Ads Top

Otterpopulatie opnieuw gegroeid

Het aantal otters in Nederland is het afgelopen jaar weer toegenomen, dit blijkt uit de meest recente monitoringsgegevens, van de winterperiode 2014/2015, die nu beschikbaar zijn. Dit geldt echter niet voor de ruimtelijke verspreiding, de otter heeft zich nauwelijks uitgebreid naar nieuwe gebieden. Er vindt voornamelijk verdichting plaats in de gebieden waar de otter al voorkwam. In tegenstelling tot voorgaande jaren was er geen verder verlies van genetische variatie als gevolg van inteelt.

In opdracht van het ministerie van Economische Zaken wordt jaarlijks de Nederlandse otterpopulatie gemonitord. Aangezien de otter een in hoofdzaak nachtactief dier is en zich zelden laat zien, gebeurt dit op basis van uitwerpselen (‘spraints’). Hieruit kan DNA worden geïsoleerd, waarmee elke otter individueel kan worden herkend. Zo kan worden achterhaald of eerder aangetroffen dieren nog in leven zijn en wordt een indicatie verkregen van het aantal nieuw geboren nakomelingen. Hier zit altijd enige vertraging in omdat jonge dieren pas op latere leeftijd op duidelijk herkenbare plekken in het leefgebied gaan ‘sprainten’. Op basis van DNA wordt vooral ook een beeld verkregen van de hoeveelheid genetische variatie die in de populatie aanwezig is. In een kleine, geïsoleerde populatie treedt altijd inteelt op wat op termijn de levensvatbaarheid van een populatie kan aantasten. Met genetische monitoring van de otterpopulatie wordt ten aanzien van inteelt een vinger aan de pols gehouden en kan, indien daarvoor aanleiding bestaat, vroegtijdig worden ingegrepen.

De monitoringsresultaten van vorige winter (2014/2015) laten zien dat het aantal dieren opnieuw licht is toegenomen. De populatieomvang wordt nu geschat op circa 160 dieren, een groei van zo’n 14% ten opzichte van het jaar daarvoor. Ofschoon het aantal dus verder is toegenomen, geldt dit niet of nauwelijks voor de ruimtelijke verspreiding. Er zijn afgelopen jaar vrijwel geen nieuwe gebieden gekoloniseerd. Er vindt dus vooral ‘verdichting’ plaats waarbij de aantallen binnen bestaande leefgebieden toenemen. Dit proces heeft in het voormalige uitzetgebied in de Kop van Overijssel en Zuidoost-Friesland al eerder plaatsgevonden en daar is de populatie nu min of meer stabiel. De relatief hoge verkeersmortaliteit waarbij naar schatting ongeveer 25% van de populatie jaarlijks in het verkeer sneuvelt, zet duidelijk een rem op de verdere ruimtelijke verbreiding. Naar aanleiding van een gerechtelijke uitspraak in 2014 wordt inmiddels op veel plaatsen door Rijk en Provincies werk gemaakt van het aanpakken van verkeersknelpunten waar eerder otters zijn doodgereden. De verwachting is dat dit de komende jaren de ruimtelijke uitbreiding van de populatie zal bevorderen.

Iets anders wat opvalt aan de nieuwste monitoringsresultaten is dat de genetische variatie in de populatie in tegenstelling tot voorgaande jaren niet verder is afgenomen. Dit heeft deels te maken met het bijplaatsen van enkele genetisch niet verwante otters uit het buitenland. Verder duiken in de grensregio’s, zowel bij de Oude IJssel als langs de Dinkel in Twente incidenteel otters op van Duitse origine die bijdragen aan de reproductie. Ook de variatie per individu (heterozygositeit), die een indicatie geeft voor het risico op schadelijke gevolgen van inteelt, nam niet verder af. Mogelijk dat recentelijk enkele dominante mannetjes in de populatie zijn opgevolgd door jongere mannetjes die genetisch minder verwantschap vertonen met de vruchtbare otterwijfjes. Dit wordt de komende maanden nog verder uitgezocht op basis van ouderschapsanalyses.

Geen opmerkingen:

Mogelijk gemaakt door Blogger.