worden aangetoond dat het project de volledig aan de eisen van de tijd is ontworpen en aangelegd.

Waterschappen: investeren in duurzaamheid loont

Kostenefficiency en investeren in een duurzame toekomst kunnen prima samen gaan." Dat zegt Hennie Roorda, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, naar aanleiding van het verschijnen van de Klimaatmonitor 2012. Het onderzoek van ingenieursbureau Arcadis toont aan dat de waterschappen hard op weg zijn de ambities rond duurzame energie waar te maken. Kostenefficiency, duurzaamheid en innovatie gaan bij waterbeheer hand in hand.

Als geen andere organisatie in Nederland hebben waterschappen te maken met de gevolgen van de klimaatverandering. Waterschappen investeren daarom in aanpassingen aan waterkeringen en het watersysteem om hierop te anticiperen. Duurzame energie is een speerpunt in het beleid van de waterschappen. Dit blijkt uit de door Arcadis opgestelde Klimaatmonitor 2012, waarin de waterschapssector verantwoording aflegt over haar inzet op duurzaamheid. Spraakmakende innovaties zijn van de grond gekomen, zoals de 'Energiefabriek', waarbij rioolwater niet alleen wordt gezuiverd maar ook benut als bron van energie. Vaak gecombineerd met een 'Grondstoffenfabriek', waar grondstoffen als fosfaat worden teruggewonnen uit het afvalwater. De meeste investeringen verdienen zich terug binnen een periode van 5 tot 10 jaar.

Op dit moment produceren waterschappen al ruim 100 miljoen kuub biogas voor eigen gebruik. Voldoende om de bevolking van een stad als Tilburg of Haarlem van elektriciteit te voorzien. De potentie van biogas uit afvalwater is nog vele malen groter. Op diverse locaties worden de komende jaren Energiefabrieken gebouwd, waarbij meer dan 120 miljoen euro wordt geïnvesteerd. Eind februari gaat een gecombineerde Energie- en Grondstoffenfabriek proefdraaien in Echten en eind april opent er een in Olburgen. In 2015 zullen er naar verwachting 15 Energiefabrieken gerealiseerd zijn en circa 10 Grondstoffenfabrieken.

vrijdag 15 februari 2013

Illegale lozing op rioolwaterzuivering Biest-Houtakker

Op vrijdag 1 februari werd op de zuivering een verhoogd gehalte stikstof en fosfaat in het inkomende rioolwater gemeten. Uit onderzoek bleek dat de vervuiling via het gemaal Esbeek werd aangevoerd.

Samen met de gemeente Hilvarenbeek heeft het waterschap een vervolgonderzoek ingesteld waarbij het bedrijf werd gevonden dat verantwoordelijk was voor de lozing. In de voorgaande nacht was daar een calamiteit geweest waarbij via het terrein afstromend mesthoudend afvalwater in het riool terecht was gekomen. De verplichting van het bedrijf om dit direct aan het bevoegde gezag, de provincie, door te melden was niet nagekomen.

Gelet op de gevolgen voor onze zuivering én de aard en omvang van de lozing wordt proces-verbaal opgemaakt. Voor de lozing van het afvalwater zal aan het bedrijf ook een zuiveringsheffing worden opgelegd. De lozing is gestaakt en het terrein is schoongemaakt. De provincie zal bestuursrechtelijke maatregelen nemen.

woensdag 13 februari 2013

Vrijwillige dijkwachters op oefening

Zaterdag oefenden circa 280 vrijwillige dijkwachters van Waterschap Groot Salland  in de praktijk. Dit om hun dijkdeel beter te leren kennen. Vanuit het waterschap deden zo'n 25 personeelsleden aan de oefening mee. Waterschap Groot Salland heeft 536 km dijken en kaden in beheer. Om deze waterkeringen in perioden van storm, hoog water en ijsgang te kunnen inspecteren, staat het dijkleger paraat. Deze bestaat in totaal uit 700 vrijwilligers. Door regelmatig te oefenen is het dijkleger in noodsituaties nog beter op haar taken voorbereid.

De dijkwachters liepen de hele dag in drie 'diensten' en inspecteerden de dijken op zogenaamd zandmeevoerend kwelwater, grote drijvende voorwerpen, nog aanwezige dieren op of langs de dijk (schapen, koeien, paarden) en obstakels, zoals tractoren of andere voertuigen op de kruin van dijken.
Er is geoefend langs het Vossemeer, het Drontermeer, de IJssel, het Ganzediep, de Goot, het Zwolle-IJsselkanaal, het Zwarte Water, het Zwarte Meer, de Ramsgeul en langs het Ketelmeer. De oefening werd gecoördineerd vanuit het districtskantoor van het waterschap aan de Kamperzeedijk in Grafhorst.

dinsdag 12 februari 2013

Beekmeandering afhankelijk van lokale condities

Het was maar een klein kanaaltje dat rond 1800 tussen de Niers in Duitsland en de Maas in Limburg is gegraven. Nadat het Gelderns-Nierskanaal de vrije loop kreeg is het gaan meanderen. Een historische reconstructie van dit proces door Wageningen University en Alterra Wageningen UR draagt bij aan een beter begrip van de wijze waarop meanderprocessen plaatsvinden.

“Er is nog maar weinig bekend van de morfologie van laaglandbeken,” zegt promovendus Joris Eekhout. “Veel van die beken zijn in het kader van ruilverkavelingen gekanaliseerd, vaak op een overgedimensioneerde manier om ook piekafvoeren aan te kunnen. Waterschappen zijn zo’n 25 jaar geleden begonnen met beekherstel, waarbij een van de doelen was de kronkelende loop terug te brengen. Eén van de vragen waar waterschappen graag antwoord op willen is hoeveel ruimte een meanderende beek nodig heeft. Deze vraag is relevant voor de hoeveelheid grond die aangekocht moet worden om een project uit te kunnen voeren. Ik heb in het kader van mijn promotie daarom onderzoek gedaan naar een actief meanderende waterloop, met het formaat van een laaglandbeek. Het doel van deze case studie was het onderzoeken van de invloed van verschillen in samenstelling van de ondergrond op het ontstaan van meanders.”

Het Duitse deel van het kanaal tussen de Niers en de Maas is altijd gekanaliseerd gebleven door oeverbeschoeiing. Het Nederlandse deel in Limburg daarentegen is de vrije loop gelaten en is actief gaan meanderen. Er zijn daarbij meanderbochten afgesneden en het benedenstroomse deel van het kanaal heeft zich diep ingesneden. “Als je door de vallei loopt zou je niet denken dat je in Nederland bent,” zegt onderzoeker Ton Hoitink. “We hebben de meander- en insnijdingsprocessen in dit gebied geanalyseerd op basis van historisch kaartmateriaal uit de periode 1806 tot 2006, LiDAR-data uit 1997 en veldobservaties.”

De analyse van Joris Eekhout, Ton Hoitink en Bart Makaske heeft inzicht verschaft in de invloed van verschillen in de samenstelling van de ondergrond op het ontstaan van meanders. Hieruit blijkt dat meandering op drie afzonderlijke locaties langs het kanaal is begonnen. Juist op de plaatsen waar het meanderen is begonnen zijn ook aanwijzingen voor kwel gevonden, in de vorm van sterk roestige lagen in de bodem langs het kanaal. Hieruit valt op te maken dat lokale kwel de oevers zal hebben verzwakt en de eerste aanzet tot meanderen heeft gegeven.

Het onderzoek is gefinancierd door STOWA en onlangs gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Earth Surface Processes and Landforms. Naast implicaties voor de initiatie van meandering heeft deze studie ook implicaties voor beekherstel. Joris Eekhout: “We laten zien dat lokale condities, zoals kwel en een harde ondergrond, invloed hebben op het meandergedrag. Een gebiedsanalyse moet uitwijzen of in een beoogd beekhersteltraject de juiste condities aanwezig zijn om het meandergedrag te kunnen beïnvloeden.”

vrijdag 8 februari 2013

Schultz onderzoekt seniorenkeuring vaarbewijs

Minister Melanie Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu laat onderzoeken of de keuringsleeftijd voor het klein vaarbewijs voor de pleziervaart omhoog kan, dan wel kan vervallen. Op dit moment zijn senioren vanaf 70 jaar verplicht elke 5 jaar een verklaring te overleggen, waarop een medische keuring kan volgen. De watersportsector wil daarvan af, omdat ouderen op die leeftijd tegenwoordig fitter zijn dan vroeger.

Analoog aan de seniorenkeuring voor het rijbewijs wil de minister inzicht in de effectiviteit en de alternatieven voor de leeftijdskeuring in de pleziervaart. In juli 2009 is de keuringsleeftijd voor het klein vaarbewijs verhoogd van 65 naar 70 jaar. Schultz: “Ondanks deze nog recente verhoging bereiken mij signalen vanuit de watersportwereld dat daar de wens leeft de keuringsleeftijd verder te verhogen van 70 naar 75 jaar. Ik ben bereid die signalen in overweging te nemen.”

donderdag 7 februari 2013

Vangst van schol en tong wordt geleidelijk duurzamer

Economische en ecologische belangen komen meer in balans bij de kottervisserij. De Algemene Rekenkamer stelde in 2008 nog vast dat economische argumenten bij deze visvangst de boventoon voerden. De kottervisserij hanteert sinds 2008 de aangescherpte Europese norm voor de vangst van schol en tong. De schadelijke boomkormethode wordt daarnaast, mede dankzij Europese subsidie, geleidelijk vervangen door een minder schadelijke vangsttechniek. En viskeurmerken dragen bij aan een duurzamere werkwijze van kottervissers op de Noordzee in de afgelopen vijf jaar. Controle door de overheid blijft nodig. Daarom is het zorgelijk dat er minder inspecties plaatsvinden.
In het op 7 februari 2013 gepubliceerde rapport Duurzame visserij: terugblik zet de Algemene Rekenkamer de uitkomsten van onderzoek uit 2008 af tegen de huidige situatie in de Nederlandse kottervisserij. Visserijbeleid wordt voor een belangrijk deel in Brussel bepaald. Nederland steunt voorstellen van de Europese Commissie op een verbod op het teruggooien van bijvangst (ook wel discard genoemd) in zee. De voorstellen over de zogenoemde aanlandingsplicht moeten nog ingevoerd worden. De overheid kan doortastender zijn om dit urgente probleem aan te pakken. De Algemene Rekenkamer stelt dat vooral innovaties in de sector kunnen bijdragen aan het terugdringen van de ongewenste bijvangsten. Een teruggooiverbod kan daartoe een stimulans zijn. Preventieve maatregelen om ongewenste bijvangst tegen te gaan, kan Nederland volgens de Algemene Rekenkamer zelf al nemen. Het is niet nodig om op Europese afspraken te wachten.
De toenemende belangstelling van consumenten voor vis met een certificaat vereist dat visstanden beter beheerd en gecontroleerd worden. De samenwerking tussen gecertificeerde vissers, de keurmerkorganisaties en non-gouvernementele organisaties met de overheid kan nog versterkt worden.
De inspecties door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit staan onder druk, onder meer door bezuinigingen. Onduidelijk is of het alternatief van zogenoemd risicogestuurde handhaving het lagere aantal inspecties compenseert. In reactie op dit onderzoeksrapport onderschrijft de staatssecretaris van Economische Zaken de meeste aanbevelingen voor verbetering. Zij zoekt naar een efficiënte inzet van controlemiddelen nu inspecties te maken hebben met een krimpende rijksdienst.
De Nederlandse kottervisserij omvat zo'n 300 vaartuigen waarmee circa 200 miljoen euro per jaar omgezet wordt. Het is de grootste sector in de Nederlandse visserij.
In het eveneens op 7 februari 2013 uitgebrachte EU-trendrapport 2013 stelt de Algemene Rekenkamer vast dat uit het Europees Visserijfonds tussen 2008 en 2011 van de voor Nederland beschikbare 49 miljoen euro vooral subsidies voor het saneren van de vloot zijn gefinancierd. De sanering van de vloot platvisboten met 13,8 % ligt onder het streven van 15 %.
De Nederlandse overheid heeft 72 miljoen euro toegevoegd aan de Europese subsidie. Nog niet alle gelden zijn besteed. De subsidie is bedoeld om het concurrentievermogen te vergroten en de sector duurzamer te maken.

Regenwormen verhogen uitstoot broeikasgassen uit bodem

Slecht nieuws voor de strijd tegen de opwarming van de aarde. Want regenwormen, bekend van hun vermogen de bodemvruchtbaarheid te verbeteren, blijken de uitstoot van broeikasgassen vanuit de bodem te verhogen. En niet een beetje. In een studie gepubliceerd in Nature Climate Change van 3 februari constateert het onderzoeksteam van Wageningen University, onderdeel van Wageningen UR, en internationale collega’s een flinke toename in de uitstoot: 33% voor kooldioxide en zelfs 42% voor lachgas.

De studie werd verricht door onderzoekers van de groep Bodembiologie en biologische bodemkwaliteit van Wageningen University, Trinity College Dublin, de University of California in Davis en het International Center for Tropical Agriculture in Cali, Colombia. Het team verzamelde de resultaten van 57 eerder gepubliceerde experimenten over de manier waarop regenwormen de nettoproductie van de twee broeikasgassen lachgas (N2O) en koolzuurgas (CO2) beïnvloeden. Ook hun invloed op de organische koolstof in de bodem werd meegenomen.

Ingrid Lubbers, promovendus aan Wageningen University en eerste auteur van de studie, toonde dit aan met behulp van een zogenaamde meta-analyse, een manier om data uit veel uiteenlopende studies samen te voegen en te analyseren. Zo destilleerde zij verschillen en overeenkomsten tussen studies. In combinatie met eigen experimenteel onderzoek blijkt het gemiddelde effect van regenwormen op lachgasproductie vrijwel buiten kijf te staan. Het effect van wormen op koolstofstromen is echter minder eenduidig. Er waren studies die een toename in CO2-emissies rapporteerden, terwijl andere publicaties concluderen dat wormen de koolstofopslag in de bodem bevorderen, waarbij het negatieve effect van lachgasuitstoot teniet kan worden gedaan of zelfs kan worden overgecompenseerd.
Echter, na de meta-analyse werd een helder patroon zichtbaar: regenwormen verhogen de uitstoot van koolzuurgas vanuit de bodem gemiddeld met 33% en die van lachgas met 42%, terwijl er geen enkele aanwijzing is dat regenwormen het gehalte aan organische materiaal in de bodem veranderen
Regenwormen mengen organische plantenresten door de bodem, die daar gemakkelijker worden afgebroken en waarbij CO2 vrijkomt. Bovendien werkt het darmsysteem van de regenworm als een broedstoof voor micro-organismen, waardoor de activiteit van de lachgas-producerende bacteriën wordt geprikkeld. En regenwormen maken met hun gewoel door de grond zoveel gangen dat lachgas gemakkelijker kan ontsnappen naar de atmosfeer voordat het omgezet kan worden naar het onschadelijke stikstofgas. Regenwormen verhogen dus via een combinatie van mechanismen de emissies van beide broeikasgassen.

Wormen lijken de lachgasuitstoot het sterkst te vergroten in bodems met een hoog gehalte aan organische koolstof. Dat zou erop kunnen duiden dat verhoogde lachgas emissies een onlosmakelijke gevolg zijn van het opslaan van extra koolstof in de bodem.

Onderzoeker Jan Willem van Groenigen denkt hiermee een belangrijk mechanisme in opwarming van de aarde op het spoor te zijn. “Bodems zijn een sterspeler in het klimaatverhaal”, zegt hij. “Er zit meer koolstof in organische vorm in de bodem dan als kooldioxide in de atmosfeer.” Landbouwgronden zijn verreweg de grootste bron van lachgas, vooral door het opbrengen van grote hoeveelheden (kunst)mest. Relatief kleine veranderingen in de broeikasgasbalans van de bodem kunnen derhalve grote gevolgen hebben voor klimaatsverandering. “Het is ironisch dat regenwormen, die we in de duurzame landbouw trachten te bevorderen omdat ze goed zijn voor de bodemvruchtbaarheid, tegelijkertijd een ongewild effect hebben op de uitstoot van broeikasgassen."

Het regenworm/broeikasgas probleem is nog verre van ontrafeld. “We hebben vooral meer lange termijn experimenten, en experimenten met groeiende planten nodig voor we weten in hoeverre wereldwijde verworming leidt tot wereldwijde verwarming”, concludeert promovendus Ingrid Lubbers.

woensdag 6 februari 2013

Prehistorisch plantje hoofdrol in water-energielandschap Lingezegen

Tien problemen oplossen met één slimme ingreep. Dat gaat gebeuren in het park Lingezegen tussen Nijmegen en Arnhem. Een klein waterplantje - dat de Radboud Universiteit Nijmegen al een aantal jaar onderzoekt op zijn handige eigenschappen - speelt een centrale rol in het project dat van het Europese Fonds Regionale Ontwikkeling (EFRO) 6,5 miljoen euro subsidie heeft ontvangen. Ook Wageningen Universiteit en verschillende regionale bedrijven, overheden en diensten doen mee. 31 januari gaat het project officieel van start.

Zet het waterplantje Azolla in. Vijftig miljoen jaar geleden wist het al zo veel CO2 vast te leggen dat het onze planeet naar een lange ijstijd bracht. CO2vast leggen doet het kroosvarentje nog steeds. Het groeit razendsnel in water met lekker veel fosfaat - water op voormalige landbouwgrond bijvoorbeeld. Ook andere waterplanten worden ingezet om meststoffen vast te leggen. Zo is het mogelijk om binnendijks langdurig water op te slaan en dat zo schoon te maken dat het a) niet stinkt, b) geschikt wordt voor drinkwater en c) aantrekkelijke natte natuur oplevert. Door slimme sensoren en specifieke weersverwachtingen te gebruiken, haal je dit water weg uit je voorraadgebied voordat er hoogwater dreigt in de rivier. Dat kan dan weer in het bassin stromen.

dinsdag 5 februari 2013

Bewonersbijeenkomst over werkzaamheden Ruimte voor de Rivier Zwolle

De uitvoering van het project Ruimte voor de Rivier Zwolle is inmiddels goed zichtbaar in de uiterwaarden van de IJssel. In Westenholte is begonnen met graafwerkzaamheden voor het verleggen van de dijk.

Daarnaast zijn de eerste voorbereidingswerkzaamheden begonnen in Schelle - Oldeneel, nabij de rode spoorbrug. Daarom houdt het Waterschap Groot Salland op dinsdag 5 februari een informatiebijeenkomst voor bewoners, betrokken organisaties en andere geïnteresseerden.

Tijdens de informatiebijeenkomst op 5 februari wordt men geïnformeerd over het verdere verloop van het project. Ook zal worden aangegeven wat er gedaan wordt om eventuele overlast zo veel mogelijk te beperken.

De informatiebijeenkomst vindt plaats in Buurthuis Eben-Haëzer, Nilantsweg 109, 8041 AR Zwolle en duurt van 20.00 tot 22.00 uur. De avond wordt geleid door onafhankelijk voorzitter Piet Zoon. Hij is de oud-voorzitter van de begeleidingsgroepen Ruimte voor de Rivier Zwolle. Aanwezig zijn ook vertegenwoordigers van het Waterschap Groot Salland en de aannemerscombinatie van Ruimte voor de Rivier Zwolle. Zij geven antwoord op uw vragen.

maandag 4 februari 2013

Nederlandse studenten winnen Europese competitie ‘Imagine all the Water’

Twee spraakmakende korte films van Nederlandse studenten zijn door de Europese Commissie uitgeroepen tot winnaar van de Europese filmcompetitie ‘Imagine all the Water’. Twee groepen van drie studenten van de Junior Academie brachten op een creatieve manier in beeld hoe de productie van voeding en gebruiksartikelen indirect gepaard kan gaan met verspilling van water. De Nederlandse inzendingen vielen op door hun vernieuwende karakter.

Zo viel het team van Delano Steenmeijer, Casper Rekers en Anneroos Ribbers in de prijzen met een animatievideo waarin een waterdruppel de wereld over reist. Patricia Loman, Roxanne de Groot en Lotte Bartels zijn bekroond vanwege hun film over de hoeveelheid water die nodig is voor het maken van een hamburger.

De Europese filmwedstrijd ‘Imagine all the Water’ is onderdeel van de campagne ‘Generation Awake’ van de Europese Commissie DG Milieu. Deze campagne heeft tot doel een bewust en efficiënt gebruik van natuurlijke hulpbronnen te stimuleren en draait om het maken van slimme dagelijkse keuzes die rekening houden met het milieu. Dit bespaart niet alleen geld, maar draagt ook bij aan een gezonde en duurzame leefomgeving. In de filmcompetitie van ‘Imagine all the Water’ riep de Europese Commissie Europese jongeren op een korte film te maken die in het teken staat van het efficiënter benutten van natuurlijke hulpbronnen. Zij werden uitgedaagd in beeld te brengen hoeveel water er nodig is om de volgende items te produceren: een hamburger, een flesje bier, een kop koffie, een chocoladereep en een paar schoenen. Een deskundige jury selecteerde tien video’s, waarna fans via Facebook konden stemmen op hun favoriete inzending.

Twee van de vijf winnende teams bestaan uit studenten van de Junior Academie - Academie voor Art Direction - hebben naar het oordeel van de jury een video gemaakt die uitblinkt door het creatieve en innovatieve karakter. Met deze Europese competitie wil de Europese Commissie creatief talent in Europa stimuleren na te denken over ideeën die bijdragen aan een bewuste omgang met de schaarse natuurlijke hulpbronnen op de wereld. De jury was zeer geïnspireerd door de hoge kwaliteit van de inzendingen. De winnende films leveren een bijdrage aan bewustwording over het feit mensen in het dagelijkse leven indirect ontzettend veel water verbruiken. Een belangrijk thema dat dankzij deze wedstrijd op een creatieve  en onconventionele manier op de agenda is gezet.

vrijdag 1 februari 2013

Watersnoodramp: Met eerste heli ruim 100 levens gered

'De ellende die ik destijds gezien heb, staan in mijn geheugen gegrift', vertelt de 89-jarige marineveteraan Rudolf Idzerda over de Watersnoodramp van 1953. Inmiddels is het 60 jaar geleden dat Nederland getroffen werd door een vreselijke storm en de dijken doorbraken. Helikoptervlieger Idzerda schoot samen met duizenden militairen de slachtoffers te hulp.  “Met trots krijg ik terug op onze reddingsacties, maar toch blijft het ook een pijnlijke herinnering.”

Idzerda krijgt op 2 februari 1953 het  bevel om zich per direct te melden op zijn basis. Hij was niet de enige. Vanuit heel het land stuurde Defensie haar militairen naar het rampgebied. “We wisten wel dat er iets mis was in het land, maar niet precies wat”, vertelt Idzerda.  Binnen zijn krijgsmachtdeel was hij een van de 2 militairen die een helikopter kon besturen.

Defensie maakte destijds  gebruik van de allereerste Nederlandse militaire helikopter, de Sikorsky S-51 ('Jezebel'). Deze kon slechts 100 kilo torsen. Hoewel de huidige reddingstoestellen van de luchtmacht met gemak het dubbele hijsen, blikt de oud-marineman die als schout-bij-nacht de dienst uitging tevreden terug. “Voor die tijd was het een geweldig ding en konden we toch snel het gebied in komen.

Eenmaal over het gebied vliegend, drong de omvang van de ramp pas goed tot Idzerda  en zijn hulpteam door. “We konden onze ogen niet geloven.  Alles lag onder water. Je zag alleen nog boomtoppen en daken. Al snel zagen we mensen om hulp roepen en gingen tot actie over.” Uiteindelijk lukte het de marinevlieger om ruim 100 mensen te redden.

“Voor sommigen waren we op tijd, voor anderen net te laat.  Als mens doet dit veel met je. Ik weet nog dat ik 2 kinderen op de dijk tot hun kin in het water zag staan. Zonder iets te zeggen sprong een van de mannen uit mijn team de helikopter uit.  Hij redde de  kinderen, maar die blikken van angst vergeet je nooit meer. Als militair heb ik oorlogservaring, maar toch heeft deze natuurramp mij diep geraakt. Het is iets dat ik mijn hele leven bij me zal dragen.”

Crisis aanleiding voor reorganisatie Tauw

Advies- en ingenieursbureau Tauw sluit 2012 af met een verlies van bijna 2 miljoen euro. Drastische bezuinigingen van de gemeenten en waterschappen ziet het bedrijf als de voornaamste oorzaak daarvan. In een reorganisatie is de personele sterkte in Nederland met tientallen arbeidsplaatsen teruggebracht.

"De markt is sterk gekrompen," zegt Annemieke Nijhof, CEO van Tauw Group. "Dat heeft geleid tot overcapaciteit en prijsdruk. Daar heeft niet alleen Tauw, maar de hele ingenieursbranche last van. Het dwingt ons tot bezinning en het nemen van maatregelen."

Tauw zag de afgelopen jaren de opdrachten vanuit gemeenten en waterschappen drastisch dalen. Het bedrijf verwacht 2012 af te sluiten met een omzet van 86 miljoen euro en een verlies van 1,9 miljoen over haar Nederlandse activiteiten.

Een jaar geleden zette Tauw een reorganisatie in, die heeft geleid tot een vereenvoudiging van de organisatie, snellere besluitvorming en - op termijn - een verbetering van de winstgevendheid. Het aantal arbeidsplaatsen is met 80 (fte) gereduceerd, voor 25 medewerkers is ontslag aangevraagd. Nijhof: "Hoe naar ik dat ook vind, we moeten ingrijpen om aanhoudend verlies te voorkomen. We gaan er niet vanuit dat de markt zich op korte termijn weer volledig zal herstellen."

ICT Automatisering wordt procesinformatie project drinkwater gegund

ICT Automatisering (ICT) levert aan NV Waterleidingmaatschappij Limburg (WML), de producent en leverancier van drinkwater in Limburg, de Proces Informatie Management Systeem (PIMS) software. Alle drinkwaterleveranciers in Nederland moeten voldoen aan de wettelijke verplichting om een goede balans in drinkwater te waarborgen.

Deze balans komt terug in de kwaliteit van het drinkwater, maar minstens zo belangrijk is de kwaliteit en transparantie van haar rapportagesysteem. Dankzij de nieuwe PIMS software beschikt WML straks over actuele en correcte procesinformatie ten behoeve van een overzichtelijke rapportage. Daarnaast krijgt zij verbeterde inzicht in het proces wat uiteindelijke bijdraagt aan managementbeslissingen.