vrijdag 28 december 2012

Voorzorg hoogwater Maas

Door aanhoudende regenval blijven de waterstanden van de Maas en de beken hoog, maar zullen de komende dagen naar verwachting geen problemen veroorzaken. Naar aanleiding van de berichtgeving van Rijkswaterstaat is volgens het calamiteitenbestrijdingsplan de hoogwaterbestrijding van Waterschap Roer en Overmaas in gang gezet.

Uit voorzorg plaatst het waterschap morgen op 4 locaties pompen die beekwater en eventueel kwelwater afvoeren. Het waterschap is momenteel extra waakzaam op de ontwikkeling van de afvoerstanden van de Maas. Ook de waterstanden in de Limburgse beken worden nauwlettend gevolgd.

Het afgelopen etmaal heeft de afvoer te St. Pieter (gemeente Maastricht) geschommeld tussen de 1000 en 1150 m3/s en bedraagt op dit moment (12:00 uur) 1126 m3/s. De komende dagen geven een rustiger neerslagbeeld te zien. Vanmiddag zal nog een front passeren met de nodige neerslag (ongeveer 10 mm). Daarna volgen zo goed als zeker een paar drogere dagen. De verwachting is dat de afvoer te St. Pieter vandaag langzaam zal gaan stijgen en op vrijdagmorgen waarschijnlijk uit zal komen op een afvoer tussen de 1300 en 1350 m3/s. Vervolgens wordt een geleidelijke daling van de afvoer te St. Pieter verwacht.

Overeenkomstig het calamiteitenbestrijdingsplan Hoogwater Maas van het waterschap zijn diverse afsluiters in de beken dicht gezet om het achterliggende gebied te beschermen. Op 4 locaties (bij de Hemelbeek in Elsloo, de Oude Broekgraaf in Geulle a/d Maas, Op de Meer in Itteren en bij de
 visvijver in Meers) worden morgenvroeg uit voorzorg pompen geplaatst die beekwater en kwelwater kunnen afvoeren. Er is namelijk een risico op het ontstaan van kwelwater. De aanhoudend hoge waterstanden van de Maas drukken dan het grondwater onder de kades omhoog. Om wateroverlast te voorkomen plaats het waterschap pompen om dit water weer in de Maas te pompen. Ook kan het zijn dat beken hun water niet meer goed kunnen afvoeren door de hoge waterstanden van de Maas. Pompen zorgen dan voor afvoer van het beekwater en voorkomen zo wateroverlast.

donderdag 27 december 2012

Gemalen waterschap draaien op volle capaciteit

De waterstanden zijn hoog, maar vrijwel overal in het werkgebied van waterschap Vallei & Eem en waterschap Veluwe blijft het water binnen de boorden van de watergangen. De medewerkers van de waterschappen zijn alert en controleren regelmatig de waterpeilen en houden de duikers vrij van takken en drijfvuil om de waterafvoer in goede banen te leiden. De sloten, beken, kanalen en rivieren voeren in het gehele gebied maximaal water af.

Maatregelen tegen verhoogde waterstand Maas

Door de hevige regenval van afgelopen dagen, is de waterstand van de rivier de Maas sterk toegenomen. Naar aanleiding van de berichtgeving van Rijkswaterstaat heeft Waterschap Peel en Maasvallei diverse voorzorgsmaatregelen genomen. De maatregelen bestaan onder andere uit het klaarzetten en opbouwen van demontabele dijken, het inrichten van pomplocaties en het afsluiten van (beek)mondingen.
Overeenkomstig het bestrijdingsplan Maashoogwater worden op diverse locaties voorzorgsmaatregelen getroffen.In Arcen, Wanssum en Well staan op bepaalde locaties aluminium schotbalken klaar voor de doorgangen in de dijken (bijvoorbeeld bij wegen). Zodra het noodzakelijk is, worden deze opgebouwd. Een aantal zijbeken die op de Maas uitmonden, zoals de Springbeek in Baarlo, de Thornerbeek in Heel, de Slijbeek in Panheel en de Heijense Leigraaf in Heijen worden dichtgezet als het noodzakelijk is. Hierdoor kan het Maaswater niet terug de beken in stromen en wordt overlast in het achterland voorkomen. Het beekwater wordt dan met pompen naar de Maas afgevoerd. De pomplocatie bij de Springbeek is ingericht en wordt aan gezet als dat nodig is.
De regenval van de afgelopen dagen heeft ook voor verhoogde waterstanden in de beken gezorgd. Het waterschap houdt ook de afvoer van de beken nauwlettend in de gaten.

maandag 24 december 2012

Verhoogde waterstanden beheersbaar

Na de intrede van de dooi vandaag en de regenval van de afgelopen dagen is de waterstand verhoogd in het gebied van het waterschap Noorderzijlvest. De situatie is beheersbaar en naar verwachting dalen de waterstanden weer vanaf maandag 24 december. Het waterschap kan voldoende water op het Lauwersmeer kwijt tot er in de tweede helft van de week op Lauwersoog weer volop kan worden gespuid. Het waterschap verhelpt binnengekomen meldingen van overlast en houdt de ontwikkelingen in het hele gebied nauwlettend in de gaten.
De combinatie van de smeltende sneeuw en de hoeveelheid regen van circa 25 mm in 24 uur geeft in het hele gebied van het waterschap verhoogde waterstanden. Hier en daar veroorzaakt het water overlast. Het waterschap heeft enkele binnengekomen meldingen van overlast beoordeeld. Deze worden indien nodig verholpen.
De komende dagen wordt slechts weinig neerslag verwacht, 16 mm in 5 dagen Dit betekent dat het teveel aan water dan via de diverse gemalen kan worden weggepompt. Een van die gemalen is het gemaal De Waterwolf dat het water naar het Lauwersmeer pompt. Het Lauwersmeer biedt voor de komende dagen meer dan genoeg ruimte om het teveel aan water uit het Noorderzijlvestgebied op te vangen. Vanaf donderdag kunnen de R.J. Cleveringslauizen op Lauwersoog de extra hoeveelheid water op zee lozen.
Het Lauwersmeer vangt zowel een deel van het water van waterschap Noorderzijlvest als een deel van het water van Wetterskip Fryslân op. Het water vanuit Friesland komt onder vrij verval op het Lauwersmeer. Dit betekent dat er geen water meer bij kan op het moment dat de waterstand op het Lauwersmeer even hoog staat als op de Friese boezem. Waterschap Noorderzijlvest kan dan nog wel doorgaan met verpompen van water op het Lauwersmeer.

vrijdag 21 december 2012

Gemeente Raalte draagt beheer en onderhoud water over aan Waterschap Groot Salland

Het Waterschap Groot Salland neemt het beheer en onderhoud van het water over in de gemeente Raalte. Op maandag 17 december heeft wethouder Jacques van Loevezijn het water officieel overgedragen aan Bartus Jonkman, dagelijks bestuurslid van het waterschap. Voor de overdracht was een ‘waterestafetteloop' bij de Drostenkampvijvers. De twee bestuurders werden geassisteerd door derdejaars VMBO-leerlingen van het Carmel College Salland.
Voor al het water in de gemeente Raalte geldt dat het Waterschap Groot Salland nu het beheer en onderhoud uitvoert. Dus bijvoorbeeld het maaien van waterbodems en oevers, maar ook het verwijderen van waterplanten, riet, takken en vuil die de water aan- en afvoer belemmeren. Beide partijen vinden dat door het waterbeheer in één hand te nemen, doeltreffend kan worden gewerkt. Onder de noemer 'Een nieuwe buur voor inwoners van de gemeente Raalte' ontvangen inwoners van de gemeente Raalte die naast overgenomen water wonen deze week een brochure in de brievenbus.
Door de komst van de Waterwet is de taakverdeling van water tussen gemeenten en waterschap veranderd. De kern van de Waterwet is namelijk het beheer en onderhoud van water zoveel mogelijk in één hand houden. De gemeente Raalte en het Waterschap Groot Salland hebben daarover afspraken gemaakt. Het uitgangspunt is duidelijk: het waterschap neemt het beheer en onderhoud van water in de gemeente Raalte één op één over van de gemeente.
Raalte is de zesde gemeente waar het waterschap verantwoordelijk wordt voor het beheer en onderhoud aan sloten en vijvers. De gemeente Olst-Wijhe, Hardenberg, Kampen, Staphorst en Deventer gingen voor.

donderdag 13 december 2012

Ruim 4600 palingen over de dijk gezet

Het proefproject 'Paling Over De Dijk' is na drie maanden afgerond. In die tijd werden ruim 4.600 palingen met fuiken opgevangen, voor elf gemalen in Noord-Holland en Zeeland. Direct daarna werden de palingen 'over de dijk' losgelaten. Daardoor konden ze onbeschadigd naar hun paaiplaats in de oceaan trekken. Gemalen, dammen en dijken vormen barrières voor trekvissen. Palingen kunnen deze hindernissen zonder hulp moeilijk ongeschonden passeren.

Het is belangrijk dat de palingen gedurende het trekseizoen onbeschadigd weg kunnen trekken. Een geslachtsrijpe schieraal kan enkele miljoenen palinglarven produceren. De ouderdieren zijn belangrijk voor de ontwikkeling van de palingstand. Als er te weinig van deze volwassen palingen uittrekken, heeft dat een negatief effect op de intrek van jonge palinkjes, ofwel glasaal, in ons land. De palingstand in Nederland en elders in Europa baart al jaren zorgen. Stichting DUPAN heeft als initiatiefnemer van dit project aangetoond dat, zolang de barrières niet voor trekvissen zijn aangepast, het over de dijk helpen van volwassen paling een goede oplossing is.

Het is voor het eerst dat er op deze grote schaal paling met menselijke hulp werd overgezet. Dit pilot-project vond plaats in de periode, waarin het voor beroepsvissers verboden is op paling te vissen. Zij kregen speciaal voor dit project een ontheffing van het Ministerie. Er was gedurende de hele periode 100% controle daarmee kreeg elke opgevangen paling vrije aftocht.

In Noord-Holland werd dit project mede mogelijk gemaakt door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en Sportvisserij Mid-West Nederland. In Zeeland werd dit project mede mogelijk gemaakt door de provincie Zeeland, het waterschap Scheldestromen en Sportvisserij Zuid-West Nederland. Verder waren betrokken de Visstand Beheer Commissie Hollands Noorderkwartier, de Noordhollandse Bond van Binnenvissers, de Federatie van Beroepsvissers Zuidwest Nederland, het ministerie van EL&I en de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA). De coördinatie van het project en de financiering van de visserij werden verzorgd door DUPAN.

In Noord-Holland is in de periode 1 september tot 1 december op 4 plaatsen gevist en zijn in totaal 151 keer de fuiken gelicht. De totale vangst in Noord-Holland bestond uit 4056 schieralen met een totaal gewicht van 2480 kilo. De gemiddelde vangst per fuikenlichting in Noord-Holland was 27 stuks met een gewicht van 16 kilo. Het gemiddelde gewicht van de schieralen was in Noord-Holland 611 gram.

In Zeeland is in de periode 1 september tot 1 december op 7 plaatsen op schieraal gevist en zijn in totaal de fuiken 105 keer gelicht. De totale vangst in Zeeland bestond uit 553 schieralen met een totaal gewicht van 562 kilo. De gemiddelde vangst per fuikenlichting in Zeeland was 5 stuks met een gewicht van 5 kilo. Het gemiddelde gewicht van de schieralen in Zeeland was 1016 gram.
In totaal zijn er door het project 4609 schieralen over de dijk gezet, met een gezamenlijk gewicht van 3042 kilo en met een gemiddeld gewicht van 660 gram per stuk.

woensdag 12 december 2012

Rijkswaterstaat organiseert iSea op 14 december

Tijdens iSea komen jonge ondernemers, het bedrijfsleven en overheid bij elkaar om kennis en best practices uit te wisselen voor een duurzaam gebruik van de Noordzee. Naast sprekers van jonge bedrijven en workshops over financiering, ondernemerschap en subsidiemogelijkheden is er een Clash of the Concepts.
iSea vindt op 14 december plaats in het Eye Film Instituut in Amsterdam. De organisatie is in handen van Rijkswaterstaat.
Van traditionele visserij tot high-tech windturbines: de Noordzee heeft altijd volop kansen geboden om haar vele rijkdommen te exploiteren. Generatie na generatie heeft die exploitatie voortgezet, waardoor uitputting en vervuiling van de Noordzee soms op de loer liggen.
Hoe kunnen we de bedrijvigheid op de Noordzee op een duurzame en innovatieve manier voortzetten? Met iSea wil Rijkswaterstaat duurzame ontwikkeling op de Noordzee stimuleren.

dinsdag 11 december 2012

IMO keurt nieuwe routes voor scheepvaart op Noordzee goed

De scheepvaartroutes op het Nederlandse gedeelte van de Noordzee worden op 1 augustus 2013 aangepast. De IMO (International Maritime Organization) heeft vorige week het plan voor aanpassing van deze routes goedgekeurd. Rijkswaterstaat had dit plan samen met belanghebbenden opgesteld.

De Nederlandse Noordzee is een van de drukst bevaren zeeën ter wereld. Ook wordt de Noordzee voor steeds meer doeleinden gebruikt, waaronder windmolenparken. De aanpassing van de routes is nodig om het scheepvaartverkeer veiliger te maken en de ruimte op de Noordzee efficiënter te gebruiken.

Zo komt er nu ook in het aanloopgebied naar IJmuiden een verkeersscheidingsstelsel. Verder liggen de scheepvaartroutes straks verder uit de kust en gaan deze elkaar minder vaak kruisen, waardoor het verkeersbeeld rustiger wordt. Ook verschuiven ankergebieden en vindt er een herinrichting plaats rondom objecten als mijnbouwplatforms.

De aanvraag voor het veranderen van de routes heeft Rijkswaterstaat zorgvuldig voorbereid met gebruikers van de Noordzee, zoals vergunninghouders van windmolenparken op zee en de havenbedrijven Rotterdam en Amsterdam.

vrijdag 7 december 2012

Onderzoek naar muskusratbestrijding

De gezamenlijke waterschappen in Nederland doen een veldproef om te onderzoeken of het vangen van muskusratten nu op de beste manier gebeurt. Er wordt gekeken of het gerichter, goedkoper en met minder dierenleed kan.

Muskusratten worden gevangen en gedood omdat ze met hun gegraaf schade toebrengen aan dijken, kades en andere waterstaatswerken. Dat is gevaarlijk en kan veel schade veroorzaken. De veldproef duurt van januari 2013 tot januari 2016 en vindt in verschillende gebieden verspreid over het land plaats.

donderdag 6 december 2012

'Zacht water niet slecht voor boilers cv-installaties

Verkopers van wateronthardingsapparaten zeggen blij te zijn met wetenschappelijk onderzoek in Engeland dat aantoont dat zacht water niet schadelijk is voor de aluminium elementen in elektrische boilers. Integendeel, de boiler gaat langer mee omdat er geen ketelsteen wordt gevormd. De Engelse producenten en verkopers van wateronthardingsapparatuur, verenigd in de UK Water Treatment Association (UKWTA) bouwden een feestje toen dit nieuws vorige week bekend werd na publicatie van een rapport van de BSI, de Engelse 'TNO'. Producenten van elektrische boilers in Engeland mochten volgens de officiële richtlijnen tot nu toe geen garantie geven op boilers met zacht water. De UKWTA verwacht dat die bepaling nu snel zal worden ingetrokken.
Ook in Nederland is door sommige deskundigen nog wel beweerd dat zacht water een schadelijke uitwerking zou hebben op waterleidingen en bijvoorbeeld boilers. Het BSI onderzoek maakt duidelijk hoe dit vooroordeel bij deskundigen heeft kunnen ontstaan. Hoewel bij alle geteste metalen zacht water minder corrosie veroorzaakte dan hard water, bleek bij aluminium in de eerste 30 dagen van de test het verschil andersom. Maar na 60 dagen bleek zich een beschermend laagje op het aluminium gevormd te hebben waardoor het verschil tussen hard en zacht water al veel minder was. Na een halfjaar testen bleek het verschil -over de hele testperiode- verwaarloosbaar klein geworden. In aanmerking genomen dat hard water wel ketelsteen veroorzaakt en zacht water niet, is het eindresultaat dus zonder meer gunstig voor de verkopers van wateronthardingsapparaten.
In september toonde TNO in Nederland al aan dat zacht water van het wateronthardingsapparaat AquaCell minder corrosie veroorzaakt in koperen leidingen dan hard water.

woensdag 5 december 2012

Tarief drinkwater Groningen blijft volgend jaar gelijk

Waterbedrijf Groningen houdt het tarief voor drinkwater in 2013 gelijk aan dat van dit jaar. Dat hebben de aandeelhouders gisteren besloten. Dit betekent dat een Gronings gezin bij een gemiddeld jaarlijks verbruik, €1,09 per 1.000 liter betaalt. Hiermee blijft Waterbedrijf Groningen het goedkoopste drinkwaterbedrijf van Nederland.
Directeur a.i. Henk de Kraa geeft aan dat het waterbedrijf haar drinkwaterprijs gelijk kan houden omdat ze scherper begroot, haar uitgaven goed spreidt en sterk inzet op innovatie, wat een kostenverlagend effect heeft. ‘Dit past bij het huidige economische klimaat waar ook onze klanten mee te maken hebben.’
De aandeelhouders van het Waterbedrijf zijn vrijwel alle gemeenten in de provincie Groningen en de provincie Groningen zelf.

dinsdag 4 december 2012

Bangladesh bewijst potentieel oesterriffen voor kustverdediging en voedselproductie

Royal HaskoningDHV, het Marine Science & Fisheries Instituut (Universiteit van Chittagong, Bangladesh), IMARES en LEI (beide onderdeel van Wageningen UR) presenteerden de eerste resultaten van het pilotproject ECOBAS in Bangladesh: oesterriffen zijn een goede oplossing voor duurzame kustverdediging en aquatische voedselproductie. De riffen zullen bijdragen aan een betere bescherming tegen kusterosie en overstromingen en voorzien bovendien in een duurzame bron van aquatisch voedsel.
Ondanks de miljarden euro's die jarenlang in waterbeheer zijn geïnvesteerd, wordt de samenleving nog steeds geconfronteerd met grote overstromingen, droogte en problemen met de waterkwaliteit. De klassieke benadering is om de strijd met de natuur aan te gaan door constructies te bouwen, zoals steunmuren of golfbrekers. De vraag rijst echter of het duurzaam is om uitsluitend harde structuren te gebruiken. Een concept dat een aanvulling kan vormen op deze harde structuren is Building with Nature. Building with Nature maakt gebruik van de natuurlijke dynamiek van het ecosysteem om flexibele en duurzame oplossingen te creëren en natuurwaarden te verhogen.
Via het project ECOBAS (Eco-engineering in Bangladesh) wordt de technische, ecologische en sociaal-economische haalbaarheid van het concept Building with Nature getest aan de zuidoostkust van Bangladesh. In dit concept wordt kustverdediging gecombineerd met een duurzame productie van oesters. Schelpdieren als oesters vormen van nature driedimensionale riffen, die van invloed zijn op de stroming en daardoor ook op de erosie en sedimentatie van het kustgebied. Dit kan de onderhoudskosten voor harde structuren verlagen en de biodiversiteit bevorderen. In Nederland zijn klein- en grootschalige pilots met oesters uitgevoerd in de Oosterschelde en daaruit bleek dat er achter het rif meer sedimentatie optrad.
Aan de zuidoostkust van Bangladesh verzamelen lokale minderheden oesters en andere tweekleppigen en buikpotigen uit het intergetijdengebied. Aangezien slechts een deel van het oesterrif mag worden geoogst om de continuïteit te waarborgen, is het belangrijk de oesteroogst te reguleren om overexploitatie te voorkomen. Daarom moeten de lokale gemeenschappen zich bewust zijn van de broedval, de groei en de overlevingspercentages van de oesters en de effecten van het rif. Het project laat zien dat er nog een aantal uitdagingen zijn met betrekking tot het technische ontwerp en het beheer van het rif voor de duurzame exploitatie en verkoop van oesters.
Het project ECOBAS wordt uitgevoerd met subsidie van het programma Partners voor Water. Oesterriffen bieden niet alleen bescherming en voedsel, maar kunnen ook de groei van mangroves stimuleren doordat ze voor meer afzettingen zorgen en de kustlijn stabiliseren. Dit is interessant vanwege de extra mogelijkheden voor kustverdediging en de andere ecologische en economische voordelen die mangroves bieden.
In de volgende fase (januari 2013 – november 2014) zal het concept worden opgeschaald. Hiertoe zullen diverse natuurlijke structuren worden gebouwd en langs de kust van Kutubdia en het eiland Maheshkhali worden uitgezet. De technische, ecologische en sociaal-economische haalbaarheid zal worden beoordeeld op basis van de uitkomsten van het pilotproject en zal worden gepresenteerd tijdens een workshop in december 2014.

maandag 3 december 2012

Bodemsanering westelijk Ketelmeer afgerond

Rijkswaterstaat heeft afgelopen week de sanering van de bodem van het westelijk deel van het Ketelmeer afgerond. In totaal is meer dan 2 miljoen kubieke meter vervuild slib verwijderd tussen het slibdepot IJsseloog en de Ketelbrug.Hiermee is de kwaliteit van de waterbodem van het Ketelmeer sterk verbeterd en kunnen natuur en recreatie zich gezond blijven ontwikkelen.
De waterbodem van het Ketelmeer is in de periode tussen 1950 en 1980 vervuild door jarenlange neerslag van slibdeeltjes met verontreinigingen uit het stroomgebied van Rijn en IJssel. In 1992 besloot het ministerie van Verkeer en Waterstaat om het Ketelmeer te saneren door zoveel mogelijk verontreinigd slib van de waterbodem te laten verwijderen.
De sanering van Ketelmeer-West is één van de grootste saneringen van Nederland. Verspreid over een oppervlakte van ongeveer 50 hectare (500.000 vierkante meter) is meer dan 2 miljoen kubieke meter slib verwijderd. De verontreinigde baggerspecie is afgegraven en met schepen naar het nabijgelegen slibdepot IJsseloog afgevoerd.
De sanering van de bodem van het westelijk deel van het Ketelmeer was niet de eerste bodemsanering in het Ketelmeer. Tussen 1999 en 2002 werd de vervuilde waterbodem van het oostelijke deel van het Ketelmeer al gesaneerd.