Ads Top

Zaaien, mesten en maaien essentieel voor ontwikkeling gras

De Grebbeliniedijk en de kaden in de Soesterpolders zijn in 2014 verbeterd. Sindsdien is het wachten op een dichte, groene grasmat op deze dijken. Na de dijkverbetering zijn de dijken ingezaaid met een mengsel van ‘dijkengras’ en kruidenzaad. De komende periode wordt nauwgezet gecontroleerd hoe die grasmat op de dijken zich ontwikkelt. Over het algemeen kost de ontwikkeling van de grasmat enkele jaren.

“De functie van een goede grasmat op de dijken is dat het de grond vasthoudt met een dicht ondergronds wortelstelsel. Dat is essentieel voor de stevigheid en dus voor de veiligheid van de dijken, vertelt Peter Boone (afdeling beheer) van Waterschap Vallei en Veluwe. “Gras wortelt echter niet dieper dan 5 à 10 centimeter. Daarom zijn kruiden aan het mengsel toegevoegd, die veel dieper wortelen. Daarmee wordt de toplaag (de grasmat) als het ware verankerd op de kleidijk.”
De grasmat met kruiden als duizendblad en vogelmelk levert tevens een waardevolle bijdrage aan de Ecologische Verbindingszone langs de Eem. De omgeving wordt groener, er groeien meer plantensoorten en het gras biedt beschutting voor kleine dieren. De kruiden trekken bovendien allerlei insecten aan.

“Belangrijk is dat zo snel mogelijk na de dijkverbetering een goede grasmat ontstaat. Maar dat heb je niet  helemaal zelf in de hand,” vertelt Boone. “De weersomstandigheden spelen daarbij een belangrijke rol. Door het koude en droge voorjaar zijn sommige plekken langs de dijken nog niet goed genoeg begroeid. En niet overal is op hetzelfde moment gezaaid. Wel hebben er al bloemetjes gebloeid, veelal koolzaadachtigen, die in de aangevoerde klei aanwezig waren. Maar dat zijn geen blijvertjes. De kruiden die we nodig hebben, beginnen nu echter ook al op te komen. Door het droge weer in het voorjaar was de bovenste kleilaag - die minder zwaar is zodat gras en kruiden makkelijker wortelen - keihard geworden. Planten hebben daar last van en groeien dus minder snel.”



Normaal gesproken bestaat het beheer van de dijken onder meer uit het gemiddeld tweemaal per jaar maaien van de grasmat. Maar omdat er nu nog geen egale, dichte grasmat ligt, is zogenoemd aanjaag- of ontwikkelbeheer noodzakelijk. Dat kan bestaan uit diverse maatregelen, zoals extra doorzaaien van het gras/kruidenmengsel, vaker maaien, hooien, beweiden door een schaapskudde en bemesting. Dat laatste gebeurt bijvoorbeeld langs de Soesterkaden. Na het nemen van monsters, bleek de grond te weinig kalk te bevatten en is dus eerst bemest en vervolgens ingezaaid. Vaker maaien is in de begin periode nodig omdat daardoor het gras wordt gestimuleerd pollen te maken, waardoor de grasmat snel dichter wordt.

Inmiddels heeft een flinke schaapskudde zich al tegoed kunnen doen aan het gras langs de Soesterkaden. “Daar was al vroeg gras ingezaaid en stond het dus al hoger. Een schaapskudde heeft als voordeel dat de schapen het gras egaal afbijten. Bovendien eten ze alles, ook de op de dijk ongewenste planten. En schapen kunnen overal bij, ook als er oneffenheden zijn in het oppervlak. Voor een klepel (maaimachine) is dat lastiger. Tenslotte worden de wortels van het gras door de schaapspoten een beetje beschadigd, waardoor dat gras juist extra wordt gestimuleerd nieuwe graspollen te maken.”

Geen opmerkingen:

Mogelijk gemaakt door Blogger.